ID.nl logo
Datacenters: vloek of zegen?
© ALASTAIR WIPER
Huis

Datacenters: vloek of zegen?

Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. De wereld draait op digitalisering. Elk bericht dat je stuurt, iedere film die je streamt, elke betaling die je doet: ze staan allemaal ergens opgeslagen. Datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven, maar zulke enorme parken met servers en harde schijven nemen veel ruimte in en slurpen energie. De overheid zit met datacenters in z’n maag. Technologie willen we allemaal, maar willen we daar de prijs voor betalen die nodig is?

Data is het kloppende hart van de moderne wereld. Zonder data geen technologie, en zonder datacenters geen data. Simpel gezegd: datacenters zijn cruciaal voor onze manier van leven. Maar wat zijn de kosten van deze datacenters? In dit artikel vertellen we je:

  • Wat datacenters zijn
  • Hoe datacenters werken
  • Wat de nadelen van datacenters zijn
  • Wat de voordelen van datacenters zijn

Meer weten over online data-opslag? Lees dan: Dit zijn de beste gratis clouddiensten van 2022

Dat die smartphone in je broekzak, clouddienst, streamingservice of socialmedia-platforms die je iedere dag gebruikt hun gegevens ergens moeten opslaan, is niet meer dan logisch. Maar diep onder het gebruiksgemak zit een wereld van enen en nullen verstopt die zo gigantisch is dat het invloed uitoefent op de energiehuishouding, werkgelegenheid en infrastructuur overal ter wereld.

Datacenters, en vooral de enorme hyperscale-varianten, drukken hun stempel op de samenleving. De berg data die we met z’n allen gebruiken, neemt afmetingen aan die alleen nog verwerkt kunnen worden door gigantische installaties. Zulke datacenters zijn overal ter wereld te vinden, en ook in Nederland hebben we een paar hyperscales staan.

De vraag naar nog meer datacenters vanuit techbedrijven als Meta, Microsoft en Google blijft groeien. De regering heeft die aanvragen voorlopig op een laag pitje gezet, maar met het immer uitdijende internet is de nood hoog.

 

Datacenters

Datacenters zijn fysieke gebouwen of opstellingen die gegevens verwerken en opslaan. Dat kan op velerlei manieren: de serverruimte op je werk is al een voorbeeld van een datacenter. Kleinere bedrijven kunnen het doorgaans prima af met hun eigen serverruimte, maar naarmate de hoeveelheid data die een bedrijf of instantie verwerkt groeit, is er meer ruimte nodig.

Daarom bestaan er centrale hubs die server- en opslagruimte verhuren aan meerdere bedrijven. Ziekenhuizen, clouddiensten, banken, universiteiten: ze zijn allemaal klant bij een van deze datacenters. Ze zijn perfect ingericht om grote hoeveelheden gegevens te verwerken, en zijn meestal voorzien van meerdere back-upsystemen om de continuïteit van de dienst te garanderen.

Een gemiddeld datacenter is helemaal niet zo’n imposant gebouw. Foto: NorthC Datacenters.

Hyperscales

Denken we nog een stap groter, dan stappen we in de wereld van de hyperscales. Hyperscale-datacenters zijn het summum van opslagruimte. Er zijn er over de hele wereld inmiddels zo’n zevenhonderd gebouwd; de helft staat in de Verenigde Staten, maar Azië is aan een gestage opmars bezig. In Nederland hebben we drie van deze enorme bouwwerken staan. Hyperscale-datacenters zijn doorgaans gekoppeld aan een enkel bedrijf, en het gebruik ervan is alleen weggelegd voor de echte techgiganten.

Je kunt je voorstellen dat Google, met zijn zoekmachine, besturingssystemen, socialmedia-diensten, e-mailservices en tal van andere digitale faciliteiten niet zomaar bij een doodgewoon datacenter kan aankloppen. Daarom bouwen techgiganten vaak hun eigen datacenters, zo groot dat ze tegen de grenzen van het toelaatbare aanlopen: hyperscales zijn de laatste tijd onderwerp van discussie als het gaat om lokale infrastructuur en energieverbruik.

Hyperscale-datacenters zijn immense gebouwen, vaak specifiek voor één bedrijf gebouwd. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

AMS-IX Een speciale vermelding verdient AMS-IX. Hoewel de afkorting klinkt als een vliegveld, is het misschien nog wel een belangrijkere hub dan Schiphol. AMS-IX staat voor Amsterdam Internet Exchange. Het is het grootste internetknooppunt van Nederland, en zelfs een van de grootste ter wereld. AMS-IX is niet per se gekoppeld aan een enkel bedrijf, en valt daarom misschien niet geheel onder de definitie ‘hyperscale datacenter’, maar de infrastructuur is vergelijkbaar – de gegevens die AMS-IX verwerkt, worden opgeslagen in verschillende datacenters. AMS-IX is goedbeschouwd niets anders dan een enorm kruispunt waar internetverkeer van over de hele wereld wordt verstuurd en ontvangen. Zonder zulke knooppunten is internationaal internetverkeer op de schaal zoals we het nu gebruiken onmogelijk.

Op een doordeweekse middag gaat er iedere seconde zo’n 8000 terabyte aan data door de exchange. Op piekmomenten, rond een uur of negen ‘s avonds, is dat zelfs meer dan 10.000 TB, oftewel 10 miljoen gigabyte. Op de website van AMS-IX kun je live meekijken met de datastromen.

AMS-IX verwerkt iedere seconde miljoenen gigabytes aan data.

Datacenters in Nederland

Los van internet exchanges, serverruimtes en andere kleinere datacenters zijn er op dit moment in Nederland drie actieve hyperscale-datacenters te vinden. Twee daarvan staan in Middenmeer, in de Noord-Hollandse gemeente Hollands Kroon. Daar, in de polders van de Wieringenmeer, hebben zowel Google als Microsoft een hyperscale-datacenter gebouwd. Microsoft heeft plannen voor een tweede hyperscale, en ook bedrijven als Netflix en Amazon hebben interesse getoond in een plekje in de polder, al staan die ontwikkelingen op dit moment op een laag pitje. Inmiddels is Microsofts hyperscale gegroeid tot ruim 110 hectare en Google doet er nog eens 71 hectare bovenop. In totaal is in Middenmeer 750 hectare gereserveerd voor datacenters. Google heeft nog een tweede hyperscale in Nederland, in het Groningse Het Hogeland, nabij de Eemshaven .

Techbedrijven bouwen maar al te graag datacenters in Nederland vanwege het robuuste elektriciteitsnet en de relatief korte afstand tot AMS-IX, waardoor data sneller en gemakkelijker over de wereld kunnen worden verstuurd. België blijft daarentegen flink achter op het gebied van hyperscales: Google is de enige grote speler die een significant aantal wat grotere datacenters in België heeft staan. In Europa lijken alleen Tsjechië en Portugal een minder aantrekkelijke locatie voor het bouwen van hyperscales.

Googles datacenter in de Eemshaven is een van de drie hyperscales in Nederland.

Binnenin een datacenter

Van buitenaf zien de meeste datacenters eruit als kale, anonieme grijze gebouwen, maar binnenin is alles een toonbeeld van hightech en efficiency.

Het belangrijkste onderdeel is de serverruimte. Daar staan de fysieke schijven waarop alle data zijn opgeslagen. Die serverruimtes hebben hun eigen klimaatsystemen, zodat er altijd onder de juiste temperatuur en luchtvochtigheid kan worden gewerkt. De volgende stap is de ruimte waarin de verbindingen met de servers van de klanten en met het internet worden gelegd – altijd dubbel, zodat de verbinding tijdens storingen niet wordt verbroken.

Elders in het gebouw is de energievoorziening te vinden. Datacenters draaien voor het grootste deel op groene energie, in het geval van de datacenters in Nederland opgewekt door windmolenparken. Wel is er een noodstroomvoorziening op basis van batterijen en een aggregaat voor als er tijdelijke storingen optreden.

Ook onmisbaar zijn de koelsystemen, die ervoor zorgen dat de serverruimtes niet oververhit raken. Tegenwoordig wordt zelfs de restwarmte gebruikt om kantoren en huizen mee te verwarmen. Het brandveiligheidssysteem zorgt ervoor dat bij de minste rookontwikkeling een mengsel van gassen wordt ingezet om verspreiding te voorkomen. Verder hebben grote datacenters eigen kantoren, en is er een operationeel centrum om de dagelijkse gang van zaken in goede banen te leiden.

Een datacenter bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling harde schijven. Foto: Digital Realty.

Nadelen

Het mag duidelijk zijn dat datacenters, en dan vooral de hyperscale-varianten, ontzettend belangrijk zijn voor grote (tech)bedrijven. Met de hoeveelheid diensten die Google, Microsoft en andere aanbieden, zijn deze centrale hubs onmisbaar.

Maar niet iedereen is even blij met de komst van zulke enorme gebouwen. Ten eerste neemt een datacenter veel fysieke ruimte in. In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimte schaars, zelfs in de Noord-Hollandse en Groningse polders. Daarbij gebruikt een hyperscale-datacenter een immense hoeveelheid energie – daarover later meer (afbeelding 5). Die energie wordt deels opgewekt door windmolens, maar inwoners van dorpen nabij zulke windmolenparken zien weinig van die voordelen terug, en kampen voornamelijk met de nadelen. Doordat datacenters grotendeels automatisch opereren, is het effect op de werkgelegenheid relatief beperkt.

Groen of niet, niet iedereen is altijd even bij met de komst van datacenters.

 

Zeewolde Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

Zeewolde

Toen Meta, het moederbedrijf van onder andere Facebook, Instagram en WhatsApp, aankondigde een hyperscale-datacenter te gaan bouwen in Zeewolde, in Flevoland, was de algemene stemming nog positief. Er was veel onbebouwd land in de gemeente, en met name de bouw van het complex zou de komende jaren voor flink wat werkgelegenheid zorgen. Tegen het einde van 2021 stemde de gemeenteraad dan ook in met de komst van het datacenter.

Maar de stemming sloeg al snel om. Lokale partijen maakten zich sterk voor het tegenhouden van de bouw, en na winst van Leefbaar Zeewolde bij de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar, werd de strijd tegen de bouw verhevigd. Men voelde zich nog eens gesterkt door het feit dat een deel van de grond die gebruikt zou worden voor het datacenter eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf. Daardoor worden er extra eisen aan onder andere de duurzaamheid van de bebouwing gesteld – eisen waaraan Meta, naar later bleek, moeilijk kon voldoen. In maart van dit jaar werd na een stemming in de Tweede Kamer besloten tot het tijdelijk pauzeren van de plannen, en in juni trok Meta zelf definitief een streep door de bouw van het datacenter.

De plannen waren in een vergevorderd stadium, maar het datacenter van Meta in Zeewolde komt er niet.

 

Energieverbruik

Een van de meest genoemde argumenten die tegenstanders inzetten om de komst van meer datacenters te voorkomen, is het energieverbruik. En dat is niet zonder reden. Volgens gegevens uit 2020 zijn datacenters in Nederland verantwoordelijk voor een kleine drie procent van het totale nationale elektriciteitsgebruik. Een groot deel daarvan, tot wel 88 procent, is groene energie (afbeelding 6). In Nederland gevestigde datacenters gebruiken 3,2 miljard kilowattuur aan elektriciteit. Kijken we naar het totale energieverbruik, dus niet alleen elektriciteit, dan zijn datacenters verantwoordelijk van 0,39% van het totaal. Omdat datacenters bijna volledig elektrisch werken, is de CO2-uitstoot te verwaarlozen: de gehele sector was in het afgelopen decennium verantwoordelijk voor slechts 0,0063% van de totale CO2-uitstoot.

Datacenters gebruiken veel water, voornamelijk voor de koeling van de serverruimtes. Volgens het CBS gebruikt de sector Informatie en Communicatie, waar datacenters onder vallen, ongeveer een miljoen kubieke meter water per jaar. Dat komt neer op 0,088 procent van het totale watergebruik in Nederland.

In de wetenschap dat we ieder jaar meer data en technologie gebruiken, zou je verwachten dat ook het energieverbruik van datacenters een vlucht neemt. Dat blijkt niet het geval. Datacenters zijn geen logge gebouwen, maar kunnen relatief snel worden aangepast. De afgelopen jaren zijn veel aanpassingen gedaan om de efficiëntie van datacenters te verbeteren, waardoor het totale energieverbruik ongeveer gelijk is gebleven – en dat in een periode waarin het internetverkeer sinds 2010 is vervijftienvoudigd. Een migratie van de Rijksoverheid, waarbij de zestig eerder gebruikte datacenters werden ingeruild voor vijf nieuwe, grotere exemplaren, deed het energieverbruik halveren.

©ALASTAIR WIPER

Googles datacenter bij de Eemshaven draait voor een groot deel op windenergie

 

Werkgelegenheid

Volgens gegevens uit 2021 hebben in Nederland op dit moment zo’n elfduizend mensen een baan die direct of indirect verbonden is aan een datacenter (afbeelding 7). Ongeveer de helft daarvan staat letterlijk op de loonlijst bij een datacenter. Daarbij kun je in eerste instantie denken aan IT’ers, maar er zijn ook specialisten op het gebied van beveiliging, brandveiligheid, stroomvoorziening en koeling. De andere helft staat onder contract bij bedrijven die primair producten of diensten leveren aan datacenters: ontwerpers en bouwkundigen, maar ook marketeers en juridische specialisten. Hoewel nieuwe hyperscales voorlopig in de ijskast staan, is de verwachting dat dit aantal de komende jaren snel zal toenemen: kleinere, minder specialistische datacenters worden in hoog tempo gebouwd.

Wereldwijd is de verwachting dat er tot 2025 in deze sector ruim 300.000 banen bij komen. Dat is nog los van de bouwbedrijven en ontwerpers die moeten worden ingehuurd om de realisatie van datacenters mogelijk te maken. Voor Europa zal het om ongeveer 80.000 banen gaan.

Op dit moment werken er zo’n elfduizend mensen direct of indirect bij een datacenter. Foto: Interxion a Digital Realty Company.

Vloek of zegen?

Datacenters op zichzelf zijn onmisbaar voor de manier waarop we ons leven leiden. Zonder datacenters is er geen Facebook, geen Netflix en geen internet. Techbedrijven groeien almaar door, en al die miljarden gigabytes aan informatie die we dagelijks versturen en ontvangen, moet ergens worden opgeslagen.

Grote bedrijven zouden het liefst zien dat dat in enorme, gecentraliseerde hyperscale-centra wordt gedaan, maar daar is niet iedereen even blij mee. Hoewel hyperscales een minder grote voetafdruk hebben als het gaat om uitstoot en energieverbruik dan je in eerste instantie zou verwachten, is de teneur dat Nederland simpelweg te klein is om vol te bouwen met serverparken.

De drie hyperscales in Nederland die op dit moment operationeel zijn, zorgen voor werkgelegenheid, maar dat is niet de grootste winst. Door de aanwezigheid van hyperscales wordt het vestigingsklimaat voor bedrijven een stuk positiever. Voeg daar AMS-IX aan toe, een van de grootste internet exchanges ter wereld, en het is niet zo gek dat veel techbedrijven zich heel graag in Nederland willen vestigen.

Toch gaan er steeds meer stemmen op om de bouw van nog meer enorme datacenters tegen te houden, en ook de politiek is inmiddels zeer terughoudend. Voorlopig doen we het dus met de drie hyperscale-datacenters die we op dit moment hebben staan. In hoeverre dat invloed heeft op de positie van Nederland in de technologische wereldeconomie, moet de toekomst uitwijzen.

Nieuwe hyperscales komen er voorlopig niet, maar de bestaande datacenters draaien gewoon door.

▼ Volgende artikel
eXodus - dit zijn alternatieven voor X
© gguy - stock.adobe.com
Huis

eXodus - dit zijn alternatieven voor X

Wat hebben organisaties als KRO-NCRV, NS, Bits of Freedom en Oxfam Novib met elkaar gemeen? Dat ze niet langer actief zijn op het socialmediaplatform X. Waarom willen ze dat niet meer? Wat speelt er bij X? Welke alternatieven zijn er?

In dit artikel bespreken we de ondergang van X en welke alternatieven er voor X zijn:

  • Fediverse
  • Mastodon
  • Threads
  • Bluesky

Ben je een pionier? Dan heb je misschien ook wel interesse in één van deze alternatieve browsers

Sinds juli 2023 voegden veel media maandenlang ‘Twitter’ toe achter elke vermelding van X. Velen moesten namelijk nog wennen aan de nieuwe naam. Elon Musk, die Twitter in oktober 2022 voor 44 miljard dollar kocht, vond dat X beter paste bij zijn visie om het microblogging-platform om te vormen tot een allesomvattend digitaal ecosysteem, vergelijkbaar met WeChat in China. Musk lijkt trouwens een opvallende affiniteit te hebben met de letter X, wat ook zichtbaar is in projecten als SpaceX, Tesla Model X en xAI. Veel gebruikers waren niet gerust op deze overname, en niet geheel onterecht, want Musk heeft inmiddels ingrijpende veranderingen doorgevoerd.

X: aanpassingen

Kort na de overname herstelde Musk eerder geschorste accounts, waaronder die van controversiële figuren als Donald Trump, Andrew Tate en Kanye West. Het platform stopte bovendien met het handhaven van het beleid tegen desinformatie rond Covid-19. En waar vroeger een gratis verificatiesysteem was, waarbij Twitter invloedrijke personen en organisaties een blauw vinkje gaf, is dat nu puur commercieel: wie betaalt, krijgt een vinkje. Het staat niet langer voor authenticiteit, maar toont enkel aan dat een gebruiker betaalt voor X Premium en zo extra functionaliteit en zichtbaarheid krijgt.

Daarnaast introduceerde X de For You-feed, een sectie met aanbevelingen op basis van gebruikersvoorkeuren en -gedrag, maar ook beïnvloed door strategische beleidsbeslissingen. Dit gebeurt via een AI-gestuurd algoritme, waarvan slechts delen openbaar zijn gemaakt, wat vragen oproept over transparantie en mogelijke bias.

Het moderatiebeleid veranderde eveneens. Tweets die de richtlijnen schenden, worden niet meer verwijderd, maar zijn enkel minder zichtbaar (‘Freedom of Speech, Not Reach’). Daarnaast is er een verschuiving naar gemeenschapsgestuurde moderatie (‘Community Notes’), waardoor factchecking minder centraal en vaak trager verloopt.

De algoritmen van X roepen bij velen vragen op over de transparantie en mogelijke bias.

Fediverse

Musk zelf noemt deze aanpassingen democratischer, maar voor veel gebruikers hebben deze aanpassingen geleid tot een meer toxische inhoud. Daarbij worden specifieke groepen kritisch bekeken en beoordeeld, onder wie liberalen en de LGBTQ+-gemeenschap.

De cijfers lopen uiteen, maar de meeste bronnen zijn het er wel over eens dat heel wat gebruikers en organisaties het platform hebben verlaten sinds de overname door Musk.

Twee jaar geleden leek er maar één echt alternatief te zijn: Fediverse, dat gebruikers meer controle gaf over hun data en de moderatie.

Fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’ en kun je zien als een netwerk van onderling verbonden platformen en servers, die onafhankelijk worden beheerd door organisaties of individuen. Bij traditionele socialmediaplatforms ben je afhankelijk van één centrale organisatie. Daardoor kun je met bijvoorbeeld een Instagram-account niet zomaar gebruikers van X bereiken. De gemeenschappelijke protocollen binnen het Fediverse, zoals het populaire ActivityPub, maken onderlinge communicatie juist wel mogelijk. Je kunt dus een account aanmaken op een server en vervolgens communiceren en gegevens uitwisselen met gebruikers op andere platformen. Binnen het Fediverse beweeg je dus vrijelijk tussen verschillende servers en platformen.

Het Fediverse-netwerk bevat talrijke platformen, waarvan de meeste door het ActivityPub-protocol zijn verbonden (afbeelding: Per Axbom, CC BY-SA 4.0, Wikimedia Commons).

Mastodon

Mastodon was – en is nog steeds – het populairste Fediverse-platform, maar dat bleek helaas niet geschikt voor het grote publiek. Veel (mainstream) gebruikers vonden het namelijk verwarrend dat ze zelf een server moesten kiezen bij registratie. Ook de interface en gebruikerservaring waren minder gestroomlijnd dan bij Twitter/X. Door de decentrale structuur werkten sommige servers ook traag of werden ze slecht beheerd.

Daarnaast bood Mastodon slechts beperkte ondersteuning voor video en live-updates en ontbraken universeel doorzoekbare inhoud en trending topics, waardoor populaire discussies moeilijker te volgen waren. Bekende personen waren er ook nauwelijks actief, en veel gebruikers hadden moeite om hun sociale netwerk opnieuw op te bouwen. Eind 2023 bereikte Mastodon een piek in regelmatige bezoekers, maar de groei vlakte al snel af.

De interface van Mastodon, met vertrouwde ingrediënten als tijdlijn, meldingen en favorieten.

Threads

Mastodon behoudt weliswaar een niche bij privacybewuste en opensource-enthousiastelingen, maar bleek dus te ingewikkeld en gefragmenteerd voor de doorsneegebruiker. Vanaf eind 2023 zochten velen daarom hun toevlucht tot traditionelere sociale netwerken als LinkedIn, Instagram en vooral Threads.

Dit laatste platform werd medio 2023 door Meta (Mark Zuckerberg) gelanceerd als reactie op de groeiende kritiek op Twitter/X. Het is direct gekoppeld aan Instagram, waardoor gebruikers hun bestaande account kunnen gebruiken.

De interactiemogelijkheden binnen Threads lijken sterk op die van X, met opties als liken, citeren, posten en reageren. Ook doet het veel denken aan het oude Twitter: je volgt zelf mensen of vertrouwt op het algoritme. Volgens veel gebruikers is dit algoritme vooral ontworpen om politieke discussies en nieuwsverwijzingen te mijden. Al kun je zelf wel bepaalde mensen volgen. Het platform toont daarnaast vaak berichten die reacties willen uitlokken (‘engagement bait’). Op dit platform vind je veel beroemdheden en influencers, en de meeste content is vrij luchtig.

Threads werkt trouwens ook aan ondersteuning voor het ActivityPub-Fediverse, wat de dienst compatibel maakt met onder meer Mastodon.

Ook bij Threads kun je zelf bepalen wie je wilt volgen.

Bluesky

Hoewel Threads momenteel veel meer maandelijkse gebruikers heeft (circa 275 miljoen), trekt ook het microblogging-platform Bluesky tegenwoordig een groeiend aantal voormalige X-gebruikers aan (circa 30 miljoen). Ter vergelijking: X zou nu nog zo’n 500 miljoen maandelijkse gebruikers tellen, terwijl Mastodon er ongeveer 15 miljoen heeft.

Bluesky wordt gerund door Bluesky Social. Het werd begin 2023 officieel gelanceerd, maar ontstond al in 2021, opgericht door Jack Dorsey, medeoprichter van Twitter.

Net als Mastodon is Bluesky een gedistribueerd netwerk, maar het is wel gebruiksvriendelijker, mede dankzij het modernere, open protocol AT (Authenticated Transfer). Het platform streeft naar transparantie en wil ook gebruikers zelf hun eigen algoritme laten maken en verfijnen.

Er zijn nog geen advertenties en de tijdlijn toont berichten in chronologische volgorde, zonder verborgen algoritme. In principe kun je ook zelf een server kiezen, al is dat in de praktijk nagenoeg altijd hostingprovider bsky.social. Gevorderde gebruikers kunnen zelfs een eigen server hosten (PDS, personal data server).

Bluesky wordt momenteel vooral bevolkt door Amerikaanse gebruikers, en het valt nog af te wachten in welke mate ook het aantal actieve Nederlandse en Vlaamse gebruikers zal toenemen. In het vervolg van dit artikel maken we grondiger kennis met Bluesky, waarbij we vooral focussen op hoe je volgaccounts en berichtgeving meer naar eigen hand kunt zetten, met onder meer migratie, startpakketten, lijsten, feeds en ook extra diensten.

Meer dan Threads verwelkomt Bluesky ook politieke discussies.

Account

Je kunt Bluesky gebruiken via je browser of de app, beschikbaar in de officiële appstores van Android en Apple. Na installatie kies je de interface-taal (waaronder Nederlands) en registreer je je met een e-mailadres, wachtwoord, geboortedatum en ‘gebruikershandle’. Vervolgens upload je een profielafbeelding of kies je een avatar, en na het aanduiden van je interesse(s) kun je direct aan de slag. Je moet nog wel even een verificatiecode invullen die je via e-mail krijgt.

Bluesky: na een snelle registratie ben je er klaar voor.

Ontdekken en volgen

Wanneer je de startpagina opent, zie je twee secties: Discover en Following. In Discover verschijnen direct berichten, gebaseerd op de interesses die je bij registratie hebt opgegeven. Je ziet hier ook trending topics en populaire posts binnen de gemeenschap. Je kunt deze feed personaliseren via aangepaste feeds, door er zelf een te creëren of een passend algoritme te kiezen.

In de sectie Following zie je berichten van accounts die je volgt. Aanvankelijk is deze leeg, behalve het Bluesky-account. Om iemand te volgen, houd je de muis boven de post header (met accountnaam, tijdstip en berichttitel) en klik je op +Volgen. Dit verandert in Volgend; klik hierop als je het account niet langer wilt volgen. Berichten van gevolgde accounts verschijnen vervolgens in de sectie Following.

Het vergt slechtsr een muisklik om iemand te (ont)volgen.

Zoeken en migreren

Er zijn verschillende manieren om snel extra accounts aan je volglijst toe te voegen. Open de rubriek Zoeken (tik in de mobiele app op het pictogram met drie streepjes) en vul in de zoekbalk een onderwerp in, zoals Artificial intelligence. Selecteer een geschikt account en klik op +Volgen.

Wil je accounts van Twitter/X ook op Bluesky volgen, dan gaat dit het snelst met de browserextensie Sky Follower Bridge, beschikbaar in de officiële Chrome- en Firefox-webstores. Na installatie start je de extensie en meld je je aan met je Bluesky-handle of e-mailadres en een app-wachtwoord.

Om zo’n wachtwoord (met beperkte machtigingen) te maken, ga je in Bluesky naar Instellingen, kies je Privacy en beveiliging, selecteer je App-wachtwoorden en klik je op +App-wachtwoord toevoegen. Geef het een naam, bijvoorbeeld SkyFollowerBridge, bevestig met Volgende, kopieer of noteer het wachtwoord en klik pas daarna op Gereed.

Na aanmelding open je je lijst met gevolgde accounts op X via www.x.com/<je_accountnaam>/following. Klik op de extensieknop en kies Find Bluesky Users. De extensie zoekt naar actieve Bluesky-accounts in je lijst. Klik op View Detected Users en daarna op Follow on Bluesky om de gewenste accounts te volgen.

Sky Follower Bridge automatiseert het migratieproces van gevolgde accounts van X naar Bluesky.

Startpakketten

Een andere handige manier om je volglijst uit te breiden is met startpakketten. Als je een interessant account vindt, klik je erop om de profielpagina te openen en ga je naar het onderdeel Startpakketten. Met wat geluk heeft deze persoon al pakketten aangemaakt: dit zijn verzamelingen accounts rond een specifiek onderwerp. Open zo’n pakket, bekijk de tabbladen Personen en Berichten en volg gewenste accounts via de knop +Volgen.

Je kunt ook zelf startpakketten maken. Ga naar Profiel en open het tabblad Startpakketten. Klik op Aanmaken, geef je pakket een naam en voeg een beschrijving toe. Druk op Volgende en voeg minstens acht accounts toe die relevante berichten posten. Klik weer op Volgende om eventueel feeds toe te voegen of kies voor Overslaan. Daarna kun je anderen uitnodigen via een QR-code of door de link te kopiëren.

Je kunt ook je eigen startpakketten creëren en deze met anderen delen.

Lijsten en feeds

Je kunt zelf ook een reeks gebruikers opsommen en deze lijsten eventueel delen. Open hiervoor de rubriek Lijsten en klik op +Nieuw. Vul een naam en omschrijving in en bevestig met Opslaan. Voeg gebruikers toe en bekijk hun berichten vanuit de lijst. Klik op Vastzetten op startpagina om de lijst als aparte feed naast Discover en Following te tonen.

Je beheert feeds rechtstreeks via de rubriek Feeds. Onder Ontdek nieuwe feeds kun je voorgestelde feeds toevoegen of zelf zoeken via de zoekbalk. Klik op een feed bij Mijn feeds om de berichten te bekijken.

Gebruik het tandwielpictogram bij Feeds om feeds via het pinicoon op je startpagina vast te zetten of hieruit weg te halen. Niet-vastgezette feeds kun je hier ook verwijderen.

Je kunt eigen feeds creëren, bijvoorbeeld met een no-code tool als Skyfeed.app. Meld je aan met je Bluesky-account en een app-wachtwoord (zie ook de paragraaf ‘Zoeken en migreren’). Klik op Create your first feed en voeg in de Visual Editor (of JSON Editor) de gewenste blokken toe, zoals Input, Remove, RegEx, Sort by en Limit. Bevestig met Publish Feed.

Kopieer de feed-ID achteraan de gegenereerde link en deel deze met anderen. Zij hoeven alleen de rubriek Feeds in Bluesky te openen en het ID in de zoekbalk Search feeds te plakken om je feed toe te voegen.

Met een app als Skyfeed kun je ook eigen feeds creëren en deze met anderen delen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)
Huis

Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)

Vandaag zijn het vooral Odido-abonnees die te kampen hebben met storing, maar ook als je klant bent bij bijvoorbeeld KPN, VodafoneZiggo, Ben, Simpel of Delta komt het voor: je kunt niet bellen en/of internetten. Als zo'n storing wat langer duurt, kun je recht hebben op compensatie. In dit artikel lees je wanneer je waar recht op hebt en hoe je die compensatie kunt aanvragen.

Een landelijke storing bij je internet, tv of telefoon is niet alleen vervelend, maar kan ook financiële gevolgen hebben. Gelukkig is in Nederland wettelijk vastgelegd dat je in sommige gevallen recht hebt op een vergoeding. Maar hoe werkt dat precies? Wanneer heb je recht op compensatie, hoe hoog is die vergoeding en waar kun je terecht bij jouw provider?

Volgens de Telecommunicatiewet heb je als consument of kleinzakelijke gebruiker recht op compensatie als er sprake is van een volledige netwerkstoring die twaalf uur of langer duurt. Dat betekent dat alle onderdelen van je abonnement uitvallen: dus bijvoorbeeld zowel internet als televisie en telefonie. Regionale storingen vallen ook onder deze regeling, zolang je binnen het getroffen gebied woont of werkt. Sommige providers hanteren uit zichzelf een iets soepelere norm en keren al bij acht uur storing een vergoeding uit, maar dat is niet verplicht. De wettelijke grens ligt op twaalf uur.

De hoogte van de vergoeding is gekoppeld aan de maandelijkse kosten van je abonnement. Bij een storing van twaalf tot vierentwintig uur ontvang je één dertigste van je maandbedrag. Duurt de storing langer, dan loopt het bedrag op met telkens nog een dertigste per extra dag. Voor prepaid-gebruikers geldt een vergoeding van vijftig cent per dag. De vergoeding wordt meestal verrekend op je volgende factuur. Je hoeft er als klant wel iets voor te doen: in de meeste gevallen moet je zelf een aanvraag indienen via de website of app van je provider.

Verzamel bewijs

Heb je last gehad van een storing, controleer dan altijd eerst hoe lang die precies heeft geduurd. De meeste providers publiceren actuele storingsmeldingen op hun website. Noteer de begindatum en -tijd en maak eventueel een screenshot als bewijs. Zodra de storing voorbij is, kun je je aanvraag indienen. Meestal kan dat nog tot enkele maanden na de storing, maar wacht niet te lang. Het aanvragen van compensatie gaat soms via een speciale pagina, in andere gevallen moet je daarvoor contact opnemen met de klantenservice. Hieronder staan handige links naar de grootste providers om je verder te helpen.

©Website Odido

Bron: Odido

Compensatie aanvragen doe je zo:

Bij KPN kun je een compensatieverzoek indienen via je persoonlijke KPN-pagina, waar je moet inloggen met je KPN ID.
👉 Meer lezen/aanvragen compensatie KPN


Vodafone-klanten kunnen hun aanvraag doen via de Vodafone-app of de klantenservice.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Vodafone


Ziggo heeft een aparte compensatiepagina, waar je een storing kunt melden en direct je vergoeding kunt aanvragen. Die staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ziggo


Ook bij Odido geldt de wettelijke grens van twaalf uur. Op de veelgestelde vragen-pagina lees je hoe je een claim kunt indienen. Odido zegt zelf een formulier online te zetten wanneer een storing langer dan twaalf uur geduurd heeft.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Odido


Ben, dat gebruikmaakt van het netwerk van Odido, heeft dezelfde regeling. Informatie over compensatie vind je op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ben


Simpel, dat ook gebruikmaakt van het Odido-netwerk, verwijst je naar je persoonlijke accountomgeving voor het melden van een storing. De klantenservicepagina staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Simpel


Bij Delta kun je compensatie aanvragen via MijnDELTA of per brief. Uitleg staat op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Delta

Dus: meer dan twaalf uur storing? Compensatie!

Samengevat: bij een volledige uitval van je netwerk van twaalf uur of meer heb je recht op een vergoeding van minimaal één dertigste van je maandbedrag. Bij sommige providers kun je al eerder compensatie krijgen, maar dat is geen wettelijke verplichting. De meeste providers maken het aanvragen makkelijk via hun eigen omgeving of app. Heb je geen toegang tot je account, dan kun je altijd contact opnemen met de klantenservice. De verwerking duurt meestal een paar weken. Laat je niet afschepen als je recht hebt op compensatie. De regeling is wettelijk vastgelegd!