ID.nl logo
Certificaat voor je NAS regel je zo
© PXimport
Huis

Certificaat voor je NAS regel je zo

Zelfs als je een NAS alleen binnen je thuisnetwerk gebruikt, is het verstandig om daarmee met https te verbinden. Dat kan via een zogenoemd zelf-ondertekend certificaat, maar die geven wel (steeds meer) beperkingen. In dit artikel laten we zien hoe je een echt Let’s Encrypt-certificaat voor de encryptie gebruikt. We zetten volgens twee methodes een reverse proxy op als veilige tussenschakel, die je uiteraard ook voor andere webdiensten in kunt zetten.

Het is aan te raden om bij het benaderen van je NAS het https-adres te gebruiken. En in apps zet je een vinkje bij https. Dit beschermt je ook beter tegen cryptoware. Wel geeft je browser helaas vaak een niet zo subtiele waarschuwing dat de verbinding onveilig is en plaatst een rood uitroepteken in de adresbalk als je die negeert. In deze masterclass gaan we dat oplossen door de NAS een certificaat te geven dat door je browser en elk ander apparaat wordt geaccepteerd. Misschien heb je al eens met een zelf-ondertekend certificaat (in het Engels self signed certificate genoemd) geëxperimenteerd, waar de Chrome-browser met wat handmatige aanpassingen wel akkoord mee gaat. Maar zo’n zelf-ondertekend certificaat is een stuk lastiger of zelfs onmogelijk om ook goed op je smartphone of tablet te laten werken. Een oplossing voor dergelijke problemen is het gebruik van een echt certificaat, van bijvoorbeeld Let’s Encrypt, dat door vrijwel alle apparaten wordt geaccepteerd zonder aanpassingen. We gaan in deze masterclass een reverse proxy gebruiken als tussenschakel voor je NAS en andere webdiensten. We behandelen twee methodes. Bij de eerste gebruiken we alleen een Synology-NAS, bij de tweede methode een aparte server. Het is heel praktisch als je over een domeinnaam beschikt, zodat je voor de NAS en elke webdienst die je wilt benaderen een apart subdomein kunt gebruiken (zie het kader ‘Reverse proxy met subdomeinen’).

Reverse proxy met subdomeinen

Een reverse proxy is in feite een server die aanvragen aanneemt en doorstuurt naar een doelserver. Het doel kan bijvoorbeeld een webdienst zijn die op dezelfde server (localhost) op een ander poortnummer draait, of helemaal op een andere fysieke server. Ze worden vaak gebruikt om de prestaties van webservers te verbeteren, maar ook om de beveiliging en betrouwbaarheid te verbeteren. In deze masterclass draait de reverse proxy of op de NAS zelf of op een andere server in het lokale netwerk. Toegang naar de reverse proxy gaat via http of https, eventueel met doorverwijzing van http naar https. We sturen via de router door portforwarding-regels poorten 80 en 443 door naar de reverse proxy. Die kan op basis van de zogenoemde hostnaam beslissen naar welke doelserver hij verzoeken moet doorsturen. Op die manier kun je handig verschillende webdiensten beschikbaar maken via diezelfde reverse proxy. Je NAS bijvoorbeeld achter ds.domein.nl en Home Assistant via hass.domein.nl.

01 Domein instellen

Wij gebruiken een domeinnaam bij domeinnaamregistratie- en webhostingbedrijf TransIP en gaan de DNS-instellingen aanpassen bij de hostingprovider via het controlepaneel. Voor het domein, in dit voorbeeld xda.nl, vullen we als naam de subdomeinnaam ds in, zodat de NAS via ds.xda.nl bereikbaar wordt. Het gaat om een A-record, waarbij we als waarde het ip-adres van de internetverbinding thuis invullen. Bewaar de aanpassingen. Het kan na een DNS-wijziging tot 24 uur duren voordat de wijzigingen merkbaar zijn, door caches van onder andere je internetprovider. Heb je geen vast ip-adres? Dan kun je dit bij veel providers op aanvraag regelen. Als alternatief kun je ook dynamisch DNS gebruiken, wat in veel routers en ook de Synology-NAS is ingebouwd. Het werkt zonder domeinnaam en kan ook met een dynamisch ip-adres overweg. Bij de NAS open je daarvoor Configuratiescherm. Ga naar Externe toegang / DDNS en klik op Toevoegen. Bij Serviceprovider kies je Synology. Voer een naam in bij Hostnaam. Hiermee zal steeds je ip-adres worden gekoppeld aan de bewuste naam (zoals naam.synology.me).

©PXimport

02 Poorten doorsturen

Voor het maken van certificaten en bereiken van je NAS via internet moet je enkele poorten doorsturen vanaf je router. Onderstaande instructies zijn voor een AVM Fritz!Box, bij andere routers werkt het net wat anders. Open de gebruikersinterface en ga naar Internet / Toegang verlenen. Op het tabblad Poortvrijgaven kies je Apparaat voor vrijgaven toevoegen. Kies als apparaat de reverse proxy (je NAS of een aparte server) of voer handmatig het ip-adres in. Kies dan Nieuwe vrijgave. Nu kun je bij Toepassing direct de gewenste optie kiezen, zoals HTTP-server of HTTPS-server. Kies eerst HTTP-server. Je ziet dat zowel bij Poort op apparaat als Poort extern gewenst de waarde 80 wordt ingevuld (dat is de standaardpoort voor http-verkeer). Bij de optie HTTP-server is dat poort 443. Voeg ze beide toe zodat respectievelijk poort 80 en 443 worden doorgestuurd. Gebruik je een NAS, dan kun je met de optie Andere toepassing ook poort 5001 doorsturen voor de gebruikersinterface.

©PXimport

03 Externe server of NAS

Je kunt een reverse proxy op je NAS instellen, wat we als eerste methode bespreken, maar ook op een externe server. Het verschil is niet heel groot. Op de Synology-NAS draait namelijk standaard Nginx en de gebruikersinterface van DiskStation Manager (DSM) geeft je mogelijkheden om dit alles te configureren. Je kunt de NAS en diensten die daarop draaien met een certificaat beveiligen. Daarnaast kan de NAS als reverse proxy voor andere diensten in je netwerk fungeren. Hiervoor ga je in Configuratiescherm naar Toepassingsportaal / Reverse Proxy (bij DSM 7.0 Aanmeldingsportaal / Geavanceerd).

Het gebruik van een externe server geeft dezelfde mogelijkheden én extra voordelen. Zo is het veiliger, omdat bij kwetsbaarheden in de reverse proxy de achterliggende NAS buiten spel blijft. Ook is het minder belastend voor de NAS. En op het niveau van de reverse proxy kun je gemakkelijker beperkingen opleggen, zoals het blokkeren van extern verkeer.

©PXimport

Gebruik van Synology-NAS

04 Certificaat maken

Bij deze eerste methode gebruiken we zoals gezegd alleen een Synology-NAS waar je poorten 80, 443 en 5001 naar doorstuurt. We gaan eerst het certificaat voor de NAS maken. Open daarvoor de webinterface van DiskStation Manger en ga naar Configuratiescherm. Zorg dat je in de Geavanceerde modus zit, indien nodig verander je dit rechtsboven. Ga vervolgens naar Beveiliging / Certificaat en kies Toevoegen. Selecteer de optie Een nieuw certificaat toevoegen en klik op Volgende. Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Let’s Encrypt, en selecteer daaronder Krijg een certificaat van Let’s Encrypt. Klik weer op Volgende. Bij Domeinnaam voer je vervolgens de domeinnaam in waarvoor het certificaat moet gaan gelden. In ons voorbeeld is dat ds.xda.nl. Voer ook een e-mailadres in, Let’s Encrypt bewaart dat als onderdeel van je domein. Bij Onderwerp alternatieve naam kun je meer domeinen opgeven waar het bewuste certificaat voor moet gelden, vaak ook Subject Alternative Name genoemd. Je kunt zulke subdomeinen ook altijd later (apart) toevoegen. Klik ten slotte op Toepassen. Hierna wordt het Let’s Encrypt-certificaat aangemaakt en gecertificeerd. Zorg dat poort 80 correct is doorgestuurd, anders krijg je een foutmelding.

©PXimport

05 Certificaat configureren

Je kunt het nieuwe certificaat nu configureren. Klik erop en kies Configureren (bij DSM 7.0 Instellingen). Geef aan voor welke doeleinden de NAS dit certificaat moet gebruiken. Achter Systeemstandaard kies je het Let’s Encrypt-certificaat, zodat het voor de gebruikersinterface van DiskStation Manager wordt gebruikt.

Het is verstandig om het nieuwe Let’s Encrypt-certificaat hierna nog als standaardcertificaat in te stellen. Op die manier zetten we het Synology-com-certificaat buitenspel, dat (door de browser) als onveilig wordt beschouwd. Klik daarvoor weer op het Let’s Encrypt-certificaat en klik op het pijltje bij Toevoegen / Bewerken (bij DSM 7.0 Actie / Bewerken). Zet een vinkje bij Instellen als standaardcertificaat en klik op OK.

Verder raden we je aan om http-verkeer om te leiden naar https. Hiervoor ga je in DSM 6.2 in Configuratiescherm naar Netwerk / DSM-instellingen. Zet een vinkje bij Automatisch de http-verbinding omleiden naar https. Bij DSM 7.0 kies je in Configuratiescherm de opties Aanmeldingsportaal / DSM en selecteer je Automatisch de http-verbinding omleiden naar https. Klik dan op Toepassen.

©PXimport

06 Toegang tot de NAS

Standaard wacht de NAS op poort 5001 op versleutelde verbindingen via https://diskstation:5001 of een andere naam afhankelijk van wat je hebt ingesteld. Omdat het certificaat is gemaakt voor ds.xda.nl zul je echter dat adres moeten gebruiken, dus https://ds.xda.nl:5001, anders krijg je alsnog een certificaatfout. Hierbij is toegang op afstand ook mogelijk, buiten je lokale netwerk. We gaan ervan uit dat je dat ook wilt. Maar wil je dat liever niet, dan zou je dat met een eigen DNS-server kunnen oplossen. Je moet er dan voor zorgen dat de domeinnaam (in ons voorbeeld ds.xda.nl) via je eigen DNS-server direct naar het ip-adres van de NAS verwijst (in ons voorbeeld 10.0.10.202). Je kunt er vervolgens, via de instellingen van je router, voor zorgen dat alle clients in het netwerk (via DHCP) die DNS-server gebruiken. Dit valt buiten het bestek van deze masterclass. Gaat het bijvoorbeeld alleen om een pc, dan kun je het eventueel zonder DNS-server regelen via het hosts-bestand (zie het kader ‘Directe toegang tot NAS via hosts-bestand’). Bij de tweede methode die we hierna bespreken kun je eventueel wél, op de reverse-proxy-server zelf, verkeer buiten je lokale netwerk tegenhouden.

©PXimport

Directe toegang tot NAS via hosts-bestand

Wil je dat het internetadres (ds.xda.nl) direct naar het ip-adres van de NAS verwijst? Zonder eigen DNS-server? Dan kun je dat eventueel op de clients zelf instellen. Onder Windows gaat dat via het hosts-bestand. Open daarvoor de map C:\Windows\System32\drivers\etc. Kopieer het bestand hosts naar een bestandslocatie waar je dit mag bewerken. Open het met bijvoorbeeld Kladblok en voeg een regel toe met het ip-adres van de NAS gevolgd door de domeinnaam, bijvoorbeeld: 10.0.10.202ds.xda.nl Kopieer het bestand weer terug naar de genoemde locatie. Als je nu https://ds.xda.nl:5001 bezoekt, dan word je direct naar de NAS in het lokale netwerk gebracht. Het certificaat blijft geldig, het ip-adres heeft daar geen invloed op. Via de Opdrachtprompt kun je met ping ds.xda.nl of nslookup ds.xda.nl controleren dat het lokale ip-adres wordt gebruikt. Een DNS-server is praktischer, omdat het meteen voor elk apparaat in je netwerk werkt, als je de DNS-server kenbaar maakt via DHCP.

©PXimport

Handmatige methode

07 Server-installatie

Bij de handmatige methode ga je Nginx als reverse proxy installeren, waarna je de certificaten op deze server regelt. Zorg er voor dat poorten 80 en 443 naar deze server worden doorgestuurd. Voor de NAS en elke webdienst die je via de reverse proxy wilt benaderen, kun je vervolgens een configuratiebestand met alle vereiste details maken. Eventueel kun je alles in één configuratiebestand zetten, maar aparte bestanden zijn overzichtelijker, zeker bij veel extra opties. Op basis van de hostnaam kun je diensten van elkaar onderscheiden. En als je dat prettig vindt, kun je de toegang op allerlei manieren beperken en bijvoorbeeld gebruikers buiten je lokale netwerk uitsluiten. Dit alles maakt de methode veiliger dan de voorgaande. Nginx is voor veel platforms beschikbaar. Hier gaan we uit van een server met Ubuntu 20.04, maar een Raspberry Pi met het besturingssysteem Raspberry Pi OS is bijvoorbeeld ook een prima optie. Het kan geen kwaad als er al andere toepassingen op draaien, zolang die niet de http-poort (80) en https-poort (443) claimen.

©PXimport

08 Installatie Nginx

Zorg na de installatie van het besturingssysteem dat je bent ingelogd middels ssh. Vervolgens installeer je Nginx met het commando:

sudo apt-get install nginx

Start de webserver met:

sudo service nginx start

Bezoek het ip-adres van de server en controleer of de welkomstpagina van Nginx verschijnt. Voor het maken van Let’s Encrypt-certificaten gaan we Certbot gebruiken. De instructies voor de installatie voor jouw webserver en besturingssysteem vind je hier. Die instructies gaan bij Ubuntu uit van een installatie via Snap. Hier kiezen we voor de mogelijk iets oudere versie van Certbot uit de repository’s van Ubuntu. Je installeert Certbot met het commando:

sudo apt-get install certbot python3-certbot-nginx

Als eerste maken we een configuratiebestand voor de NAS. De standaardmap waarin je deze maakt is /etc/nginx/conf.d. Blader naar de map met de opdracht:

cd /etc/nginx/conf.d

En maak het configuratiebestand met:

nano ds.conf

In eerste instantie hoef je hier alleen onderstaande regels in te zetten:

server {

listen 80;

server_name ds.xda.nl;

}

Controleer de configuratie met:

nginx -t

©PXimport

09 Certificaat maken

We kunnen nu het certificaat maken. Start daarvoor Certbot met certbot. Hierna wordt je e-mailadres gevraagd en moet je akkoord gaan met de gebruiksvoorwaarden. Vervolgens kun je kiezen voor welke servernaam je het certificaat wil maken. Voer het getal in bij het domein, in dit voorbeeld kiezen we 1 voor ds.xda.nl. Als laatste kun je kiezen of http-verkeer moet worden doorgestuurd naar https. Als je daarvoor kiest, en dat raden we aan, zal Certbot de configuratie daarop aanpassen.

Open daarna het configuratiebestand met nano en bekijk wat is toegevoegd:

nano ds.conf

Als laatste stap moeten we alleen nog de regels voor de reverse proxy hieraan toevoegen. Er zijn twee blokken omsloten door server {}. Het onderste blok bevat de doorverwijzing van http naar https. In het bovenste blok voegen we aan de onderkant de volgende regels toe. Achter proxy_pass zet je uiteraard het adres van je NAS.

location / {

proxy_pass https://10.0.10.202:5001;

proxy_redirect http:// https://;

}

Na het maken van deze aanpassing moet je Nginx even herstarten met:

service nginx reload

©PXimport

10 Controleer de configuratie

In afbeelding 10 zie je hoe de complete configuratie er uit ziet. Om je NAS te bezoeken, kun je rechtstreeks https://ds.xda.nl gebruiken. Intern zal de reverse proxy met poort 5001 verbinden. Wil je de toegang om veiligheidsredenen beperken tot gebruikers op het lokale netwerk? Dan kun je in het configuratiebestand binnen het blok van de reverse proxy het volgende toevoegen:

allow 10.0.0.0/24;

deny all;

Hier geven we eerst aan vanaf welke netwerken verkeer wordt geaccepteerd. In dit voorbeeld is dat 10.0.0.0/24 (in CIDR-notatie) maar in jouw situaties kan het bijvoorbeeld ook 192.168.1.0/24 zijn. We blokkeren daarna al het andere verkeer.

Een laatste stap is het automatisch vernieuwen van de certificaten. Voor daarvoor dit commando uit:

crontab -e

En voeg deze regel toe:

0 12 * * * /usr/bin/certbot renew --quiet

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro
© Paulus N. Rusyanto
Huis

Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom speuren we een paar keer per week binnen een bepaald thema naar zulke deals. Een smartphone met een dunne schermrand was jaren geleden nogal prijzig, tegenwoordig vind je ze voor een schappelijke prijs. Wij hebben vijf randloze telefoons voor minder dan 350 euro voor je weten te vinden.

Ramdloze smartphones, ook wel toestellen met een zogeheten full-screen- of edge-to-edge- display genoemd, winnen de laatste jaren steeds meer aan populariteit – en dat is niet zonder reden. Door het minimaliseren van de schermranden hebben deze telefoons een strak en modern design, waarbij het scherm nagenoeg de volledige voorkant van het toestel beslaat. Dit zorgt voor een luxe uitstraling. Bovendien maken fabrikanten optimaal gebruik van de beschikbare ruimte, waardoor zelfs compacte toestellen een groter schermoppervlak kunnen bieden. Voor gebruikers betekent dit een betere balans tussen draagbaarheid en functionaliteit. Daarnaast zijn veel randloze smartphones uitgerust met moderne technologieën zoals in-display vingerafdrukscanners en geavanceerde gezichtsscanners.

Samsung Galaxy A35 5G

De Galaxy A35 5G is een middenklasse smartphone met een helder 6,6-inch Super AMOLED-scherm, een 50 MP hoofdcamera en een krachtige Exynos 1380-processor. Het toestel biedt 5G-connectiviteit en een batterijduur die gemakkelijk een dag meegaat. Met Samsung's One UI 6.1 en een strakke ontwerp is dit een uitstekende keuze voor gebruikers die op zoek zijn naar een betrouwbare en stijlvolle smartphone.

Motorola Edge 40

De Motorola Edge 40 beschikt over een 6,55-inch pOLED-scherm met een verversingssnelheid van 144 Hz, wat zorgt voor vloeiende beelden. Het toestel is uitgerust met een MediaTek Dimensity 8020-processor en een 50 MP hoofdcamera met optische beeldstabilisatie. Dankzij de 68W TurboPower-snellader is de 4400 mAh-batterij snel opgeladen. Het slanke, randloze ontwerp met afgeronde hoeken maakt dit een toestel met een premium uiterlijk.

Nothing Phone (2a)

De Nothing Phone (2a) valt op door zijn unieke, transparante ontwerp en LED-notificatieverlichting en de mogelijkheid om afzonderlijke onderdelen makkelijk te vervangen. Het toestel heeft een 6,7-inch AMOLED-scherm, een MediaTek Dimensity 7200 Pro-processor en een dubbele 50 MP camera-opstelling. Met een batterijcapaciteit van 5000 mAh en ondersteuning voor 45W snelladen biedt deze smartphone goede preraties.

Xiaomi Redmi Note 13 Pro+ 5G

De Redmi Note 13 Pro+ 5G van Xiaomi is uitgerust met een 6,67-inch AMOLED-scherm met een verversingssnelheid van 120 Hz en een resolutie van 1,5K. Het toestel beschikt over een 200 MP hoofdcamera, een MediaTek Dimensity 7200-Ultra-processor en een 5000 mAh-batterij die 120W snelladen ondersteunt. Door het randloze ontwerp en de krachtige specificaties is deze telefoon een uitstekende keuze voor fotografie-enthousiastelingen.

Google Pixel 7a

De Google Pixel 7a biedt een prettige Android-ervaring met regelmatige updates en een uitstekende camera. Het toestel heeft een 6,1-inch OLED-scherm, een Google Tensor G2-processor en een 64 MP hoofdcamera. Met functies zoals Real Tone en Night Sight levert de Pixel 7a indrukwekkende foto's, zelfs bij weinig licht. De telefoon heeft vooral aan de bovenzijde een smalle rand en de cameralens zit daarbij mooi in het display verwerkt. De compacte vormfactor maakt dit toestel ideaal voor gebruikers die een handzame smartphone zoeken.

▼ Volgende artikel
Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine
© AK | ID.nl
Huis

Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine

Automatisch wasmiddel doseren is een functie die steeds vaker voorkomt op moderne wasmachines. Handig, want je hoeft niet meer zelf af te meten hoeveel wasmiddel je nodig hebt. Maar hoe werkt het precies, wat zijn de voordelen en waar moet je op letten?

In dit artikel lees je:

  • Wat automatisch wasmiddel doseren is
  • Hoe goed automatisch doseren werkt
  • Wat de voordelen van automatisch doseren zijn
  • Wat de nadelen van automatisch doseren zijn
  • Hoe vaak je de reservoirs moet bijvullen
  • Welk wasmiddel je het best kunt gebruiken
  • Hoe je het doseersysteem schoon en fris houdt
  • Hoe deze functie bij verschillende merken heet

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Wat is automatisch wasmiddel doseren?

Automatisch doseren betekent dat de wasmachine zelf bepaalt hoeveel wasmiddel en wasverzachter nodig is voor elke wasbeurt. Dit gebeurt met behulp van sensoren die onder meer kijken naar het gewicht van de was, de textielsoort en soms ook hoe vuil het wasgoed is. Je vult de reservoirs één keer met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter. De machine gebruikt bij elke wasbeurt precies de hoeveelheid die nodig is. Je hoeft dus niet meer voor elke wasbeurt te meten of te gokken of met wasmiddel te knoeien.

Hoe goed werkt automatisch doseren?

In de praktijk werkt automatische dosering over het algemeen goed. Vooral bij normaal bevuilde was levert het een schone was op zonder overdosering. De sensoren stemmen de hoeveelheid nauwkeurig af op de lading. Wel zijn er verschillen tussen systemen. Bij sommige merken kun je bijvoorbeeld zelf de dosering nog bijstellen als je merkt dat de was niet fris genoeg wordt of dat er juist zeepresten achterblijven. Bij sterk bevuilde was of speciale stoffen (zoals sportkleding of babykleding) kan het zijn dat je alsnog handmatig wilt doseren of een ander type wasmiddel nodig hebt.

©AEG

AutoDose van AEG.

Voordelen van automatische dosering

Het grootste voordeel is gemak: je vult één keer het reservoir en daarna hoef je er wekenlang niet naar om te kijken. Daarnaast helpt automatische dosering bij het besparen van wasmiddel. Veel mensen gebruiken onbewust te veel, wat niet alleen slecht is voor het milieu, maar ook zorgt voor zeepresten in kleding en de machine. Verder voorkom je slijtage aan je kleding. Te veel wasmiddel kan stoffen aantasten en zorgt ervoor dat kleding minder lang mooi blijft.

Nadelen van automatische dosering

Niet alles is positief. Automatisch doseren werkt alleen met vloeibaar wasmiddel. Waspoeder of capsules kun je niet gebruiken. Daarnaast moet je erop letten dat je de juiste soort wasmiddel kiest. Sommige systemen werken niet goed met dikkere of schuimende middelen.

Een ander aandachtspunt is geur: omdat je het reservoir lang gebruikt, kan dat na verloop van tijd een muffe geur afgeven. Regelmatig schoonmaken en niet te lang wachten met bijvullen helpt dat voorkomen.

Bij sommige systemen kun je niet zelf bepalen welk vak je voor welk type wasmiddel gebruikt, of kun je geen speciaal wasmiddel apart instellen (bijvoorbeeld voor witte was of wol). Dat maakt je wat beperkter in je mogelijkheden.

©AEG

Hoe vaak moet je bijvullen?

Dat hangt af van de capaciteit van het reservoir en hoe vaak je wast. Gemiddeld gaat een volle tank tussen de 20 en 40 wasbeurten mee. Sommige machines geven een seintje als het wasmiddel bijna op is, bij andere moet je het zelf in de gaten houden.

Welk wasmiddel werkt het best?

Gebruik altijd vloeibaar wasmiddel. Veel fabrikanten raden hun eigen merk aan (zoals bijvoorbeeld Miele UltraPhase). In de praktijk werken veel gangbare A-merken ook goed, zolang ze niet te dik of sterk schuimend zijn. Vermijd ecologische of geconcentreerde wasmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld voor handmatige dosering, tenzij het systeem ze aankan. Bij sommige merken slimme wasmachines (zoals Bosch en Siemens) kun je met de app de barcode op je eigen wasmiddelen scannen. De app stuurt dan informatie over de concentratie van je wasmiddel en de waterhardheid automatisch door naar de wasmachine, zodat echt altijd de juiste dosering wordt gebruikt.

Test een wasmiddel een tijdje en kijk hoe de machine reageert: blijft er schuim achter, wordt de was goed schoon, ruikt het fris? Zo ontdek je wat het beste werkt voor jouw situatie.

©Miele

Miele UltraPhase-flacons.

Het automatische doseersysteem schoonmaken Vloeibaar wasmiddel en wasverzachter bevatten stoffen die na verloop van tijd een laagje kunnen achterlaten in het reservoir en de leidingen. Het is dus belangrijk om het automatische doseersysteem regelmatig schoon te maken. De meeste machines hebben reservoirs die je makkelijk kunt uitnemen. Spoel deze ongeveer eens per maand om met warm water. Gebruik eventueel een klein beetje schoonmaakazijn om opgehoopte zeepresten los te weken. Let erop dat je alles goed naspoelt en laat drogen voordat je de reservoirs terugplaatst. Heeft jouw machine vaste tanks die je niet kunt loshalen? Gebruik dan het schoonmaakprogramma (indien aanwezig) of spoel het systeem door; dit doe je door het reservoir te vullen met warm water zonder wasmiddel. Draai vervolgens een wasprogramma zonder was. Controleer ook regelmatig de dopjes, klepjes en slangetjes rondom het doseersysteem. Een tandenborstel kan helpen om lastige randjes schoon te maken.

Van i-DOS tot SmartDosing

In onderstaande tabel zie je wat de benaming voor het automatisch-doseersysteem is bij de grootste wasmachine-merken.

MerkBenamingUitleg
Boschi-DOS 1Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
Boschi-DOS 2Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter of een ander soort wasmiddel, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
AEGAutoDoseVier reservoirs (automatisch en handmatig), appwaarschuwingen, flexibel
SiemensintelligentDosingVergelijkbaar met i-DOS, instelbaar via display/app, kalkherkenning
MieleTwinDosWerkt met UltraPhase-cartridges of hervulbare reservoirs, zeer precies
SamsungAutoDoseTwee reservoirs, instelbaar via display en app, werkt met veel merken
HisenseAutoDoseEenvoudig systeem met één reservoir, basisinstellingen
LGezDispenseTwee grote reservoirs, appkoppeling, slimme sensoren
BekoAutoDoseEenvoudig systeem, vaak één reservoir, geen appkoppeling
Whirlpool6th Sense AutoDoseTwee reservoirs, gekoppeld aan 6th Sense-sensoren, stabiele werking
HaierSmartDosingAutomatische aanpassing aan belading, vaak één groot reservoir, appinstellingen

Conclusie

Automatische dosering maakt wassen makkelijker en voorkomt verspilling van wasmiddel. Vooral bij regelmatig gebruik is het een handige functie die tijd bespaart en je kleding beschermt. De werking hangt af van het merk en type wasmiddel dat je gebruikt. Kies daarom een machine die bij jouw wasgedrag past (tip: bij (web)winkels die wasmachines verkopen kun je modellen makkelijk met elkaar vergelijken) en experimenteer met verschillende vloeibare wasmiddelen om de beste combinatie te vinden.