ID.nl logo
Domotica - Zo laat je al je apparaten samenwerken
© PXimport
Huis

Domotica - Zo laat je al je apparaten samenwerken

Steeds meer apparaten in huis zijn 'slim' en kun je bedienen met een eigen app. Handig, want zo hoef je niet meer op te staan om je verwarming of verlichting aan te zetten. Echt slim wordt het pas als al je slimme apparatuur ook samenwerkt in één systeem. Hoe maak je één domoticasysteem?

Domotica of huisautomatisering is niet iets van de laatste jaren. Zo was er in de jaren tachtig al veel mogelijk, denk bijvoorbeeld aan het Huis van de toekomst van Chriet Titulaer. Helaas waren domoticasystemen vooral heel erg duur en moest vrijwel alles bedraad worden aangesloten. Hierdoor vereiste zo'n systeem extra leidingen naar bijvoorbeeld lichtpunten, wandschakelaars en alle plekken waar sensoren nodig waren. In kantoorpanden wegen de voordelen doorgaans duidelijk op tegen de prijs (je wilt bijvoorbeeld automatisch in één keer overal het licht uitdoen). Bij de normale consument thuis was daar zeker geen sprake van. Uiteraard zijn er moderne bedrade domoticasystemen zoals KNX. Maar het aanleggen hiervan is nog steeds prijzig en in een bestaand huis onmogelijk zonder grondige renovatie. Lees ook: Automatiseer je huis met een Raspberry Pi 2.

Controle met de smartphone

Om je huis (deels) slimmer te maken is een echt domoticasysteem met een centrale controller niet per se nodig. Veel slimme apparatuur komt met een eigen app en je smartphone of tablet doet in dat geval dienst als centrale bediening. Je gebruikt een app voor je verlichting, een andere app voor je thermostaat en een derde app voor je beveiligingssysteem. Heb je echter een paar slimme apparaten in huis waardoor je meerdere apps moet gebruiken om dingen te regelen, dan kan dat al snel vervelend worden.

Daarnaast zijn sommige koppelingen heel logisch, want een bewegingssensor zou behalve voor beveiligingstoepassingen ook bruikbaar zijn om het licht in een ruimte aan te doen. En 's ochtends wil je misschien dat zowel de verwarming als het licht automatisch aangaan. Deels is integratie tussen slimme producten mogelijk via een omweg als IFTTT, maar wil je dat apparatuur echt geïntegreerd wordt, dan ontkom je niet aan een 'echt' domoticasysteem dat alles met elkaar verbindt.

Draadloos domotica-systeem

Een bedraad domoticasysteem is erg duur en lastig aan te leggen in een bestaand huis. Gelukkig is het ook heel goed mogelijk om te werken met producten die gebruikmaken van draadloze radiotechnologie. Er zijn verschillende standaarden die variëren qua mogelijkheden en prijs, maar allemaal zijn ze eenvoudig in te zetten in een huidig huis. Welk systeem je ook kiest: je moet wel zorgen voor een goed dekkend wifi-netwerk. Dit is niet omdat producten direct gebruikmaken van je draadloze netwerk, want die gebruiken vaak hun eigen draadloze standaard. Maar je wilt wel je systeem overal in je huis willen bedienen, en dat doe je via je smartphone of tablet die wel gebruikmaakt van je draadloze netwerk.

Er zijn trouwens wel slimme producten die direct met jouw wifi-netwerk communiceren. Zo gebruiken Belkins WeMo-stekkerschakelaars wifi en ook veel slimme thermostaten zoals Nest communiceren direct met je draadloze netwerk. De meeste draadloze domoticaproducten zoals stekkerschakelaars, lichtschakelaars, deur- en raamsensoren en bewegingssensoren werken niet via wifi. Er zijn draadloze standaarden met een laag energieverbruik die gebruikmaken van vrije frequentiebanden (433MHz-band, 868MHz-band of de 2,4GHz-band). We zullen de voor domoticatoepassingen belangrijkste draadloze standaarden kort bespreken. We claimen in dit artikel zeker geen compleetheid, naast de besproken standaarden en producten is er nog veel meer verkrijgbaar.

©PXimport

Sommige domotica-producten zoals slimme thermostaten maken direct gebruik van wifi.

IFTTT

IFTTT (If this, then that) is een webdienst die slimme apparaten en webdiensten aan elkaar koppelt om acties te automatiseren. Onder andere de Nest-producten, Philips Hue, Belkins WeMo, Honeywell-thermostaten, Netatmo-producten, de tado Smart Thermostat en de ThermoSmart werken samen met IFTTT. Het concept klinkt misschien wat vaag, maar wordt snel duidelijk als je door de recepten bladert. Zo kun je voor een slimme thermostaat bijvoorbeeld de in te stellen temperatuur koppelen aan de zonsondergang, notificaties ontvangen van statusveranderingen of de in te stellen temperatuur koppelen aan de buitentemperatuur. IFTTT kun je met een beetje fantasie misschien wel beschouwen als een heel simpele API die je in staat stelt om apparaten aan te sturen vanuit andere programma's of apps.

Een nadeel van IFTTT is dat de communicatie 'buitenom' via internet gaat. Dit is bij echt tijdkritieke dingen zoals het verbinden van een lichtsensor aan een lamp doorgaans te langzaam. Een lamp gaat dan pas aan als je allang voorbij de sensor bent of zelfs de ruimte alweer uit bent. Voor minder kritieke acties als thermostaatschakelingen, het aandoen van lampen aan als de zon ondergaat of een lamp laten knipperen als er e-mail is, voldoet IFTTT wel.

©PXimport

Op IFTTT vind je voor diverse slimme producten kanalen met recepten.

Draadloze standaarden

KlikAanKlikUit (433 MHz)

KlikAanKlikUit of KAKU is een populair systeem om verlichting en elektrische apparatuur (via stekkerdozen) draadloos te schakelen. KAKU is onderdeel van Trust en veel producten zijn met dezelfde typenummers onderdeel van het Trust Smart Home-assortiment. KAKU is het bekendst van setjes met een stekkerschakelaar en afstandsbediening, maar is door de relatief lage prijs ook voor domoticasystemen een populaire draadloze technologie. Een belangrijk nadeel van KAKU is dat het eenrichtingsverkeer is zonder terugkoppeling.

©PXimport

Volgens KAKU heb je binnen een bereik van zo'n dertig meter.

Je kunt dus niet zien of een opdracht of schakelactie gelukt is. Anders dan bij Z-Wave of Zigbee dat we verderop behandelen, zijn geen van de componenten repeaters van het signaal. Volgens KAKU is het bereik binnenshuis gemiddeld dertig meter. Er zijn in winkels ook 433MHz-producten van andere merken te koop, het gaat dan voornamelijk om stekkerschakelaars met een afstandsbediening. Het hangt van je domoticacontroller af of je naast KAKU ook andere 433MHz-protocollen kunt gebruiken. Welk protocol er ook gebruikt wordt, het signaal is niet versleuteld en er is altijd de kans dat iemand anders (onbedoeld) een schakelactie op jouw systeem uitvoert.

De huidige KAKU-generatie kent 67 miljoen verschillende codes zodat de kans dat je buren op dezelfde code werken klein is. Oudere setjes werken met dipswitches met een beperkt aantal combinaties. Een nadeel van de 433MHz-band is dat apparatuur elkaar snel stoort. Hierdoor heb je kans dat een signaal niet aankomt omdat de frequentieband bezet is. Bij geprogrammeerde schakelacties via een domoticasysteem kun je als trucje het signaal een paar keer laten versturen.

Z-Wave

Z-Wave is een populaire draadloze standaard die je net als KAKU kunt gebruiken voor onder andere schakelaars, dimmers en sensoren. Z-Wave-producten worden door veel verschillende fabrikanten op de markt gebracht waardoor er veel keuze is. Ze zijn duurder dan KAKU-producten, maar ook beter. Anders dan KAKU, ondersteunt Z-Wave bi-directionele communicatie en encryptie. Dat laatste zorgt uiteraard voor meer veiligheid en hierdoor is het ook onmogelijk dat iemand anders (toevallig) jouw systeem bedient. Door bi-directionele communicatie kan de status van een schakelaar altijd opgevraagd worden.

In Europa maakt Z-Wave gebruik van de 868MHz-band. Let erop dat in andere landen zoals de Verenigde Staten andere frequentiebanden gebruikt worden. Je kunt dus niet zomaar blind Z-Wave-producten op bijvoorbeeld eBay kopen. De nieuwste variant van Z-Wave is Z-Wave Plus. Z-Wave Plus-producten hebben een beter bereik en een lager energieverbruik. Z-Wave en Z-Wave Plus-producten zijn compatibel met elkaar en kun je mixen. De producten vormen onderling een mesh-netwerk (zie kader), waarbij apparatuur onderling met elkaar kan communiceren. Het netwerk zal zelf bepalen wat de handigste route is. Mocht een route plotseling geblokkeerd zijn, dan proberen de modules een andere communicatieroute te vinden. Hoe meer Z-Wave-producten je toevoegt, hoe betrouwbaarder je netwerk wordt. Dit geldt wel alleen voor modules die via netvoeding gevoed worden, batterij-gevoede modules ondersteunen geen meshing.

©PXimport

Mesh-netwerk

Bij normale radiocommunicatie is er een zender en een ontvanger. De ontvanger reageert op signalen van de zender zolang hij binnen bereik is. Het bereik van Z-Wave-signalen is zo'n dertig meter, maar kan geblokkeerd worden door bijvoorbeeld muren en plafonds. Hierdoor kan het lastig zijn om signalen betrouwbaar over te laten komen. Om dit op te lossen, maken Z-Wave en ZigBee gebruik van een mesh-netwerk waarbij iedere module ook werkt als een repeater voor signalen voor andere modules. Dankzij de mesh-structuur, versterkt iedere nieuwe module het netwerk en wordt het netwerk robuuster. Er is echter één maar: alleen een stroomgevoede module (bijvoorbeeld een ingebouwde wandschakelaar, een stopcontactschakelaar of inbouwdimmer) is onderdeel van het mesh-netwerk en kan signalen doorgeven aan andere modules. Voor batterij-gevoede modules (bijvoorbeeld schakelaars of een bewegingssensor) geldt dat niet, omdat anders de batterij heel snel zou leeglopen.

©PXimport

In een mesh-netwerk kunnen modules ook onderlinge verbindingen opzetten om signalen door te geven.

ZigBee

ZigBee is vergelijkbaar met Z-Wave en technisch op sommige vlakken zelfs geavanceerderZigBe. =http://www.zigbee.org/]ZigBee[/urlx] kan gebruikmaken van de 868MHz-band of de snellere 2,4GHz-band. Net als Z-Wave vormt ook ZigBee een mesh-netwerk. In de praktijk is ZigBee minder populair dan Z-Wave. Er zijn nauwelijks ZigBee-producten als schakelaars, stekkerschakelaars en sensors te koop. De standaard wordt wel gebruikt door fabrikanten voor complete oplossingen. Zo gebruiken Philips en Osram ZigBee als basis voor hun slimme verlichting. Heb je een domoticasysteem dat voorzien is van een ZigBee-radio, verwacht dan niet dat je bijvoorbeeld Hue-lampen direct kunt koppelen. ZigBee kent verschillende profielen, waaronder ZigBee Home Automation, ZigBee Light Link en ZigBee Building Automation.

Slimme verlichting gebruikt doorgaans ZigBee Light Link terwijl andere systemen doorgaans ZigBee Home Automation gebruiken. Hoewel er bij alle profielen gebruik wordt gemaakt van ZigBee en doorgaans de 2,4GHz-band gebruikt wordt, zijn deze profielen niet compatibel met elkaar. De wirwar aan profielen wordt in de komende Zigbee 3.0-specificatie opgelost waarbij alleen nog de 2,4GHz-band gebruikt wordt. Huidige ZigBee Light Link- en ZigBee Home Automation-producten worden compatibel met ZigBee 3.0. Dus wellicht dat de nadelen van ZigBee in de (nabije) toekomst voorbij zijn en het een serieuze tegenhanger van Z-Wave wordt.

©PXimport

ZigBee wordt vooralsnog vooral door fabrikanten gebruikt in complete producten, bijvoorbeeld door Philips voor de slimme verlichting Hue.

Google Weave

Het is sinds de overname van Nest Labs geen geheim dat ook Google aspiraties heeft op smarthome-gebied. Nest Labs is tegenwoordig net als Google een dochterbedrijf van Alphabet en geen onderdeel van Google meer. Toch wordt er op domoticagebied nog volop samengewerkt. Zo hebben zowel Nest als Google een framework dat ze Weave noemen, waarmee slimme apparatuur met elkaar kan communiceren. Weave werkt over wifi of de radiostandaard Thread, waarvan Nest één van de oprichters is.

Thread maakt gebruik van dezelfde radiohardware als ZigBee, maar gebruikt IPv6 als communicatielaag om ieder domotica-apparaat en Internet of Things-apparaat direct bereikbaar te maken. 'Toevalligerwijs' bevatten Googles nieuwe OnHub-routers een Thread-radio en ondersteunen de routers uiteraard ook Weave. Naast Nest, Samsung en de andere oprichters heeft de Thread Group inmiddels nog veel meer bedrijven aan zich verbonden. De kans is dan ook zeker aanwezig dat Thread - eventueel in combinatie met Weave - in 2016 gaat uitgroeien tot een bredere standaard.

©PXimport

Googles OnHub-routers zijn voorzien van Thread.

Apple HomeKit

Ook Apple probeert met HomeKit zijn stempel op het slimme huis te drukken. HomeKit is geen draadloze communicatietechnologie, maar net als Googles Weave een framework waarmee slimme apparatuur kan communiceren met iOS en Siri. Hierdoor kun je apparatuur integreren in één app en je slimme apparatuur aansturen met je stem via Siri. Vreemd is wel dat er op iOS geen HomeKit-app is ingebouwd, het platform vertrouwt volledig op apps van derde ontwikkelaars. HomeKit werkt met op het thuisnetwerk aangesloten apparatuur of direct via bluetooth.

Via bluetooth is in beginsel niet heel handig, omdat je HomeKit-apparatuur dan snel buiten bereik komt. Je kunt HomeKit-apparatuur standard niet vanaf buiten je huis bereiken, dat kan eventueel weer wel door een Apple TV te kopen. Die functioneert dan als HomeKit-bridge. Een ander nadeel van HomeKit is dat apparatuur een speciale chip moet bevatten, zo is er voor het Philips Hue-systeem een nieuwe bridge nodig die compatibel is met HomeKit. Verder is er op het moment van schrijven nog vrijwel geen andere HomeKit-apparatuur te koop. In Duitsland is al wel HomeKit-apparatuur van Elgato beschikbaar onder de productnaam Eve. Voorlopig lijkt HomeKit dus nog niet zo'n succes te zijn.

Bediening van je systeem

Controllers

Draadloze standaarden en protocollen zijn één ding, je wilt uiteraard ook al je producten zoals schakelaars, stekkerschakelaars, sensoren, lampen en thermostaat met elkaar verbinden en bedienen met je smartphone. Hier heb je een centrale domoticacontroller voor nodig. Een controller bevat een webinterface of apps waarmee je dingen kunt instellen en bedienen. Voor de communicatie met je apparatuur bevat een controller een netwerkaansluiting en één of meerdere radio's die het platform geschikt maken voor bijvoorbeeld Z-Wave, KAKU, ZigBee en bluetooth. Producten met een eigen bridge of hub zijn via een API vaak ook aan een controller te koppelen. Bekende controllers zijn de HomeWizard, Zipato ZipaBox, Fibaro en VeraEdge.

Ook KlikAanKlikUit/Trust maakt zijn eigen controllers. Uiteraard staan de ontwikkelingen niet stil, een interessante controller die binnenkort op de markt komt is de Nederlandse Homey die maar liefst zeven draadloze technologieën ondersteunt en ook werkt met spraakbesturing. Dergelijke kant- en-klare controllers kosten zo'n 200 tot 500 euro en bevatten één of meerdere radio's om met draadloze domoticaproducten te communiceren.

©PXimport

Een domoticacontroller zoals de Homey die binnenkort op de markt komt, zorgt voor een centrale aansturing van je systeem.

Zelfbouwcontroller

Je kunt ook kiezen voor een zelfbouwcontroller. Een toegankelijk opensource-pakket is Domoticz, dat je kunt installeren op een RaspBerry Pi. Uiteraard bevat je pc of Raspberry Pi geen radio's voor KAKU of Z-Wave, maar die kun je via usb eenvoudig toevoegen. Voor het gebruik van KAKU en andere 433MHz-producten is de RFXCom RFXtrx433E een goede radio. Z-Wave kun je op de Raspberry Pi aan de praat krijgen met een RaZberry-dochterbordje of via een usb-stick als de Aeotec Z-Stick Series 2. Je kunt uiteraard zelf kiezen of je KAKU, Z-Wave of allebei toevoegt aan Domoticz.

Naast direct draadloos aanstuurbare producten kun je ook apparatuur met een eigen API zoals Philips Hue of Google Nest integreren. Welke controller je ook kiest, doorgaans is het mogelijk om regels te maken via IFTTT-achtige schema's, zodat je precies kunt bepalen wat er wanneer en waarom moet gebeuren. Je kunt zo bijvoorbeeld programmeren dat een bewegingssensor een lamp alleen inschakelt als het ook daadwerkelijk donker is.

Opdrachten geven en ontvangen

Een controller kan dankzij API's via het netwerk communiceren met producten als Philips Hue, je slimme thermostaat en een streaming-audiosysteem. Je wilt je domoticasysteem natuurlijk ook gebruiken om andere producten slim te maken. Dat kan dankzij de ingebouwde radio's voor bijvoorbeeld KAKU of Z-Wave. Het simpelst toe te passen zijn stekkerschakelaars. Dit zijn blokken die je aansluit tussen het stopcontact en bijvoorbeeld een staande lamp of een ander elektrisch apparaat dat je draadloos wilt in- of uitschakelen. In het geval van Z-Wave kunnen stekkerschakelaars vaak ook het energieverbruik van de aangesloten apparatuur meten. Bij KAKU is dat niet mogelijk. Een soortgelijke oplossing als de stekkerschakelaar voor plafondlampen is de fittingschakelaar die je tussen het armatuur en de lamp draait. Zo kun je ook plafondlampen eenvoudig draadloos schakelen.

Schakelaars

Je domoticasysteem kun je natuurlijk bedienen met een app, maar in de praktijk is dat zeker voor verlichting niet altijd handig. Wandschakelaars of een afstandsbediening zijn daarom handige toevoegingen. Bij KAKU kun je de in een schakelsetje meegeleverde afstandsbediening gebruiken om commando's door te geven aan je domoticasysteem en ook voor Z-Wave zijn afstandsbedieningen te koop. Voor slimme wandschakelaars heb je de keuze uit schakel- of dimmermodules die je verwerkt achter je normale wandschakelaars of losse batterij-gevoede schakelaars. Die laatste zijn eenvoudiger te installeren.

Omdat de KAKU- of Z-Wave-schakelaar of afstandsbediening verbonden is met je domoticasysteem, kan meer geschakeld worden dan lampen. Je kunt ook andere opdrachten geven. Je kunt schakelaars voor de ene standaard ook mixen met een andere standaard. Zo is het is geen probleem om KAKU- of Z-Wave-schakelaars en -sensoren te koppelen met Philips Hue-lampen. Overigens verkoopt Philips ook eigen wandschakelaars. In tegenstelling tot schakelaars voor KAKU of Z-Wave kun je die niet gebruiken voor andere zaken. Philips-schakelaars communiceren alleen direct met de Hue Bridge en zijn hierdoor alleen in te zetten voor Hue-verlichting.

Een laatste belangrijke module om je huis te automatiseren, is een sensor die verkrijgbaar is als bewegingssensor en deur/raam-contact. Deze sensor kun je inzetten voor beveiligingstoepassingen, maar ook om lampen of andere apparatuur automatisch aan of uit te laten gaan zodra je binnenkomt of weggaat. Er is nog veel meer mogelijk, denk aan deurbellen, sirenes, weerstations en rookmelders.

©PXimport

Dankzij wandschakelaars en afstandsbedieningen heb je niet constant je smartphone nodig.

Uitdaging bij inbouwschakelaars

Je kunt zowel voor KAKU als Z-Wave achter je lichtschakelaars modules plaatsen waarmee je een lamp zowel met de schakelaar als met je domotica-systeem en app kunt bedienen. Omdat er op een inbouwschakelaar altijd spanning moet staan (anders worden de radiosignalen immers niet ontvangen), moet er in een inbouwdoos achter de lichtschakelaar een blauwe draad (nuldraad) aanwezig zijn.

Doorgaans bevat een installatiedoos voor een wandschakelaar alleen een bruine fasedraad en een zwarte schakeldraad die naar de lamp loopt. Er zal dan een blauwe nuldraad aangelegd moeten worden. Een combinatie van schakelaar en stopcontact bevat uiteraard wel een nuldraad. Bij inbouwdimmers is de nuldraad meestal niet nodig omdat een dimmer nooit helemaal het contact verbreekt. Het nadeel van een dimmer is dat er soms problemen zijn met led-verlichting die op de uit-stand blijft branden. Lees dus voor de aanschaf van inbouwmodules goed de installatiehandleiding. Een extra uitdaging is dat je in de knoei kunt komen als je inbouwdozen hebt van 4 centimeter diep, er is dan niet genoeg ruimte om de module weg te werken achter de schakelaar.

Eén systeem

Nog maar het begin

De uitdaging waar jij en fabrikanten voor staan, is het integreren van allerlei losstaande slimme producten tot één geïntegreerd systeem. Alleen zo kun je je huis echt handig en slim programmeren. Ook ben je dankzij een centraal domotica-systeem dat met meerdere draadloze standaarden en producten om kan gaan, flexibel in het product dat je voor een bepaald probleem kiest. Een buitenlamp kun je bijvoorbeeld best schakelen via een KAKU-module, terwijl je voor iets wat punctueler moet zijn, liever Z-Wave gebruikt. Je kunt ook de standaarden combineren: voor je verlichting kies je Hue dat je prima kunt schakelen met schakelaars voor KlikAanKlikUit of Z-Wave.

Met de populariteit van Z-Wave ten opzichte van bijvoorbeeld ZigBee lijkt het erop dat Z-Wave dé standaard is, maar schijn bedriegt. De 'oorlog' is zeker nog niet voorbij, het is meer een eerste strijd die gewonnen is. Naast ZigBee 3.0 dat een einde aan de huidige ZigBee-verwarring maakt, kan ook Googles Thread een belangrijke uitdager worden. Net als nu, kunnen toekomstige controllers waarschijnlijk overweg met meerdere draadloze standaarden, waardoor reeds aangeschafte modules als schakelaars, sensoren of stopcontactschakelaars niet in één keer waardeloos worden. Je moet je kortom beseffen dat we echt aan het begin van deze nieuwe domoticagolf staan en er qua toekomstvastheid helaas geen heel harde adviezen bestaan.

API

Koop je een losstaand slim product zoals een thermostaat, dan is het handig om te achterhalen of het product een API heeft. Via een API, dat staat voor Application Programming Interface, kan een programma of app van een derde communiceren met het product. Een voorbeeld van een product met een toegankelijke API is de Philips Hue-verlichting. Dit systeem hangt met een eigen bridge in het netwerk.

Dankzij de uitgebreide API zijn de slimme lampen ook prima via andere software, apps of systemen aan te sturen. Een app, programma of domotica-oplossing stuurt dankzij de API via het netwerk commando's naar de Hue-lampen. Een API is in eerste instantie bedoeld voor programmeurs of slimme knutselaars. Ook al ben je zelf geen programmeur en ben je niet van plan om zelf niets met een API te doen, dan is de aanwezigheid ervan bij twee gelijksoortige producten wat ons betreft wel een belangrijke reden om voor het product met API te kiezen. Dankzij de API ligt een (toekomstige) koppeling van jouw product met een echt domoticasysteem veel meer voor de hand en heb je bovendien veel meer kans op beschikbare apps van derde ontwikkelaars.

©PXimport

De Philips Hue-bridge die de lampen aanstuurt, is voorzien van een API waarmee Hue eenvoudig in andere systemen, programma's of apps te integreren is.

▼ Volgende artikel
Review Sony MDR-M1 – Heeft meer dan 30 jaar op zich laten wachten
© Wesley Akkerman
Huis

Review Sony MDR-M1 – Heeft meer dan 30 jaar op zich laten wachten

De Sony MDR-M1 mag dan wel een hoofdtelefoon voor professioneel gebruik zijn, dat betekent niet dat de gewone consument er niet van kan genieten. De koptelefoon volgt de MDR-7506 op, die in, let op, 1991 op de markt kwam. Die was wel toe aan een update.

Fantastisch
Conclusie

De Sony MDR-M1 klinkt minder kleurrijk dan je zou willen. Het doel van deze koptelefoon is dat het geluid zo natuurgetrouw als mogelijk over te brengen, zoals de maker dat bedoeld heeft. En zodat muziekmakers heel goed kun mix kunnen afstellen, omdat ze goed onderscheid kunnen maken tussen alle lagen. In beide gevallen slaagt de koptelefoon wat ons betreft, en hebben we het hier over een waardige opvolger van de 7506 uit 1991. Dat geldt voor muziekproducten (in spe) en algemene muziekliefhebbers op zoek naar een fijne koptelefoon.

Plus- en minpunten
  • Comfort
  • Audioweergave
  • Afneembare kabels
  • Repareerbaar
  • Warmteontwikkeling
  • Minder kleurrijk

Als iets niet kapot is, moet je het niet maken. Dat mantra hangt al jarenlang boven het bed van de Sony-ontwerper die de Sony MDR-7506 maakte. Die koptelefoon is jarenlang de populaire keuze onder professionals geweest in de audiowereld. Meer dan dertig jaar om precies te zijn, aangezien het model in 1991 op de markt verscheen. Goede isolatie, inmiddels een prijs van onder de 100 euro, het neutrale geluid, brede frequentiebereik en de comfortabele fit hebben allemaal bijgedragen aan dat succes. Maar nu is het tijd aan zijn opvolger: de Sony MDR-M1.

Tussentijds zijn er natuurlijk meerdere koptelefoons voor professionals uitgekomen uit de stallen van Sony. Zo verscheen vorig jaar nog de MDR-MV1, een koptelefoon die overtuigt met een accurate geluidsproductie, comfortabele kussens voor lang luisterplezier en een uitzonderlijk frequentiebereik. Met zijn prijskaartje van 400 euro ligt de hoofdtelefoon soms net buiten het bereik van (beginnende) producenten. Maar met de Sony MDR-M1 kan de Japanse audioproduct daar wat aan doen. Deze bedrade koptelefoon kost namelijk 250 euro (tijdens de lancering).

©Wesley Akkerman

Dit is de Sony MDR-M1

Voor dat bedrag krijg je een koptelefoon met twee verwijderbare kabels: één van 1,2 meter lang voor verbinding met een telefoon of speler, en nog één van pakweg 2,3 meter, bedoeld voor studiowerk. Je schroeft de kabel echt in de koptelefoon vast, zodat die niet losschiet wanneer je beweegt. Houd daar wel rekening mee wanneer je de kabel in een laptop plugt, of ander apparaat dat van een bureau kan schuiven tijdens het opstaan. Verder kunnen we het waarderen dat de koptelefoon repareerbaar is: je kunt de oorkussens gemakkelijk zelf vervangen.

In de basis zie je het er nog steeds van af dat de Sony MDR-M1 in dezelfde lijn valt als de 7506 en eerdergenoemde MV1. Ze hebben alle drie duidelijk dezelfde designtaal. Enerzijds wellicht een beetje achterhaald, maar anderzijds ook erg tof dat Sony het simpel houdt. De M1 oogt meer opgefrist ten opzichte van het eerdere model, maar heeft nog steeds geen overbodige fratsen. Alleen die blauwe sticker vinden we jammer. Die hebben we dan ook proberen te verwijderen, maar die missie slaagde niet echt. Nu zit er moeilijk verwijderbare stickerresidu op een cup.

©Wesley Akkerman

In het teken van comfort

Dat kleine smetje daargelaten zijn we louter positief over het basale doch effectieve ontwerp, omdat het helemaal in het teken staat van comfort. De koptelefoon beschikt over zachte, dikke oorkussens. Bovendien is er een evenzo zachte band die op het hoofd rust. De band trekt niet aan je haar en zet ook geen overbodige druk op je schedel. Het gesloten design van de Sony MDR-M1 zorgt logischerwijs voor wat warmteontwikkeling bij de oren, maar echt oncomfortabel wordt het nooit. Je kunt de koptelefoon tot slot plat opvouwen en zodoende makkelijk meenemen.

Die zachte oorkussen bevatten de dynamische drivers van 40 millimeter, die voorzien zijn van een zogeheten neodymiummagneet. Dat laatste moet ervoor zorgen dat de Sony MDR-M1 een hogere gevoeligheid heeft (hij kan harder spelen met hetzelfde vermogen), verbeterde basweergave en minder vervorming. Sony meldt een gevoeligheid van 102 decibel; het frequentiebereik gaat van 5 Hz tot 80 kHz, waardoor er meer ruimte is voor diepere bas en detail in hogere tonen. Dat is breder dan wat standaard koptelefoons aanbieden. Die houden het meestal op 20 Hz tot 20 kHz.

©Wesley Akkerman

 Geluidsgolven krijgen alle ruimte

Bij dit soort specificaties is het altijd nog maar de vraag wat je daar daadwerkelijk van meekrijgt. Het menselijk oor pakt de geluidsgevolgen aan de uiterste kanten van het genoemde spectrum niet op. Bovendien is de kwaliteit van de audiobron ook van belang. Als die geen muziek in hogere resoluties ondersteunt, heb je vrij weinig aan al dat extra bereik. Het grote voordeel van dat brede spectrum is dat muziek niet afgemeten wordt. De golven, zowel hoog als laag, krijgen alle ruimte om te bewegen, waardoor de muziek ontzettend neutraal klinkt.

De gesloten koptelefoon zal nooit echt geschikt zijn voor het meest wijde of dimensionale geluid, maar voor de meeste genres zal dit echt wel van hoog niveau. We bekijken dit voornamelijk vanuit het perspectief van de gemiddelde consument, die op zoek is naar een goede, bedrade koptelefoon. De nadruk van de Sony MDR-M1 ligt echter op het midden, het centrum, van de audio. Het product kan goed onderscheid maken tussen de verschillende kanalen, en biedt daardoor een duidelijke, schone en effectieve presentatie van het stereoveld aan.

©Wesley Akkerman

De baslaag heeft wat opvallende elementen. Hoewel de Sony MDR-M1 redelijk diep kan gaan, en daar ook verschil aanbrengt in lagen, vinden we de weergave tegelijkertijd te neutraal om echt bijzonder te zijn. Begrijp ons niet verkeerd: het klinkt voortreffelijk, maar hier merk je enigszins dat je iets minder betaalt dan voor bijvoorbeeld de MV1. In de hogere regionen merken we vooral soepelheid op. Je hoort geen scherpte in s-geluiden. Over het algemeen klinkt de MDR-M1 helder, gedetailleerd en gebalanceerd; maar minder kleurrijk dan we zouden willen.

Sony MDR-M1 kopen?

De Sony MDR-M1 klinkt minder kleurrijk dan je zou willen. Het doel van deze koptelefoon is dat het geluid zo natuurgetrouw als mogelijk over te brengen, zoals de maker dat bedoeld heeft. En zodat muziekmakers heel goed kun mix kunnen afstellen, omdat ze goed onderscheid kunnen maken tussen alle lagen. In beide gevallen slaagt de koptelefoon wat ons betreft, en hebben we het hier over een waardige opvolger van de 7506 uit 1991. Dat geldt voor muziekproducten (in spe) en algemene muziekliefhebbers op zoek naar een fijne koptelefoon.


▼ Volgende artikel
Review Oppo Find X8 Pro – Vlaggenschip met dito prijs
© Rens Blom
Huis

Review Oppo Find X8 Pro – Vlaggenschip met dito prijs

Oppo brengt na een jarenlange pauze weer een topsmartphone uit in Nederland. De Find X8 Pro laat zien wat Oppo in huis heeft en draagt een adviesprijs van 1149 euro. Een echt vlaggenschip dus. In deze Oppo Find X8 Pro review lees je onze ervaringen met het toestel.

Uitstekend
Conclusie

De Oppo Find X8 Pro is een smartphone met een luxe ontwerp, uitstekende specificaties en lange accuduur. Met de camera's kun je erg mooie foto's en video's maken. Oppo's updatebeleid is met zes jaar prima, maar sommige andere merken doen het nog beter. Oppo slaat vooral de plank mis door je allerlei overbodige apps op te dringen. Hopelijk stopt het bedrijf hier snel mee. De Find X8 Pro is namelijk een hele fijne smartphone die ons nieuwsgierig maakt naar de concurrentie in 2025.

Plus- en minpunten
  • Uitstekende specificaties
  • Erg goede camera's
  • Lange accuduur
  • Software dringt je allerlei onnodige apps op
  • Wennen aan plaatsing knoppen, vingerafdrukscanner en camera-eiland
  • Updatebeleid had beter gekund

Goed om te weten is dat de Find X8 Pro één van de eerste topsmartphones voor 2025 is. Realme bracht laatst de GT 7 Pro uit – direct door ID.nl getest – en OnePlus komt in januari met de OnePlus 13. Alle drie de merken vallen onder het moederbedrijf BBK en concurreren dus enigszins met elkaar. Maar ook met andere merken. Zoals Apple, dat met de iPhone 16 Pro Max een boeiend alternatief biedt voor de Find X8 Pro. Of denk aan de Google Pixel 9 Pro XL. Begin 2025 verschijnen er meer premium smartphones, onder andere van Samsung en Xiaomi. De Oppo Find X8 Pro is er dus vroeg bij, maar is het ook een goede koop of kun je beter nog even wachten op een ander toestel?

Ontwerp en scherm

De Oppo Find X8 komt met zijn ontwerp van glas en aluminium luxe over, is degelijk gebouwd en waterdicht en stofbestendig. Wel is de telefoon glad in de hand, wat een hoesje geen overbodige luxe maakt. We moesten een paar dagen wennen aan de ergonomie van de smartphone. De knoppen – links en rechts op de zijkanten – zitten nogal hoog en het camera-eiland op de achterkant is dusdanig groot dat je bij het horizontaal fotograferen soms je vinger voor een cameralens houdt. De vingerafdrukscanner achter het scherm zit juist weer opvallend laag.

©Rens Blom

Het 6,78inch-oledscherm laat een goede indruk achter. Vergeleken bij sommige andere dure telefoons kan het scherm wat minder fel, maar dat is niet storend bij gebruik. Het scherm van de Find X8 Pro is scherp, toont mooie kleuren en heeft licht gekromde zijkanten voor een luxe gevoel tijdens het vegen. Houd er wel rekening mee dat je het scherm moeilijk volledig met één hand kunt bedienen.

©Rens Blom

Uitstekende specificaties

Zoals je van een dure smartphone mag verwachten, heeft de Find X8 Pro uitstekende specificaties. De MediaTek-processor is bloedsnel, het werkgeheugen is met 16 GB heel groot en dat geldt ook voor de 512GB-opslagcapaciteit.

Lange accuduur

Als je een goede accuduur belangrijk vindt in je volgende smartphone, kun je de Oppo Find X8 Pro zonder zorgen aanschaffen. Het toestel heeft een grote 5910mAh-accu en houdt het probleemloos een intensieve dag vol. Ook als je veel buiten de deur bent en gebruikmaakt van een mobiel netwerk. Goed werk van Oppo dus.

Opladen kan de Find X8 Pro op twee manieren: via de usb-c-poort en draadloos. Met een addertje onder het gras, want op beide manieren gaat het laden het snelst als je speciale Oppo-opladers koopt. Met zo'n SuperVOOC-adapter kun je bekabeld laden met 80 watt en met een AirVOOC-oplader kun je draadloos laden met 50 watt. Met een normale usb-c-adapter en Qi-oplader gaat het laden langzamer. Gelet op de goede accuduur en hoge prijzen van Oppo-opladers denken wij dat veel mensen prima voor die langzamere opladers kunnen kiezen. Waarschijnlijk heb je die toch al in huis.

©Rens Blom

Handige camera's

Oppo benadrukt graag dat de Find X8 Pro geavanceerde camera's heeft, ontwikkeld in samenwerking met fotografiemerk Hasselblad. En dat klopt. De hoofdcamera maakt lekker scherpe en kleurrijke foto's en ook de groothoekcamera bevalt goed. Interessant zijn de twee zoomcamera's, met respectievelijk drie en zes keer optische zoom. Die geven je mogelijkheden om het beeld dichterbij te halen zonder merkbaar in te leveren op de fotokwaliteit. Zoals je van een dure telefoon mag verwachten, doen de hoofd- en groothoekcamera het ook erg goed in het donker.

Hieronder zie je drie fotoseries gemaakt in het donker. Bij de eerste twee series zie je van links naar rechts de hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera.

©Rens Blom

©Rens Blom

De drie onderstaande foto's zijn gemaakt met de hoofdcamera.

©Rens Blom

Opvallend is de aanraakgevoelige camerabalk op de rechterzijkant van de Find X8 Pro. Tik je er twee keer op, dan start de camera-app. Bij het harder indrukken maak je een foto. Een prima systeem.

Software mist premium uitstraling

Op de Oppo Find X8 Pro is Android 15 geïnstalleerd, de nieuwste versie. Oppo's updatebeleid is prima, maar met vijf Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates niet bijzonder. Zo krijgt een iPhone doorgaans zes of zeven jaar updates en garanderen Google en Samsung zeven jaar updates voor hun toptoestellen.

©Rens Blom

De ColorOS-softwareschil van Oppo laat een gemengde indruk bij ons achter. Enerzijds werkt de software snel en kun je veel handige functies gebruiken. Anderzijds is ColorOS wel héél opzichtig gekopieerd van Apple's iOS en vinden we het bijzonder ongepast dat Oppo je allemaal commerciële apps wil opdringen bij het installeren en gebruiken van de telefoon. Als je niet oppast, heb je er opeens tientallen apps bij. Deze gebruikservaring hoort echt niet bij een smartphone waar je 1149 euro voor hebt betaald. De boosdoener is de Oppo App Market-app, die je het beste kunt uitschakelen of negeren.

©Rens Blom

Conclusie: Oppo Find X8 Pro kopen?

De Oppo Find X8 Pro is een smartphone met een luxe ontwerp, uitstekende specificaties en lange accuduur. Met de camera's kun je erg mooie foto's en video's maken. Oppo's updatebeleid is met zes jaar prima, maar sommige andere merken doen het nog beter. Oppo slaat vooral de plank mis door je allerlei overbodige apps op te dringen. Hopelijk stopt het bedrijf hier snel mee. De Find X8 Pro is namelijk een hele fijne smartphone die ons nieuwsgierig maakt naar de concurrentie in 2025.