ID.nl logo
Datacenters: vloek of zegen?
© ALASTAIR WIPER
Huis

Datacenters: vloek of zegen?

Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. De wereld draait op digitalisering. Elk bericht dat je stuurt, iedere film die je streamt, elke betaling die je doet: ze staan allemaal ergens opgeslagen. Datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven, maar zulke enorme parken met servers en harde schijven nemen veel ruimte in en slurpen energie. De overheid zit met datacenters in z’n maag. Technologie willen we allemaal, maar willen we daar de prijs voor betalen die nodig is?

Data is het kloppende hart van de moderne wereld. Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. Simpel gezegd: datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven. Maar wat zijn de kosten van deze datacenters? In dit artikel vertellen we je:

  • Wat datacenters zijn
  • Hoe datacenters werken
  • Wat de nadelen van datacenters zijn
  • Wat de voordelen van datacenters zijn

Meer weten over online data-opslag? Lees dan: Dit zijn de beste gratis clouddiensten van 2022

Dat die smartphone in je broekzak, clouddienst, streamingservice of socialmedia-platforms die je iedere dag gebruikt hun gegevens ergens moeten opslaan, is niet meer dan logisch. Maar diep onder het gebruiksgemak zit een wereld van enen en nullen verstopt die zo gigantisch is dat het invloed uitoefent op de energiehuishouding, werkgelegenheid en infrastructuur overal ter wereld.

Datacenters, en vooral de enorme hyperscale-varianten, drukken hun stempel op de samenleving. De berg data die we met z’n allen gebruiken, neemt afmetingen aan die alleen nog verwerkt kunnen worden door gigantische installaties. Zulke datacenters zijn overal ter wereld te vinden, en ook in Nederland hebben we een paar hyperscales staan.

De vraag naar nog meer datacenters vanuit techbedrijven als Meta, Microsoft en Google blijft groeien. De regering heeft die aanvragen voorlopig op een laag pitje gezet, maar met het immer uitdijende internet is de nood hoog.

Datacenters

Datacenters zijn fysieke gebouwen of opstellingen die gegevens verwerken en opslaan. Dat kan op velerlei manieren: de serverruimte op je werk is al een voorbeeld van een datacenter. Kleinere bedrijven kunnen het doorgaans prima af met hun eigen serverruimte, maar naarmate de hoeveelheid data die een bedrijf of instantie verwerkt groeit, is er meer ruimte nodig.

Daarom bestaan er centrale hubs die server- en opslagruimte verhuren aan meerdere bedrijven. Ziekenhuizen, clouddiensten, banken, universiteiten: ze zijn allemaal klant bij een van deze datacenters. Ze zijn perfect ingericht om grote hoeveelheden gegevens te verwerken, en zijn meestal voorzien van meerdere back-upsystemen om de continuïteit van de dienst te garanderen.

Een gemiddeld datacenter is helemaal niet zo’n imposant gebouw. Foto: NorthC Datacenters.

Hyperscales

Denken we nog een stap groter, dan stappen we in de wereld van de hyperscales. Hyperscale-datacenters zijn het summum van opslagruimte. Er zijn er over de hele wereld inmiddels zo’n zevenhonderd gebouwd; de helft staat in de Verenigde Staten, maar Azië is aan een gestage opmars bezig. In Nederland hebben we drie van deze enorme bouwwerken staan. Hyperscale-datacenters zijn doorgaans gekoppeld aan een enkel bedrijf, en het gebruik ervan is alleen weggelegd voor de echte techgiganten.

Je kunt je voorstellen dat Google, met zijn zoekmachine, besturingssystemen, socialmedia-diensten, e-mailservices en tal van andere digitale faciliteiten niet zomaar bij een doodgewoon datacenter kan aankloppen. Daarom bouwen techgiganten vaak hun eigen datacenters, zo groot dat ze tegen de grenzen van het toelaatbare aanlopen: hyperscales zijn de laatste tijd onderwerp van discussie als het gaat om lokale infrastructuur en energieverbruik.

Hyperscale-datacenters zijn immense gebouwen, vaak specifiek voor één bedrijf gebouwd. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

AMS-IX Een speciale vermelding verdient AMS-IX. Hoewel de afkorting klinkt als een vliegveld, is het misschien nog wel een belangrijkere hub dan Schiphol. AMS-IX staat voor Amsterdam Internet Exchange. Het is het grootste internetknooppunt van Nederland, en zelfs een van de grootste ter wereld. AMS-IX is niet per se gekoppeld aan een enkel bedrijf, en valt daarom misschien niet geheel onder de definitie ‘hyperscale datacenter’, maar de infrastructuur is vergelijkbaar – de gegevens die AMS-IX verwerkt, worden opgeslagen in verschillende datacenters. AMS-IX is goedbeschouwd niets anders dan een enorm kruispunt waar internetverkeer van over de hele wereld wordt verstuurd en ontvangen. Zonder zulke knooppunten is internationaal internetverkeer op de schaal zoals we het nu gebruiken onmogelijk.

Op een doordeweekse middag gaat er iedere seconde zo’n 8000 terabyte aan data door de exchange. Op piekmomenten, rond een uur of negen ‘s avonds, is dat zelfs meer dan 10.000 TB, oftewel 10 miljoen gigabyte. Op de website van AMS-IX kun je live meekijken met de datastromen.

AMS-IX verwerkt iedere seconde miljoenen gigabytes aan data.

Datacenters in Nederland

Los van internet exchanges, serverruimtes en andere kleinere datacenters zijn er op dit moment in Nederland drie actieve hyperscale-datacenters te vinden. Twee daarvan staan in Middenmeer, in de Noord-Hollandse gemeente Hollands Kroon. Daar, in de polders van de Wieringenmeer, hebben zowel Google als Microsoft een hyperscale-datacenter gebouwd. Microsoft heeft plannen voor een tweede hyperscale, en ook bedrijven als Netflix en Amazon hebben interesse getoond in een plekje in de polder, al staan die ontwikkelingen op dit moment op een laag pitje. Inmiddels is Microsofts hyperscale gegroeid tot ruim 110 hectare en Google doet er nog eens 71 hectare bovenop. In totaal is in Middenmeer 750 hectare gereserveerd voor datacenters. Google heeft nog een tweede hyperscale in Nederland, in het Groningse Het Hogeland, nabij de Eemshaven .

Techbedrijven bouwen maar al te graag datacenters in Nederland vanwege het robuuste elektriciteitsnet en de relatief korte afstand tot AMS-IX, waardoor data sneller en gemakkelijker over de wereld kunnen worden verstuurd. België blijft daarentegen flink achter op het gebied van hyperscales: Google is de enige grote speler die een significant aantal wat grotere datacenters in België heeft staan. In Europa lijken alleen Tsjechië en Portugal een minder aantrekkelijke locatie voor het bouwen van hyperscales.

Googles datacenter in de Eemshaven is een van de drie hyperscales in Nederland.

Binnenin een datacenter

Van buitenaf zien de meeste datacenters eruit als kale, anonieme grijze gebouwen, maar binnenin is alles een toonbeeld van hightech en efficiency.

Het belangrijkste onderdeel is de serverruimte. Daar staan de fysieke schijven waarop alle data zijn opgeslagen. Die serverruimtes hebben hun eigen klimaatsystemen, zodat er altijd onder de juiste temperatuur en luchtvochtigheid kan worden gewerkt. De volgende stap is de ruimte waarin de verbindingen met de servers van de klanten en met het internet worden gelegd – altijd dubbel, zodat de verbinding tijdens storingen niet wordt verbroken.

Elders in het gebouw is de energievoorziening te vinden. Datacenters draaien voor het grootste deel op groene energie, in het geval van de datacenters in Nederland opgewekt door windmolenparken. Wel is er een noodstroomvoorziening op basis van batterijen en een aggregaat voor als er tijdelijke storingen optreden.

Ook onmisbaar zijn de koelsystemen, die ervoor zorgen dat de serverruimtes niet oververhit raken. Tegenwoordig wordt zelfs de restwarmte gebruikt om kantoren en huizen mee te verwarmen. Het brandveiligheidssysteem zorgt ervoor dat bij de minste rookontwikkeling een mengsel van gassen wordt ingezet om verspreiding te voorkomen. Verder hebben grote datacenters eigen kantoren, en is er een operationeel centrum om de dagelijkse gang van zaken in goede banen te leiden.

Een datacenter bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling harde schijven. Foto: Digital Realty.

Nadelen

Het mag duidelijk zijn dat datacenters, en dan vooral de hyperscale-varianten, ontzettend belangrijk zijn voor grote (tech)bedrijven. Met de hoeveelheid diensten die Google, Microsoft en andere aanbieden, zijn deze centrale hubs onmisbaar.

Maar niet iedereen is even blij met de komst van zulke enorme gebouwen. Ten eerste neemt een datacenter veel fysieke ruimte in. In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimte schaars, zelfs in de Noord-Hollandse en Groningse polders. Daarbij gebruikt een hyperscale-datacenter een immense hoeveelheid energie – daarover later meer (afbeelding 5). Die energie wordt deels opgewekt door windmolens, maar inwoners van dorpen nabij zulke windmolenparken zien weinig van die voordelen terug, en kampen voornamelijk met de nadelen. Doordat datacenters grotendeels automatisch opereren, is het effect op de werkgelegenheid relatief beperkt.

Groen of niet, niet iedereen is altijd even bij met de komst van datacenters.

Zeewolde Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

Zeewolde

Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

De plannen waren in een vergevorderd stadium, maar het datacenter van Meta in Zeewolde komt er niet.

Energieverbruik

Een van de meest genoemde argumenten die tegenstanders inzetten om de komst van meer datacenters te voorkomen, is het energieverbruik. En dat is niet zonder reden. Volgens gegevens uit 2020 zijn datacenters in Nederland verantwoordelijk voor een kleine drie procent van het totale nationale elektriciteitsgebruik. Een groot deel daarvan, tot wel 88 procent, is groene energie (afbeelding 6). In Nederland gevestigde datacenters gebruiken 3,2 miljard kilowattuur aan elektriciteit. Kijken we naar het totale energieverbruik, dus niet alleen elektriciteit, dan zijn datacenters verantwoordelijk van 0,39% van het totaal. Omdat datacenters bijna volledig elektrisch werken, is de CO2-uitstoot te verwaarlozen: de gehele sector was in het afgelopen decennium verantwoordelijk voor slechts 0,0063% van de totale CO2-uitstoot.

Datacenters gebruiken veel water, voornamelijk voor de koeling van de serverruimtes. Volgens het CBS gebruikt de sector Informatie en Communicatie, waar datacenters onder vallen, ongeveer een miljoen kubieke meter water per jaar. Dat komt neer op 0,088 procent van het totale watergebruik in Nederland.

In de wetenschap dat we ieder jaar meer data en technologie gebruiken, zou je verwachten dat ook het energieverbruik van datacenters een vlucht neemt. Dat blijkt niet het geval. Datacenters zijn geen logge gebouwen, maar kunnen relatief snel worden aangepast. De afgelopen jaren zijn veel aanpassingen gedaan om de efficiëntie van datacenters te verbeteren, waardoor het totale energieverbruik ongeveer gelijk is gebleven – en dat in een periode waarin het internetverkeer sinds 2010 is vervijftienvoudigd. Een migratie van de Rijksoverheid, waarbij de zestig eerder gebruikte datacenters werden ingeruild voor vijf nieuwe, grotere exemplaren, deed het energieverbruik halveren.

©ALASTAIR WIPER

Googles datacenter bij de Eemshaven draait voor een groot deel op windenergie

Werkgelegenheid

Volgens gegevens uit 2021 hebben in Nederland op dit moment zo’n elfduizend mensen een baan die direct of indirect verbonden is aan een datacenter (afbeelding 7). Ongeveer de helft daarvan staat letterlijk op de loonlijst bij een datacenter. Daarbij kun je in eerste instantie denken aan IT’ers, maar er zijn ook specialisten op het gebied van beveiliging, brandveiligheid, stroomvoorziening en koeling. De andere helft staat onder contract bij bedrijven die primair producten of diensten leveren aan datacenters: ontwerpers en bouwkundigen, maar ook marketeers en juridische specialisten. Hoewel nieuwe hyperscales voorlopig in de ijskast staan, is de verwachting dat dit aantal de komende jaren snel zal toenemen: kleinere, minder specialistische datacenters worden in hoog tempo gebouwd.

Wereldwijd is de verwachting dat er tot 2025 in deze sector ruim 300.000 banen bij komen. Dat is nog los van de bouwbedrijven en ontwerpers die moeten worden ingehuurd om de realisatie van datacenters mogelijk te maken. Voor Europa zal het om ongeveer 80.000 banen gaan.

Op dit moment werken er zo’n elfduizend mensen direct of indirect bij een datacenter. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

Vloek of zegen?

Datacenters op zichzelf zijn onmisbaar voor de manier waarop we ons leven leiden. Zonder datacenters is er geen Facebook, geen Netflix en geen internet. Techbedrijven groeien almaar door, en al die miljarden gigabytes aan informatie die we dagelijks versturen en ontvangen, moet ergens worden opgeslagen.

Grote bedrijven zouden het liefst zien dat dat in enorme, gecentraliseerde hyperscale-centra wordt gedaan, maar daar is niet iedereen even blij mee. Hoewel hyperscales een minder grote voetafdruk hebben als het gaat om uitstoot en energieverbruik dan je in eerste instantie zou verwachten, is de teneur dat Nederland simpelweg te klein is om vol te bouwen met serverparken.

De drie hyperscales in Nederland die op dit moment operationeel zijn, zorgen voor werkgelegenheid, maar dat is niet de grootste winst. Door de aanwezigheid van hyperscales wordt het vestigingsklimaat voor bedrijven een stuk positiever. Voeg daar AMS-IX aan toe, een van de grootste internet exchanges ter wereld, en het is niet zo gek dat veel techbedrijven zich heel graag in Nederland willen vestigen.

Toch gaan er steeds meer stemmen op om de bouw van nog meer enorme datacenters tegen te houden, en ook de politiek is inmiddels zeer terughoudend. Voorlopig doen we het dus met de drie hyperscale-datacenters die we op dit moment hebben staan. In hoeverre dat invloed heeft op de positie van Nederland in de technologische wereldeconomie, moet de toekomst uitwijzen.

Nieuwe hyperscales komen er voorlopig niet, maar de bestaande datacenters draaien gewoon door.

▼ Volgende artikel
Review Dreame H15 Pro Foamwash – Schuim maakt het verschil
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame H15 Pro Foamwash – Schuim maakt het verschil

Met de Dreame H15 Pro Foamwash gaat het Chinese merk net een stapje verder als het om dweilen gaat, terwijl het de stofzuigprestaties niet laat overschaduwen. Ondanks dat pakt het merk niet elk probleem aan van het 699 euro kostende apparaat.

Uitstekend
Conclusie

De H15 Pro Foamwash is niet zwaar, ligt lekker in de hand en rijdt gemakkelijk met je mee. Hij haalt hardnekkig en aangekoekt vuil veel sneller en beter weg dan de concurrentie, dankzij het gebruik van schuim (dat je zelf kunt doseren). Ja, de prijs is fors, maar met een beetje korting is de nat-droogcombinatie de aanschaf waard als je bijvoorbeeld huisdieren hebt en af wilt van nare geurtjes.

Plus- en minpunten
  • Soepel en behendig
  • Gaat ook onder de bank
  • Bijna geen omkijken naar
  • Koppeling met app
  • Muren worden niet nat
  • Robotarm en wisser
  • Plat en rechtop
  • Schuim voor hardnekkige vlekken
  • Prijs
  • Oppassen met draden op de vloer
  • Eén opvangbak voor stof en vies water
  • Geen tapijtherkenning
  • Waterbak op de kop

2025 is het jaar van de Dreame H15 Pro-serie, waarvan de Dreame H15 Pro Foamwash de meest recente versie is. Het is ook een van de duurdere modellen binnen deze reeks (waartoe onder meer ook de H15 Pro en H15 Mix behoren). Dit model richt zich vooral op de dweilfunctie en introduceert daarvoor een speciale foamkop. Deze kop spuit schuim op de vloer, waardoor hardnekkig vuil en uitwerpselen van huisdieren beter loskomen.

In de basis is dit nog steeds de vertrouwde H15 Pro, maar dan met een paar opvallende extra's. De Foamwash heeft net als het standaardmodel een robotarm die voorkomt dat muren nat worden en een ingebouwde wisser die de dweilborstel schoonhoudt. Je kunt het apparaat zowel rechtop als plat gebruiken, waardoor je ook moeiteloos onder banken en stoelen dweilt. Instellen en bedienen doe je eenvoudig via de Dreame-app.

©Wesley Akkerman

Dezelfde basis

Ook heb je er qua onderhoud bijna geen omkijken naar. Je plaats hem op de meegeleverde oplaadbasis, drukt op de knop voor zelfreiniging en vervolgens doet het apparaat de rest. Het maakt schoon met heet water en neemt de tijd voor het drogen, waardoor er geen nare geurtjes ontstaan. Je kunt alles zó instellen dat er om de zoveel tijd een extra schoonmaakbeurt wordt uitgevoerd, zodat je huis fris blijft en nare geurtjes geen kans krijgen.

Hoewel we over het algemeen positief zijn over de Dreame H15-serie, blijven er ook aandachtspunten. Net als bij het Pro-model zonder toevoeging, herkent dit model geen kabels en kan het die dus per ongeluk opzuigen. Tapijtherkenning ontbreekt eveneens, en water en vuil belanden samen in één opvangbak in plaats van apart. Bovendien zit de schoonwaterbak ondersteboven – en dat levert geregeld een kliederboel op.

©Wesley Akkerman

Unieke eigenschappen

In vergelijking met de H15 Pro en H15 Pro Heat biedt de Foamwash net wat meer zuigkracht, met 23.000 Pa. Ook heeft deze variant, net als de robotstofzuigers, een speciale borstel die korte metten maakt met (dieren)haren, zodat ze niet vast blijven zitten of zich ophopen tijdens het schoonmaken. Dat maakt dit apparaat een uitstekende optie voor mensen met huisdieren of lang haar (of allebei), vooral op harde vloeren.

Net zoals veel andere H15-versies biedt de Foamwash dus een unieke functie aan. Zoals gezegd kun je tijdens het schoonmaken een laagje schuim op de grond spuiten. Dit gaat heel soepel met een klein hendeltje dat onder je duim rust. Als je dat naar beneden duwt en kort ingedrukt houdt, spuit de stofzuigermond wat foam op de grond. Vervolgens ga je hier met de nat-droogstofzuiger overheen en maak je schoon zoals je dat ook zonder schuim zou doen.

©Wesley Akkerman

Met of zonder schuim

Maar waarom zou je dat doen? Nou, die extra schuimlaag kan twee dingen doen. Ten eerste helpt het schuim om nare geurtjes te verdoezelen en een frisse geur te verspreiden, waardoor je bijvoorbeeld geen last meer hebt van de geurtjes afkomstig van huisdierongelukjes. Daarnaast maakt het schuim grondiger schoon. Door wat extra schuim op een hardnekkige vlek te spuiten, verdwijnt die vaak sneller dan zonder foam.

Over het algemeen is de Dreame H15 Pro Foamwash al capabel genoeg om na één duw flink wat soorten vuil weg te halen. Denk dan aan sauzen, stof, brokjes, pap, appelmoes, noem maar op. In een enkel geval moet je er misschien een tweede keer overheen, maar dat is standaard voor dit soort machines. De grootste uitdaging blijft het aanpakken van aangekoekte vlekken. Vetvlekken op de grond naast het fornuis krijgt hij nog niet helemaal weg, maar vrijwel al het andere verdwijnt zonder moeite.

©Wesley Akkerman

Dreame H15 Pro Foamwash kopen?

Tijdens het gebruik merkten we dat de Dreame H15 Pro Foamwash dankzij de extra schuimfunctie goed presteert bij hardnekkige of opgedroogde vlekken. Je moet er soms wel een paar keer overheen gaan en bij elke beweging wat schuim laten vrijkomen, maar dat is precies waarom je dit apparaat in huis haalt. Het schuim weekt het vuil los, waardoor het na een paar bewegingen moeiteloos verdwijnt.

Tel daarbij op dat de Foamwash niet heel zwaar in de hand ligt, gemakkelijk over de vloer rijdt en redelijk flexibel is en je houdt een betrouwbare nat-droogcombinatie over die vuil sneller en beter weghaalt dan menig ander dweilstofzuiger. De prijs is vrij fors, maar met een goede aanbieding haal je een sterke allrounder in huis. Dat laagje schuim maakt echt verschil. Bovendien is de basis op orde, aangezien de H15 Pro het fundament vormt.

▼ Volgende artikel
Meer dan alleen Word: verborgen parels in Microsoft 365
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

Meer dan alleen Word: verborgen parels in Microsoft 365

Microsoft 365 puilt uit van apps en functies, maar de meeste mensen beperken zich tot Outlook, Teams en Word. Daardoor blijven vele tools onbenut die je werkdag juist soepeler, creatiever en meetbaar productiever kunnen maken. In dit artikel bespreken we vijf minder bekende Microsoft-apps die al binnen enkele minuten tijdswinst opleveren.

In dit artikel lees je:
  • Waarom veel Microsoft 365-tools onbenut blijven

  • Welke vijf apps je vandaag nog kunt gebruiken

  • Forms voor snelle feedback en data in Excel

  • Sway voor interactieve presentaties zonder dia’s

  • To Do voor focus en dagplanning

  • Whiteboard voor realtime brainstormen

  • Clipchamp voor simpele video’s in de browser

We weten allemaal dat Microsoft 365 meer is dan alleen Word. Alleen zodra de mail is weggewerkt en de meeting is afgelopen, grijpen we automatisch terug naar onze vaste patronen. Zonde, want juist in die minder gebruikte apps zit de winst. Ze zijn al opgenomen in je licentie, vragen geen installatiestress en sluiten naadloos aan op de gegevens waarmee je toch al werkt.

Deze apps zijn eigenlijk nog je ongeopende gereedschapsladen voor onder meer snelle polls, interactieve presentaties en slim taakbeheer. We laten stap voor stap zien hoe je Forms, Sway, To Do, Whiteboard en Clipchamp inzet. Daarmee versnel je je routineklussen, trigger je je creativiteit en maak je het samenwerken leuker. Elk voorbeeld kun je in enkele minuten uitproberen, direct in de browser. Pak dus een kop koffie, open de app-launcher en ontdek wat er al klaarstaat om jouw werkdag soepeler te maken. 

Microsoft Forms: Instant enquêtes

Microsoft Forms is waarschijnlijk de snelste manier om feedback te verzamelen, maar weinig mensen weten dat de app standaard tot hun beschikking staat. Open Forms via de app-launcher of open de url en klik op Nieuw formulier. Geef je formulier een titel en beschrijving, druk op + en kies Keuze om meerkeuzevragen toe te voegen. Probeer ook eens de optie Likert nadat je een nieuwe vraag toevoegt met het plusje. Hiermee kun je verschillende vragen en antwoordopties combineren in een handige tabel.

Klik na het invoeren van al je vragen bovenaan op Voorbeeld om het resultaat te testen in de desktop- en de mobiele weergave. Zodra alles klopt, gebruik je Antwoorden verzamelen en selecteer je Koppeling kopiëren. Binnenkomende antwoorden vind je onder Antwoorden weergeven, waar je met één klik op Resultaten openen in Excel een realtime gekoppeld werkblad krijgt. Zo voeg je data toe aan bestaande dashboards zonder handmatige import. Daarmee is Forms een handige tool om snel data in een Excel-sheet te krijgen.

Een formulier is zo gemaakt, verstuurd én geanalyseerd.

Sway: Interactief en meetbaar

Sway is Microsofts digitale canvas waarmee je in een handomdraai een interactieve presentatie, nieuwsbrief of rapport publiceert, zonder ook maar één dia te ontwerpen. Klik in de app-launcher op Sway (of ga naar de browserversie) en selecteer Nieuwe maken. Je start met een lege Verhaallijn waarin elke kaart een inhoudsblok vertegenwoordigt. Typ een titel, druk op Enter en klik op + om tekst, afbeeldingen of video toe te voegen. Wanneer je bij Media kiest voor Zoeken, haalt de app rechtenvrije beelden uit Bing Image Search en slaat deze meteen op in de presentatie.

Open vervolgens het rechtervenster Ontwerpen via de knop linksboven en klik op Stijlen. Met het vergrootglas-pictogram pas je lettertype en kleuren aan. De knop Remix! draait het complete ontwerp net zo lang tot het fris oogt. Druk op Afspelen om de verticale of horizontale scrolrichting te testen. Door bovenaan Delen te kiezen en de optie Invoegcode ophalen te kopiëren, plaats je de presentatie in SharePoint of op een externe site. Zo verruil je de statische dia’s voor dynamische, mobielvriendelijke verhalen voor elk publiek.

Een Sway-presentatie wordt pas echt interessant wanneer je interactiviteit toevoegt. Klik in de verhaallijn op + en kies Groep; selecteer vervolgens Stapel om een stapel kaarten te maken. Gebruik Groep / Vergelijking als je een effect wilt, bijvoorbeeld om productfeatures te onthullen.

Heb je alles gepubliceerd, ga dan naar het dashboard en open je project. Klik rechtsboven op Analyse. Hier zie je leestijd, scroltempo en de hoeveelheid tegels die zijn bekeken. Als te weinig lezers het einde halen, experimenteer dan met kortere tekstkaarten of een extra accentkleur via Stijlen. Door deze datagedreven tweaks te herhalen, optimaliseer je je verhaal op een vergelijkbare manier als A/B-testen in marketing, maar zonder ingewikkelde tools of code.

Microsoft Sway is een modern alternatief voor PowerPoint.

Alles wat met Sway is gemaakt kun je snel bekijken, ook de gebruiksstatistieken.

Welke licentie heb je nodig?

Vraag je je af of je extra moet betalen voor minder bekende Microsoft-apps? Goed nieuws: apps zoals Forms, Sway, To Do en Whiteboard zijn inbegrepen bij bijna alle Microsoft 365-abonnementen, ook bij de versies voor thuisgebruik.

Clipchamp – handig voor het maken en bewerken van video’s – zit standaard in de nieuwere Microsoft 365-pakketten. Heb je een ouder abonnement, dan kun je de gratis versie gebruiken, al zit daar soms een klein watermerk op. Voor toegang tot extra functies zoals professionele stockvideo’s of merksets heb je een betaalde uitbreiding nodig.

Power Automate, waarmee je taken automatiseert, is beperkt beschikbaar in standaardabonnementen. Zolang je het niet intensief gebruikt, hoef je niets extra’s te betalen. Whiteboard werkt prima op een gewone laptop en is ideaal voor het maken van snelle schetsen of samen brainstormen.

Wil je zeker weten welke apps je kunt gebruiken? Kijk dan in je Microsoft 365-instellingen. Daar zie je welke apps zijn ingeschakeld en kun je eventueel functies aan- of uitzetten. Zo haal je het meeste uit je abonnement zonder onnodige kosten.

To Do: dagelijkse focus

Microsoft To Do lijkt op het eerste gezicht een takenlijst, maar de app bevat krachtige functies om afleidingen te minimaliseren. Start de dag in Mijn dag en klik op Taak toevoegen en vervolgens op Toevoegen, zodat ze in de dagplanning verschijnen. Klik vervolgens op een taak en stel via het bel-pictogram een herinnering in, bijvoorbeeld tien minuten voor je vergadering. Gebruik bij grotere projecten de functie Stap toevoegen om subtaken te definiëren, zodat je progressie ziet zonder het hoofdticket af te vinken. Door consequent prioriteiten en vervaldatums in te vullen, ontstaat een realtime dashboard dat je minder tijd kost dan een handmatig bijgehouden spreadsheet.

To Do is veel meer dan een simpel boodschappenlijstje.

Whiteboard: virtueel brainstormen

Microsoft Whiteboard verandert elk toestel in een gedeeld canvas waarop je samen met anderen realtime schetst, post-its plakt en processen visualiseert. Klik op Nieuw whiteboard; er verschijnt een leeg bord voor iedereen die je ervoor uitnodigt. Klik onderaan op Notitie of notitieraster toevoegen om digitale sticky’s te plaatsen en druk na iedere regel op Ctrl+Enter voor een nieuwe kaart. Gebruik vervolgens Reacties en selecteer het smiley-pictogram om stemmen uit te brengen zonder de flow te onderbreken.

Wil je structuur aanbrengen, open dan het pictogram Sjablonen en selecteer bijvoorbeeld Kanban of SWOT. Sleep de sjabloon naar het bord en laat collega’s hun bestaande notities erin gooien. Als iemand liever tekent, activeer je de pennen onderaan. Na de sessie klik je op Instellingen / Exporteren / Afbeelding om het resultaat van je brainstorm te downloaden.

Een brainstormsessie is natuurlijk niet compleet zonder een paar (virtuele) post-its.

Clipchamp: snel sociale video’s maken

Clipchamp is Microsofts video-editor waarmee je zonder zware software toch professionele filmpjes in elkaar zet. De app staat standaard geïnstalleerd in Windows 11. Meld je aan met je account, en kies welk soort video’s je wilt gaan maken.

Klik op Een nieuwe video maken en kies het gewenste beeldformaat, bijvoorbeeld 16:9 voor YouTube of 9:16 voor Instagram Reels. Sleep vervolgens je ruwe beelden naar het mediaveld of importeer rechtstreeks vanaf OneDrive. Trek een clip op de tijdlijn, selecteer hem en druk op S om het fragment exact op de cursor te splitsen. Gebruik de knop Tekst aan de linkerkant en selecteer een sjabloon om de video van je eigen tekst te voorzien.

Voor dynamische overgangen klik je tussen twee clips op Overgang toevoegen, in de rechterzijbalk vind je verschillende opties. Klaar? Druk rechtsboven op Exporteren en zet de dropdown op 1080p voor de beste balans tussen scherpte en bestandsgrootte. Dankzij directe upload naar OneDrive kun je de clip meteen delen in Teams zonder extra handelingen of mails.

Met Clipchamp maak je in een handomdraai een professioneel ogende social video.

Maak meer impact!

Je hoeft dus geen nieuwe software te kopen om sneller, creatiever en datagedreven te werken. Forms levert je in vijf minuten bruikbare inzichten op, zeker wanneer je de antwoorden via Power Automate omzet in acties. Sway vervangt statische dia’s door responsive verhalen die zich aanpassen aan elk scherm. Met To Do combineer je persoonlijke focus en teamtaken zonder dubbelwerk. Met Whiteboard kun je intuïtief brainstormen, terwijl Clipchamp binnen de browser video’s produceert die klaar zijn voor sociale kanalen. Door deze minder bekende onderdelen slim in te zetten, verhoog je de productiviteit én de betrokkenheid zonder een cent extra.