ID.nl logo
Certificaat voor je NAS regel je zo
© Reshift Digital
Huis

Certificaat voor je NAS regel je zo

Zelfs als je een NAS alleen binnen je thuisnetwerk gebruikt, is het verstandig om daarmee met https te verbinden. Dat kan via een zogenoemd zelf-ondertekend certificaat, maar die geven wel (steeds meer) beperkingen. In dit artikel laten we zien hoe je een echt Let’s Encrypt-certificaat voor de encryptie gebruikt. We zetten volgens twee methodes een reverse proxy op als veilige tussenschakel, die je uiteraard ook voor andere webdiensten in kunt zetten.

Het is aan te raden om bij het benaderen van je NAS het https-adres te gebruiken. En in apps zet je een vinkje bij https. Dit beschermt je ook beter tegen cryptoware. Wel geeft je browser helaas vaak een niet zo subtiele waarschuwing dat de verbinding onveilig is en plaatst een rood uitroepteken in de adresbalk als je die negeert. In deze masterclass gaan we dat oplossen door de NAS een certificaat te geven dat door je browser en elk ander apparaat wordt geaccepteerd. Misschien heb je al eens met een zelf-ondertekend certificaat (in het Engels self signed certificate genoemd) geëxperimenteerd, waar de Chrome-browser met wat handmatige aanpassingen wel akkoord mee gaat. Maar zo’n zelf-ondertekend certificaat is een stuk lastiger of zelfs onmogelijk om ook goed op je smartphone of tablet te laten werken. Een oplossing voor dergelijke problemen is het gebruik van een echt certificaat, van bijvoorbeeld Let’s Encrypt, dat door vrijwel alle apparaten wordt geaccepteerd zonder aanpassingen. We gaan in deze masterclass een reverse proxy gebruiken als tussenschakel voor je NAS en andere webdiensten. We behandelen twee methodes. Bij de eerste gebruiken we alleen een Synology-NAS, bij de tweede methode een aparte server. Het is heel praktisch als je over een domeinnaam beschikt, zodat je voor de NAS en elke webdienst die je wilt benaderen een apart subdomein kunt gebruiken (zie het kader ‘Reverse proxy met subdomeinen’).

Reverse proxy met subdomeinen

Een reverse proxy is in feite een server die aanvragen aanneemt en doorstuurt naar een doelserver. Het doel kan bijvoorbeeld een webdienst zijn die op dezelfde server (localhost) op een ander poortnummer draait, of helemaal op een andere fysieke server. Ze worden vaak gebruikt om de prestaties van webservers te verbeteren, maar ook om de beveiliging en betrouwbaarheid te verbeteren. In deze masterclass draait de reverse proxy of op de NAS zelf of op een andere server in het lokale netwerk. Toegang naar de reverse proxy gaat via http of https, eventueel met doorverwijzing van http naar https. We sturen via de router door portforwarding-regels poorten 80 en 443 door naar de reverse proxy. Die kan op basis van de zogenoemde hostnaam beslissen naar welke doelserver hij verzoeken moet doorsturen. Op die manier kun je handig verschillende webdiensten beschikbaar maken via diezelfde reverse proxy. Je NAS bijvoorbeeld achter ds.domein.nl en Home Assistant via hass.domein.nl.

01 Domein instellen

Wij gebruiken een domeinnaam bij domeinnaamregistratie- en webhostingbedrijf TransIP en gaan de DNS-instellingen aanpassen bij de hostingprovider via het controlepaneel. Voor het domein, in dit voorbeeld xda.nl, vullen we als naam de subdomeinnaam ds in, zodat de NAS via ds.xda.nl bereikbaar wordt. Het gaat om een A-record, waarbij we als waarde het ip-adres van de internetverbinding thuis invullen. Bewaar de aanpassingen. Het kan na een DNS-wijziging tot 24 uur duren voordat de wijzigingen merkbaar zijn, door caches van onder andere je internetprovider. Heb je geen vast ip-adres? Dan kun je dit bij veel providers op aanvraag regelen. Als alternatief kun je ook dynamisch DNS gebruiken, wat in veel routers en ook de Synology-NAS is ingebouwd. Het werkt zonder domeinnaam en kan ook met een dynamisch ip-adres overweg. Bij de NAS open je daarvoor Configuratiescherm. Ga naar Externe toegang / DDNS en klik op Toevoegen. Bij Serviceprovider kies je Synology. Voer een naam in bij Hostnaam. Hiermee zal steeds je ip-adres worden gekoppeld aan de bewuste naam (zoals naam.synology.me).

©PXimport

02 Poorten doorsturen

Voor het maken van certificaten en bereiken van je NAS via internet moet je enkele poorten doorsturen vanaf je router. Onderstaande instructies zijn voor een AVM Fritz!Box, bij andere routers werkt het net wat anders. Open de gebruikersinterface en ga naar Internet / Toegang verlenen. Op het tabblad Poortvrijgaven kies je Apparaat voor vrijgaven toevoegen. Kies als apparaat de reverse proxy (je NAS of een aparte server) of voer handmatig het ip-adres in. Kies dan Nieuwe vrijgave. Nu kun je bij Toepassing direct de gewenste optie kiezen, zoals HTTP-server of HTTPS-server. Kies eerst HTTP-server. Je ziet dat zowel bij Poort op apparaat als Poort extern gewenst de waarde 80 wordt ingevuld (dat is de standaardpoort voor http-verkeer). Bij de optie HTTP-server is dat poort 443. Voeg ze beide toe zodat respectievelijk poort 80 en 443 worden doorgestuurd. Gebruik je een NAS, dan kun je met de optie Andere toepassing ook poort 5001 doorsturen voor de gebruikersinterface.

©PXimport

03 Externe server of NAS

Je kunt een reverse proxy op je NAS instellen, wat we als eerste methode bespreken, maar ook op een externe server. Het verschil is niet heel groot. Op de Synology-NAS draait namelijk standaard Nginx en de gebruikersinterface van DiskStation Manager (DSM) geeft je mogelijkheden om dit alles te configureren. Je kunt de NAS en diensten die daarop draaien met een certificaat beveiligen. Daarnaast kan de NAS als reverse proxy voor andere diensten in je netwerk fungeren. Hiervoor ga je in Configuratiescherm naar Toepassingsportaal / Reverse Proxy (bij DSM 7.0 Aanmeldingsportaal / Geavanceerd).

Het gebruik van een externe server geeft dezelfde mogelijkheden én extra voordelen. Zo is het veiliger, omdat bij kwetsbaarheden in de reverse proxy de achterliggende NAS buiten spel blijft. Ook is het minder belastend voor de NAS. En op het niveau van de reverse proxy kun je gemakkelijker beperkingen opleggen, zoals het blokkeren van extern verkeer.

©PXimport

Gebruik van Synology-NAS

04 Certificaat maken

Bij deze eerste methode gebruiken we zoals gezegd alleen een Synology-NAS waar je poorten 80, 443 en 5001 naar doorstuurt. We gaan eerst het certificaat voor de NAS maken. Open daarvoor de webinterface van DiskStation Manger en ga naar Configuratiescherm. Zorg dat je in de Geavanceerde modus zit, indien nodig verander je dit rechtsboven. Ga vervolgens naar Beveiliging / Certificaat en kies Toevoegen. Selecteer de optie Een nieuw certificaat toevoegen en klik op Volgende. Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Let’s Encrypt, en selecteer daaronder Krijg een certificaat van Let’s Encrypt. Klik weer op Volgende. Bij Domeinnaam voer je vervolgens de domeinnaam in waarvoor het certificaat moet gaan gelden. In ons voorbeeld is dat ds.xda.nl. Voer ook een e-mailadres in, Let’s Encrypt bewaart dat als onderdeel van je domein. Bij Onderwerp alternatieve naam kun je meer domeinen opgeven waar het bewuste certificaat voor moet gelden, vaak ook Subject Alternative Name genoemd. Je kunt zulke subdomeinen ook altijd later (apart) toevoegen. Klik ten slotte op Toepassen. Hierna wordt het Let’s Encrypt-certificaat aangemaakt en gecertificeerd. Zorg dat poort 80 correct is doorgestuurd, anders krijg je een foutmelding.

©PXimport

05 Certificaat configureren

Je kunt het nieuwe certificaat nu configureren. Klik erop en kies Configureren (bij DSM 7.0Instellingen). Geef aan voor welke doeleinden de NAS dit certificaat moet gebruiken. Achter Systeemstandaard kies je het Let’s Encrypt-certificaat, zodat het voor de gebruikersinterface van DiskStation Manager wordt gebruikt.

Het is verstandig om het nieuwe Let’s Encrypt-certificaat hierna nog als standaardcertificaat in te stellen. Op die manier zetten we het Synology-com-certificaat buitenspel, dat (door de browser) als onveilig wordt beschouwd. Klik daarvoor weer op het Let’s Encrypt-certificaat en klik op het pijltje bij Toevoegen / Bewerken (bij DSM 7.0 Actie / Bewerken). Zet een vinkje bij Instellen als standaardcertificaat en klik op OK.

Verder raden we je aan om http-verkeer om te leiden naar https. Hiervoor ga je in DSM 6.2 in Configuratiescherm naar Netwerk / DSM-instellingen. Zet een vinkje bij Automatisch de http-verbinding omleiden naar https. Bij DSM 7.0 kies je in Configuratiescherm de opties Aanmeldingsportaal / DSM en selecteer je Automatisch de http-verbinding omleiden naar https. Klik dan op Toepassen.

©PXimport

06 Toegang tot de NAS

Standaard wacht de NAS op poort 5001 op versleutelde verbindingen via https://diskstation:5001 of een andere naam afhankelijk van wat je hebt ingesteld. Omdat het certificaat is gemaakt voor ds.xda.nl zul je echter dat adres moeten gebruiken, dus https://ds.xda.nl:5001, anders krijg je alsnog een certificaatfout. Hierbij is toegang op afstand ook mogelijk, buiten je lokale netwerk. We gaan ervan uit dat je dat ook wilt. Maar wil je dat liever niet, dan zou je dat met een eigen DNS-server kunnen oplossen. Je moet er dan voor zorgen dat de domeinnaam (in ons voorbeeld ds.xda.nl) via je eigen DNS-server direct naar het ip-adres van de NAS verwijst (in ons voorbeeld 10.0.10.202). Je kunt er vervolgens, via de instellingen van je router, voor zorgen dat alle clients in het netwerk (via DHCP) die DNS-server gebruiken. Dit valt buiten het bestek van deze masterclass. Gaat het bijvoorbeeld alleen om een pc, dan kun je het eventueel zonder DNS-server regelen via het hosts-bestand (zie het kader ‘Directe toegang tot NAS via hosts-bestand’). Bij de tweede methode die we hierna bespreken kun je eventueel wél, op de reverse-proxy-server zelf, verkeer buiten je lokale netwerk tegenhouden.

©PXimport

Directe toegang tot NAS via hosts-bestand

Wil je dat het internetadres (ds.xda.nl) direct naar het ip-adres van de NAS verwijst? Zonder eigen DNS-server? Dan kun je dat eventueel op de clients zelf instellen. Onder Windows gaat dat via het hosts-bestand. Open daarvoor de map C:\Windows\System32\drivers\etc. Kopieer het bestand hosts naar een bestandslocatie waar je dit mag bewerken. Open het met bijvoorbeeld Kladblok en voeg een regel toe met het ip-adres van de NAS gevolgd door de domeinnaam, bijvoorbeeld: 10.0.10.202ds.xda.nl Kopieer het bestand weer terug naar de genoemde locatie. Als je nu https://ds.xda.nl:5001 bezoekt, dan word je direct naar de NAS in het lokale netwerk gebracht. Het certificaat blijft geldig, het ip-adres heeft daar geen invloed op. Via de Opdrachtprompt kun je met ping ds.xda.nl of nslookup ds.xda.nl controleren dat het lokale ip-adres wordt gebruikt. Een DNS-server is praktischer, omdat het meteen voor elk apparaat in je netwerk werkt, als je de DNS-server kenbaar maakt via DHCP.

©PXimport

Handmatige methode

07 Server-installatie

Bij de handmatige methode ga je Nginx als reverse proxy installeren, waarna je de certificaten op deze server regelt. Zorg er voor dat poorten 80 en 443 naar deze server worden doorgestuurd. Voor de NAS en elke webdienst die je via de reverse proxy wilt benaderen, kun je vervolgens een configuratiebestand met alle vereiste details maken. Eventueel kun je alles in één configuratiebestand zetten, maar aparte bestanden zijn overzichtelijker, zeker bij veel extra opties. Op basis van de hostnaam kun je diensten van elkaar onderscheiden. En als je dat prettig vindt, kun je de toegang op allerlei manieren beperken en bijvoorbeeld gebruikers buiten je lokale netwerk uitsluiten. Dit alles maakt de methode veiliger dan de voorgaande. Nginx is voor veel platforms beschikbaar. Hier gaan we uit van een server met Ubuntu 20.04, maar een Raspberry Pi met het besturingssysteem Raspberry Pi OS is bijvoorbeeld ook een prima optie. Het kan geen kwaad als er al andere toepassingen op draaien, zolang die niet de http-poort (80) en https-poort (443) claimen.

©PXimport

08 Installatie Nginx

Zorg na de installatie van het besturingssysteem dat je bent ingelogd middels ssh. Vervolgens installeer je Nginx met het commando:

sudo apt-get install nginx

Start de webserver met:

sudo service nginx start

Bezoek het ip-adres van de server en controleer of de welkomstpagina van Nginx verschijnt. Voor het maken van Let’s Encrypt-certificaten gaan we Certbot gebruiken. De instructies voor de installatie voor jouw webserver en besturingssysteem vind je hier. Die instructies gaan bij Ubuntu uit van een installatie via Snap. Hier kiezen we voor de mogelijk iets oudere versie van Certbot uit de repository’s van Ubuntu. Je installeert Certbot met het commando:

sudo apt-get install certbot python3-certbot-nginx

Als eerste maken we een configuratiebestand voor de NAS. De standaardmap waarin je deze maakt is /etc/nginx/conf.d. Blader naar de map met de opdracht:

cd /etc/nginx/conf.d

En maak het configuratiebestand met:

nano ds.conf

In eerste instantie hoef je hier alleen onderstaande regels in te zetten:

server {

listen 80;

server_name ds.xda.nl;

}

Controleer de configuratie met:

nginx -t

©PXimport

09 Certificaat maken

We kunnen nu het certificaat maken. Start daarvoor Certbot met certbot. Hierna wordt je e-mailadres gevraagd en moet je akkoord gaan met de gebruiksvoorwaarden. Vervolgens kun je kiezen voor welke servernaam je het certificaat wil maken. Voer het getal in bij het domein, in dit voorbeeld kiezen we 1 voor ds.xda.nl. Als laatste kun je kiezen of http-verkeer moet worden doorgestuurd naar https. Als je daarvoor kiest, en dat raden we aan, zal Certbot de configuratie daarop aanpassen.

Open daarna het configuratiebestand met nano en bekijk wat is toegevoegd:

nano ds.conf

Als laatste stap moeten we alleen nog de regels voor de reverse proxy hieraan toevoegen. Er zijn twee blokken omsloten door server {}. Het onderste blok bevat de doorverwijzing van http naar https. In het bovenste blok voegen we aan de onderkant de volgende regels toe. Achter proxy_pass zet je uiteraard het adres van je NAS.

location / {

proxy_pass https://10.0.10.202:5001;

proxy_redirect http:// https://;

}

Na het maken van deze aanpassing moet je Nginx even herstarten met:

service nginx reload

©PXimport

10 Controleer de configuratie

In afbeelding 10 zie je hoe de complete configuratie er uit ziet. Om je NAS te bezoeken, kun je rechtstreeks https://ds.xda.nl gebruiken. Intern zal de reverse proxy met poort 5001 verbinden. Wil je de toegang om veiligheidsredenen beperken tot gebruikers op het lokale netwerk? Dan kun je in het configuratiebestand binnen het blok van de reverse proxy het volgende toevoegen:

allow 10.0.0.0/24;

deny all;

Hier geven we eerst aan vanaf welke netwerken verkeer wordt geaccepteerd. In dit voorbeeld is dat 10.0.0.0/24 (in CIDR-notatie) maar in jouw situaties kan het bijvoorbeeld ook 192.168.1.0/24 zijn. We blokkeren daarna al het andere verkeer.

Een laatste stap is het automatisch vernieuwen van de certificaten. Voor daarvoor dit commando uit:

crontab -e

En voeg deze regel toe:

0 12 * * * /usr/bin/certbot renew --quiet

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Ninja CRISPi – Glashelder gemak voor kleine porties en restjes
© Ninja
Huis

Review Ninja CRISPi – Glashelder gemak voor kleine porties en restjes

Ninja pakt het concept van airfryers met de CRISPi helemaal anders aan. In plaats van een groot apparaat met bakmanden, is dit een compact geheel van glazen schalen waarop je een pod plaatst waar de hitte uit komt. Is dit een handig alternatief? ID.nl test het.

Fantastisch
Conclusie

Alles bij elkaar is de Ninja CRISPi een logische keuze voor wie meestal 1-3 porties bereidt, restjes krokant wil opwarmen en waarde hecht aan glaswerk dat direct de koelkast in kan. Wie juist grote batches en precieze temperatuurregeling zoekt, is beter uit met een klassieke, grotere airfryer. Maar voor dagelijks, compact en veelzijdig gebruik overtuigt de CRISPi absoluut.

Plus- en minpunten
  • Slim systeem: PowerPod + twee schalen
  • Transparante glazen kommen
  • Recrisp-stand werkt goed voor ‘kliekjes’
  • Goede prestaties en makkelijk op te bergen
  • Minder temperatuurcontrole dan klassieke airfryers
  • Capaciteit: je bakt niet voor een compleet gezin in één ronde
  • Eén PowerPod: je gebruikt niet twee kommen tegelijk

Eerste indruk

De CRISPi pakt airfryen anders aan: geen dichte mand, maar glazen zogeheten Tempware-schalen met daaraan vastgemaakt handgrepen. Daar bovenop klem je de PowerPod (verwarming + ventilator). In Europa geeft Ninja 1700 watt op als vermogen; dat is meer dan de 1500 watt die het apparaat in de VS heeft.

In de doos vind je een kleine kom van ongeveer 1,4 liter en een grote kom van ongeveer 3,8 liter, beide met zogeheten Crisper Plates om in de schalen te leggen, en bijpassende deksels. Ook levert Ninja een full-colour instructie- en inspiratieboekje mee, met uitgebreide uitleg over de werking, voorbeeldrecepten en tabellen met instellingen en baktijden voor zowel de kleine als de grote schaal. Ninja lijkt de kleine schaal vooral te hebben bedoeld voor snacks en bijvoorbeeld lunchgerechten voor één persoon, terwijl de grote schaal eerder voor avondeten bedoeld is.

©Saskia van Weert

Ninja benadrukt op meerdere plekken dat de CRISPi en de schalen niet alleen bedoeld zijn om eten te airfryen, maar ook om voedsel te marineren. Doe er bijvoorbeeld kip en marinade in, sluit de schaal af met het deksel, zet alles in de koelkast, waarna je tegen etenstijd de kip erin bereidt. Of je dekt na het eten de kliekjes in de schaal af met het deksel en zet het geheel na afkoelen in de koelkast. Dat meervoudige gebruik is even een mindset die je jezelf als gebruiker moet aanleren.

Uitpakken en installatie

Het in elkaar zetten is niet moeilijk: na een eerste keer proberen is het duidelijk. De Crisper Plates moeten elk in hun bijpassende schaal worden gelegd. Ze hebben rubber pootjes aan alle vier de hoeken; deze moeten met de bolletjes omlaag in de schaal worden gelegd, zonder druk uit te oefenen. Druk je te hard of leg je de platen ondersteboven in de schalen, dan kunnen de pootjes loslaten, en die kun je daarna niet meer terugplaatsen.

Gebruik je de kleine schaal, dan plaats je de PowerPod er direct op. Gebruik je de grote schaal, dan zet je eerst de adapter op de schaal en klik je daar de PowerPod in.

Doordat de schalen van glas zijn, kun je in theorie via de zijkant de garing in de gaten houden. In de praktijk is het handiger om de pod tijdens het airfryen op te tillen en van boven te kijken. Dat is sowieso wel makkelijk, omdat je etenswaren tijdens het bakken doorgaans een aantal keer moet omdraaien voor optimaal resultaat.

Bediening en functies

De PowerPod heeft maar een paar drukknoppen. Met de ronde knop kies je een van de vier mogelijke standen: Air Fry, Roast, Recrisp (opnieuw krokant) en Keep Warm. Ninja geeft geen temperaturen op voor de verschillende standen. Air Fry is de hoogste stand met 185 graden, zo vonden we online. Roast is wat minder heet, bedoeld voor bijvoorbeeld vlees. Recrisp is bedoeld voor snacks die afgekoeld of koud zijn en die je wilt oppiepen, en Keep Warm is uiteraard bedoeld om eten op temperatuur te houden.

©Saskia van Weert

Met de ronde knop kies je de gewenste stand, met de plus- en minknop pas je de tijd aan, en met Start gaat alles van start, of juist niet. De opties lichten op zodra de PowerPod goed bevestigd is en je de stekker aansluit. Standaard staat de machine na het aanzetten op Air Fry en 10 minuten.

Alles werkt heel intuïtief. Is de tijd voorbij, dan hoor je een pieptoon en komt er 'End' in het display te staan. De CRISPi gaat niet automatisch uit; dat moet je zelf doen door de stopknop lang ingedrukt te houden of de stekker uit het stopcontact te halen. Doe je dat niet en zet je de Pod na het serveren van het eten weer terug op de schaal, dan begint hij weer doodleuk met 10 minuten Air Fry. Tijdens de testperiode haalden we de stekker daarom maar gewoon uit het stopcontact om stroomverspilling tegen te gaan.

Als je de pod tussentijds optilt om het eten te bekijken of te draaien, dan stopt de pod uiteraard wel. Hij gaat verder als je hem terugplaatst en op Start drukt.

Klein minpunt: je kunt niet twee kommen tegelijk gebruiken; er is één pod. Je kunt de pod natuurlijk wel eerst op de ene schaal zetten en meteen erna op de andere, maar dat zal meestal niet heel praktisch zijn.

Prestaties in de keuken

Tijdens de testperiode is de CRISPi voor werkelijk elk denkbaar doeleinde gebruikt. Niet alleen voor het bakken van diepvriessnacks en patat/friet, maar ook voor het opwarmen van worstenbroodjes, kip met marinade voor de tikka masala, speklapjes, aardappeltjes: alles lukte. Omdat de schalen compact zijn, is voorverwarmen eigenlijk niet nodig. Net als bij alle andere airfryers is het een kwestie van proberen welke stand en welke tijd de beste zijn.

De standen Roast en Air Fry worden in de praktijk het meest gebruikt. Air Fry omdat dit de heetste stand is, en Roast voor zaken die minder snel warm moeten worden, zoals kippenpoten en stukken vlees. Je kunt trouwens ook makkelijk tussendoor de instellingen aanpassen, bijvoorbeeld eerst een tijdje op Roast en daarna 'afgrillen' met Air Fry.

©Ninja

Naast de uitstekende prestaties valt ook het gemak op waarmee je de CRISPi er even bij pakt. Omdat hij klein is en de schalen van glas zijn, oogt hij niet massief, dus kan hij bij veel mensen vast gewoon op het aanrecht staan. Als je de Crisper Plates eruit haalt, kun je de kleine glazen schaal in de grote zetten, en dan de adapter en pod erbovenop. Je hebt dan een betrekkelijk klein stapeltje met bijna alle onderdelen bij elkaar.

©Ninja

Onder de kom en de Pod bevinden zich het hitteschild en een stel harde pootjes, waardoor je ze veilig op het aanrecht of een tafel parkeert. Ninja claimt dat dit ook direct na de bereiding kan, maar gezien de warmte hebben we dat maar niet gedaan. We zetten de pod en de schalen voor de zekerheid liever op onderzetters. De handgrepen blijven wel koel genoeg om de schalen zonder keukenhandschoenen op tafel te zetten.

Schoonmaken & materialen

De glazen kommen, deksels en adapter mogen in de vaatwasser. Glas neemt geen geurtjes op, dus het vuil weekt makkelijk los. De Crisper Plates hebben een (keramische) antiaanbaklaag en alles is PFAS-vrij.

Er is desondanks één schoonmaak-aandachtspunt. De handgrepen lopen onder de schalen door in het hitteschild, en er zit een opening tussen het glas en het zwarte hitteschild. Meerdere malen zaten er toch vegen of kruimels vast tussen het glas en het kunststof. Ik heb dit verwijderd door een lang mes te omwikkelen met keukenpapier en dat tussen de spleet te wringen. Het zou handig zijn als Ninja met een dunne ragger of iets anders zou komen om ook die spleet goed schoon te houden.

Water blijft er soms ook in staan vanuit de vaatwasser, dus om te drogen is het verstandig de schalen op een theedoek schuin tegen een wand te zetten, zodat de druppels eruit kunnen lopen.

Met een siliconen tang haal je je gerechten veilig uit de CRISPi

Je brandt je handen niet en voorkomt krassen op je Crisper Plates

Gebruikerservaringen (NL + internationaal)

Nederlandse gebruikers op fora en websites prijzen vooral het compacte formaat, het relatief geringe geluid en het feit dat je na het koken weinig afwas hebt. De CRISPi verdwijnt zó in een keukenkastje. Een terugkerend puntje is de condens die na het koken soms in de dekselrand blijft hangen; even droogmaken helpt. Ook zagen we regelmatig dat mensen in het begin moesten zoeken naar de juiste tijden, juist omdat je niet per graad kunt instellen.

In professionele reviews uit het buitenland wordt de CRISPi neergezet als een echte kleine-keukenwinnaar: ideaal voor snacks en restjes dankzij de Recrisp-stand. In metingen kwam de thermostaat af en toe zo'n 5 graden Celsius lager uit dan de ingestelde waarde, maar dat had weinig invloed op het eindresultaat. De draagbaarheid wordt overal genoemd: de PowerPod is licht en het geheel is makkelijk te verplaatsen.

©Saskia van Weert

Eindoordeel

De Ninja CRISPi onderscheidt zich met een andere benadering van airfryen: een compacte PowerPod boven op glazen Tempware-schalen met handgrepen. Het meervoudige gebruik (marineren, bereiden, bewaren) maakt de CRISPi functioneel buiten het daadwerkelijke airfryen om. De CRISPi pakt door zijn formaat bovendien snel op en is door zijn geringe omvang makkelijk op het aanrecht te laten staan; onderdelen zijn bovendien compact in elkaar te stapelen.

Er zijn aandachtspunten. Met één Pod kun je niet met twee schalen tegelijk werken, en wie graag per graad regelt, mist die fijnmazigheid. Door het glas kun je de garing volgen, maar in de praktijk is bovenlangs kijken het meest accuraat, te meer omdat tussentijds draaien voor het beste resultaat nodig blijft. Positief is dat schalen en deksels in de vaatwasser kunnen, het materiaal PFAS-vrij is en de handgrepen voldoende koel blijven om zonder handschoenen te serveren.

Alles bij elkaar is de Ninja CRISPi een logische keuze voor wie meestal één tot drie porties bereidt, restjes krokant wil opwarmen en waarde hecht aan glaswerk dat direct de koelkast in kan. Wie juist grote batches en precieze temperatuurregeling zoekt, is beter uit met een klassieke, grotere airfryer. Maar voor dagelijks, compact en veelzijdig gebruik overtuigt de CRISPi absoluut.

▼ Volgende artikel
Microsoft OneDrive op non-actief zetten: pauzeren of toch uitschakelen?
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Microsoft OneDrive op non-actief zetten: pauzeren of toch uitschakelen?

Standaard is de cloudopslag van Microsoft op alle Windows 11-apparaten ingeschakeld. Maar misschien is OneDrive niet je favoriete cloudplatform en wil je deze pauzeren, uitschakelen of zelfs verwijderen. Op deze manieren doe je dat.

In dit artikel lees je:
  • Hoe je OneDrive tijdelijk kunt pauzeren
  • Hoe je OneDrive volledig kunt uitschakelen
  • Hoe je OneDrive van je pc kunt verwijderen

Pauzeren

OneDrive slaat je gegevens op externe servers op. Zorgen over de privacy van je gegevens kan een reden zijn om deze cloudopslag uit te schakelen. Maar ook prestatieproblemen op een ouder systeem of het feit dat je inmiddels de opslaglimiet hebt bereikt, kunnen goede redenen zijn om OneDrive op non-actief te zetten. Via het OneDrive-menu kun je de synchronisatie pauzeren. Klik op de kleine pijl omhoog naast de wifi- en volumeknoppen in de rechterbenedenhoek van het bureaublad om het systeemvak te openen. Selecteer het OneDrive-pictogram en open dan de instellingen via de knop in vorm van het tandwieltje. Hier kun je de optie Synchroniseren onderbreken selecteren. Daarna bepaal je of je OneDrive 2, 8 of 24 uur wilt stopzetten.

Hoelang wil je OneDrive pauzeren?

Uitschakelen

Het is ook mogelijk om de OneDrive-app volledig uit te schakelen. Uiteraard stopt dan de synchronisatie totdat je de app opnieuw inschakelt of totdat je de pc opnieuw opstart. Klik weer op het OneDrive-pictogram in het systeemvak en open de instellingen. Vervolgens kies je opnieuw Synchroniseren onderbreken. Deze keer selecteer je geen tijdsduur, maar ga je onderaan naar de optie OneDrive afsluiten. Dan verschijnt een pop-upbericht met de vraag of je zeker bent, want dan stopt de synchronisatie en worden er niet langer back-ups in de cloud gemaakt. Klik nogmaals op OneDrive afsluiten om te bevestigen.

Bevestig je keuze om OneDrive stop te zetten.

Verwijderen

Wil je voorkomen dat deze dienst ooit nog bestanden naar de cloud uploadt, dan kun je OneDrive ook definitief verwijderen. Ga naar het instellingenvenster van Windows. De snelste manier om daar te komen is om Windows-toets+I in te drukken. In het linkermenu klik je op Apps. Daarna selecteer je in het rechterdeel de optie Geïnstalleerde apps. Vervolgens krijg je een lijst van alle apps die op de pc geïnstalleerd zijn. Je kunt naar OneDrive zoeken via de zoekbalk of je scrolt door de alfabetische lijst tot je bij Microsoft OneDrive komt. Klik op de knop met de drie puntjes naast deze app en selecteer Verwijderen. Wanneer de knop Verwijderen er niet is of lichtgrijs is, kun je in de plaats daarvan de optie Wijzigen selecteren en vervolgens kiezen om de app uit te schakelen. Deze blijft dan permanent uitgeschakeld tot je besluit om OneDrive opnieuw in te schakelen.

Verwijder OneDrive bij de Geïnstalleerde apps.