ID.nl logo
Datacenters: vloek of zegen?
© ALASTAIR WIPER
Huis

Datacenters: vloek of zegen?

Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. De wereld draait op digitalisering. Elk bericht dat je stuurt, iedere film die je streamt, elke betaling die je doet: ze staan allemaal ergens opgeslagen. Datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven, maar zulke enorme parken met servers en harde schijven nemen veel ruimte in en slurpen energie. De overheid zit met datacenters in z’n maag. Technologie willen we allemaal, maar willen we daar de prijs voor betalen die nodig is?

Data is het kloppende hart van de moderne wereld. Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. Simpel gezegd: datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven. Maar wat zijn de kosten van deze datacenters? In dit artikel vertellen we je:

  • Wat datacenters zijn
  • Hoe datacenters werken
  • Wat de nadelen van datacenters zijn
  • Wat de voordelen van datacenters zijn

Meer weten over online data-opslag? Lees dan: Dit zijn de beste gratis clouddiensten van 2022

Dat die smartphone in je broekzak, clouddienst, streamingservice of socialmedia-platforms die je iedere dag gebruikt hun gegevens ergens moeten opslaan, is niet meer dan logisch. Maar diep onder het gebruiksgemak zit een wereld van enen en nullen verstopt die zo gigantisch is dat het invloed uitoefent op de energiehuishouding, werkgelegenheid en infrastructuur overal ter wereld.

Datacenters, en vooral de enorme hyperscale-varianten, drukken hun stempel op de samenleving. De berg data die we met z’n allen gebruiken, neemt afmetingen aan die alleen nog verwerkt kunnen worden door gigantische installaties. Zulke datacenters zijn overal ter wereld te vinden, en ook in Nederland hebben we een paar hyperscales staan.

De vraag naar nog meer datacenters vanuit techbedrijven als Meta, Microsoft en Google blijft groeien. De regering heeft die aanvragen voorlopig op een laag pitje gezet, maar met het immer uitdijende internet is de nood hoog.

 

Datacenters

Datacenters zijn fysieke gebouwen of opstellingen die gegevens verwerken en opslaan. Dat kan op velerlei manieren: de serverruimte op je werk is al een voorbeeld van een datacenter. Kleinere bedrijven kunnen het doorgaans prima af met hun eigen serverruimte, maar naarmate de hoeveelheid data die een bedrijf of instantie verwerkt groeit, is er meer ruimte nodig.

Daarom bestaan er centrale hubs die server- en opslagruimte verhuren aan meerdere bedrijven. Ziekenhuizen, clouddiensten, banken, universiteiten: ze zijn allemaal klant bij een van deze datacenters. Ze zijn perfect ingericht om grote hoeveelheden gegevens te verwerken, en zijn meestal voorzien van meerdere back-upsystemen om de continuïteit van de dienst te garanderen.

Een gemiddeld datacenter is helemaal niet zo’n imposant gebouw. Foto: NorthC Datacenters.

Hyperscales

Denken we nog een stap groter, dan stappen we in de wereld van de hyperscales. Hyperscale-datacenters zijn het summum van opslagruimte. Er zijn er over de hele wereld inmiddels zo’n zevenhonderd gebouwd; de helft staat in de Verenigde Staten, maar Azië is aan een gestage opmars bezig. In Nederland hebben we drie van deze enorme bouwwerken staan. Hyperscale-datacenters zijn doorgaans gekoppeld aan een enkel bedrijf, en het gebruik ervan is alleen weggelegd voor de echte techgiganten.

Je kunt je voorstellen dat Google, met zijn zoekmachine, besturingssystemen, socialmedia-diensten, e-mailservices en tal van andere digitale faciliteiten niet zomaar bij een doodgewoon datacenter kan aankloppen. Daarom bouwen techgiganten vaak hun eigen datacenters, zo groot dat ze tegen de grenzen van het toelaatbare aanlopen: hyperscales zijn de laatste tijd onderwerp van discussie als het gaat om lokale infrastructuur en energieverbruik.

Hyperscale-datacenters zijn immense gebouwen, vaak specifiek voor één bedrijf gebouwd. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

AMS-IX Een speciale vermelding verdient AMS-IX. Hoewel de afkorting klinkt als een vliegveld, is het misschien nog wel een belangrijkere hub dan Schiphol. AMS-IX staat voor Amsterdam Internet Exchange. Het is het grootste internetknooppunt van Nederland, en zelfs een van de grootste ter wereld. AMS-IX is niet per se gekoppeld aan een enkel bedrijf, en valt daarom misschien niet geheel onder de definitie ‘hyperscale datacenter’, maar de infrastructuur is vergelijkbaar – de gegevens die AMS-IX verwerkt, worden opgeslagen in verschillende datacenters. AMS-IX is goedbeschouwd niets anders dan een enorm kruispunt waar internetverkeer van over de hele wereld wordt verstuurd en ontvangen. Zonder zulke knooppunten is internationaal internetverkeer op de schaal zoals we het nu gebruiken onmogelijk.

Op een doordeweekse middag gaat er iedere seconde zo’n 8000 terabyte aan data door de exchange. Op piekmomenten, rond een uur of negen ‘s avonds, is dat zelfs meer dan 10.000 TB, oftewel 10 miljoen gigabyte. Op de website van AMS-IX kun je live meekijken met de datastromen.

AMS-IX verwerkt iedere seconde miljoenen gigabytes aan data.

Datacenters in Nederland

Los van internet exchanges, serverruimtes en andere kleinere datacenters zijn er op dit moment in Nederland drie actieve hyperscale-datacenters te vinden. Twee daarvan staan in Middenmeer, in de Noord-Hollandse gemeente Hollands Kroon. Daar, in de polders van de Wieringenmeer, hebben zowel Google als Microsoft een hyperscale-datacenter gebouwd. Microsoft heeft plannen voor een tweede hyperscale, en ook bedrijven als Netflix en Amazon hebben interesse getoond in een plekje in de polder, al staan die ontwikkelingen op dit moment op een laag pitje. Inmiddels is Microsofts hyperscale gegroeid tot ruim 110 hectare en Google doet er nog eens 71 hectare bovenop. In totaal is in Middenmeer 750 hectare gereserveerd voor datacenters. Google heeft nog een tweede hyperscale in Nederland, in het Groningse Het Hogeland, nabij de Eemshaven .

Techbedrijven bouwen maar al te graag datacenters in Nederland vanwege het robuuste elektriciteitsnet en de relatief korte afstand tot AMS-IX, waardoor data sneller en gemakkelijker over de wereld kunnen worden verstuurd. België blijft daarentegen flink achter op het gebied van hyperscales: Google is de enige grote speler die een significant aantal wat grotere datacenters in België heeft staan. In Europa lijken alleen Tsjechië en Portugal een minder aantrekkelijke locatie voor het bouwen van hyperscales.

Googles datacenter in de Eemshaven is een van de drie hyperscales in Nederland.

Binnenin een datacenter

Van buitenaf zien de meeste datacenters eruit als kale, anonieme grijze gebouwen, maar binnenin is alles een toonbeeld van hightech en efficiency.

Het belangrijkste onderdeel is de serverruimte. Daar staan de fysieke schijven waarop alle data zijn opgeslagen. Die serverruimtes hebben hun eigen klimaatsystemen, zodat er altijd onder de juiste temperatuur en luchtvochtigheid kan worden gewerkt. De volgende stap is de ruimte waarin de verbindingen met de servers van de klanten en met het internet worden gelegd – altijd dubbel, zodat de verbinding tijdens storingen niet wordt verbroken.

Elders in het gebouw is de energievoorziening te vinden. Datacenters draaien voor het grootste deel op groene energie, in het geval van de datacenters in Nederland opgewekt door windmolenparken. Wel is er een noodstroomvoorziening op basis van batterijen en een aggregaat voor als er tijdelijke storingen optreden.

Ook onmisbaar zijn de koelsystemen, die ervoor zorgen dat de serverruimtes niet oververhit raken. Tegenwoordig wordt zelfs de restwarmte gebruikt om kantoren en huizen mee te verwarmen. Het brandveiligheidssysteem zorgt ervoor dat bij de minste rookontwikkeling een mengsel van gassen wordt ingezet om verspreiding te voorkomen. Verder hebben grote datacenters eigen kantoren, en is er een operationeel centrum om de dagelijkse gang van zaken in goede banen te leiden.

Een datacenter bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling harde schijven. Foto: Digital Realty.

Nadelen

Het mag duidelijk zijn dat datacenters, en dan vooral de hyperscale-varianten, ontzettend belangrijk zijn voor grote (tech)bedrijven. Met de hoeveelheid diensten die Google, Microsoft en andere aanbieden, zijn deze centrale hubs onmisbaar.

Maar niet iedereen is even blij met de komst van zulke enorme gebouwen. Ten eerste neemt een datacenter veel fysieke ruimte in. In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimte schaars, zelfs in de Noord-Hollandse en Groningse polders. Daarbij gebruikt een hyperscale-datacenter een immense hoeveelheid energie – daarover later meer (afbeelding 5). Die energie wordt deels opgewekt door windmolens, maar inwoners van dorpen nabij zulke windmolenparken zien weinig van die voordelen terug, en kampen voornamelijk met de nadelen. Doordat datacenters grotendeels automatisch opereren, is het effect op de werkgelegenheid relatief beperkt.

Groen of niet, niet iedereen is altijd even bij met de komst van datacenters.

 

Zeewolde Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

Zeewolde

Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

De plannen waren in een vergevorderd stadium, maar het datacenter van Meta in Zeewolde komt er niet.

 

Energieverbruik

Een van de meest genoemde argumenten die tegenstanders inzetten om de komst van meer datacenters te voorkomen, is het energieverbruik. En dat is niet zonder reden. Volgens gegevens uit 2020 zijn datacenters in Nederland verantwoordelijk voor een kleine drie procent van het totale nationale elektriciteitsgebruik. Een groot deel daarvan, tot wel 88 procent, is groene energie (afbeelding 6). In Nederland gevestigde datacenters gebruiken 3,2 miljard kilowattuur aan elektriciteit. Kijken we naar het totale energieverbruik, dus niet alleen elektriciteit, dan zijn datacenters verantwoordelijk van 0,39% van het totaal. Omdat datacenters bijna volledig elektrisch werken, is de CO2-uitstoot te verwaarlozen: de gehele sector was in het afgelopen decennium verantwoordelijk voor slechts 0,0063% van de totale CO2-uitstoot.

Datacenters gebruiken veel water, voornamelijk voor de koeling van de serverruimtes. Volgens het CBS gebruikt de sector Informatie en Communicatie, waar datacenters onder vallen, ongeveer een miljoen kubieke meter water per jaar. Dat komt neer op 0,088 procent van het totale watergebruik in Nederland.

In de wetenschap dat we ieder jaar meer data en technologie gebruiken, zou je verwachten dat ook het energieverbruik van datacenters een vlucht neemt. Dat blijkt niet het geval. Datacenters zijn geen logge gebouwen, maar kunnen relatief snel worden aangepast. De afgelopen jaren zijn veel aanpassingen gedaan om de efficiëntie van datacenters te verbeteren, waardoor het totale energieverbruik ongeveer gelijk is gebleven – en dat in een periode waarin het internetverkeer sinds 2010 is vervijftienvoudigd. Een migratie van de Rijksoverheid, waarbij de zestig eerder gebruikte datacenters werden ingeruild voor vijf nieuwe, grotere exemplaren, deed het energieverbruik halveren.

©ALASTAIR WIPER

Googles datacenter bij de Eemshaven draait voor een groot deel op windenergie

 

Werkgelegenheid

Volgens gegevens uit 2021 hebben in Nederland op dit moment zo’n elfduizend mensen een baan die direct of indirect verbonden is aan een datacenter (afbeelding 7). Ongeveer de helft daarvan staat letterlijk op de loonlijst bij een datacenter. Daarbij kun je in eerste instantie denken aan IT’ers, maar er zijn ook specialisten op het gebied van beveiliging, brandveiligheid, stroomvoorziening en koeling. De andere helft staat onder contract bij bedrijven die primair producten of diensten leveren aan datacenters: ontwerpers en bouwkundigen, maar ook marketeers en juridische specialisten. Hoewel nieuwe hyperscales voorlopig in de ijskast staan, is de verwachting dat dit aantal de komende jaren snel zal toenemen: kleinere, minder specialistische datacenters worden in hoog tempo gebouwd.

Wereldwijd is de verwachting dat er tot 2025 in deze sector ruim 300.000 banen bij komen. Dat is nog los van de bouwbedrijven en ontwerpers die moeten worden ingehuurd om de realisatie van datacenters mogelijk te maken. Voor Europa zal het om ongeveer 80.000 banen gaan.

Op dit moment werken er zo’n elfduizend mensen direct of indirect bij een datacenter. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

Vloek of zegen?

Datacenters op zichzelf zijn onmisbaar voor de manier waarop we ons leven leiden. Zonder datacenters is er geen Facebook, geen Netflix en geen internet. Techbedrijven groeien almaar door, en al die miljarden gigabytes aan informatie die we dagelijks versturen en ontvangen, moet ergens worden opgeslagen.

Grote bedrijven zouden het liefst zien dat dat in enorme, gecentraliseerde hyperscale-centra wordt gedaan, maar daar is niet iedereen even blij mee. Hoewel hyperscales een minder grote voetafdruk hebben als het gaat om uitstoot en energieverbruik dan je in eerste instantie zou verwachten, is de teneur dat Nederland simpelweg te klein is om vol te bouwen met serverparken.

De drie hyperscales in Nederland die op dit moment operationeel zijn, zorgen voor werkgelegenheid, maar dat is niet de grootste winst. Door de aanwezigheid van hyperscales wordt het vestigingsklimaat voor bedrijven een stuk positiever. Voeg daar AMS-IX aan toe, een van de grootste internet exchanges ter wereld, en het is niet zo gek dat veel techbedrijven zich heel graag in Nederland willen vestigen.

Toch gaan er steeds meer stemmen op om de bouw van nog meer enorme datacenters tegen te houden, en ook de politiek is inmiddels zeer terughoudend. Voorlopig doen we het dus met de drie hyperscale-datacenters die we op dit moment hebben staan. In hoeverre dat invloed heeft op de positie van Nederland in de technologische wereldeconomie, moet de toekomst uitwijzen.

Nieuwe hyperscales komen er voorlopig niet, maar de bestaande datacenters draaien gewoon door.

▼ Volgende artikel
Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft
© Wesley Akkerman
Huis

Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft

De Samsung Galaxy S25-lijn is de eerste smartphonereeks die beschikt over versie 7 van One UI, de Samsung-softwareschil die je aantreft op de Android-apparaten van het bedrijf. In dit artikel lees je wat je allemaal verwachten kunt van One UI 7.

One UI 7 heeft verschillende softwaremogelijkheden die niet altijd aan bod komen in een recensie, maar die wel heel handig kunnen zijn. We nemen je mee langs de belangrijkste wijzigingen aan het systeem en kijken onder meer naar: • Systeemaanpassingen • Now Bar en Now Brief • Het aanpasbare snelmenu • De overige AI-mogelijkheden

Lees ook: Review Samsung Galaxy S25 Ultra – Slimme AI of slimme marketing?

De rek is inmiddels wel uit de smartphoneontwikkeling. Fabrikanten kunnen nauwelijks nog innovatieve onderdelen toevoegen, omdat de slimme telefoon inmiddels zo goed als alles kan. Vooral op hardwaregebied valt er weinig nieuws meer te verwachten. Natuurlijk zullen we nog verbeteringen zien in camera's, processors en accu's, maar in grote lijnen is de smartphone uitontwikkeld. Daardoor zijn ze tegenwoordig net zo spannend als wasmachines: ze doen wat ze moeten doen.

Dat betekent echter niet dat er geen nieuwe functies worden ontwikkeld. Die zitten vooral in software. De Google Pixel 9-reeks zette die trend medio 2024 in met een verrassend snelle opvolger van de Pixel 8-serie. OnePlus, Asus en Samsung volgen die lijn en leggen de nadruk op software. One UI 7 is daar het beste voorbeeld van. Zonder die softwareschil had Samsung net zo goed een jaar aan smartphonelanceringen kunnen overslaan.

Systeemaanpassingen

Maar wat maakt One UI 7 dan zo bijzonder? We hebben de afgelopen weken de drie verschillende Samsung Galaxy S25-toestellen getest en zijn tot de onderstaande observaties gekomen. Zo is het onder meer mogelijk om een verticale applade in te stellen. Daarmee bedoelen we dat je al je apps in de applade kunt bekijken door omhoog en omlaag te vegen (in plaats van naar links en rechts). Dat regel je door de lade te openen, onderin op de drie puntjes te tikken en dan Sorteren > Alfabetische volgorde te selecteren.

Daarnaast valt op dat de animaties in One UI 7 veel soepeler zijn dan voorheen. Ze ogen en voelen gestroomlijnd, wat het hele systeem een verfijnde en samenhangende uitstraling geeft. In eerste instantie merk je dit misschien niet direct, maar na een paar uur gebruik valt de soepelheid steeds meer op. Ook de vernieuwde systeemiconen dragen bij aan de prettige bediening op de S25-modellen. One UI 7 voelt daardoor even modern als afgewerkt aan – en dat is een groot compliment.

©Wesley Akkerman

Hier zie je de menu-opties staan voor het opnieuw rangschrikken van de applade.

Now Bar en Now Brief

Ook biedt One UI 7 ruimte aan twee nieuwe onderdelen, de Now Bar en Now Brief. Hoewel ze enkele overeenkomsten hebben, gebruik je ze allebei op andere momenten. De Now Bar is een soort zwevend eiland (waar hebben we dat eerder gehoord) onderaan het vergrendelde scherm van je Galaxy, waar je basale interface-elementen in aantreft – denk aan een opnameknop voor een geluidsopname of bijvoorbeeld wegwijzers van Google Maps. Zo kun je snel iets regelen zonder je smartphone te hoeven ontgrendelen..

Now Brief daarentegen is veel uitgebreider. Dit is een apart onderdeel binnen One UI 7 waar veel AI-opties moeten samenkomen. Now Brief biedt op drie momenten van de dag een overzicht aan van onder meer het weer, het verkeer, je agenda-afspraken en bijvoorbeeld een Spotify-afspeellijst. Het moet je helpen de dag voor te bereiden, door te komen en erop terug te kijken. Zie dit als een soort persoonlijke dag-overzicht dus. Daarmee kan de Samsung Galaxy S25 Ultra, en later ook andere Galaxy's, dienen als een persoonlijke assistent.

©Wesley Akkerman

Dit is het thuisscherm van de Galaxy S25. Rechts van het weerbericht zie je twee widgets staan: de bovenste is een snelkoppeling naar Now Brief.

Aanpasbaar snelmenu

Een ander onderdeel dat het vermelden waard is, is het snelmenu. Daarmee doelen we op het menu dat je van boven naar beneden trek. Daarin staan allerlei opties, bijvoorbeeld voor wifi, bluetooth en andere kernonderdelen. Daar kon je al langer allerlei dingen in wijzigen, zoals bijvoorbeeld de knoppenindeling. Maar in ONe UI 7 ziet het er wel anders uit. Als je de Samsung Galaxy S25 Ultra opstart, dan heeft Samsung dit snelmenu voor je in twee delen opgedeeld. In het kader van overzicht – maar dat beteken ook dat je moet weten aan welke kant je de boel naar beneden moet trekken. Links geeft meldingen, terwijl je vanaf rechts de instellingen bekijkt.

Vind je deze tweedeling niet prettig? Je kunt gelukkig ook alles weer heel makkelijk in één overzicht bij elkaar zetten (zonder dat je daar bijvoorbeeld een aparte app als Good Lock voor hoeft te downloaden). Wanneer je dit doet, dan krijg je met een enkele swipe toegang tot zowel de notificaties als de opties. Je stelt dit met een paar simpele stappen in. Trek je snelmenu vanaf rechts naar beneden en tik op het potloodicoon aan de rechterkant. Tik nu op Vensterinstellingen (links) en tik op het volgende scherm op Samen. Tik nu op Gereed om de keuze te bevestigen. Vanaf dat moment heb je (weer) één snelmenu.

©Wesley Akkerman

Dit is het aangepaste snelmenu, dat notificaties en instellingen samenvoegt.

Overige AI-mogelijkheden

Tot slot kijken we naar de overige AI-mogelijkheden van de Samsung Galaxy S25-serie. Zo is het onder meer mogelijk Google Gemini te gebruiken. Dat doe je door de powerknop kort in te drukken: de assistent komt dan vanzelf vanaf beneden omhoog. Op moderne Galaxy's biedt Gemini ondersteuning aan voor verschillende Samsung- en Google-apps, waardoor het mogelijk is die apps aan te spreken en dingen uit te laten voeren met een stemcommando. Soms kun je zodoende twee of drie apps in één keer iets voor je laten doen, met één commando.

Op moment van schrijven lijken de mogelijkheden al redelijk uitgebreid te zijn, maar eerlijk is eerlijk: schijn bedriegt. Momenteel werken alleen de genoemde apps met deze AI-functie. Datzelfde geldt overigens voor Now Brief, als we daar nog even kort op terugkomen. Alleen de echt grote namen binnen de Google Play Store zullen direct werken met dit soort diensten. In de toekomst wordt dat aanbod uitgebreid. Nederlandse apps, zoals die van de NS bijvoorbeeld, werken hier nog niet mee. Daardoor is de waarde van dit soort AI-opties nu nog twijfelachtig.

©Wesley Akkerman

Als je op de powerknop drukt, komt Google Gemini naar boven. Zo ziet dat eruit.

▼ Volgende artikel
Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht
© Gorilla
Huis

Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht

Na een week vol sneeuwpret, frisse berglucht en indrukwekkende pistes is je skikleding niet meer zo fris. Eenmaal thuis gekomen blijft de tas met vuile was liggen voor de wasmachine. Want hoe was je eigenlijk skikleding? Als je je kleding niet goed wast en opbergt, is de kans groot dat je volgend jaar niet zo warm en droog blijft tijdens de afdaling. Onze tips helpen je om je skikleding te wassen, drogen en veilig op te bergen voor volgend jaar.

Dit artikel in het kort: ⛷️ Wacht niet te lang met je skikleding wassen. ⛷️ Bereid de kleding voor op de wasbeurt. ⛷️ Was op lage temperaturen met weinig wasmiddel en geen wasverzachter. ⛷️ Impregneer de kleding. ⛷️ Droog de kleding in een geventileerde ruimte.

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Was snel na je weekje wintersport

Het op de juiste wijze je skikleding wassen is belangrijk: daardoor blijft de kwaliteit van de kleding goed. Ook blijft de kleding warm en waterdicht. Veel skikleding is gemaakt van kunststoffen, zoals polyamide en polyester. Deze stoffen zijn waterafstotend, sterk en licht. De kleding is van tevoren extra behandeld om ze waterdicht te maken, waardoor sneeuw of regen niet door de kleding komt. Was je de kleding verkeerd? Dan kan de beschermende functie verloren gaan. Je zweet en vuiligheid tasten de kleding namelijk aan. Laat je skikleding na wintersport dus niet te lang voor de wasmachine liggen.

Check voordat je gaat wassen altijd het wasetiket van de kleding. Dan weet je precies hoe het kledingstuk gewassen mag worden. Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Lyudmila

Wasmiddel en voorbereiding

Gebruik weinig wasmiddel om je skikleding te wassen. En koop een speciaal wasmiddel voor sport- en outdoorkleding om zeker te weten dat het goed is of gebruik een fijnwasmiddel. Giet er geen wasverzachter bij, want dat is niet goed voor de kleding. Laat de kleding ook niet stomen en gebruik geen bleekmiddelen.

Bereid de kleding altijd eerst voor op de wasbeurt. Leeg alle zakken, sluit alle ritsen, knopen en klittenband om schade aan de stoffen te voorkomen. Zitten er vlekken op de kleding? Behandel deze eerst. Zorg dat de kleding binnenstebuiten de wasmachine in gaat. Ook belangrijk: doe de trommel niet te vol. Er moet voldoende ruimte zijn wil de kleding schoon worden.

Wassen met de wasmachine

Nu de kleding op de juiste wijze in de wasmachine zit, is het tijd om het juiste programma aan te zetten. Kies een programma met lage temperaturen, maximaal 30 °C. Hogere temperaturen kunnen ervoor zorgen dat de waterdichte coating beschadigd raakt. Zit er een speciaal programma op je wasmachine voor outdoor kleding? Kies dan dit programma. Het programma heeft een laag toerental bij het centrifugeren. Doe naast je skikleding geen andere kleding in de wasmachine.

©Oriol Roca

Waterdicht maken van de skikleding

Heb je voor deze wintersportvakantie net nieuwe kleding gekocht? Dan is de kans groot dat deze gewoon waterdicht is gebleven na de wasbeurt. Als je kleding wat ouder is, kan het zijn dat deze niet meer zo waterdicht is als voorheen. Misschien heb je tijdens het skiën of snowboarden wel gemerkt dat er wat vocht doorheen kwam. Was dan de kleding nog een keer, maar nu met een impregneermiddel. Of spuit de kleding in met een speciale waterdicht-spray.

Drogen en opbergen

Als er op het waslabel staat dat de skikleding in de droger mag, dan kun je de kleding zo laten drogen. Anders hang je de kleding op, of leg je die ergens plat neer. Dit doe je in een ruimte waar er genoeg ventilatie is. Hang de kleding niet op in de zon. Drogen op een verwarming kun je beter ook niet doen.

Het wasetiket geeft ook aan of je de kleding mag strijken, mocht je de behoefte hebben om je skibroek te strijken. Je mag de kleding dan op een lage temperatuur strijken. Omdat je de skikleding een lange tijd waarschijnlijk niet meer gebruikt, is het verstandig om de kleding goed op te bergen. Hang de kleding op aan een haakje in de kast of vouw de kleding losjes op, zodat het op een plank kan liggen. Daardoor haal je je kleding volgend jaar weer fris uit de kast, direct klaar om van de pistes te zoeven.