ID.nl logo
Domotica - Zo laat je al je apparaten samenwerken
© Reshift Digital
Huis

Domotica - Zo laat je al je apparaten samenwerken

Steeds meer apparaten in huis zijn 'slim' en kun je bedienen met een eigen app. Handig, want zo hoef je niet meer op te staan om je verwarming of verlichting aan te zetten. Echt slim wordt het pas als al je slimme apparatuur ook samenwerkt in één systeem. Hoe maak je één domoticasysteem?

Domotica of huisautomatisering is niet iets van de laatste jaren. Zo was er in de jaren tachtig al veel mogelijk, denk bijvoorbeeld aan het Huis van de toekomst van Chriet Titulaer. Helaas waren domoticasystemen vooral heel erg duur en moest vrijwel alles bedraad worden aangesloten. Hierdoor vereiste zo'n systeem extra leidingen naar bijvoorbeeld lichtpunten, wandschakelaars en alle plekken waar sensoren nodig waren. In kantoorpanden wegen de voordelen doorgaans duidelijk op tegen de prijs (je wilt bijvoorbeeld automatisch in één keer overal het licht uitdoen). Bij de normale consument thuis was daar zeker geen sprake van. Uiteraard zijn er moderne bedrade domoticasystemen zoals KNX. Maar het aanleggen hiervan is nog steeds prijzig en in een bestaand huis onmogelijk zonder grondige renovatie. Lees ook: Automatiseer je huis met een Raspberry Pi 2.

Controle met de smartphone

Om je huis (deels) slimmer te maken is een echt domoticasysteem met een centrale controller niet per se nodig. Veel slimme apparatuur komt met een eigen app en je smartphone of tablet doet in dat geval dienst als centrale bediening. Je gebruikt een app voor je verlichting, een andere app voor je thermostaat en een derde app voor je beveiligingssysteem. Heb je echter een paar slimme apparaten in huis waardoor je meerdere apps moet gebruiken om dingen te regelen, dan kan dat al snel vervelend worden.

Daarnaast zijn sommige koppelingen heel logisch, want een bewegingssensor zou behalve voor beveiligingstoepassingen ook bruikbaar zijn om het licht in een ruimte aan te doen. En 's ochtends wil je misschien dat zowel de verwarming als het licht automatisch aangaan. Deels is integratie tussen slimme producten mogelijk via een omweg als IFTTT, maar wil je dat apparatuur echt geïntegreerd wordt, dan ontkom je niet aan een 'echt' domoticasysteem dat alles met elkaar verbindt.

Draadloos domotica-systeem

Een bedraad domoticasysteem is erg duur en lastig aan te leggen in een bestaand huis. Gelukkig is het ook heel goed mogelijk om te werken met producten die gebruikmaken van draadloze radiotechnologie. Er zijn verschillende standaarden die variëren qua mogelijkheden en prijs, maar allemaal zijn ze eenvoudig in te zetten in een huidig huis. Welk systeem je ook kiest: je moet wel zorgen voor een goed dekkend wifi-netwerk. Dit is niet omdat producten direct gebruikmaken van je draadloze netwerk, want die gebruiken vaak hun eigen draadloze standaard. Maar je wilt wel je systeem overal in je huis willen bedienen, en dat doe je via je smartphone of tablet die wel gebruikmaakt van je draadloze netwerk.

Er zijn trouwens wel slimme producten die direct met jouw wifi-netwerk communiceren. Zo gebruiken Belkins WeMo-stekkerschakelaars wifi en ook veel slimme thermostaten zoals Nest communiceren direct met je draadloze netwerk. De meeste draadloze domoticaproducten zoals stekkerschakelaars, lichtschakelaars, deur- en raamsensoren en bewegingssensoren werken niet via wifi. Er zijn draadloze standaarden met een laag energieverbruik die gebruikmaken van vrije frequentiebanden (433MHz-band, 868MHz-band of de 2,4GHz-band). We zullen de voor domoticatoepassingen belangrijkste draadloze standaarden kort bespreken. We claimen in dit artikel zeker geen compleetheid, naast de besproken standaarden en producten is er nog veel meer verkrijgbaar.

©PXimport

Sommige domotica-producten zoals slimme thermostaten maken direct gebruik van wifi.

IFTTT

IFTTT (If this, then that) is een webdienst die slimme apparaten en webdiensten aan elkaar koppelt om acties te automatiseren. Onder andere de Nest-producten, Philips Hue, Belkins WeMo, Honeywell-thermostaten, Netatmo-producten, de tado Smart Thermostat en de ThermoSmart werken samen met IFTTT. Het concept klinkt misschien wat vaag, maar wordt snel duidelijk als je door de recepten bladert. Zo kun je voor een slimme thermostaat bijvoorbeeld de in te stellen temperatuur koppelen aan de zonsondergang, notificaties ontvangen van statusveranderingen of de in te stellen temperatuur koppelen aan de buitentemperatuur. IFTTT kun je met een beetje fantasie misschien wel beschouwen als een heel simpele API die je in staat stelt om apparaten aan te sturen vanuit andere programma's of apps.

Een nadeel van IFTTT is dat de communicatie 'buitenom' via internet gaat. Dit is bij echt tijdkritieke dingen zoals het verbinden van een lichtsensor aan een lamp doorgaans te langzaam. Een lamp gaat dan pas aan als je allang voorbij de sensor bent of zelfs de ruimte alweer uit bent. Voor minder kritieke acties als thermostaatschakelingen, het aandoen van lampen aan als de zon ondergaat of een lamp laten knipperen als er e-mail is, voldoet IFTTT wel.

©PXimport

Op IFTTT vind je voor diverse slimme producten kanalen met recepten.

Draadloze standaarden

KlikAanKlikUit (433 MHz)

KlikAanKlikUit of KAKU is een populair systeem om verlichting en elektrische apparatuur (via stekkerdozen) draadloos te schakelen. KAKU is onderdeel van Trust en veel producten zijn met dezelfde typenummers onderdeel van het Trust Smart Home-assortiment. KAKU is het bekendst van setjes met een stekkerschakelaar en afstandsbediening, maar is door de relatief lage prijs ook voor domoticasystemen een populaire draadloze technologie. Een belangrijk nadeel van KAKU is dat het eenrichtingsverkeer is zonder terugkoppeling.

©PXimport

Volgens KAKU heb je binnen een bereik van zo'n dertig meter.

Je kunt dus niet zien of een opdracht of schakelactie gelukt is. Anders dan bij Z-Wave of Zigbee dat we verderop behandelen, zijn geen van de componenten repeaters van het signaal. Volgens KAKU is het bereik binnenshuis gemiddeld dertig meter. Er zijn in winkels ook 433MHz-producten van andere merken te koop, het gaat dan voornamelijk om stekkerschakelaars met een afstandsbediening. Het hangt van je domoticacontroller af of je naast KAKU ook andere 433MHz-protocollen kunt gebruiken. Welk protocol er ook gebruikt wordt, het signaal is niet versleuteld en er is altijd de kans dat iemand anders (onbedoeld) een schakelactie op jouw systeem uitvoert.

De huidige KAKU-generatie kent 67 miljoen verschillende codes zodat de kans dat je buren op dezelfde code werken klein is. Oudere setjes werken met dipswitches met een beperkt aantal combinaties. Een nadeel van de 433MHz-band is dat apparatuur elkaar snel stoort. Hierdoor heb je kans dat een signaal niet aankomt omdat de frequentieband bezet is. Bij geprogrammeerde schakelacties via een domoticasysteem kun je als trucje het signaal een paar keer laten versturen.

Z-Wave

Z-Wave is een populaire draadloze standaard die je net als KAKU kunt gebruiken voor onder andere schakelaars, dimmers en sensoren. Z-Wave-producten worden door veel verschillende fabrikanten op de markt gebracht waardoor er veel keuze is. Ze zijn duurder dan KAKU-producten, maar ook beter. Anders dan KAKU, ondersteunt Z-Wave bi-directionele communicatie en encryptie. Dat laatste zorgt uiteraard voor meer veiligheid en hierdoor is het ook onmogelijk dat iemand anders (toevallig) jouw systeem bedient. Door bi-directionele communicatie kan de status van een schakelaar altijd opgevraagd worden.

In Europa maakt Z-Wave gebruik van de 868MHz-band. Let erop dat in andere landen zoals de Verenigde Staten andere frequentiebanden gebruikt worden. Je kunt dus niet zomaar blind Z-Wave-producten op bijvoorbeeld eBay kopen. De nieuwste variant van Z-Wave is Z-Wave Plus. Z-Wave Plus-producten hebben een beter bereik en een lager energieverbruik. Z-Wave en Z-Wave Plus-producten zijn compatibel met elkaar en kun je mixen. De producten vormen onderling een mesh-netwerk (zie kader), waarbij apparatuur onderling met elkaar kan communiceren. Het netwerk zal zelf bepalen wat de handigste route is. Mocht een route plotseling geblokkeerd zijn, dan proberen de modules een andere communicatieroute te vinden. Hoe meer Z-Wave-producten je toevoegt, hoe betrouwbaarder je netwerk wordt. Dit geldt wel alleen voor modules die via netvoeding gevoed worden, batterij-gevoede modules ondersteunen geen meshing.

©PXimport

Mesh-netwerk

Bij normale radiocommunicatie is er een zender en een ontvanger. De ontvanger reageert op signalen van de zender zolang hij binnen bereik is. Het bereik van Z-Wave-signalen is zo'n dertig meter, maar kan geblokkeerd worden door bijvoorbeeld muren en plafonds. Hierdoor kan het lastig zijn om signalen betrouwbaar over te laten komen. Om dit op te lossen, maken Z-Wave en ZigBee gebruik van een mesh-netwerk waarbij iedere module ook werkt als een repeater voor signalen voor andere modules. Dankzij de mesh-structuur, versterkt iedere nieuwe module het netwerk en wordt het netwerk robuuster. Er is echter één maar: alleen een stroomgevoede module (bijvoorbeeld een ingebouwde wandschakelaar, een stopcontactschakelaar of inbouwdimmer) is onderdeel van het mesh-netwerk en kan signalen doorgeven aan andere modules. Voor batterij-gevoede modules (bijvoorbeeld schakelaars of een bewegingssensor) geldt dat niet, omdat anders de batterij heel snel zou leeglopen.

©PXimport

In een mesh-netwerk kunnen modules ook onderlinge verbindingen opzetten om signalen door te geven.

ZigBee

ZigBee is vergelijkbaar met Z-Wave en technisch op sommige vlakken zelfs geavanceerderZigBe. =http://www.zigbee.org/]ZigBee[/urlx] kan gebruikmaken van de 868MHz-band of de snellere 2,4GHz-band. Net als Z-Wave vormt ook ZigBee een mesh-netwerk. In de praktijk is ZigBee minder populair dan Z-Wave. Er zijn nauwelijks ZigBee-producten als schakelaars, stekkerschakelaars en sensors te koop. De standaard wordt wel gebruikt door fabrikanten voor complete oplossingen. Zo gebruiken Philips en Osram ZigBee als basis voor hun slimme verlichting. Heb je een domoticasysteem dat voorzien is van een ZigBee-radio, verwacht dan niet dat je bijvoorbeeld Hue-lampen direct kunt koppelen. ZigBee kent verschillende profielen, waaronder ZigBee Home Automation, ZigBee Light Link en ZigBee Building Automation.

Slimme verlichting gebruikt doorgaans ZigBee Light Link terwijl andere systemen doorgaans ZigBee Home Automation gebruiken. Hoewel er bij alle profielen gebruik wordt gemaakt van ZigBee en doorgaans de 2,4GHz-band gebruikt wordt, zijn deze profielen niet compatibel met elkaar. De wirwar aan profielen wordt in de komende Zigbee 3.0-specificatie opgelost waarbij alleen nog de 2,4GHz-band gebruikt wordt. Huidige ZigBee Light Link- en ZigBee Home Automation-producten worden compatibel met ZigBee 3.0. Dus wellicht dat de nadelen van ZigBee in de (nabije) toekomst voorbij zijn en het een serieuze tegenhanger van Z-Wave wordt.

©PXimport

ZigBee wordt vooralsnog vooral door fabrikanten gebruikt in complete producten, bijvoorbeeld door Philips voor de slimme verlichting Hue.

Google Weave

Het is sinds de overname van Nest Labs geen geheim dat ook Google aspiraties heeft op smarthome-gebied. Nest Labs is tegenwoordig net als Google een dochterbedrijf van Alphabet en geen onderdeel van Google meer. Toch wordt er op domoticagebied nog volop samengewerkt. Zo hebben zowel Nest als Google een framework dat ze Weave noemen, waarmee slimme apparatuur met elkaar kan communiceren. Weave werkt over wifi of de radiostandaard Thread, waarvan Nest één van de oprichters is.

Thread maakt gebruik van dezelfde radiohardware als ZigBee, maar gebruikt IPv6 als communicatielaag om ieder domotica-apparaat en Internet of Things-apparaat direct bereikbaar te maken. 'Toevalligerwijs' bevatten Googles nieuwe OnHub-routers een Thread-radio en ondersteunen de routers uiteraard ook Weave. Naast Nest, Samsung en de andere oprichters heeft de Thread Group inmiddels nog veel meer bedrijven aan zich verbonden. De kans is dan ook zeker aanwezig dat Thread - eventueel in combinatie met Weave - in 2016 gaat uitgroeien tot een bredere standaard.

©PXimport

Googles OnHub-routers zijn voorzien van Thread.

Apple HomeKit

Ook Apple probeert met HomeKit zijn stempel op het slimme huis te drukken. HomeKit is geen draadloze communicatietechnologie, maar net als Googles Weave een framework waarmee slimme apparatuur kan communiceren met iOS en Siri. Hierdoor kun je apparatuur integreren in één app en je slimme apparatuur aansturen met je stem via Siri. Vreemd is wel dat er op iOS geen HomeKit-app is ingebouwd, het platform vertrouwt volledig op apps van derde ontwikkelaars. HomeKit werkt met op het thuisnetwerk aangesloten apparatuur of direct via bluetooth.

Via bluetooth is in beginsel niet heel handig, omdat je HomeKit-apparatuur dan snel buiten bereik komt. Je kunt HomeKit-apparatuur standard niet vanaf buiten je huis bereiken, dat kan eventueel weer wel door een Apple TV te kopen. Die functioneert dan als HomeKit-bridge. Een ander nadeel van HomeKit is dat apparatuur een speciale chip moet bevatten, zo is er voor het Philips Hue-systeem een nieuwe bridge nodig die compatibel is met HomeKit. Verder is er op het moment van schrijven nog vrijwel geen andere HomeKit-apparatuur te koop. In Duitsland is al wel HomeKit-apparatuur van Elgato beschikbaar onder de productnaam Eve. Voorlopig lijkt HomeKit dus nog niet zo'n succes te zijn.

Bediening van je systeem

Controllers

Draadloze standaarden en protocollen zijn één ding, je wilt uiteraard ook al je producten zoals schakelaars, stekkerschakelaars, sensoren, lampen en thermostaat met elkaar verbinden en bedienen met je smartphone. Hier heb je een centrale domoticacontroller voor nodig. Een controller bevat een webinterface of apps waarmee je dingen kunt instellen en bedienen. Voor de communicatie met je apparatuur bevat een controller een netwerkaansluiting en één of meerdere radio's die het platform geschikt maken voor bijvoorbeeld Z-Wave, KAKU, ZigBee en bluetooth. Producten met een eigen bridge of hub zijn via een API vaak ook aan een controller te koppelen. Bekende controllers zijn de HomeWizard, Zipato ZipaBox, Fibaro en VeraEdge.

Ook KlikAanKlikUit/Trust maakt zijn eigen controllers. Uiteraard staan de ontwikkelingen niet stil, een interessante controller die binnenkort op de markt komt is de Nederlandse Homey die maar liefst zeven draadloze technologieën ondersteunt en ook werkt met spraakbesturing. Dergelijke kant- en-klare controllers kosten zo'n 200 tot 500 euro en bevatten één of meerdere radio's om met draadloze domoticaproducten te communiceren.

©PXimport

Een domoticacontroller zoals de Homey die binnenkort op de markt komt, zorgt voor een centrale aansturing van je systeem.

Zelfbouwcontroller

Je kunt ook kiezen voor een zelfbouwcontroller. Een toegankelijk opensource-pakket is Domoticz, dat je kunt installeren op een RaspBerry Pi. Uiteraard bevat je pc of Raspberry Pi geen radio's voor KAKU of Z-Wave, maar die kun je via usb eenvoudig toevoegen. Voor het gebruik van KAKU en andere 433MHz-producten is de RFXCom RFXtrx433E een goede radio. Z-Wave kun je op de Raspberry Pi aan de praat krijgen met een RaZberry-dochterbordje of via een usb-stick als de Aeotec Z-Stick Series 2. Je kunt uiteraard zelf kiezen of je KAKU, Z-Wave of allebei toevoegt aan Domoticz.

Naast direct draadloos aanstuurbare producten kun je ook apparatuur met een eigen API zoals Philips Hue of Google Nest integreren. Welke controller je ook kiest, doorgaans is het mogelijk om regels te maken via IFTTT-achtige schema's, zodat je precies kunt bepalen wat er wanneer en waarom moet gebeuren. Je kunt zo bijvoorbeeld programmeren dat een bewegingssensor een lamp alleen inschakelt als het ook daadwerkelijk donker is.

Opdrachten geven en ontvangen

Een controller kan dankzij API's via het netwerk communiceren met producten als Philips Hue, je slimme thermostaat en een streaming-audiosysteem. Je wilt je domoticasysteem natuurlijk ook gebruiken om andere producten slim te maken. Dat kan dankzij de ingebouwde radio's voor bijvoorbeeld KAKU of Z-Wave. Het simpelst toe te passen zijn stekkerschakelaars. Dit zijn blokken die je aansluit tussen het stopcontact en bijvoorbeeld een staande lamp of een ander elektrisch apparaat dat je draadloos wilt in- of uitschakelen. In het geval van Z-Wave kunnen stekkerschakelaars vaak ook het energieverbruik van de aangesloten apparatuur meten. Bij KAKU is dat niet mogelijk. Een soortgelijke oplossing als de stekkerschakelaar voor plafondlampen is de fittingschakelaar die je tussen het armatuur en de lamp draait. Zo kun je ook plafondlampen eenvoudig draadloos schakelen.

Schakelaars

Je domoticasysteem kun je natuurlijk bedienen met een app, maar in de praktijk is dat zeker voor verlichting niet altijd handig. Wandschakelaars of een afstandsbediening zijn daarom handige toevoegingen. Bij KAKU kun je de in een schakelsetje meegeleverde afstandsbediening gebruiken om commando's door te geven aan je domoticasysteem en ook voor Z-Wave zijn afstandsbedieningen te koop. Voor slimme wandschakelaars heb je de keuze uit schakel- of dimmermodules die je verwerkt achter je normale wandschakelaars of losse batterij-gevoede schakelaars. Die laatste zijn eenvoudiger te installeren.

Omdat de KAKU- of Z-Wave-schakelaar of afstandsbediening verbonden is met je domoticasysteem, kan meer geschakeld worden dan lampen. Je kunt ook andere opdrachten geven. Je kunt schakelaars voor de ene standaard ook mixen met een andere standaard. Zo is het is geen probleem om KAKU- of Z-Wave-schakelaars en -sensoren te koppelen met Philips Hue-lampen. Overigens verkoopt Philips ook eigen wandschakelaars. In tegenstelling tot schakelaars voor KAKU of Z-Wave kun je die niet gebruiken voor andere zaken. Philips-schakelaars communiceren alleen direct met de Hue Bridge en zijn hierdoor alleen in te zetten voor Hue-verlichting.

Een laatste belangrijke module om je huis te automatiseren, is een sensor die verkrijgbaar is als bewegingssensor en deur/raam-contact. Deze sensor kun je inzetten voor beveiligingstoepassingen, maar ook om lampen of andere apparatuur automatisch aan of uit te laten gaan zodra je binnenkomt of weggaat. Er is nog veel meer mogelijk, denk aan deurbellen, sirenes, weerstations en rookmelders.

©PXimport

Dankzij wandschakelaars en afstandsbedieningen heb je niet constant je smartphone nodig.

Uitdaging bij inbouwschakelaars

Je kunt zowel voor KAKU als Z-Wave achter je lichtschakelaars modules plaatsen waarmee je een lamp zowel met de schakelaar als met je domotica-systeem en app kunt bedienen. Omdat er op een inbouwschakelaar altijd spanning moet staan (anders worden de radiosignalen immers niet ontvangen), moet er in een inbouwdoos achter de lichtschakelaar een blauwe draad (nuldraad) aanwezig zijn.

Doorgaans bevat een installatiedoos voor een wandschakelaar alleen een bruine fasedraad en een zwarte schakeldraad die naar de lamp loopt. Er zal dan een blauwe nuldraad aangelegd moeten worden. Een combinatie van schakelaar en stopcontact bevat uiteraard wel een nuldraad. Bij inbouwdimmers is de nuldraad meestal niet nodig omdat een dimmer nooit helemaal het contact verbreekt. Het nadeel van een dimmer is dat er soms problemen zijn met led-verlichting die op de uit-stand blijft branden. Lees dus voor de aanschaf van inbouwmodules goed de installatiehandleiding. Een extra uitdaging is dat je in de knoei kunt komen als je inbouwdozen hebt van 4 centimeter diep, er is dan niet genoeg ruimte om de module weg te werken achter de schakelaar.

Eén systeem

Nog maar het begin

De uitdaging waar jij en fabrikanten voor staan, is het integreren van allerlei losstaande slimme producten tot één geïntegreerd systeem. Alleen zo kun je je huis echt handig en slim programmeren. Ook ben je dankzij een centraal domotica-systeem dat met meerdere draadloze standaarden en producten om kan gaan, flexibel in het product dat je voor een bepaald probleem kiest. Een buitenlamp kun je bijvoorbeeld best schakelen via een KAKU-module, terwijl je voor iets wat punctueler moet zijn, liever Z-Wave gebruikt. Je kunt ook de standaarden combineren: voor je verlichting kies je Hue dat je prima kunt schakelen met schakelaars voor KlikAanKlikUit of Z-Wave.

Met de populariteit van Z-Wave ten opzichte van bijvoorbeeld ZigBee lijkt het erop dat Z-Wave dé standaard is, maar schijn bedriegt. De 'oorlog' is zeker nog niet voorbij, het is meer een eerste strijd die gewonnen is. Naast ZigBee 3.0 dat een einde aan de huidige ZigBee-verwarring maakt, kan ook Googles Thread een belangrijke uitdager worden. Net als nu, kunnen toekomstige controllers waarschijnlijk overweg met meerdere draadloze standaarden, waardoor reeds aangeschafte modules als schakelaars, sensoren of stopcontactschakelaars niet in één keer waardeloos worden. Je moet je kortom beseffen dat we echt aan het begin van deze nieuwe domoticagolf staan en er qua toekomstvastheid helaas geen heel harde adviezen bestaan.

API

Koop je een losstaand slim product zoals een thermostaat, dan is het handig om te achterhalen of het product een API heeft. Via een API, dat staat voor Application Programming Interface, kan een programma of app van een derde communiceren met het product. Een voorbeeld van een product met een toegankelijke API is de Philips Hue-verlichting. Dit systeem hangt met een eigen bridge in het netwerk.

Dankzij de uitgebreide API zijn de slimme lampen ook prima via andere software, apps of systemen aan te sturen. Een app, programma of domotica-oplossing stuurt dankzij de API via het netwerk commando's naar de Hue-lampen. Een API is in eerste instantie bedoeld voor programmeurs of slimme knutselaars. Ook al ben je zelf geen programmeur en ben je niet van plan om zelf niets met een API te doen, dan is de aanwezigheid ervan bij twee gelijksoortige producten wat ons betreft wel een belangrijke reden om voor het product met API te kiezen. Dankzij de API ligt een (toekomstige) koppeling van jouw product met een echt domoticasysteem veel meer voor de hand en heb je bovendien veel meer kans op beschikbare apps van derde ontwikkelaars.

©PXimport

De Philips Hue-bridge die de lampen aanstuurt, is voorzien van een API waarmee Hue eenvoudig in andere systemen, programma's of apps te integreren is.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.