ID.nl logo
Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend
© Reshift Digital
Huis

Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend

Het afgelopen jaar is web 3.0 sterk gegroeid. In dit artikel nemen we daarom enkele aantrekkelijke projecten onder de loep. Denk aan DeFi en decentrale exchanges, maar ook lifestyle-toepassingen in categorieën als play-to-earn en move-to-earn. Op deze concepten wordt flink voortgeborduurd. Ook kijken we naar het verdienmodel achter de projecten en de risico’s.

Kenmerkend voor web 3.0 is dat je zelf meer controle over je eigen gegevens hebt. Je kunt gegevens delen zonder dat je privacy in gevaar komt. Dit zal de macht weghalen bij de tech-giganten, die nu nog vaak privégegevens gebruiken voor marketingdoeleinden. Veel persoonlijke gegevens belanden op servers van die bedrijven en worden gebruikt om advertenties te verkopen. Ook is er het risico op datalekken en identiteitsfraude.

 Verandering lijkt hard nodig en web 3.0 kan hierbij helpen. Het brengt meer democratische oplossingen, en de decentrale opslag en cryptografie zorgen voor meer privacy. In dit artikel staan we kort stil bij de (huidige) definitie van web 3.0 en belichten we enkele aantrekkelijke nieuwe projecten.

Lees ook: Hoe we met web 3.0 onze privacy terugpakken

Definitie van web 3.0

De cryptomarkt en adoptie van onder andere Bitcoin groeit. Ook zijn er al diverse interessante projecten en soms zelfs concepten rondom web 3.0 ontstaan. Al vóór 2009 werd er over web 3.0 gesproken. Toen was de blockchain een nog relatief onbekend concept en het eerste blok (‘Genesis’) in de blockchain van Bitcoin moest nog worden gecreëerd. Er werd bij web 3.0 vooral gedacht aan een semantisch web waarbij machines jouw woorden en emoties beter begrijpen.

Hierin speelde kunstmatige intelligentie een belangrijke rol. Futuristen zien web 3.0 als een ruimtelijk web met virtuele werelden, gedreven door verbeteringen in 3D-technologie, ook wel de metaverse genoemd. Maar inmiddels is het sleutelwoord als we het over web 3.0 hebben, decentralisatie.

©PXimport

Decentralisatie

Voor decentralisatie vormt de blockchain een stevig fundament. Je data zijn verdeeld over meerdere computers die met elkaar middels bijvoorbeeld proof-of-work of proof-of-stake unaniem beslissen over de geldigheid van data op de blockchain. We noemen dat een consensusmechanisme. Zelf ben je de baas over je eigen data, omdat jij als enige de versleutelde privégegevens op de blockchain zichtbaar kunt maken. Alleen bepaalde transactiegegevens zijn openbaar. 

Toepassingen worden gebouwd ‘bovenop’ de blockchain en noemen we dapps (decentrale apps). Een bekend voorbeeld zijn NFT-marktplaatsen als Magic Eden op de Solana-blockchain en OpenSea op Ethereum en Polygon Matic, waar bekende collecties als Bored Ape, CryptoPunks, Mutant Ape Yacht Club en meer worden verhandeld. 

De handelsobjecten verwisselen vaak voor absurde prijzen van eigenaar. Maar het laat wel goed zien hoe alles wat digitaal is als token op de blockchain kan bestaan. Er wordt bijvoorbeeld al aan oplossingen gewerkt voor de media-industrie om licenties voor films en tv te verspreiden via de blockchain.

©PXimport

DeFi

Een andere belangrijke groeisector is DeFi (Decentralized Finance). Hiermee wordt feitelijk het financiële systeem gedecentraliseerd. Zo worden cryptomunten nu vaak via centrale exchanges (cex) verhandeld. Maar deze rol wordt steeds meer door decentrale exchanges (dex) overgenomen. Je kunt daar eenvoudig tokens swappen door je wallet te verbinden. 

Je hoeft je niet aan te melden en het is ook niet nodig om je identiteit te verifiëren, iets wat bij centrale exchanges meestal wél nodig is, ook wel KYC (Know Your Customer) genoemd. Je betaalt bij decentrale exchanges alleen een bedrag aan transactiekosten. Iets wat op de Ethereum-blockchain overigens een vrij fors bedrag kan zijn. 

Bekende voorbeelden van decentrale exchanges zijn Uniswap, Pancakeswap en Sushiswap, maar er zijn er nog veel meer. Elke (block)chain heeft één of meerdere dex’es. Vooral kleinere cryptomunten worden via decentrale exchanges verhandeld, omdat ze vaak nog niet door centrale exchanges zijn opgenomen. Binnen DeFi zie je verder een wildgroei aan protocollen om rendement te verdienen op je crypto. 

©PXimport

Sparen en lenen via DeFi-protocollen

Ook voor het lenen van geld heb je geen centrale partij als een bank meer nodig. Je kunt geld lenen door bijvoorbeeld cryptomunten als onderpand te gebruiken. De liquiditeit komt dan van andere gebruikers die cryptomunten vastzetten en hier rente op ontvangen. Voor decentrale applicaties en exchanges is dat ook nodig. Er zit immers geen centrale partij achter die liquiditeit kan verschaffen. 

Door het storten van een groep cryptomunten in een zogenoemde liquidity pool voorzie je in die ‘liquiditeit’. De cryptomunten worden in feite vastgezet in een zogenoemd smart contract en de liquiditeit kan dan door die applicatie worden gebruikt. Hiervoor ontvang je vaak een relatief hoge rente. 

Er komen wel wat risico’s bij kijken. De smart contracts zijn niet altijd waterdicht waardoor er misbruik van kan worden gemaakt. Ook kan een token die je als beloning ontvangt sterk in waarde dalen, waardoor het rendement een stuk lager uitvalt dan werd voorgesteld.

Lifestyle dapps

De handel en wandel wordt ook steeds meer doorgetrokken naar op lifestyle gerichte dapps. Ook deze toepassingen werken op basis van de blockchain en een wallet met cryptomunten of NFT’s. Ze hebben dus (in principe) geen gebruikersaccount nodig of login via Google, Facebook of Twitter. Items die je koopt of verdient, worden als cryptomunten of NFT’s in je wallet bewaard.

Er zijn wat interessante categorieën ontstaan, waaronder de metaverse, maar ook play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. Dat klinkt commercieel, en dat is het misschien ook, maar het is voor velen ook een uitvlucht. Niet alleen naar de virtuele werelden van de metaverse, maar ook door de beloningen die je kunt ontvangen voor bijvoorbeeld het spelen van games of het doen van andere activiteiten.

Metaverse hype

De metaverse is een veelbesproken onderwerp binnen de tech-wereld. Grote bedrijven als Microsoft en Facebook hebben er al forse investeringen in gedaan. Er zijn al meerdere bekende en redelijk succesvolle voorbeelden van metaverses te noemen, waaronder The Sandbox en Decentraland. Hoewel de metaverse er in zijn uiteindelijke vorm waarschijnlijk heel anders zal uitzien, en een echte doorbraak nog jaren op zich laat wachten, is de handel in virtueel land in deze metaverses al wel populair. 

Land kan op de blockchain worden vastgelegd als eigendom van één persoon, wat ook geldt voor bijvoorbeeld kunstwerken, gebouwen en voertuigen. Gebruikers kopen virtueel land om hun stek in te richten of in de hoop hier later meer geld voor te kunnen vragen, via een geïntegreerde NFT-marktplaats of een openbare marktplaats als OpenSea.

©PXimport

Horizon Worlds

De metaverse is niet per definitief decentraal. Het kan ook gecentraliseerd zijn, of een combinatie van beide. Horizon Worlds, de sociale virtualreality-omgeving die Facebook voor de eigen Quest VR-bril heeft gebouwd, is een goed voorbeeld. Het is niet gebouwd op de blockchain en gebruikt ook geen NFT’s. 

Wel wil Facebook een virtuele munt introduceren om het verhandelen van virtuele goederen mogelijk te maken. Niet alleen in Horizon Worlds, maar ook op Facebook, WhatsApp en Instagram. Voor zover bekend zal het ook daarbij niet van de blockchain gebruikmaken. Met virtuele munten is het overigens tot op heden niet zo succesvol geweest en overheden houden strak toezicht op het bedrijf.

Tokenisatie

Het mag duidelijk zijn dat tokens op de blockchain die een waarde of bezit vertegenwoordigen een steeds grotere rol gaan spelen. Het is een soort moderne variant van de credits die je op bijvoorbeeld Facebook in spelletjes als Farmville en Candy Crush kon gebruiken. Dat kan ook eenvoudigweg een stablecoin zijn, zoals usdc, een digitale munt waarvan de waarde is gekoppeld aan die van de dollar. Twitter accepteert deze stablecoin voor betalingen binnen het sociale platform. 

Binance, een van de grootste exchanges, ziet ook kansen en wil een deel van het overnamebedrag financieren. Vooral in games en lifestyle-apps spelen tokens een steeds belangrijkere rol. Bekende trends binnen web 3.0 zijn dan ook de categorieën play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. We zullen hier nu enkele voorbeelden van geven.

Play-to-earn

De categorie play-to-earn staat voor games waarin je ‘geld’ kunt verdienen door simpelweg de game te spelen, dus niet per se via toernooien of door het maken van content. Voor grote groepen gebruikers, met name in Azië, is play-to-earn de belangrijkste bron van inkomsten.

In de games spelen NFT’s een belangrijke rol. Door middel van NFT’s wordt het als speler mogelijk om ook echt eigenaar te zijn van onderdelen van de game, zoals je karakter en wapens. Zulke items kun je verhandelen. Een uniek magisch zwaard kan gekoppeld zijn aan die unieke token, en alleen de bezitter van de token kan dat zwaard in de game gebruiken. 

Een bekend voorbeeld van een game die succesvol is geweest met NFT’s is Axie Infinity. Dit spel draait om de Axie NFT-monsters die je kunt sparen of creëren. Een ander bekend voorbeeld is DeFi Kingdoms, waarin je een eigen koninkrijk moet bouwen. Een leuk detail is dat het ook, zoals de naam al aangeeft, de mogelijkheden van DeFi benut, waaronder het ‘staken’ van de Jewel-token voor extra rendement.

©PXimport

Concurrentie Steam

Het bekende gamesplatform Steam is eigenlijk een beetje ouderwets en lijkt zichzelf buitenspel te zetten. Je kunt er talloze games kopen en soms ook content voor gebruik binnen games, maar het platform verbiedt nadrukkelijk games die gebouwd zijn op blockchain-technologie en die NFT’s of cryptovaluta verschaffen of laten verhandelen. 

Voor moderne platforms als Ultra, dat nadrukkelijk met de blockchain werkt voor gamesdistributie met de eigen uos-token, liggen er daarom kansen. Het streven is om later dit jaar het platform publiekelijk te lanceren. De inzet van de token is zeer breed, maar een van de bijzonderheden is dat elke game die je koopt in feite ook een NFT is. Afhankelijk van de keuze van de gameontwikkelaar kun je die tweedehands verkopen. 

Uitbreidingen voor games, zoals dlc’s of virtuele items die je koopt, worden ook op de blockchain vastgelegd. Ultra biedt voor ontwikkelaars van games eigenlijk alle tools die nodig zijn om in de blockchain te integreren.

©PXimport

Move to earn

Bij move-to-earn verdien je door bijvoorbeeld naar buiten te gaan en te wandelen. Een soort Pokémon Go voor volwassenen. De app Stepn zit vol met zulke spelelementen en sociale interactie en stond het afgelopen jaar flink in de belangstelling. Er zijn al ongeveer 800.000 spelers wereldwijd en in het eerste kwartaal van dit jaar boekte het zo’n 20 miljoen Amerikaanse dollar aan winst. 

Het idee achter Stepn is dat je een virtuele wandel- of hardloopschoen koopt in de vorm van een NFT. Door te bewegen verdien je tokens die je kunt gebruiken om meer of betere schoenen te kopen, je schoenen te repareren en verbeteren of om een level omhoog te gaan, zodat je sneller tokens kunt verdienen. Je schoenen kun je ook verkopen of – op termijn – verhuren aan andere gebruikers. De opbrengsten deel je in dat geval met de verhuurder, die 70% ontvangt.

Hoge investering

Een drempel bij Stepn is dat je niet zo maar van start kunt gaan. Je hebt namelijk voorlopig nog een uitnodigingscode nodig. Bovendien is er een vrij grote investering nodig. De virtuele schoenen kosten je minimaal 10 sol. Dat zijn de tokens van de Solana-blockchain waarop Stepn is gebouwd. De totale investering is daarmee zo’n 400 tot 1000 dollar, uiteraard afhankelijk van de waarde van de bewuste token. 

Daartegenover staat dat wandelen goed wordt beloond. De meeste gebruikers verdienen over het algemeen zo’n 50 dollar per wandeling en hebben de schoenen binnen één à twee maanden terugverdiend. Die opbrengsten kunnen echter ook onder druk komen te staan. Er zitten in economisch opzicht best wat kanttekeningen aan dit soort projecten. Daar komen we later nog op terug, als we ingaan op de risico’s.

©PXimport

Beloningen op YouTube

Een andere interessante ontwikkeling naast move-to-earn is watch-to-earn. Xcad, dat is gebouwd op de blockchain van Zilliqa, is een van de meest aansprekende voorbeelden. Veel jongeren hebben de wens om professionele YouTuber te worden. Het is voor hen echter lastig om het algoritme van YouTube te breken en voldoende views te krijgen, ook als ze content van hoge kwaliteit bieden. Xcad wil deze mogelijkheden verbeteren.

De contentmakers die deelnemen, krijgen een eigen zogeheten creator-token. De abonnees ontvangen deze token als ze zijn of haar content op YouTube bekijken. Als het aantal abonnees van de bewuste maker op YouTube groeit, zullen steeds meer tokens uit de roulatie worden gehaald, waardoor deze tokens in waarde stijgen. Dat is eenvoudige marktwerking. Als kijker word je dus extra beloond als je nieuw talent vroeg ontdekt.

Tokens verhandelen

Je kunt besluiten de tokens van je favoriete YouTubers vast te houden in de hoop dat ze meer waard worden, bijvoorbeeld omdat je denkt dat het kanaal van de bewuste YouTuber een enorm succes wordt. Als houder van de token mag je ook meebeslissen over toekomstige content van de bewuste maker, zoals het soort video’s dat je graag zou willen zien. 

Een andere mogelijkheid is het vastzetten ofwel ‘staken’ van de creator-tokens samen met de Xcad-token in een zogenoemde liquidity-pool om extra beloningen te ontvangen. Ten slotte kun je ook besluiten de creator-tokens in te wisselen voor Xcad-tokens die daadwerkelijk geld opleveren. Op die manier kun je dus geld verdienen met het bekijken van video’s op YouTube. 

Er komt daarnaast een mogelijkheid voor makers van content om unieke NFT’s te maken die ook weer verhandeld kunnen worden. Er zal een online overzicht komen met de ‘marktwaardes’ van deelnemende influencers. Je kunt dat een beetje vergelijken met CoinMarketCap, waar de marktwaardes van alle cryptomunten op een rijtje worden gezet. Alleen gaat het nu om de unieke creator-tokens en de respectievelijke waarde daarvan.

©PXimport

Plug-in voor Chrome

Xcad wordt niet echt geïntegreerd in YouTube. In plaats daarvan is recent een plug-in uitgebracht voor Chrome. Daarnaast zal er een app worden gelanceerd om video’s op je smartphone te kunnen bekijken en ook via die weg beloningen te kunnen ontvangen. Verschillende influencers, met bij elkaar honderden miljoenen volgers op YouTube, zullen de plug-in gaan promoten, wat zeker kan bijdragen aan het succes. 

Voor die influencers is het ook interessant, omdat ze meer mogelijkheden krijgen om te verdienen aan hun publiek en tevens kunnen ze hun loyale volgers belonen. De plug-in zal het mogelijk maken om tokens te kopen of wisselen. Gewoon via bestaande betaalsystemen, waaronder (vermoedelijk) Apple Pay en Google Pay. Hierdoor zal Xcad helemaal los van de bestaande (centrale en decentrale) exchanges werken. Al is de Xcad-token nu al te verhandelen bij enkele grote exchanges.

Later dit jaar wil Xcad een vergelijkbare feature voor het publiek op Twitch lanceren, een bekend platform waar influencers streamen terwijl ze games spelen voor een vaak enorm publiek.

Risico’s

We schreven eerder dat web 3.0 nog niet helemaal klaar was voor massaconsumptie. Deels is dat nog steeds zo. Zo houden traditionele bedrijven het vaak tegen, omdat ze bang zijn om grip of inkomsten te verliezen. Denk aan het gamesplatform Steam dat NFT’s en cryptomunten weert. Ook overheden zijn soms erg streng, meestal omdat ze nog geen duidelijke regelgeving hebben gemaakt. Zo mag Stepn niet in onder meer de Verenigde Staten en China worden gebruikt. 

Het werken met wallets en blockchains vraagt nog steeds veel technische vaardigheden. Als gebruiker moet je ook opletten. Scams en zogeheten rug pulls liggen op de loer. Zo worden web-wallets als Metamask zo nu en dan gehackt. De token-economie is ook niet altijd gunstig. Zo kennen vooral games- en metaverse-tokens een hoge inflatie. Dat hangt samen met het feit dat het erg gemakkelijk is om extra tokens in omloop te brengen. 

Zie je een bepaalde game of platform als investering, let dan goed op het aantal tokens dat in omloop is én het maximale aantal tokens op langere termijn.

©PXimport

Wel of geen piramidespel?

De term ponzi of piramidespel wordt vaak wat gekscherend gebruikt in crypto. Daar zijn soms goede argumenten voor. Het risico bij onder andere play-to-earn en move-to-earn is dat dat gebruikers die er vroeg bij zijn, het meest profiteren. Een van de bekendste voorbeelden is het online kaartspel Axie Infinity. Zoals bij veel play-to-earn-games is er een kleine investering nodig om te beginnen. 

Zolang genoeg gebruikers instappen, is er geen probleem. Bereikt de groei echter een al dan niet tijdelijk plafond, dan komt het hele model in gevaar. De tokens worden minder gekocht, maar de bestaande spelers blijven wel hun verdiende tokens omruilen voor geld. De prijs zal daarom naar beneden gaan, waardoor het voor nieuwkomers minder aantrekkelijk wordt om nog in te stappen. Daardoor gaat de prijs verder omlaag en wordt het nog minder aantrekkelijk voor nieuwkomers. Het komt dan in een neerwaartse spiraal. De koersgrafiek ziet er dan uit als een soort bergtop in de Zwitserse Alpen. 

Er zijn mechanismen bedacht om dit wat meer uit te balanceren. Zo heb je een uitnodigingscode nodig om met Stepn aan de slag te gaan, waardoor het niet meteen té hard groeit. Ook zijn tokens nodig voor andere taken in het spel, zodat ze niet direct worden verzilverd. Denk aan het repareren van je schoenen. Toch zijn dit soort maatregelen in de praktijk vaak niet genoeg om zulke toepassingen langere tijd rendabel te houden.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.