ID.nl logo
Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend
© Reshift Digital
Huis

Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend

Het afgelopen jaar is web 3.0 sterk gegroeid. In dit artikel nemen we daarom enkele aantrekkelijke projecten onder de loep. Denk aan DeFi en decentrale exchanges, maar ook lifestyle-toepassingen in categorieën als play-to-earn en move-to-earn. Op deze concepten wordt flink voortgeborduurd. Ook kijken we naar het verdienmodel achter de projecten en de risico’s.

Kenmerkend voor web 3.0 is dat je zelf meer controle over je eigen gegevens hebt. Je kunt gegevens delen zonder dat je privacy in gevaar komt. Dit zal de macht weghalen bij de tech-giganten, die nu nog vaak privégegevens gebruiken voor marketingdoeleinden. Veel persoonlijke gegevens belanden op servers van die bedrijven en worden gebruikt om advertenties te verkopen. Ook is er het risico op datalekken en identiteitsfraude.

 Verandering lijkt hard nodig en web 3.0 kan hierbij helpen. Het brengt meer democratische oplossingen, en de decentrale opslag en cryptografie zorgen voor meer privacy. In dit artikel staan we kort stil bij de (huidige) definitie van web 3.0 en belichten we enkele aantrekkelijke nieuwe projecten.

Lees ook: Hoe we met web 3.0 onze privacy terugpakken

Definitie van web 3.0

De cryptomarkt en adoptie van onder andere Bitcoin groeit. Ook zijn er al diverse interessante projecten en soms zelfs concepten rondom web 3.0 ontstaan. Al vóór 2009 werd er over web 3.0 gesproken. Toen was de blockchain een nog relatief onbekend concept en het eerste blok (‘Genesis’) in de blockchain van Bitcoin moest nog worden gecreëerd. Er werd bij web 3.0 vooral gedacht aan een semantisch web waarbij machines jouw woorden en emoties beter begrijpen.

Hierin speelde kunstmatige intelligentie een belangrijke rol. Futuristen zien web 3.0 als een ruimtelijk web met virtuele werelden, gedreven door verbeteringen in 3D-technologie, ook wel de metaverse genoemd. Maar inmiddels is het sleutelwoord als we het over web 3.0 hebben, decentralisatie.

©PXimport

Decentralisatie

Voor decentralisatie vormt de blockchain een stevig fundament. Je data zijn verdeeld over meerdere computers die met elkaar middels bijvoorbeeld proof-of-work of proof-of-stake unaniem beslissen over de geldigheid van data op de blockchain. We noemen dat een consensusmechanisme. Zelf ben je de baas over je eigen data, omdat jij als enige de versleutelde privégegevens op de blockchain zichtbaar kunt maken. Alleen bepaalde transactiegegevens zijn openbaar. 

Toepassingen worden gebouwd ‘bovenop’ de blockchain en noemen we dapps (decentrale apps). Een bekend voorbeeld zijn NFT-marktplaatsen als Magic Eden op de Solana-blockchain en OpenSea op Ethereum en Polygon Matic, waar bekende collecties als Bored Ape, CryptoPunks, Mutant Ape Yacht Club en meer worden verhandeld. 

De handelsobjecten verwisselen vaak voor absurde prijzen van eigenaar. Maar het laat wel goed zien hoe alles wat digitaal is als token op de blockchain kan bestaan. Er wordt bijvoorbeeld al aan oplossingen gewerkt voor de media-industrie om licenties voor films en tv te verspreiden via de blockchain.

©PXimport

DeFi

Een andere belangrijke groeisector is DeFi (Decentralized Finance). Hiermee wordt feitelijk het financiële systeem gedecentraliseerd. Zo worden cryptomunten nu vaak via centrale exchanges (cex) verhandeld. Maar deze rol wordt steeds meer door decentrale exchanges (dex) overgenomen. Je kunt daar eenvoudig tokens swappen door je wallet te verbinden. 

Je hoeft je niet aan te melden en het is ook niet nodig om je identiteit te verifiëren, iets wat bij centrale exchanges meestal wél nodig is, ook wel KYC (Know Your Customer) genoemd. Je betaalt bij decentrale exchanges alleen een bedrag aan transactiekosten. Iets wat op de Ethereum-blockchain overigens een vrij fors bedrag kan zijn. 

Bekende voorbeelden van decentrale exchanges zijn Uniswap, Pancakeswap en Sushiswap, maar er zijn er nog veel meer. Elke (block)chain heeft één of meerdere dex’es. Vooral kleinere cryptomunten worden via decentrale exchanges verhandeld, omdat ze vaak nog niet door centrale exchanges zijn opgenomen. Binnen DeFi zie je verder een wildgroei aan protocollen om rendement te verdienen op je crypto. 

©PXimport

Sparen en lenen via DeFi-protocollen

Ook voor het lenen van geld heb je geen centrale partij als een bank meer nodig. Je kunt geld lenen door bijvoorbeeld cryptomunten als onderpand te gebruiken. De liquiditeit komt dan van andere gebruikers die cryptomunten vastzetten en hier rente op ontvangen. Voor decentrale applicaties en exchanges is dat ook nodig. Er zit immers geen centrale partij achter die liquiditeit kan verschaffen. 

Door het storten van een groep cryptomunten in een zogenoemde liquidity pool voorzie je in die ‘liquiditeit’. De cryptomunten worden in feite vastgezet in een zogenoemd smart contract en de liquiditeit kan dan door die applicatie worden gebruikt. Hiervoor ontvang je vaak een relatief hoge rente. 

Er komen wel wat risico’s bij kijken. De smart contracts zijn niet altijd waterdicht waardoor er misbruik van kan worden gemaakt. Ook kan een token die je als beloning ontvangt sterk in waarde dalen, waardoor het rendement een stuk lager uitvalt dan werd voorgesteld.

Lifestyle dapps

De handel en wandel wordt ook steeds meer doorgetrokken naar op lifestyle gerichte dapps. Ook deze toepassingen werken op basis van de blockchain en een wallet met cryptomunten of NFT’s. Ze hebben dus (in principe) geen gebruikersaccount nodig of login via Google, Facebook of Twitter. Items die je koopt of verdient, worden als cryptomunten of NFT’s in je wallet bewaard.

Er zijn wat interessante categorieën ontstaan, waaronder de metaverse, maar ook play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. Dat klinkt commercieel, en dat is het misschien ook, maar het is voor velen ook een uitvlucht. Niet alleen naar de virtuele werelden van de metaverse, maar ook door de beloningen die je kunt ontvangen voor bijvoorbeeld het spelen van games of het doen van andere activiteiten.

Metaverse hype

De metaverse is een veelbesproken onderwerp binnen de tech-wereld. Grote bedrijven als Microsoft en Facebook hebben er al forse investeringen in gedaan. Er zijn al meerdere bekende en redelijk succesvolle voorbeelden van metaverses te noemen, waaronder The Sandbox en Decentraland. Hoewel de metaverse er in zijn uiteindelijke vorm waarschijnlijk heel anders zal uitzien, en een echte doorbraak nog jaren op zich laat wachten, is de handel in virtueel land in deze metaverses al wel populair. 

Land kan op de blockchain worden vastgelegd als eigendom van één persoon, wat ook geldt voor bijvoorbeeld kunstwerken, gebouwen en voertuigen. Gebruikers kopen virtueel land om hun stek in te richten of in de hoop hier later meer geld voor te kunnen vragen, via een geïntegreerde NFT-marktplaats of een openbare marktplaats als OpenSea.

©PXimport

Horizon Worlds

De metaverse is niet per definitief decentraal. Het kan ook gecentraliseerd zijn, of een combinatie van beide. Horizon Worlds, de sociale virtualreality-omgeving die Facebook voor de eigen Quest VR-bril heeft gebouwd, is een goed voorbeeld. Het is niet gebouwd op de blockchain en gebruikt ook geen NFT’s. 

Wel wil Facebook een virtuele munt introduceren om het verhandelen van virtuele goederen mogelijk te maken. Niet alleen in Horizon Worlds, maar ook op Facebook, WhatsApp en Instagram. Voor zover bekend zal het ook daarbij niet van de blockchain gebruikmaken. Met virtuele munten is het overigens tot op heden niet zo succesvol geweest en overheden houden strak toezicht op het bedrijf.

Tokenisatie

Het mag duidelijk zijn dat tokens op de blockchain die een waarde of bezit vertegenwoordigen een steeds grotere rol gaan spelen. Het is een soort moderne variant van de credits die je op bijvoorbeeld Facebook in spelletjes als Farmville en Candy Crush kon gebruiken. Dat kan ook eenvoudigweg een stablecoin zijn, zoals usdc, een digitale munt waarvan de waarde is gekoppeld aan die van de dollar. Twitter accepteert deze stablecoin voor betalingen binnen het sociale platform. 

Binance, een van de grootste exchanges, ziet ook kansen en wil een deel van het overnamebedrag financieren. Vooral in games en lifestyle-apps spelen tokens een steeds belangrijkere rol. Bekende trends binnen web 3.0 zijn dan ook de categorieën play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. We zullen hier nu enkele voorbeelden van geven.

Play-to-earn

De categorie play-to-earn staat voor games waarin je ‘geld’ kunt verdienen door simpelweg de game te spelen, dus niet per se via toernooien of door het maken van content. Voor grote groepen gebruikers, met name in Azië, is play-to-earn de belangrijkste bron van inkomsten.

In de games spelen NFT’s een belangrijke rol. Door middel van NFT’s wordt het als speler mogelijk om ook echt eigenaar te zijn van onderdelen van de game, zoals je karakter en wapens. Zulke items kun je verhandelen. Een uniek magisch zwaard kan gekoppeld zijn aan die unieke token, en alleen de bezitter van de token kan dat zwaard in de game gebruiken. 

Een bekend voorbeeld van een game die succesvol is geweest met NFT’s is Axie Infinity. Dit spel draait om de Axie NFT-monsters die je kunt sparen of creëren. Een ander bekend voorbeeld is DeFi Kingdoms, waarin je een eigen koninkrijk moet bouwen. Een leuk detail is dat het ook, zoals de naam al aangeeft, de mogelijkheden van DeFi benut, waaronder het ‘staken’ van de Jewel-token voor extra rendement.

©PXimport

Concurrentie Steam

Het bekende gamesplatform Steam is eigenlijk een beetje ouderwets en lijkt zichzelf buitenspel te zetten. Je kunt er talloze games kopen en soms ook content voor gebruik binnen games, maar het platform verbiedt nadrukkelijk games die gebouwd zijn op blockchain-technologie en die NFT’s of cryptovaluta verschaffen of laten verhandelen. 

Voor moderne platforms als Ultra, dat nadrukkelijk met de blockchain werkt voor gamesdistributie met de eigen uos-token, liggen er daarom kansen. Het streven is om later dit jaar het platform publiekelijk te lanceren. De inzet van de token is zeer breed, maar een van de bijzonderheden is dat elke game die je koopt in feite ook een NFT is. Afhankelijk van de keuze van de gameontwikkelaar kun je die tweedehands verkopen. 

Uitbreidingen voor games, zoals dlc’s of virtuele items die je koopt, worden ook op de blockchain vastgelegd. Ultra biedt voor ontwikkelaars van games eigenlijk alle tools die nodig zijn om in de blockchain te integreren.

©PXimport

Move to earn

Bij move-to-earn verdien je door bijvoorbeeld naar buiten te gaan en te wandelen. Een soort Pokémon Go voor volwassenen. De app Stepn zit vol met zulke spelelementen en sociale interactie en stond het afgelopen jaar flink in de belangstelling. Er zijn al ongeveer 800.000 spelers wereldwijd en in het eerste kwartaal van dit jaar boekte het zo’n 20 miljoen Amerikaanse dollar aan winst. 

Het idee achter Stepn is dat je een virtuele wandel- of hardloopschoen koopt in de vorm van een NFT. Door te bewegen verdien je tokens die je kunt gebruiken om meer of betere schoenen te kopen, je schoenen te repareren en verbeteren of om een level omhoog te gaan, zodat je sneller tokens kunt verdienen. Je schoenen kun je ook verkopen of – op termijn – verhuren aan andere gebruikers. De opbrengsten deel je in dat geval met de verhuurder, die 70% ontvangt.

Hoge investering

Een drempel bij Stepn is dat je niet zo maar van start kunt gaan. Je hebt namelijk voorlopig nog een uitnodigingscode nodig. Bovendien is er een vrij grote investering nodig. De virtuele schoenen kosten je minimaal 10 sol. Dat zijn de tokens van de Solana-blockchain waarop Stepn is gebouwd. De totale investering is daarmee zo’n 400 tot 1000 dollar, uiteraard afhankelijk van de waarde van de bewuste token. 

Daartegenover staat dat wandelen goed wordt beloond. De meeste gebruikers verdienen over het algemeen zo’n 50 dollar per wandeling en hebben de schoenen binnen één à twee maanden terugverdiend. Die opbrengsten kunnen echter ook onder druk komen te staan. Er zitten in economisch opzicht best wat kanttekeningen aan dit soort projecten. Daar komen we later nog op terug, als we ingaan op de risico’s.

©PXimport

Beloningen op YouTube

Een andere interessante ontwikkeling naast move-to-earn is watch-to-earn. Xcad, dat is gebouwd op de blockchain van Zilliqa, is een van de meest aansprekende voorbeelden. Veel jongeren hebben de wens om professionele YouTuber te worden. Het is voor hen echter lastig om het algoritme van YouTube te breken en voldoende views te krijgen, ook als ze content van hoge kwaliteit bieden. Xcad wil deze mogelijkheden verbeteren.

De contentmakers die deelnemen, krijgen een eigen zogeheten creator-token. De abonnees ontvangen deze token als ze zijn of haar content op YouTube bekijken. Als het aantal abonnees van de bewuste maker op YouTube groeit, zullen steeds meer tokens uit de roulatie worden gehaald, waardoor deze tokens in waarde stijgen. Dat is eenvoudige marktwerking. Als kijker word je dus extra beloond als je nieuw talent vroeg ontdekt.

Tokens verhandelen

Je kunt besluiten de tokens van je favoriete YouTubers vast te houden in de hoop dat ze meer waard worden, bijvoorbeeld omdat je denkt dat het kanaal van de bewuste YouTuber een enorm succes wordt. Als houder van de token mag je ook meebeslissen over toekomstige content van de bewuste maker, zoals het soort video’s dat je graag zou willen zien. 

Een andere mogelijkheid is het vastzetten ofwel ‘staken’ van de creator-tokens samen met de Xcad-token in een zogenoemde liquidity-pool om extra beloningen te ontvangen. Ten slotte kun je ook besluiten de creator-tokens in te wisselen voor Xcad-tokens die daadwerkelijk geld opleveren. Op die manier kun je dus geld verdienen met het bekijken van video’s op YouTube. 

Er komt daarnaast een mogelijkheid voor makers van content om unieke NFT’s te maken die ook weer verhandeld kunnen worden. Er zal een online overzicht komen met de ‘marktwaardes’ van deelnemende influencers. Je kunt dat een beetje vergelijken met CoinMarketCap, waar de marktwaardes van alle cryptomunten op een rijtje worden gezet. Alleen gaat het nu om de unieke creator-tokens en de respectievelijke waarde daarvan.

©PXimport

Plug-in voor Chrome

Xcad wordt niet echt geïntegreerd in YouTube. In plaats daarvan is recent een plug-in uitgebracht voor Chrome. Daarnaast zal er een app worden gelanceerd om video’s op je smartphone te kunnen bekijken en ook via die weg beloningen te kunnen ontvangen. Verschillende influencers, met bij elkaar honderden miljoenen volgers op YouTube, zullen de plug-in gaan promoten, wat zeker kan bijdragen aan het succes. 

Voor die influencers is het ook interessant, omdat ze meer mogelijkheden krijgen om te verdienen aan hun publiek en tevens kunnen ze hun loyale volgers belonen. De plug-in zal het mogelijk maken om tokens te kopen of wisselen. Gewoon via bestaande betaalsystemen, waaronder (vermoedelijk) Apple Pay en Google Pay. Hierdoor zal Xcad helemaal los van de bestaande (centrale en decentrale) exchanges werken. Al is de Xcad-token nu al te verhandelen bij enkele grote exchanges.

Later dit jaar wil Xcad een vergelijkbare feature voor het publiek op Twitch lanceren, een bekend platform waar influencers streamen terwijl ze games spelen voor een vaak enorm publiek.

Risico’s

We schreven eerder dat web 3.0 nog niet helemaal klaar was voor massaconsumptie. Deels is dat nog steeds zo. Zo houden traditionele bedrijven het vaak tegen, omdat ze bang zijn om grip of inkomsten te verliezen. Denk aan het gamesplatform Steam dat NFT’s en cryptomunten weert. Ook overheden zijn soms erg streng, meestal omdat ze nog geen duidelijke regelgeving hebben gemaakt. Zo mag Stepn niet in onder meer de Verenigde Staten en China worden gebruikt. 

Het werken met wallets en blockchains vraagt nog steeds veel technische vaardigheden. Als gebruiker moet je ook opletten. Scams en zogeheten rug pulls liggen op de loer. Zo worden web-wallets als Metamask zo nu en dan gehackt. De token-economie is ook niet altijd gunstig. Zo kennen vooral games- en metaverse-tokens een hoge inflatie. Dat hangt samen met het feit dat het erg gemakkelijk is om extra tokens in omloop te brengen. 

Zie je een bepaalde game of platform als investering, let dan goed op het aantal tokens dat in omloop is én het maximale aantal tokens op langere termijn.

©PXimport

Wel of geen piramidespel?

De term ponzi of piramidespel wordt vaak wat gekscherend gebruikt in crypto. Daar zijn soms goede argumenten voor. Het risico bij onder andere play-to-earn en move-to-earn is dat dat gebruikers die er vroeg bij zijn, het meest profiteren. Een van de bekendste voorbeelden is het online kaartspel Axie Infinity. Zoals bij veel play-to-earn-games is er een kleine investering nodig om te beginnen. 

Zolang genoeg gebruikers instappen, is er geen probleem. Bereikt de groei echter een al dan niet tijdelijk plafond, dan komt het hele model in gevaar. De tokens worden minder gekocht, maar de bestaande spelers blijven wel hun verdiende tokens omruilen voor geld. De prijs zal daarom naar beneden gaan, waardoor het voor nieuwkomers minder aantrekkelijk wordt om nog in te stappen. Daardoor gaat de prijs verder omlaag en wordt het nog minder aantrekkelijk voor nieuwkomers. Het komt dan in een neerwaartse spiraal. De koersgrafiek ziet er dan uit als een soort bergtop in de Zwitserse Alpen. 

Er zijn mechanismen bedacht om dit wat meer uit te balanceren. Zo heb je een uitnodigingscode nodig om met Stepn aan de slag te gaan, waardoor het niet meteen té hard groeit. Ook zijn tokens nodig voor andere taken in het spel, zodat ze niet direct worden verzilverd. Denk aan het repareren van je schoenen. Toch zijn dit soort maatregelen in de praktijk vaak niet genoeg om zulke toepassingen langere tijd rendabel te houden.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.