ID.nl logo
Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend
© Reshift Digital
Huis

Deze web 3.0-projecten zijn al veelbelovend

Het afgelopen jaar is web 3.0 sterk gegroeid. In dit artikel nemen we daarom enkele aantrekkelijke projecten onder de loep. Denk aan DeFi en decentrale exchanges, maar ook lifestyle-toepassingen in categorieën als play-to-earn en move-to-earn. Op deze concepten wordt flink voortgeborduurd. Ook kijken we naar het verdienmodel achter de projecten en de risico’s.

Kenmerkend voor web 3.0 is dat je zelf meer controle over je eigen gegevens hebt. Je kunt gegevens delen zonder dat je privacy in gevaar komt. Dit zal de macht weghalen bij de tech-giganten, die nu nog vaak privégegevens gebruiken voor marketingdoeleinden. Veel persoonlijke gegevens belanden op servers van die bedrijven en worden gebruikt om advertenties te verkopen. Ook is er het risico op datalekken en identiteitsfraude.

 Verandering lijkt hard nodig en web 3.0 kan hierbij helpen. Het brengt meer democratische oplossingen, en de decentrale opslag en cryptografie zorgen voor meer privacy. In dit artikel staan we kort stil bij de (huidige) definitie van web 3.0 en belichten we enkele aantrekkelijke nieuwe projecten.

Lees ook: Hoe we met web 3.0 onze privacy terugpakken

Definitie van web 3.0

De cryptomarkt en adoptie van onder andere Bitcoin groeit. Ook zijn er al diverse interessante projecten en soms zelfs concepten rondom web 3.0 ontstaan. Al vóór 2009 werd er over web 3.0 gesproken. Toen was de blockchain een nog relatief onbekend concept en het eerste blok (‘Genesis’) in de blockchain van Bitcoin moest nog worden gecreëerd. Er werd bij web 3.0 vooral gedacht aan een semantisch web waarbij machines jouw woorden en emoties beter begrijpen.

Hierin speelde kunstmatige intelligentie een belangrijke rol. Futuristen zien web 3.0 als een ruimtelijk web met virtuele werelden, gedreven door verbeteringen in 3D-technologie, ook wel de metaverse genoemd. Maar inmiddels is het sleutelwoord als we het over web 3.0 hebben, decentralisatie.

©PXimport

Decentralisatie

Voor decentralisatie vormt de blockchain een stevig fundament. Je data zijn verdeeld over meerdere computers die met elkaar middels bijvoorbeeld proof-of-work of proof-of-stake unaniem beslissen over de geldigheid van data op de blockchain. We noemen dat een consensusmechanisme. Zelf ben je de baas over je eigen data, omdat jij als enige de versleutelde privégegevens op de blockchain zichtbaar kunt maken. Alleen bepaalde transactiegegevens zijn openbaar. 

Toepassingen worden gebouwd ‘bovenop’ de blockchain en noemen we dapps (decentrale apps). Een bekend voorbeeld zijn NFT-marktplaatsen als Magic Eden op de Solana-blockchain en OpenSea op Ethereum en Polygon Matic, waar bekende collecties als Bored Ape, CryptoPunks, Mutant Ape Yacht Club en meer worden verhandeld. 

De handelsobjecten verwisselen vaak voor absurde prijzen van eigenaar. Maar het laat wel goed zien hoe alles wat digitaal is als token op de blockchain kan bestaan. Er wordt bijvoorbeeld al aan oplossingen gewerkt voor de media-industrie om licenties voor films en tv te verspreiden via de blockchain.

©PXimport

DeFi

Een andere belangrijke groeisector is DeFi (Decentralized Finance). Hiermee wordt feitelijk het financiële systeem gedecentraliseerd. Zo worden cryptomunten nu vaak via centrale exchanges (cex) verhandeld. Maar deze rol wordt steeds meer door decentrale exchanges (dex) overgenomen. Je kunt daar eenvoudig tokens swappen door je wallet te verbinden. 

Je hoeft je niet aan te melden en het is ook niet nodig om je identiteit te verifiëren, iets wat bij centrale exchanges meestal wél nodig is, ook wel KYC (Know Your Customer) genoemd. Je betaalt bij decentrale exchanges alleen een bedrag aan transactiekosten. Iets wat op de Ethereum-blockchain overigens een vrij fors bedrag kan zijn. 

Bekende voorbeelden van decentrale exchanges zijn Uniswap, Pancakeswap en Sushiswap, maar er zijn er nog veel meer. Elke (block)chain heeft één of meerdere dex’es. Vooral kleinere cryptomunten worden via decentrale exchanges verhandeld, omdat ze vaak nog niet door centrale exchanges zijn opgenomen. Binnen DeFi zie je verder een wildgroei aan protocollen om rendement te verdienen op je crypto. 

©PXimport

Sparen en lenen via DeFi-protocollen

Ook voor het lenen van geld heb je geen centrale partij als een bank meer nodig. Je kunt geld lenen door bijvoorbeeld cryptomunten als onderpand te gebruiken. De liquiditeit komt dan van andere gebruikers die cryptomunten vastzetten en hier rente op ontvangen. Voor decentrale applicaties en exchanges is dat ook nodig. Er zit immers geen centrale partij achter die liquiditeit kan verschaffen. 

Door het storten van een groep cryptomunten in een zogenoemde liquidity pool voorzie je in die ‘liquiditeit’. De cryptomunten worden in feite vastgezet in een zogenoemd smart contract en de liquiditeit kan dan door die applicatie worden gebruikt. Hiervoor ontvang je vaak een relatief hoge rente. 

Er komen wel wat risico’s bij kijken. De smart contracts zijn niet altijd waterdicht waardoor er misbruik van kan worden gemaakt. Ook kan een token die je als beloning ontvangt sterk in waarde dalen, waardoor het rendement een stuk lager uitvalt dan werd voorgesteld.

Lifestyle dapps

De handel en wandel wordt ook steeds meer doorgetrokken naar op lifestyle gerichte dapps. Ook deze toepassingen werken op basis van de blockchain en een wallet met cryptomunten of NFT’s. Ze hebben dus (in principe) geen gebruikersaccount nodig of login via Google, Facebook of Twitter. Items die je koopt of verdient, worden als cryptomunten of NFT’s in je wallet bewaard.

Er zijn wat interessante categorieën ontstaan, waaronder de metaverse, maar ook play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. Dat klinkt commercieel, en dat is het misschien ook, maar het is voor velen ook een uitvlucht. Niet alleen naar de virtuele werelden van de metaverse, maar ook door de beloningen die je kunt ontvangen voor bijvoorbeeld het spelen van games of het doen van andere activiteiten.

Metaverse hype

De metaverse is een veelbesproken onderwerp binnen de tech-wereld. Grote bedrijven als Microsoft en Facebook hebben er al forse investeringen in gedaan. Er zijn al meerdere bekende en redelijk succesvolle voorbeelden van metaverses te noemen, waaronder The Sandbox en Decentraland. Hoewel de metaverse er in zijn uiteindelijke vorm waarschijnlijk heel anders zal uitzien, en een echte doorbraak nog jaren op zich laat wachten, is de handel in virtueel land in deze metaverses al wel populair. 

Land kan op de blockchain worden vastgelegd als eigendom van één persoon, wat ook geldt voor bijvoorbeeld kunstwerken, gebouwen en voertuigen. Gebruikers kopen virtueel land om hun stek in te richten of in de hoop hier later meer geld voor te kunnen vragen, via een geïntegreerde NFT-marktplaats of een openbare marktplaats als OpenSea.

©PXimport

Horizon Worlds

De metaverse is niet per definitief decentraal. Het kan ook gecentraliseerd zijn, of een combinatie van beide. Horizon Worlds, de sociale virtualreality-omgeving die Facebook voor de eigen Quest VR-bril heeft gebouwd, is een goed voorbeeld. Het is niet gebouwd op de blockchain en gebruikt ook geen NFT’s. 

Wel wil Facebook een virtuele munt introduceren om het verhandelen van virtuele goederen mogelijk te maken. Niet alleen in Horizon Worlds, maar ook op Facebook, WhatsApp en Instagram. Voor zover bekend zal het ook daarbij niet van de blockchain gebruikmaken. Met virtuele munten is het overigens tot op heden niet zo succesvol geweest en overheden houden strak toezicht op het bedrijf.

Tokenisatie

Het mag duidelijk zijn dat tokens op de blockchain die een waarde of bezit vertegenwoordigen een steeds grotere rol gaan spelen. Het is een soort moderne variant van de credits die je op bijvoorbeeld Facebook in spelletjes als Farmville en Candy Crush kon gebruiken. Dat kan ook eenvoudigweg een stablecoin zijn, zoals usdc, een digitale munt waarvan de waarde is gekoppeld aan die van de dollar. Twitter accepteert deze stablecoin voor betalingen binnen het sociale platform. 

Binance, een van de grootste exchanges, ziet ook kansen en wil een deel van het overnamebedrag financieren. Vooral in games en lifestyle-apps spelen tokens een steeds belangrijkere rol. Bekende trends binnen web 3.0 zijn dan ook de categorieën play-to-earn, move-to-earn en watch-to-earn. We zullen hier nu enkele voorbeelden van geven.

Play-to-earn

De categorie play-to-earn staat voor games waarin je ‘geld’ kunt verdienen door simpelweg de game te spelen, dus niet per se via toernooien of door het maken van content. Voor grote groepen gebruikers, met name in Azië, is play-to-earn de belangrijkste bron van inkomsten.

In de games spelen NFT’s een belangrijke rol. Door middel van NFT’s wordt het als speler mogelijk om ook echt eigenaar te zijn van onderdelen van de game, zoals je karakter en wapens. Zulke items kun je verhandelen. Een uniek magisch zwaard kan gekoppeld zijn aan die unieke token, en alleen de bezitter van de token kan dat zwaard in de game gebruiken. 

Een bekend voorbeeld van een game die succesvol is geweest met NFT’s is Axie Infinity. Dit spel draait om de Axie NFT-monsters die je kunt sparen of creëren. Een ander bekend voorbeeld is DeFi Kingdoms, waarin je een eigen koninkrijk moet bouwen. Een leuk detail is dat het ook, zoals de naam al aangeeft, de mogelijkheden van DeFi benut, waaronder het ‘staken’ van de Jewel-token voor extra rendement.

©PXimport

Concurrentie Steam

Het bekende gamesplatform Steam is eigenlijk een beetje ouderwets en lijkt zichzelf buitenspel te zetten. Je kunt er talloze games kopen en soms ook content voor gebruik binnen games, maar het platform verbiedt nadrukkelijk games die gebouwd zijn op blockchain-technologie en die NFT’s of cryptovaluta verschaffen of laten verhandelen. 

Voor moderne platforms als Ultra, dat nadrukkelijk met de blockchain werkt voor gamesdistributie met de eigen uos-token, liggen er daarom kansen. Het streven is om later dit jaar het platform publiekelijk te lanceren. De inzet van de token is zeer breed, maar een van de bijzonderheden is dat elke game die je koopt in feite ook een NFT is. Afhankelijk van de keuze van de gameontwikkelaar kun je die tweedehands verkopen. 

Uitbreidingen voor games, zoals dlc’s of virtuele items die je koopt, worden ook op de blockchain vastgelegd. Ultra biedt voor ontwikkelaars van games eigenlijk alle tools die nodig zijn om in de blockchain te integreren.

©PXimport

Move to earn

Bij move-to-earn verdien je door bijvoorbeeld naar buiten te gaan en te wandelen. Een soort Pokémon Go voor volwassenen. De app Stepn zit vol met zulke spelelementen en sociale interactie en stond het afgelopen jaar flink in de belangstelling. Er zijn al ongeveer 800.000 spelers wereldwijd en in het eerste kwartaal van dit jaar boekte het zo’n 20 miljoen Amerikaanse dollar aan winst. 

Het idee achter Stepn is dat je een virtuele wandel- of hardloopschoen koopt in de vorm van een NFT. Door te bewegen verdien je tokens die je kunt gebruiken om meer of betere schoenen te kopen, je schoenen te repareren en verbeteren of om een level omhoog te gaan, zodat je sneller tokens kunt verdienen. Je schoenen kun je ook verkopen of – op termijn – verhuren aan andere gebruikers. De opbrengsten deel je in dat geval met de verhuurder, die 70% ontvangt.

Hoge investering

Een drempel bij Stepn is dat je niet zo maar van start kunt gaan. Je hebt namelijk voorlopig nog een uitnodigingscode nodig. Bovendien is er een vrij grote investering nodig. De virtuele schoenen kosten je minimaal 10 sol. Dat zijn de tokens van de Solana-blockchain waarop Stepn is gebouwd. De totale investering is daarmee zo’n 400 tot 1000 dollar, uiteraard afhankelijk van de waarde van de bewuste token. 

Daartegenover staat dat wandelen goed wordt beloond. De meeste gebruikers verdienen over het algemeen zo’n 50 dollar per wandeling en hebben de schoenen binnen één à twee maanden terugverdiend. Die opbrengsten kunnen echter ook onder druk komen te staan. Er zitten in economisch opzicht best wat kanttekeningen aan dit soort projecten. Daar komen we later nog op terug, als we ingaan op de risico’s.

©PXimport

Beloningen op YouTube

Een andere interessante ontwikkeling naast move-to-earn is watch-to-earn. Xcad, dat is gebouwd op de blockchain van Zilliqa, is een van de meest aansprekende voorbeelden. Veel jongeren hebben de wens om professionele YouTuber te worden. Het is voor hen echter lastig om het algoritme van YouTube te breken en voldoende views te krijgen, ook als ze content van hoge kwaliteit bieden. Xcad wil deze mogelijkheden verbeteren.

De contentmakers die deelnemen, krijgen een eigen zogeheten creator-token. De abonnees ontvangen deze token als ze zijn of haar content op YouTube bekijken. Als het aantal abonnees van de bewuste maker op YouTube groeit, zullen steeds meer tokens uit de roulatie worden gehaald, waardoor deze tokens in waarde stijgen. Dat is eenvoudige marktwerking. Als kijker word je dus extra beloond als je nieuw talent vroeg ontdekt.

Tokens verhandelen

Je kunt besluiten de tokens van je favoriete YouTubers vast te houden in de hoop dat ze meer waard worden, bijvoorbeeld omdat je denkt dat het kanaal van de bewuste YouTuber een enorm succes wordt. Als houder van de token mag je ook meebeslissen over toekomstige content van de bewuste maker, zoals het soort video’s dat je graag zou willen zien. 

Een andere mogelijkheid is het vastzetten ofwel ‘staken’ van de creator-tokens samen met de Xcad-token in een zogenoemde liquidity-pool om extra beloningen te ontvangen. Ten slotte kun je ook besluiten de creator-tokens in te wisselen voor Xcad-tokens die daadwerkelijk geld opleveren. Op die manier kun je dus geld verdienen met het bekijken van video’s op YouTube. 

Er komt daarnaast een mogelijkheid voor makers van content om unieke NFT’s te maken die ook weer verhandeld kunnen worden. Er zal een online overzicht komen met de ‘marktwaardes’ van deelnemende influencers. Je kunt dat een beetje vergelijken met CoinMarketCap, waar de marktwaardes van alle cryptomunten op een rijtje worden gezet. Alleen gaat het nu om de unieke creator-tokens en de respectievelijke waarde daarvan.

©PXimport

Plug-in voor Chrome

Xcad wordt niet echt geïntegreerd in YouTube. In plaats daarvan is recent een plug-in uitgebracht voor Chrome. Daarnaast zal er een app worden gelanceerd om video’s op je smartphone te kunnen bekijken en ook via die weg beloningen te kunnen ontvangen. Verschillende influencers, met bij elkaar honderden miljoenen volgers op YouTube, zullen de plug-in gaan promoten, wat zeker kan bijdragen aan het succes. 

Voor die influencers is het ook interessant, omdat ze meer mogelijkheden krijgen om te verdienen aan hun publiek en tevens kunnen ze hun loyale volgers belonen. De plug-in zal het mogelijk maken om tokens te kopen of wisselen. Gewoon via bestaande betaalsystemen, waaronder (vermoedelijk) Apple Pay en Google Pay. Hierdoor zal Xcad helemaal los van de bestaande (centrale en decentrale) exchanges werken. Al is de Xcad-token nu al te verhandelen bij enkele grote exchanges.

Later dit jaar wil Xcad een vergelijkbare feature voor het publiek op Twitch lanceren, een bekend platform waar influencers streamen terwijl ze games spelen voor een vaak enorm publiek.

Risico’s

We schreven eerder dat web 3.0 nog niet helemaal klaar was voor massaconsumptie. Deels is dat nog steeds zo. Zo houden traditionele bedrijven het vaak tegen, omdat ze bang zijn om grip of inkomsten te verliezen. Denk aan het gamesplatform Steam dat NFT’s en cryptomunten weert. Ook overheden zijn soms erg streng, meestal omdat ze nog geen duidelijke regelgeving hebben gemaakt. Zo mag Stepn niet in onder meer de Verenigde Staten en China worden gebruikt. 

Het werken met wallets en blockchains vraagt nog steeds veel technische vaardigheden. Als gebruiker moet je ook opletten. Scams en zogeheten rug pulls liggen op de loer. Zo worden web-wallets als Metamask zo nu en dan gehackt. De token-economie is ook niet altijd gunstig. Zo kennen vooral games- en metaverse-tokens een hoge inflatie. Dat hangt samen met het feit dat het erg gemakkelijk is om extra tokens in omloop te brengen. 

Zie je een bepaalde game of platform als investering, let dan goed op het aantal tokens dat in omloop is én het maximale aantal tokens op langere termijn.

©PXimport

Wel of geen piramidespel?

De term ponzi of piramidespel wordt vaak wat gekscherend gebruikt in crypto. Daar zijn soms goede argumenten voor. Het risico bij onder andere play-to-earn en move-to-earn is dat dat gebruikers die er vroeg bij zijn, het meest profiteren. Een van de bekendste voorbeelden is het online kaartspel Axie Infinity. Zoals bij veel play-to-earn-games is er een kleine investering nodig om te beginnen. 

Zolang genoeg gebruikers instappen, is er geen probleem. Bereikt de groei echter een al dan niet tijdelijk plafond, dan komt het hele model in gevaar. De tokens worden minder gekocht, maar de bestaande spelers blijven wel hun verdiende tokens omruilen voor geld. De prijs zal daarom naar beneden gaan, waardoor het voor nieuwkomers minder aantrekkelijk wordt om nog in te stappen. Daardoor gaat de prijs verder omlaag en wordt het nog minder aantrekkelijk voor nieuwkomers. Het komt dan in een neerwaartse spiraal. De koersgrafiek ziet er dan uit als een soort bergtop in de Zwitserse Alpen. 

Er zijn mechanismen bedacht om dit wat meer uit te balanceren. Zo heb je een uitnodigingscode nodig om met Stepn aan de slag te gaan, waardoor het niet meteen té hard groeit. Ook zijn tokens nodig voor andere taken in het spel, zodat ze niet direct worden verzilverd. Denk aan het repareren van je schoenen. Toch zijn dit soort maatregelen in de praktijk vaak niet genoeg om zulke toepassingen langere tijd rendabel te houden.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.