ID.nl logo
Bestuur en beveilig je huis op afstand
© Reshift Digital
Huis

Bestuur en beveilig je huis op afstand

Heb je het licht wel uitgedaan? Is de voordeur wel op nachtslot? Staat de thermostaat laag? Terug naar huis dan maar om dat te checken? Niet nodig! In en om het huis worden steeds meer apparaten met elkaar verbonden en wij kunnen op afstand de besturing overnemen. Beveilig je huis met deze tips voor je domotica-systeem.

Tip 01: Hoe uitgebreid?

Voor je allerlei apparatuur gaat aanschaffen, moet je eerst nadenken over wat je precies nodig hebt. Als je simpelweg wat lampen wilt kunnen in- en uitschakelen, dan is een oplossing met een paar programmeerbare stopcontact-schakelklokken voldoende. Maar wil je bijvoorbeeld ook je gordijnen bedienen en de thermostaat schakelen, dan heb je wat meer nodig. Je moet dan nadenken over een zo centraal mogelijke aansturing van die verschillende onderdelen: een domoticasysteem. Een basissysteem bestaat uit een controller die commando’s naar ontvangers stuurt. Die kent alleen eenrichtingscommunicatie: het systeem zendt een instructie en we mogen hopen dat de ontvanger deze ook daadwekelijk binnenkrijgt. Het populaire Klik-aan-klik-uit-systeem werkt op deze manier. Willen we weten of instructies ook daadwerkelijk aankomen, dan is tweerichtingscommunicatie nodig (zie kader voor uitleg).

Bepaal ook van tevoren op welke manieren je dingen wilt kunnen regelen. Heb je toegang vanaf buitenaf nodig? Wil je met zogenaamde scenes werken of alleen simpele tijdgebaseerde opdrachten uitvoeren? Als de omvang van de gewenste situatie helder is, dan rest je de keuze of je voor een zogenaamd proprietary-systeem gaat – alle hard- en software van één fabrikant – of voor een flexibel systeem waarbij je de componenten zelf samenstelt. In het eerste geval is de onderlinge samenwerking natuurlijk gegarandeerd, maar hierbij kan uitbreidbaarheid en flexibiliteit beperkt zijn. Bij de tweede is dat omgekeerd.

©PXimport

Tip 02 Keuzes bij domotica

Een domoticasysteem bestaat uit drie onderdelen: actoren, sensoren en een controller. De zogenaamde actoren zijn bijvoorbeeld dimmers, lichten, stopcontacten en motoren van bijvoorbeeld gordijnen en rolluiken. Deze communiceren met sensoren zoals touchscreens, temperatuur- of vochtigheidmeters of bewegingsmelders. Het derde en centrale deel vormt de controller: de centrale bedieningseenheid die wordt gebruikt om bijvoorbeeld nieuwe apparatuur toe te voegen aan je setup of zogenaamde scenes te programmeren.

De communicatie verloopt via het (draadloze) netwerk of een ander communicatieprotocol. Inmiddels zijn er vele ‘standaarden’ beschikbaar, van het gangbare bluetooth, tot het meer op domotica gerichte z-wave, zigbee, klik-aan-klik-uit en x-10. Zaak is dat deze verschillende protocollen toch met elkaar kunnen communiceren en op elkaar kunnen reageren. Gelukkig zien we steeds meer systemen op de markt verschijnen waarbij de controller in staat is een scala aan randapparatuur met elkaar te verbinden.

Realiseer je dat de domoticacontroller dag en nacht aan zal moeten staan. Kritisch zijn op het stroomverbruik is dan ook verstandig. Een oplossing met een Raspberry Pi of een toch al continu draaiende nas is dan een fraaie oplossing.

©PXimport

Voorbeelden domotica

Een leuk initiatief is het Nederlandse Homey. Deze controller vormt de ‘spin in het web’ van alle aangesloten actoren en sensoren. Door de vele ondersteunde communicatieprotocollen kan hierdoor bijvoorbeeld een z-wave-bewegingssensor prima samenwerken met bijvoorbeeld een Philips Hue-lamp. Op softwarevlak zijn er naast betaalde ook fraaie opensource-oplossingen te vinden die je op bijvoorbeeld een Raspberry Pi of nas installeert. Enkele voorbeelden: Domoticz, Domotiga, OpenHab en Pilight. Het opensource Domoticz werkt bijvoorbeeld op Windows, Linux en Raspberry Pi, maar ook bijvoorbeeld op een Synology-nas, en het werkt goed samen met een scala aan hardware en leveranciers. Met extra functionaliteit zoals het met blokjes werkende eventsysteem Blocky, kun je slimme ‘als dit, dan dat’-logica toevoegen.

©PXimport

Tip 03: De deur openen

Welke dingen in huis wil jij allemaal automatisch of op afstand kunnen regelen? We nemen in de komende tips verschillende ideeën met je door. Het eerste onderdeel van je huis dat je tegenkomt, is het slot. Dit mag natuurlijk niet zomaar door jan en alleman te openen zijn. Er zijn de laatste jaren veel verschillende systemen op de markt gekomen, van zowel traditionele slotenmakkers zoals Nemef en Yale, als van pure techbedrijven zoals Lockitron Bolt, Danalock, Doorbird en Nuki. De omvang van de systemen varieert van het slechts sleutelloos maken van het slot tot geïntegreerde videosystemen en koppeling aan domotica-infrastructuren.

Zo’n uitgebreid slotsysteem heeft bijvoorbeeld een camera die beweging bij de voordeur registreert en je vervolgens HD-videobeeld geeft van wie er voor de deur staat. Het slot kan geopend worden zonder sleutel, en is ook vanaf buitenshuis te bedienen. En wat dacht je ervan dat je deur automatisch of via een tijdschema op het nachtslot gaat? Wel zo veilig toch. Door deze nieuwe functionaliteiten komen er handige mogelijkheden tot je beschikking: de werkster kan (op afstand) toegang tot het huis gegeven worden doordat haar smartphone geautoriseerd is om het slot te openen. Of de buurman kan tijdelijk – tijdens jouw vakantie – geautoriseerd worden om in het weekend de plantjes water te geven. Dergelijke systemen worden soms gekoppeld aan een abonnementssysteem om opnames in de cloud op te slaan. Als je in het bezit bent van een nas, is het meestal niet nodig om zo’n abonnementsdienst te nemen.

©PXimport

Tip 04: Welkomstverlichting

Het is natuurlijk fijn als je je huis binnenkomt (via de hal, schuur of garage) en de verlichting automatisch aanspringt. Een eenvoudige bewegingssensor (pir-sensor, passieve infrarood) – te koop bij de bouwmarkten – volstaat om dit kunstje te klaren. Bij beweging en/of duisternis, zal deze een lamp kunnen inschakelen. Met een ingebouwde timer schakelt de lamp na een bepaalde periode ook weer uit. Eenvoudig, makkelijk en fool-proof dus. Let bij de aanschaf wel op of hij in staat is om spaar- en ledlampen te schakelen, en of er volstaan kan worden met een tweedraad-aansluiting of dat er drie draden benodigd zijn!

Wil je een stapje verder gaan, dan kan een slimme bewegingssensor gebruikt worden. Deze kan ook commando’s naar andere apparatuur sturen. Philips heeft voor zijn Hue-systeem bijvoorbeeld de Hue Motion Sensor. Die detecteert beweging, houdt rekening met dag en nacht voor de lichtintensiteit en kleur van de lampen, schakelt alleen in het donker de verlichting in en werkt draadloos. Met name dat laatste maakt installatie een peulenschilletje!

©PXimport

Tip 05: Ip-camera

Die welkomstverlichting registreert beweging en geeft vervolgens een signaal af. Een moderne ip-camera doet feitelijk hetzelfde, maar kan vervolgens die bewegingen ook vastleggen. Vaak kan er ook een notificatie worden verstuurd als er beweging wordt geregistreerd, in de vorm van een pushbericht op je smartphone, een e-mail of een sms’je. Eventueel wordt er direct een snapshot meegestuurd en een opname gestart. Met een ip-camera kun je je huis veiliger maken, omdat je op afstand kunt zien wat er gebeurt. Je hoeft het apparaat niet te verbinden met een centrale unit, maar doe je dat wel, dan zijn er slimme scenes te bedenken, zeker in combinatie met andere slimme apparaten in je huis. Zie het kader ‘Voorbeeldsituatie’.

Let bij de aanschaf van je ip-camera op of de clouddienst een maandelijks abonnement vereist. Als je een nas in huis hebt, is dat niet nodig, zie onze cursus. Kijk ook naar extra geboden functionaliteit, zo hebben sommige ip-camera’s zelfs een ingebouwde sirene en kunnen ze van stroom worden voorzien via een lan-kabel, waardoor een separate voedingskabel niet meer nodig is. Echt draadloos kan ook, er zijn tegenwoordig ip-camera’s met accu.

©PXimport

Voorbeeldsituatie

We verzinnen een leuke voorbeeldsituatie als je meerdere slimme apparaten in huis aan elkaar wilt koppelen via een centraal systeem, om je huis beter en slimmer te beveiligen. Bijvoorbeeld een bewegingsmelder, ip-camera, slot en verlichting. Op de poortdeur van de tuin zit een slim slot en er staat een camera op de tuin gericht. Op het moment dat een van de gezinsleden met z’n telefoon of met een ‘druppel’ bij de tuindeur in de buurt komt, gaat het slot open en wordt door de ip-camera een foto gemaakt die naar de huiseigenaar wordt gemaild. In de hal van de woning hangen een bewegingsmelder en een tweede ip-camera, waarmee de huiseigenaar van afstand kan zien of er post op de mat ligt, of er iemand binnenkomt/het huis verlaat en of de buitendeur openstaat. Het domoticasysteem weet, aan de hand van een gekoppelde smartphone, of een van de bewoners thuis is. Is dat het geval, dan wordt het licht in de gang en woonkamer aan gezet zodra iemand de hal binnenkomt. Is er geen bewoner thuis en wordt er wel een beweging waargenomen, dan start de ip-camera met opnemen (naar de nas), en wordt een alarmmelding verzonden naar de huiseigenaar. Ook gaan alle gekoppelde lampen in huis rood knipperen.

Tip 06: Thermostaat

De klassieke huiskamerthermostaat is op zichzelf een handig stukje automatisering. Indien de temperatuur onder een ingestelde waarde daalt, krijgt de cv een signaal om in te schakelen. Is de gewenste temperatuur bereikt, dan stopt dat signaal en gaat de cv-ketel weer uit. Simpel en effectief. Modernere varianten kregen al dag- en weekprogramma’s en inmiddels zijn we beland bij de volgende fase: slimme thermostaten. Deze schakelen nog steeds de temperatuur volgens een te programmeren planning. Extra is dat ze rekening houden met de opwarm- en afkoeltijd, zodat de gewenste temperatuur is bereikt op het ingestelde moment. Ook zijn ze in staat om op aanwezigheid van bewoners te anticiperen: indien de eerste bewoner bijna thuis is, wordt de verwarming alvast ingeschakeld. De afwezigheid van bewoners (gemeten door een bewegingssensor) betekent dan ook dat de thermostaat omlaag kan. Een leeg huis warm stoken is natuurlijk onzinnig, en wordt door zo’n slimme thermostaat voorkomen. Gekoppeld aan een domoticacontroller ontstaan nog meer mogelijkheden. Radiatoren kunnen worden voorzien van op afstand bedienbare kranen: in de ochtend wordt de badkamer wel verwarmd, maar overdag en in de avond niet (of minder).

©PXimport

Tip 07: Gordijnen

Het volgende huis-onderdeel dat vrij eenvoudig te automatiseren is, zijn de gordijnen. Lui vanaf de bank de gordijnen openen of sluiten is natuurlijk grappig, maar echt nuttig of veiliger is dat niet. Dit wordt een ander verhaal op het moment dat je van huis bent. Dan is het niet alleen leuk, maar zorgt het ook voor meer veiligheid, omdat je jouw aanwezigheid kunt simuleren door ze – niet op vaste tijden! – te openen en sluiten. Je kunt zowel gordijnen als jaloezieën, rolluiken en rolgordijnen automatiseren. Hiervoor zijn diverse systemen op de markt (Somfy, Kallox, Velux) en er worden ook allerlei kleinere projecten gelanceerd, waaronder Slide. Dat is een Nederlands Kickstarter-initiatief waarmee maak je je bestaande gordijnen op afstand bedienbaar maakt, zodat je niet hele nieuwe gordijnen nodig hebt.

Het aansturen van je raamverduistering kan op meerdere manieren: handmatig, via een timer, via een lichtsensor of middels koppeling aan een domoticasysteem. In het laatste geval kun je bijvoorbeeld vlak voordat de duisternis invalt eerst de verlichting aanzetten en vervolgens de gordijnen laten sluiten.

Huizenhackers?

Recent kwam in het nieuws dat een slimme koelkast van Samsung kon worden gehackt en dat hierdoor de inloggegevens van de gebruiker konden worden buitgemaakt. Om deze hack wat te nuanceren: de hacker moet wel eerst toegang tot het wifi-netwerk hebben verkregen. De kop van dat nieuwsbericht was dus wat suggestief … Dat neemt niet weg dat het erg belangrijk is om stil te staan bij de beveiliging van je lokale netwerk en de verbindingen die tussen je huis en het web worden opgezet. Het gebruik van slimme apparaten (ook slimme meters voor gas, elektra en water) kan je privacy raken. Met online real-time inzicht in je verbruik, is ook te zien wanneer je niet thuis bent. Gelukkig is met gezond verstand aardig wat leed te voorkomen: stel goede wachtwoorden in die je regelmatig wijzigt, en beveilig je wifi-verbinding goed.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.