ID.nl logo
Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend
© Reshift Digital
Huis

Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend

Het afgelopen jaar is web 3.0 sterk gegroeid. In dit artikel nemen we daarom enkele aantrekkelijke projecten onder de loep. Denk aan DeFi en decentrale exchanges, maar ook lifestyle-toepassingen in categorieën als play-to-earn en move-to-earn. Op deze concepten wordt flink voortgeborduurd. Ook kijken we naar het verdienmodel achter de projecten en de risico’s.

Kenmerkend voor web 3.0 is dat je zelf meer controle over je eigen gegevens hebt. Je kunt gegevens delen zonder dat je privacy in gevaar komt. Dit zal de macht weghalen bij de tech-giganten, die nu nog vaak privégegevens gebruiken voor marketingdoeleinden. Veel persoonlijke gegevens belanden op servers van die bedrijven en worden gebruikt om advertenties te verkopen. Ook is er het risico op datalekken en identiteitsfraude.

 Verandering lijkt hard nodig en web 3.0 kan hierbij helpen. Het brengt meer democratische oplossingen, en de decentrale opslag en cryptografie zorgen voor meer privacy. In dit artikel staan we kort stil bij de (huidige) definitie van web 3.0 en belichten we enkele aantrekkelijke nieuwe projecten.

Lees ook: Hoe we met web 3.0 onze privacy terugpakken

Definitie van web 3.0

De cryptomarkt en adoptie van onder andere Bitcoin groeit. Ook zijn er al diverse interessante projecten en soms zelfs concepten rondom web 3.0 ontstaan. Al vóór 2009 werd er over web 3.0 gesproken. Toen was de blockchain een nog relatief onbekend concept en het eerste blok (‘Genesis’) in de blockchain van Bitcoin moest nog worden gecreëerd. Er werd bij web 3.0 vooral gedacht aan een semantisch web waarbij machines jouw woorden en emoties beter begrijpen.

Hierin speelde kunstmatige intelligentie een belangrijke rol. Futuristen zien web 3.0 als een ruimtelijk web met virtuele werelden, gedreven door verbeteringen in 3D-technologie, ook wel de metaverse genoemd. Maar inmiddels is het sleutelwoord als we het over web 3.0 hebben, decentralisatie.

©PXimport

Decentralisatie

Voor decentralisatie vormt de blockchain een stevig fundament. Je data zijn verdeeld over meerdere computers die met elkaar middels bijvoorbeeld proof-of-work of proof-of-stake unaniem beslissen over de geldigheid van data op de blockchain. We noemen dat een consensusmechanisme. Zelf ben je de baas over je eigen data, omdat jij als enige de versleutelde privégegevens op de blockchain zichtbaar kunt maken. Alleen bepaalde transactiegegevens zijn openbaar. 

Toepassingen worden gebouwd ‘bovenop’ de blockchain en noemen we dapps (decentrale apps). Een bekend voorbeeld zijn NFT-marktplaatsen als Magic Eden op de Solana-blockchain en OpenSea op Ethereum en Polygon Matic, waar bekende collecties als Bored Ape, CryptoPunks, Mutant Ape Yacht Club en meer worden verhandeld. 

De handelsobjecten verwisselen vaak voor absurde prijzen van eigenaar. Maar het laat wel goed zien hoe alles wat digitaal is als token op de blockchain kan bestaan. Er wordt bijvoorbeeld al aan oplossingen gewerkt voor de media-industrie om licenties voor films en tv te verspreiden via de blockchain.

©PXimport

DeFi

Een andere belangrijke groeisector is DeFi (Decentralized Finance). Hiermee wordt feitelijk het financiële systeem gedecentraliseerd. Zo worden cryptomunten nu vaak via centrale exchanges (cex) verhandeld. Maar deze rol wordt steeds meer door decentrale exchanges (dex) overgenomen. Je kunt daar eenvoudig tokens swappen door je wallet te verbinden. 

Je hoeft je niet aan te melden en het is ook niet nodig om je identiteit te verifiëren, iets wat bij centrale exchanges meestal wél nodig is, ook wel KYC (Know Your Customer) genoemd. Je betaalt bij decentrale exchanges alleen een bedrag aan transactiekosten. Iets wat op de Ethereum-blockchain overigens een vrij fors bedrag kan zijn. 

Bekende voorbeelden van decentrale exchanges zijn Uniswap, Pancakeswap en Sushiswap, maar er zijn er nog veel meer. Elke (block)chain heeft één of meerdere dex’es. Vooral kleinere cryptomunten worden via decentrale exchanges verhandeld, omdat ze vaak nog niet door centrale exchanges zijn opgenomen. Binnen DeFi zie je verder een wildgroei aan protocollen om rendement te verdienen op je crypto. 

©PXimport

Sparen en lenen via DeFi-protocollen

Ook voor het lenen van geld heb je geen centrale partij als een bank meer nodig. Je kunt geld lenen door bijvoorbeeld cryptomunten als onderpand te gebruiken. De liquiditeit komt dan van andere gebruikers die cryptomunten vastzetten en hier rente op ontvangen. Voor decentrale applicaties en exchanges is dat ook nodig. Er zit immers geen centrale partij achter die liquiditeit kan verschaffen. 

Door het storten van een groep cryptomunten in een zogenoemde liquidity pool voorzie je in die ‘liquiditeit’. De cryptomunten worden in feite vastgezet in een zogenoemd smart contract en de liquiditeit kan dan door die applicatie worden gebruikt. Hiervoor ontvang je vaak een relatief hoge rente. 

Er komen wel wat risico’s bij kijken. De smart contracts zijn niet altijd waterdicht waardoor er misbruik van kan worden gemaakt. Ook kan een token die je als beloning ontvangt sterk in waarde dalen, waardoor het rendement een stuk lager uitvalt dan werd voorgesteld.

Lifestyle dapps

De handel en wandel wordt ook steeds meer doorgetrokken naar op lifestyle gerichte dapps. Ook deze toepassingen werken op basis van de blockchain en een wallet met cryptomunten of NFT’s. Ze hebben dus (in principe) geen gebruikersaccount nodig of login via Google, Facebook of Twitter. Items die je koopt of verdient, worden als cryptomunten of NFT’s in je wallet bewaard.

Er zijn wat interessante categorieën ontstaan, waaronder de metaverse, maar ook play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. Dat klinkt commercieel, en dat is het misschien ook, maar het is voor velen ook een uitvlucht. Niet alleen naar de virtuele werelden van de metaverse, maar ook door de beloningen die je kunt ontvangen voor bijvoorbeeld het spelen van games of het doen van andere activiteiten.

Metaverse hype

De metaverse is een veelbesproken onderwerp binnen de tech-wereld. Grote bedrijven als Microsoft en Facebook hebben er al forse investeringen in gedaan. Er zijn al meerdere bekende en redelijk succesvolle voorbeelden van metaverses te noemen, waaronder The Sandbox en Decentraland. Hoewel de metaverse er in zijn uiteindelijke vorm waarschijnlijk heel anders zal uitzien, en een echte doorbraak nog jaren op zich laat wachten, is de handel in virtueel land in deze metaverses al wel populair. 

Land kan op de blockchain worden vastgelegd als eigendom van één persoon, wat ook geldt voor bijvoorbeeld kunstwerken, gebouwen en voertuigen. Gebruikers kopen virtueel land om hun stek in te richten of in de hoop hier later meer geld voor te kunnen vragen, via een geïntegreerde NFT-marktplaats of een openbare marktplaats als OpenSea.

©PXimport

Horizon Worlds

De metaverse is niet per definitief decentraal. Het kan ook gecentraliseerd zijn, of een combinatie van beide. Horizon Worlds, de sociale virtualreality-omgeving die Facebook voor de eigen Quest VR-bril heeft gebouwd, is een goed voorbeeld. Het is niet gebouwd op de blockchain en gebruikt ook geen NFT’s. 

Wel wil Facebook een virtuele munt introduceren om het verhandelen van virtuele goederen mogelijk te maken. Niet alleen in Horizon Worlds, maar ook op Facebook, WhatsApp en Instagram. Voor zover bekend zal het ook daarbij niet van de blockchain gebruikmaken. Met virtuele munten is het overigens tot op heden niet zo succesvol geweest en overheden houden strak toezicht op het bedrijf.

Tokenisatie

Het mag duidelijk zijn dat tokens op de blockchain die een waarde of bezit vertegenwoordigen een steeds grotere rol gaan spelen. Het is een soort moderne variant van de credits die je op bijvoorbeeld Facebook in spelletjes als Farmville en Candy Crush kon gebruiken. Dat kan ook eenvoudigweg een stablecoin zijn, zoals usdc, een digitale munt waarvan de waarde is gekoppeld aan die van de dollar. Twitter accepteert deze stablecoin voor betalingen binnen het sociale platform. 

Binance, een van de grootste exchanges, ziet ook kansen en wil een deel van het overnamebedrag financieren. Vooral in games en lifestyle-apps spelen tokens een steeds belangrijkere rol. Bekende trends binnen web 3.0 zijn dan ook de categorieën play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. We zullen hier nu enkele voorbeelden van geven.

Play-to-earn

De categorie play-to-earn staat voor games waarin je ‘geld’ kunt verdienen door simpelweg de game te spelen, dus niet per se via toernooien of door het maken van content. Voor grote groepen gebruikers, met name in Azië, is play-to-earn de belangrijkste bron van inkomsten.

In de games spelen NFT’s een belangrijke rol. Door middel van NFT’s wordt het als speler mogelijk om ook echt eigenaar te zijn van onderdelen van de game, zoals je karakter en wapens. Zulke items kun je verhandelen. Een uniek magisch zwaard kan gekoppeld zijn aan die unieke token, en alleen de bezitter van de token kan dat zwaard in de game gebruiken. 

Een bekend voorbeeld van een game die succesvol is geweest met NFT’s is Axie Infinity. Dit spel draait om de Axie NFT-monsters die je kunt sparen of creëren. Een ander bekend voorbeeld is DeFi Kingdoms, waarin je een eigen koninkrijk moet bouwen. Een leuk detail is dat het ook, zoals de naam al aangeeft, de mogelijkheden van DeFi benut, waaronder het ‘staken’ van de Jewel-token voor extra rendement.

©PXimport

Concurrentie Steam

Het bekende gamesplatform Steam is eigenlijk een beetje ouderwets en lijkt zichzelf buitenspel te zetten. Je kunt er talloze games kopen en soms ook content voor gebruik binnen games, maar het platform verbiedt nadrukkelijk games die gebouwd zijn op blockchain-technologie en die NFT’s of cryptovaluta verschaffen of laten verhandelen. 

Voor moderne platforms als Ultra, dat nadrukkelijk met de blockchain werkt voor gamesdistributie met de eigen uos-token, liggen er daarom kansen. Het streven is om later dit jaar het platform publiekelijk te lanceren. De inzet van de token is zeer breed, maar een van de bijzonderheden is dat elke game die je koopt in feite ook een NFT is. Afhankelijk van de keuze van de gameontwikkelaar kun je die tweedehands verkopen. 

Uitbreidingen voor games, zoals dlc’s of virtuele items die je koopt, worden ook op de blockchain vastgelegd. Ultra biedt voor ontwikkelaars van games eigenlijk alle tools die nodig zijn om in de blockchain te integreren.

©PXimport

Move to earn

Bij move-to-earn verdien je door bijvoorbeeld naar buiten te gaan en te wandelen. Een soort Pokémon Go voor volwassenen. De app Stepn zit vol met zulke spelelementen en sociale interactie en stond het afgelopen jaar flink in de belangstelling. Er zijn al ongeveer 800.000 spelers wereldwijd en in het eerste kwartaal van dit jaar boekte het zo’n 20 miljoen Amerikaanse dollar aan winst. 

Het idee achter Stepn is dat je een virtuele wandel- of hardloopschoen koopt in de vorm van een NFT. Door te bewegen verdien je tokens die je kunt gebruiken om meer of betere schoenen te kopen, je schoenen te repareren en verbeteren of om een level omhoog te gaan, zodat je sneller tokens kunt verdienen. Je schoenen kun je ook verkopen of – op termijn – verhuren aan andere gebruikers. De opbrengsten deel je in dat geval met de verhuurder, die 70% ontvangt.

Hoge investering

Een drempel bij Stepn is dat je niet zo maar van start kunt gaan. Je hebt namelijk voorlopig nog een uitnodigingscode nodig. Bovendien is er een vrij grote investering nodig. De virtuele schoenen kosten je minimaal 10 sol. Dat zijn de tokens van de Solana-blockchain waarop Stepn is gebouwd. De totale investering is daarmee zo’n 400 tot 1000 dollar, uiteraard afhankelijk van de waarde van de bewuste token. 

Daartegenover staat dat wandelen goed wordt beloond. De meeste gebruikers verdienen over het algemeen zo’n 50 dollar per wandeling en hebben de schoenen binnen één à twee maanden terugverdiend. Die opbrengsten kunnen echter ook onder druk komen te staan. Er zitten in economisch opzicht best wat kanttekeningen aan dit soort projecten. Daar komen we later nog op terug, als we ingaan op de risico’s.

©PXimport

Beloningen op YouTube

Een andere interessante ontwikkeling naast move-to-earn is watch-to-earn. Xcad, dat is gebouwd op de blockchain van Zilliqa, is een van de meest aansprekende voorbeelden. Veel jongeren hebben de wens om professionele YouTuber te worden. Het is voor hen echter lastig om het algoritme van YouTube te breken en voldoende views te krijgen, ook als ze content van hoge kwaliteit bieden. Xcad wil deze mogelijkheden verbeteren.

De contentmakers die deelnemen, krijgen een eigen zogeheten creator-token. De abonnees ontvangen deze token als ze zijn of haar content op YouTube bekijken. Als het aantal abonnees van de bewuste maker op YouTube groeit, zullen steeds meer tokens uit de roulatie worden gehaald, waardoor deze tokens in waarde stijgen. Dat is eenvoudige marktwerking. Als kijker word je dus extra beloond als je nieuw talent vroeg ontdekt.

Tokens verhandelen

Je kunt besluiten de tokens van je favoriete YouTubers vast te houden in de hoop dat ze meer waard worden, bijvoorbeeld omdat je denkt dat het kanaal van de bewuste YouTuber een enorm succes wordt. Als houder van de token mag je ook meebeslissen over toekomstige content van de bewuste maker, zoals het soort video’s dat je graag zou willen zien. 

Een andere mogelijkheid is het vastzetten ofwel ‘staken’ van de creator-tokens samen met de Xcad-token in een zogenoemde liquidity-pool om extra beloningen te ontvangen. Ten slotte kun je ook besluiten de creator-tokens in te wisselen voor Xcad-tokens die daadwerkelijk geld opleveren. Op die manier kun je dus geld verdienen met het bekijken van video’s op YouTube. 

Er komt daarnaast een mogelijkheid voor makers van content om unieke NFT’s te maken die ook weer verhandeld kunnen worden. Er zal een online overzicht komen met de ‘marktwaardes’ van deelnemende influencers. Je kunt dat een beetje vergelijken met CoinMarketCap, waar de marktwaardes van alle cryptomunten op een rijtje worden gezet. Alleen gaat het nu om de unieke creator-tokens en de respectievelijke waarde daarvan.

©PXimport

Plug-in voor Chrome

Xcad wordt niet echt geïntegreerd in YouTube. In plaats daarvan is recent een plug-in uitgebracht voor Chrome. Daarnaast zal er een app worden gelanceerd om video’s op je smartphone te kunnen bekijken en ook via die weg beloningen te kunnen ontvangen. Verschillende influencers, met bij elkaar honderden miljoenen volgers op YouTube, zullen de plug-in gaan promoten, wat zeker kan bijdragen aan het succes. 

Voor die influencers is het ook interessant, omdat ze meer mogelijkheden krijgen om te verdienen aan hun publiek en tevens kunnen ze hun loyale volgers belonen. De plug-in zal het mogelijk maken om tokens te kopen of wisselen. Gewoon via bestaande betaalsystemen, waaronder (vermoedelijk) Apple Pay en Google Pay. Hierdoor zal Xcad helemaal los van de bestaande (centrale en decentrale) exchanges werken. Al is de Xcad-token nu al te verhandelen bij enkele grote exchanges.

Later dit jaar wil Xcad een vergelijkbare feature voor het publiek op Twitch lanceren, een bekend platform waar influencers streamen terwijl ze games spelen voor een vaak enorm publiek.

Risico’s

We schreven eerder dat web 3.0 nog niet helemaal klaar was voor massaconsumptie. Deels is dat nog steeds zo. Zo houden traditionele bedrijven het vaak tegen, omdat ze bang zijn om grip of inkomsten te verliezen. Denk aan het gamesplatform Steam dat NFT’s en cryptomunten weert. Ook overheden zijn soms erg streng, meestal omdat ze nog geen duidelijke regelgeving hebben gemaakt. Zo mag Stepn niet in onder meer de Verenigde Staten en China worden gebruikt. 

Het werken met wallets en blockchains vraagt nog steeds veel technische vaardigheden. Als gebruiker moet je ook opletten. Scams en zogeheten rug pulls liggen op de loer. Zo worden web-wallets als Metamask zo nu en dan gehackt. De token-economie is ook niet altijd gunstig. Zo kennen vooral games- en metaverse-tokens een hoge inflatie. Dat hangt samen met het feit dat het erg gemakkelijk is om extra tokens in omloop te brengen. 

Zie je een bepaalde game of platform als investering, let dan goed op het aantal tokens dat in omloop is én het maximale aantal tokens op langere termijn.

©PXimport

Wel of geen piramidespel?

De term ponzi of piramidespel wordt vaak wat gekscherend gebruikt in crypto. Daar zijn soms goede argumenten voor. Het risico bij onder andere play-to-earn en move-to-earn is dat dat gebruikers die er vroeg bij zijn, het meest profiteren. Een van de bekendste voorbeelden is het online kaartspel Axie Infinity. Zoals bij veel play-to-earn-games is er een kleine investering nodig om te beginnen. 

Zolang genoeg gebruikers instappen, is er geen probleem. Bereikt de groei echter een al dan niet tijdelijk plafond, dan komt het hele model in gevaar. De tokens worden minder gekocht, maar de bestaande spelers blijven wel hun verdiende tokens omruilen voor geld. De prijs zal daarom naar beneden gaan, waardoor het voor nieuwkomers minder aantrekkelijk wordt om nog in te stappen. Daardoor gaat de prijs verder omlaag en wordt het nog minder aantrekkelijk voor nieuwkomers. Het komt dan in een neerwaartse spiraal. De koersgrafiek ziet er dan uit als een soort bergtop in de Zwitserse Alpen. 

Er zijn mechanismen bedacht om dit wat meer uit te balanceren. Zo heb je een uitnodigingscode nodig om met Stepn aan de slag te gaan, waardoor het niet meteen té hard groeit. Ook zijn tokens nodig voor andere taken in het spel, zodat ze niet direct worden verzilverd. Denk aan het repareren van je schoenen. Toch zijn dit soort maatregelen in de praktijk vaak niet genoeg om zulke toepassingen langere tijd rendabel te houden.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.