ID.nl logo
Aparte netwerken maken voor een veilig thuisnetwerk: zo doe je dat!
© xiaoliangge - stock.adobe.com
Huis

Aparte netwerken maken voor een veilig thuisnetwerk: zo doe je dat!

Helaas zijn niet altijd alle apparaten in je netwerk te vertrouwen. Met enkele consumentenrouters kun je apparaten scheiden van de rest van je netwerk, bijvoorbeeld door het gastennetwerk te benutten. Dit heeft echter wat beperkingen. Liever zou je zelf labeltjes op het verkeer plakken door te werken met VLAN’s. Je hebt dan niet alleen gescheiden virtuele netwerken, maar je kunt met firewallregels ook de rechten voor apparaten beheren.

In dit artikel leggen we uit hoe je een netwerkscheiding op een professionele manier aanpakt. Dat doe je met VLAN's. Het volgende bespreken we:

  • Wat is de benodigde routersoftware? (Wij gaan aan de slag met pfSense)
  • Hoe verspreid je deze virtuele netwerken naar je apparaten?
  • Wat is de juiste poortinstelling?
  • Hoe stel je firewall-regels in?

Ook interessant: Kende je deze geavanceerde router-instellingen al?

De meeste mensen zullen alle netwerkapparaten in huis gewoon aan elkaar knopen via ‘domme’ switches. Het is echter niet zonder risico’s. Misschien heb je een puber die ongecontroleerd alles op zijn laptop installeert. Of heb je wat apparaten uit China gehaald die je niet helemaal vertrouwt, zoals bepaalde ip-camera’s. Wellicht zou je die liever helemaal isoleren van je hoofdnetwerk of de toegang tot internet ontzeggen. Dat is voor ip-camera’s zelfs vrij logisch als je die centraal beheert.

Het kan ook zijn dat je webinterfaces of toegang tot een netwerkprinter liever afschermt voor andere gebruikers. Door een scheiding in je netwerk te maken, kun je dit allemaal voor elkaar krijgen. Maar dat is best een uitdaging. Met de aanwijzingen in dit artikel hopen we je goed op weg te helpen. We behandelen de mogelijkheden van consumentenrouters en laten zien hoe je met VLAN’s op een professionele manier een scheiding in het verkeer aan kunt brengen.

Consumentenrouters

Consumentenrouters, zoals de door internetproviders verstrekte exemplaren, zijn vaak beperkt als het gaat om de isolatie van netwerkapparaten. De Fritz!Box van AVM is een positieve uitzondering. Je kunt hiermee een gastnetwerk opzetten met een afgezonderd wifi-netwerk. Je zou het een hotspot kunnen noemen.

Het verschilt per router wat je precies met een gastnetwerk kunt. Soms kun je het ook beschikbaar maken via een netwerkpoort. Alle gastgebruikers hebben alleen toegang tot internet. Soms kun je ook de bandbreedte en gebruikstijden beperken voor apparaten op het gastnetwerk of de internettoegang beperken tot de standaardprotocollen voor web en e-mail.

Gasten kunnen niet bij de rest van je netwerk. Standaard kunnen ze ook niet met andere wifi-apparaten communiceren binnen het gastennetwerk, al kun je dit laatste optioneel veranderen, zodat onderlinge communicatie wél mogelijk is. Enkele routers (of losse toegangspunten) bieden alleen een isolatie op het niveau van wifi, wat eigenlijk hoofdzakelijk voorkomt dat wifi-gebruikers met elkaar kunnen communiceren.

Met sommige consumentenrouters kun je een wifi-netwerk voor gasten opzetten.

Enkele voordelen

Een gastnetwerk kan nuttig zijn voor bezoekers of een opstandige puber. Het kan ook voor IoT-apparaten van pas komen die genoeg hebben aan een internetverbinding, zoals bepaalde slimme thermostaten, deurbellen en ip-camera’s. Het heeft één groot voordeel: je voorkomt dat een netwerkapparaat (of huisgenoot) andere apparaten kan ‘besmetten’.

Helaas wordt voor jouzelf het ontdekken, configureren en gebruiken van IoT-apparaten vaak complexer als ze geen deel uitmaken van je hoofdnetwerk. Soms los je dat op door een smartphone of tablet tijdelijk op het gastnetwerk te zetten, om bijvoorbeeld een slimme luidspreker in gebruik te nemen. Maar ook bij de normale bediening, zoals het streamen naar de luidspreker, moet je vaak weer het gastennetwerk op. En bovenstaande werkt alleen als er geen isolatie tussen gebruikers is op dit gastnetwerk.

©Jakub Zerdzicki

Een gastnetwerk kan ook handig zijn voor de configuratie van IoT-apparaten.

Wat is een gastnetwerk? Technisch bestaat er in de wereld van netwerken uiteraard niet zoiets als een gastnetwerk. Voor zulke gescheiden netwerken werkt een router intern met VLAN’s. Dat gebeurt vaak ook al voor inkomende verbindingen, bijvoorbeeld om internet, televisie en VoIP te scheiden vanaf het glasvezelnetwerk van KPN. Maar ook voor een gastnetwerk, dat een eigen subnet krijgt, ofwel een privéreeks ip-adressen.

Controleer maar eens welk ip-adres je krijgt: dit wijkt af van de ip-reeks van het hoofdnetwerk. Zo kan eenvoudig worden afgedwongen dat vanaf het gastnetwerk alleen internettoegang mogelijk is en geen toegang tot het hoofdnetwerk.

Lokale controle

Dat je in een gastennetwerk apparaten zoals IoT-apparaten beperkt tot alleen internet heeft een keerzijde. Je forceert bij sommige apparaten namelijk dat ze internet als omweg gebruiken, terwijl ze in een normale situatie voor lokale aansturing zouden hebben gekozen.

Een lokale aansturing, bijvoorbeeld met Home Assistant, heeft een grote meerwaarde. Het werkt vaak sneller en betrouwbaarder. Zelfs als een apparaat het ondersteunt, krijg je het niet voor elkaar als dat apparaat alleen internettoegang heeft. Je krijgt dan de situatie dat een verzoek voor het schakelen van een lamp via een app eerst naar een cloudserver gaat, die vervolgens de opdracht doorspeelt aan de schakelaar.

Als het mogelijk is, houd je dus alles liever lokaal. Daarbij zul je apparaten incidenteel wel toegang tot internet moeten geven, bijvoorbeeld voor een firmware-update. Zo voorkom je ook dat obscure ip-camera’s beelden doorspelen via vaak slecht beveiligde p2p-verbindingen.

©rh2010 - stock.adobe.com

Een ip-camera zul je niet altijd vrije toegang tot internet willen geven. 

Praktisch voorbeeld

Je hebt nu een idee van de (on)mogelijkheden van consumentenrouters. Maar hoe kun je een netwerkscheiding op een professionele manier aanpakken? Dan zul je met VLAN’s moeten werken. Enige planning is handig bij het herinrichten van je netwerk.

Begin met het bedenken van enkele VLAN’s, met per VLAN een getal: de VLAN-ID (of tag). De methode die we hier volgen, is één vertrouwd VLAN als hoofdnetwerk (met VLAN-ID 10), een VLAN voor IoT-apparaten (VLAN-ID 20) en een derde VLAN voor gasten (VLAN-ID 50). Verder hebben we een VLAN voor managementverkeer (VLAN-ID 11). Wellicht wil je nog meer aparte VLAN’s, bijvoorbeeld voor VoIP, ip-tv of ip-camera’s.

Vervolgens kies je per VLAN een subnet met privé-ip-adressen. Het is handig als je daarin de VLAN-ID herkent. Bijvoorbeeld 10.0.10.0/24 voor het hoofdnetwerk, 10.0.20.0/24 voor IoT en 10.0.50.0/24 voor gasten. We gebruiken hier de CIDR-notatie. Bij /24 hoort subnetmasker 255.255.255.0 waarbij voor in dit geval het hoofdnetwerk de reeks bruikbare ip-adressen loopt van 10.0.10.1 t/m 10.0.10.254.

Routersoftware

Hoe je VLAN’s configureert, hangt uiteraard af van de router die je gebruikt. Sommige bestaande routers van bijvoorbeeld Linksys kun je voorzien van de alternatieve OpenWrt-firmware. Afhankelijk van de gebruikte router kun je daarin met VLAN’s werken, al is de configuratie technisch wat meer een uitdaging.

Een professionele router is ook een optie. Je hebt dan vaak alle vrijheid om VLAN’s te maken en firewallregels in te stellen voor al het verkeer. Maar dat heeft nog steeds een zekere complexiteit. Binnen pfSense, dat we in onze testopstelling gebruiken, werkt deze opzet vrij intuïtief en de software is bovendien heel overzichtelijk. De grootste uitdagingen zijn het configureren van je inkomende internetverbinding en het doorgronden van de werking van VLAN’s zodat je deze kunt toepassen.

OpenWrt geeft je de mogelijkheid om een configuratie met VLAN’s te maken.

pfSense virtualiseren

De systeemeisen voor pfSense zijn niet heel veeleisend. Daarom kan het interessant zijn deze software te virtualiseren met bijvoorbeeld Proxmox VE. Deze virtualisatiesoftware laat je flexibel werken met virtuele machines en lichtgewicht Linux-containers. Je kunt pfSense handig in een virtuele machine installeren. De VLAN’s kun je over één netwerkpoort naar buiten aanbieden, maar je kunt ze dankzij de virtuele bridges ook intern gebruiken voor bijvoorbeeld een virtuele machine met Windows of Linux, of een simpele Linux-container.

Het is natuurlijk het mooist als pfSense zo direct mogelijk toegang tot internet heeft, ter vervanging van je router, in plaats van daaráchter (zoals bij dubbele NAT), maar dit laatste kan voor testdoeleinden eventueel wel.

Hardware voor pfSense Netgate, de ontwikkelaar van pfSense, biedt zelf hardware aan voor pfSense, ook wel appliances genoemd. Je zou ze als referentie kunnen gebruiken. De systeemeisen zijn niet heel hoog.

Bij onze testopstelling gebruiken we een mini-pc van Topton, verkrijgbaar via AliExpress, met vier 2,5Gbit/s-netwerkpoorten. Die extra snelheid is prettig, vooral omdat verkeer tussen VLAN’s onderling door de router heen gaat. Dit soort mini-pc’s zijn populair als router/firewall en bovendien opvallend voordelig. Voor de kale configuratie (zonder geheugen en opslag) betaalden we ongeveer 135 euro.

Hij heeft een snelle Intel Celeron N5105 quadcore-processor. We plaatsten twee DDR4-geheugenmodules van 16 GB en de Samsung 980 Pro M.2-ssd. Dit alles is eigenlijk overkill voor pfSense, al zorgt Proxmox VE ervoor dat we ook heel veel andere toepassingen mee kunnen laten draaien. De gekozen hardware blijkt zeer stabiel, en draait ook ‘in productie’, al hebben we aan de buitenkant wel een ventilator toegevoegd voor wat extra koeling.

Deze mini-pc van Topton blijkt een goede kandidaat voor onze testopstelling.

Netwerkpoorten

Als je Proxmox VE gebruikt, kies je al bij de installatie een van de netwerkpoorten als managementinterface voor de software. Hier wordt automatisch een zogenoemde bridge voor gemaakt. Het voordeel is dat Proxmox VE altijd via die poort bereikbaar is, ook als pfSense offline is.

Verder maak je ook een bridge voor elke andere netwerkpoort aan. Al die bridges voeg je daarna als netwerkinterface toe aan de virtuele machine met pfSense. Hierna kun je deze bridges binnen pfSense verder configureren. Waar je nog wel op moet letten, is dat je voor bridges de optie VLAN Aware aanvinkt in Proxmox VE als er meerdere VLAN’s op worden gebruikt. We doen dat bijvoorbeeld voor de bridge die via de bijbehorende netwerkpoort alle VLAN’s naar buiten brengt. Handig is dat andere virtuele machines en Linux-containers in Proxmox VE de betreffende bridge ook als netwerkinterface kunnen gebruiken, waarbij je dan zelf de VLAN-ID kunt kiezen.

Binnen pfSense configureer je alle bridges naar je voorkeuren.

Switches

Heb je de router geconfigureerd voor verschillende VLAN’s, dan zul je die virtuele netwerken ook door je huis willen verspreiden richting eindgebruikersapparaten, via switches en eventueel wifi. Je kunt geen ‘domme’ switches gebruiken, ofwel unmanaged switches. Wat deze feitelijk doen, is inkomend verkeer op een bepaalde poort uitzenden, ofwel ‘broadcasten’, naar alle andere poorten. Er wordt verder niet naar het verkeer gekeken en dus ook niet naar de VLAN-tag. Je kunt er dus ook geen scheiding mee maken. Bij een managed switch kan dit wel. Via een configuratiepagina kun je de verschillende VLAN’s instellen en aangeven welke poorten bij welke VLAN(’s) horen.

Je hebt voor het werken met VLAN’s een zogenoemde managed switch nodig.

Netwerkverkeer scheiden?

Dan heb je een managed switch nodig

Trunk- en toegangspoort

Op een managed switch zul je een poort doorgaans ofwel als trunkpoort ofwel als toegangspoort gebruiken. Een trunkpoort verwerkt feitelijk verkeer voor meerdere VLAN’s, bijvoorbeeld tussen een router en een switch, of tussen twee switches onderling. Het gaat (meestal) alleen om ‘tagged’ verkeer, dus steeds voorzien van een VLAN-tag.

Op een toegangspoort sluit je apparaten zoals pc’s en printers aan die zelf niets met VLAN-tags doen. Je levert verkeer op die poorten ‘untagged’ af, dus ontdaan van de VLAN-tag. Hierbij stel je voor elke poort in bij welk VLAN die poort hoort. Hiermee bepaal je dus of een poort bij je hoofdnetwerk hoort of een van de andere VLAN’s (zoals gasten of IoT).

Via een configuratiepagina configureer je de verschillende VLAN’s.

Poortinstelling

Wat soms wordt vergeten, is dat je ook per poort moet aangeven op welk VLAN het inkomende verkeer moet worden ingedeeld, via de zogenoemde PVID. Al zal dat vaak hetzelfde VLAN zijn als het gekozen VLAN voor het uitgaande untagged verkeer. Onthoud simpelweg dat het labeltje (de VLAN-tag) dat je eraf hebt gehaald voor het uitgaande verkeer, er voor inkomend verkeer weer opgeplakt moet worden.

De door ons gebruikte switches van Zyxel zijn vrij intuïtief en overzichtelijk als het gaat om de configuratie van VLAN’s. Het onderste deel van de afbeelding laat zien hoe poort 4 en 5 als trunkpoort worden gebruikt. Op poort 1 en 3 zijn wifi-toegangspunten van Ubiquiti aangesloten, die via de switch overigens ook van voeding worden voorzien dankzij PoE (Power over Ethernet). Ze ontvangen het tagged verkeer voor de drie VLAN’s: het hoofdnetwerk (10), IoT (20) en gasten (50). Voor het managementverkeer voor deze toegangspunten gebruiken we VLAN-ID 11. Het verkeer leveren we ‘untagged’ af, een eis van deze toegangspunten. Verder is poort 2 beschikbaar om bijvoorbeeld een pc of printer op het hoofdnetwerk aan te sluiten. Let ook op de PVID-instelling in het bovenste deel van de afbeelding.

De configuratiepagina van Zyxel is vrij intuïtief wat de configuratie van VLAN’s betreft.

Scheiding in wifi via SSID’s Het opzetten van wifi voor meerdere VLAN’s kan iets uitdagender zijn. Hoewel je voor elk VLAN een apart wifi-netwerk zou kunnen opbouwen, is het mooier om met toegangspunten te werken die meerdere SSID’s kunnen uitzenden en dus rekening houden met VLAN-tags. Denk aan semiprofessionele accesspoints van Ubiquiti UniFi of TP-Link Omada. Je ‘straalt’ dan via hetzelfde wifi-toegangspunt meerdere netwerken uit, elk met eigen SSID. Je levert alle VLAN’s (zoals het hoofdnetwerk, IoT en gasten) ‘tagged’ af op de accesspoints.

Voor de controllersoftware die dient voor het inregelen van de toegangspunten is het handig een apart VLAN te gebruiken. Merk op dat je dit managementverkeer ‘untagged’ op de toegangspunten moet aanleveren (samen met de ‘tagged’ VLAN’s) met ook weer de juiste PVID. Dat gaat wat intuïtiever als je ook bijbehorende switches van Ubiquiti of TP-Link gebruikt, maar dat is niet verplicht.

Met accesspoints van bijvoorbeeld Ubiquiti kun je SSID’s ook via wifi gebruiken.

Firewallregels

Het instellen van firewallregels in pfSense vraagt ook wat denkwerk, maar is niet lastig, en je kunt het flexibel inrichten. De apparaten op het hoofdnetwerk geef je vaak de vrije hand. Voor de VLAN’s voor IoT en gasten kun je strikt zijn. Je zult veelal het verkeer naar alle andere VLAN’s blokkeren alsook belangrijke managementinterfaces. Voor gasten is alleen internettoegang nodig naast enkele cruciale server voor DHCP en DNS.

Voor IoT-apparaten zul je internettoegang doorgaans blokkeren, op enkele uitzonderingen na. Het is handig die ‘uitzonderingen’ in een lijstje te zetten. In pfSense kun je ze handig in een zogeheten alias opnemen. Voor die alias kun je dan één firewallregel maken die internettoegang toestaat voor die apparaten.

Ten slotte kun je natuurlijk nog uitzonderingen maken voor verkeer tussen VLAN’s. Denk aan een oppas die vanaf het gastennetwerk toegang tot de ip-camera in de babykamer mag hebben. Of een ip-camera die je toegang geeft tot een NVR.

Layer3-switches In onze testopstelling gebruiken we relatief eenvoudige layer2-switches waarbij we alle firewallregels in pfSense configureren. Die regelt ook verkeer tussen VLAN’s. Als pfSense wegvalt, kun je nog steeds binnen hetzelfde VLAN communiceren, maar apparaten op een ander VLAN kun je niet (meer) bereiken.

Er bestaan ook layer3-switches. Die kunnen zelf verkeer tussen VLAN’s regelen en bieden ook extra’s als een DHCP-server en firewallregels. Ze maken je minder afhankelijk van pfSense en je kunt hogere snelheden bereiken voor verkeer tussen VLAN’s, dat niet meer langs pfSense hoeft. Maar de switches zijn veel duurder en de configuratie via de switches wordt veel complexer.

▼ Volgende artikel
Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?
© ryanking999 - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?

Dat het internet niet veilig is en je bijvoorbeeld accountgegevens en je computer moet beveiligen, weet iedereen wel. Maar waartegen je ze moet beveiligen, dat is steeds minder duidelijk. Weten wat precies de dreiging is en welk risico je loopt, is een belangrijke stap in het kiezen van de juiste beveiligingsmaatregel. Wij gingen in gesprek met experts op dit vlak. Tegen welke dreiging moeten we ons eigenlijk beveiligen?

In dit artikel vertellen we je over de online dreigingen anno 2025: • Ransomware • Phishing • Deepfakes • IoT-aanvallen Lees hierna zeker ook: Veilig downloaden: hier moet je op letten

In een donkere kamer vol beeldschermen, zit een jongeman achter een computer. De capuchon van zijn hoodie is zo ver over zijn hoofd getrokken dat zijn gezicht onzichtbaar is . Een hacker! Hoewel maar weinigen van ons er een in het wild zijn tegengekomen, weten we allemaal hoe een hacker eruitziet. Althans, dat denken we. Maar hoe realistisch is dit beeld? En zijn we veilig genoeg als we deze hacker buiten onze computer houden? Niet volgens de experts.

Dreiging en risico

Door het gebruik van computers, smartphones en online diensten stellen we ons dagelijks bloot aan diverse digitale dreigingen. Welke dat precies zijn, verandert door de tijd – evenals het gevaar dat we erdoor lopen en het risico dat we ermee nemen. Overheden, maar ook bedrijven en organisaties werken veelal met dreigingsbeelden. Dat zijn analyses waarin ze de dreigingen zo concreet mogelijk maken en het risico ervan inschatten. Behalve dat het een goede manier is om de dreigingen helder te krijgen, is het vooral nuttig bij de keuze voor te nemen maatregelen.

Volgens het Cybersecurity Woordenboek is een dreiging: ‘iets, een gebeurtenis, wat gevaar of schade kan opleveren’. Bij elke dreiging hoort een risico. Dit is de ‘kans dat het ook echt gebeurt gecombineerd met de gevolgen van die de schade’. Bedoeld wordt dat wanneer bijvoorbeeld de financiële schade van een dreiging een bedrijf failliet kan laten gaan, het risico van de dreiging groter is dan alleen de kosten van de oplossing.

Lekken van persoonlijke gegevens

De schade hoeft ook lang niet altijd financieel te zijn. Het lekken van gevoelige persoonlijke gegevens heeft al snel veel meer impact en betekenis voor die persoon en vaak ook zijn omgeving, dan alleen het bedrag dat ermee gemoeid is. En dat geldt ook wanneer ransomware digitale foto’s vernietigt of je enkele weken werk kwijtraakt en daardoor een belangrijke opdracht te laat inlevert bij een opdrachtgever.

Experts stellen dat het risico het slachtoffer te worden van cybercrime, voor mensen niet lager is geworden. Cybercriminelen gaan steeds slimmer te werk, omdat er veel geld met hun activiteiten te verdienen valt. Voorkomen blijft het doel. Weten welke dreigingen er zijn, is daar een belangrijke stap bij.

Cybersecurity Woordenboek

Cybersecurity is net als de hele tech-sector, gek op afkortingen en moeilijke woorden. Op www.cyberveilignederland.nl/woordenboek vind je het Cybersecurity Woordenboek dat zo’n 650 cybersecurity-termen in begrijpelijke taal uitlegt. Het woordenboek is een samenwerking van ruim 70 organisaties en Nederlandse cybersecurity-professionals in samenwerking met de Cybersecurity Alliantie. De actuele online versie is de derde druk en behalve online te raadplegen ook als pdf te downloaden.

Het Cybersecurity Woordenboek verduidelijkt cybersecuritytermen en -begrippen.

Ransomware blijft schadelijk

Ransomware of gijzelsoftware is al enkele jaren de meest voorkomende en meest lucratieve vorm van cybercrime. Het is malware die de bestanden op een apparaat versleutelt en losgeld eist in ruil voor de decoderingssleutels. Betaal je niet, dan zijn de gegevens voor altijd verloren.

Bogdan Botezatu, directeur Threat Research bij Bitdefender, ziet de verzoeken om hulp dagelijks op zijn bureau landen. “En dat zijn maar al te vaak ook gewoon burgers”, zegt hij om het beeld te ontkrachten dat ransomware vooral bedrijven raakt. “De criminelen richten zich zelden op een specifiek doel, ze schieten vooral met hagel.”

Vele kleintjes leveren volgens hem genoeg geld op en ze lopen minder risico op ongewenste aandacht van pers en politie dan wanneer ze een hele grote vis vangen. Wel wordt bij het aanvallen van bedrijven steeds vaker ingezet ook op extractie, het naar buiten kopiëren van informatie en dan dreigen die te publiceren. Voor consumenten is dit volgens Botezatu in elk geval nu nog een minder voor de hand liggend scenario. “Contact maken met individuele slachtoffers is lastig en het zijn er ook veel te veel. Dan is het eenvoudiger om losgeld te vragen in ruil voor de sleutels.”

Bogdan Botezatu ontvangt dagelijks verzoeken om hulp bij ransomware.

Bronnen van besmetting

Belangrijke bronnen van een ransomwarebesmetting zijn volgens Botezatu phishingberichten, gebruik van onveilige netwerkprotocollen en kwetsbaarheden in software. Expliciet noemt hij nog besmette downloads van cracks om software zonder geldige licentie te gebruiken, en gekraakte films en e-books. “Vaak krijgt men wel een prompt van een beschermingsprogramma maar schakelt die tijdelijk uit. ‘Snel de crack draaien en daarna de beveiliging weer aan’ denk men, maar helaas werkt het niet zo. Dan ben je al besmet.”

Nederland bedreigd

Ook landen denken na over dreigingen en risico’s. Voor Nederland doen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dit. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat onderdeel is van het NCTV, richt zich specifiek op digitale dreigingen. Zij publiceert bijvoorbeeld het Cybersecuritybeeld Nederland. CSBN 2023 is de meest recente versie. De overheid voorziet burgers niet specifiek van digitale dreigingsinformatie, wel kun je op sites als Alert Online en Veiliginternetten.nl algemene tips voor digitale veiligheid lezen.

De overheid publiceert regelmatig rapporten over de digitale bedreigingen voor Nederland.

Broddelwerk met desastreuze uitkomst

De ransomware zelf wordt ook steeds verder ontwikkeld. “Niet allemaal zijn ze even kundig”, oordeelt Botezatu over de programmeurs. Soms maken ze volgens hem hele basic fouten, waardoor het onmogelijk is de bestanden te ontsleutelen – zelfs als je betaalt en de sleutels zou krijgen. Volgens het Jaarbeeld Ransomware van Projectgroep Melissa, een samenwerkingsverband van de Nederlandse overheid en diverse private partijen uit de cybersecuritysector, kwamen er in 2023 in Nederland 29 typen ransomware voor. Volgens Botezatu maakt momenteel vooral de ransomware-variant STOP Djvu veel slachtoffers. Deze ransomware richt zich vooral op Windows-computers en wordt vooral via software-cracks verspreid en via berichten op het Discord-chatplatform.

De top 10 van Peter Stelzhammer

Wij vroegen Peter Stelzhammer, oprichter en malware-onderzoeker bij antivirus-lab AV-Comparatives, naar zijn top 10 van verwachte bedreigingen voor 2025.

  • Phishing: mensen verleiden gevoelige informatie te verstrekken.
  • Deepfakes en desinformatie: mensen manipuleren en oplichten met AI-nep-video’s en audio.
  • Ransomware: bestanden versleutelen en alleen tegen betaling ontsleutelen.
  • Malvertising: malware verspreiden via besmette advertenties.
  • Identiteitsdiefstal: gestolen persoonsgegevens misbruiken voor fraude.
  • Fakeshops: frauduleuze webshops die persoonlijke en betalingsgegevens verzamelen of namaakgoederen verkopen.
  • IoT-aanvallen: IoT-apparatuur hacken voor toegang tot diensten, of gecoördineerde criminele aanvallen.
  • Man-in-the-Middle (MitM)-aanvallen: (bank)communicatie onderscheppen en misbruiken.
  • Cryptojacking: ongeautoriseerd gebruik van computers maken om crypto te minen.
  • Zero-day-exploits: kwetsbaarheden in software misbruiken voordat er een patch is.

Overige malware

Door alle aandacht voor ransomware lijkt het bijna of er geen ‘gewone’ malware meer is. Die is er nog genoeg. Het Duitse antivirus-certificeringslab AV-Test ziet ze allemaal voorbijkomen. Erik Heyland, manager van het Test en Research Lab bij AV-Test somt de enorme aantallen varianten trojans, backdoors, webscripts, miners, worms, PUA’s, droppers en nog veel meer op. De aantallen nieuwe varianten lopen in de miljoenen per jaar. AV-Test heeft op https://portal.av-atlas.org een online dashboard staan met informatie over actuele dreigingen, zoals virussen, spamberichten en aanvallen op IoT-apparaten.

AV-Test heeft een online dashboard met dreigingsinformatie.

Gehackt

In 2021 was het Brabantse bedrijf Hoppenbrouwers slachtoffer van een ransomwareaanval door de beruchte REvil-cybercrimegroep. Het bedrijf wil graag dat anderen ervan leren en heeft een e-book gepubliceerd van de gebeurtenissen voor, tijdens en na de hack. Het e-book is gratis te downloaden.

Het ransomware-verhaal van het Brabantse Hoppenbrouwers maakt de impact van een ransomware-incident invoelbaar.

Jij bent geld waard

Phishing, smishing, infostealers; het zijn allemaal manieren waarop criminelen proberen persoonlijke gegevens zoals wachtwoorden en creditcardnummers in handen te krijgen. Ze doen dit via e-mails en sms-berichten die verwijzen naar nep-websites of door met een infostealer-programma informatie op de pc of Mac te verzamelen door login-/sessie-cookies en credentials die je in browsers bewaart, te stelen.

De verschillende vormen om informatie te verzamelen, worden volgens de experts steeds geavanceerder en daarmee gevaarlijker. Niet alleen investeren de criminelen meer tijd en middelen in hun aanvallen, kunstmatige intelligentie biedt hun ongekende nieuwe mogelijkheden. Daarbij is de opbrengst van een aanval door de manier waarop wij met wachtwoorden omgaan vaak veel groter dan het op eerste hand lijkt. Botezatu noemt dit een van zijn grootste frustraties. “Hackers hebben talloze manieren om deze informatie te oogsten. Voor de meeste accounts is het ook geen kwestie van hoe, maar alleen wanneer de gegevens worden gestolen. Hergebruik je inloggegevens, dan verlies je meer dan alleen dat account.”

Oplichting even gevaarlijk

Volgens Marc Vos, senior-manager bij McAfee, is internetoplichting inmiddels net zo gevaarlijk als malware en ransomware. Daarbij zijn volgens hem juist deze vormen van online criminaliteit steeds lucratiever voor de criminelen. “De meeste mensen begrijpen wel dat een pc beveiligd moet worden, maar dat ze zelf eigenlijk een veel ‘interessanter’ doelwit zijn wordt vaak vergeten.” Of zoals Botezatu aanvult: “Mensen denken dat hun informatie niet waardevol is. Maar eigenlijk is elk onderdeel van een online identiteit te misbruiken en te verkopen. Overal hangt een prijskaartje aan.”

De top 10 van Marc Vos

Ook Marc Vos, senior PR-manager bij McAfee, leverde zijn belangrijkste bedreigingen voor 2025:

  • Dating-fraude (pig butchering): iemand verleiden en het vertrouwen misbruiken voor crypto-scams.
  • Beleggingsfraude: advertenties met bekende personen voor malafide investeringen.
  • WhatsApp-fraude (“Hoi mam”) nep-gezinslid in nood vraagt via WhatsApp om geld.
  • Recovery-fraude: slachtoffer van fraude wordt door nep bank-/helpdeskmedewerker nogmaals oplicht.
  • E-mail-/sms-phishing: nep-mail lokt je naar site die gegevens steelt.
  • Nepberichten van pakketbezorgers: mail of app over invoerkosten om gegevens te stelen.
  • Nepwebshop of ticketsites: site verkoopt goederen of tickets maar levert niet en steelt betalingsgegevens.
  • Deepfakes: met AI gemaakte video’s/foto’s ingezet voor misinformatie, cyberpesten, oplichting.
  • Vishing/voicephishing: via de telefoon inlog- of betaalgegevens bemachtigen. AI maakt deze voiceberichten superrealistisch.
  • Quishing: QR-code aanbieden die naar phishingwebsite leidt.

Hackers en IoT

Volgens Botezatu is er niet één groep of soort hackers. Hij gebruikt dan ook liever scenario’s om enkele groepen te duiden. Voor consumenten zeker relevant is de ‘opportunistische hacker’ die het internet scant met kant-en-klare tools op zoek naar kwetsbaarheden. Ze hebben vooral succes bij smart-apparatuur zoals slimme deurbellen, IP-camera’s, smart speakers, maar ook printers en babyfoons. Ze vormen hier botnets mee die ze gebruiken om DDOS-aanvallen uit te voeren. Een tweede scenario is dat gekaapte apparatuur wordt gebruikt om internetverkeer te routeren en te verbergen, bijvoorbeeld om toegang te geven tot strafbare content. Volgens Botezatu ziet niet iedereen van wie de apparatuur gekaapt is zichzelf direct als slachtoffer. “Wordt jouw IP-adres gebruikt om vitale infrastructuur aan te vallen, dan kan dat serieus repercussies hebben”, waarschuwt hij.

Bij IoT-apparaten is ook al snel de privacy in het gedrang. “Wereldwijd gaat het om 22 miljard verbonden apparaten en dat aantal neemt alleen maar toe. IP-camera’s en babymonitors slaan vaak beelden op in de cloud. Hack je die, dan kun je direct bij mensen in huis kijken. Er blijft dan geen privacy over, maar het wordt dan ook een fysiek risico. Criminelen kunnen meekijken en zien waar je belangrijke zaken bewaart, maar ook wanneer je thuis bent of juist niet. Opnieuw relevante informatie die geld waard is.”

Social media

Steeds vaker zijn ook hackers geïnteresseerd in accounts van social media, YouTube en e-mail. Ze gebruiken deze accounts om als jou andere accounts ‘te liken’ en een boost te geven, om fake-nieuws en fake-succesverhalen te verspreiden. Populair is ook advertising-fraude. Hierbij maakt men een account aan bij een advertentieverkoper om daarna met gestolen accounts eindeloos op deze advertenties te klikken. “Per klik is het een minimaal bedrag, maar aangestuurd met een botnet en veel gestolen accounts is het al snel een leuke inkomstenbron.”

Mobiele dreigingen

Aangezien er ontzettend veel data op mobiele apparaten staan, zoals wachtwoorden en apps die je gebruikt bij multifactor-inloggen, is er volgens Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET, alle reden de beveiliging van mobiele apparaten serieus te nemen. Smartphones zijn veiliger dan pc's en Macs, maar waterdicht is die veiligheid niet. “Dat geldt voor Android maar ook iOS. Apples mobiele OS is meer afgeschermd, maar het is niet zo dat je mobiele devices onschendbaar zijn.”

Mobiele apparaten worden veel aangevallen voor phishing en vishing (spraak-phishing). Een groot risico is de installatie van apps buiten de standaard Android- of Apple-appstore om. Apps in die stores worden door Apple en Google op kwaliteit en ook beveiliging gecontroleerd, maar dat geldt niet voor apps uit andere bronnen. Lang had ook alleen Android de optie om alternatieve stores te gebruiken, maar inmiddels moet ook Apple andere appwinkels toelaten.

“Het risico van het downloaden van malware is hierdoor groter geworden”, aldus Hendriks. Botezatu van Bitdefender onderschrijft dit: “Op iOS zijn attacks zeldzaam, maar voor Android zien we zeker twintig tot dertig reports van frauduleuze apps per maand.” Bitdefender onderzoekt op dit moment een Android-app die in de Google Playstore wordt aangeboden en die de smartphone gebruikt als proxy voor crimineel netwerkverkeer. “Het grote voordeel van smartphones is dat ze eigenlijk altijd ingeschakeld zijn én verbonden zijn met het internet”, aldus Botezatu. Dit maakt smartphones volgens hem extra interessant. Daarbij is ook de bandbreedte steeds minder een beperking. Bovendien bevatten mobiele apparaten veel informatie over de gebruiker.

De top 10 van Peter Hendriks

Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET is duidelijk. “Awareness is altijd belangrijk, maar goed nadenken over risico’s ook.”

  • Phishing/smishing: oplichting via mail en WhatsApp.
  • Vishing/Voicephishing: criminelen die zich via AI voordoen als iemand anders om gegevens of geld los te maken.
  • Malware: vooral infostealers en andere malware, onverminderd een groot probleem.
  • Social engineering: alles van een “Hoi mama” tot deepfake-video bedoeld om je om de tuin te leiden. Kan zeker bij offline stalking veel impact hebben op een slachtoffer.
  • Identiteitsfraude via datalekken: criminelen die gelekte data met accountgegevens kopen en misbruiken.
  • IoT-apparaten: slecht beveiligde slimme apparaten die verbonden met het internet je aanvalsoppervlak enorm vergroten.
  • Nepwebshop: een shop beginnen is steeds makkelijker, ook als die malafide is.
  • Sextortion: chantage met naaktbeelden van het slachtoffer. Soms met gemanipuleerde beelden.
  • Ransomware: onverminderd een groot probleem.
  • Besmette downloads: onofficiële software die malware bevat.

Conclusie

Als gebruiker kun je er niet omheen: het internet is niet veilig en daarmee ook alle apparaten die we met het internet verbinden niet. Dat geldt voor de computer, de smartphone, maar ook voor alle andere apparaten die we steeds meer toelaten in ons huis en in ons leven. En juist omdat we er zo vertrouwd mee zijn en ze ook willen vertrouwen, is het belangrijk de risico’s goed in ogenschouw te nemen. De experts en rapporten van de overheid laten zien dat de dreiging groot genoeg is om beveiliging ruim aandacht te geven.

De wereld achter ransomware

Bij Project Melissa werken enkele overheden en security-organisaties, onder wie het NCSC, Fox IT en de politie, samen tegen ransomware. De samenwerking heeft enkele succesvolle acties tegen ransomwarebendes opgeleverd, maar ook twee lezenswaardige whitepapers. Eén geeft inzicht in de werking van ransomware en de criminelen erachter, de tweede gaat dieper in op de afpersingsmethode van data-exfiltratie. Beide documenten zijn te downloaden via deze webpagina van het Nationaal Cyber Security Centrum.

De ransomware-whitepapers van Project Melissa geven veel inzicht in de werking van ransomware en de criminele groepen erachter.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie
© Reshoot
Zekerheid & gemak

Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een bewakingscamera met een hoge beeldkwaliteit? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

TP-Link Tapo C325WB

De TP-Link Tapo C325WB is goedkoop en levert ook nog eens een scherp beeld. Met een resolutie van 2688 × 1520 pixels identificeer je moeiteloos personen en huisdieren. Aan weerszijden van de lens bevinden zich twee felle ledlampen. Die gaan na bewegingsdetectie in het donker vanzelf branden, zodat je nachtelijke opnames in kleur kunt maken. Overigens herkent de Tapo C325WB op eigen houtje mensen, voertuigen, honden en katten. Je ontvangt daarvan desgewenst pushberichten op je smartphone, waarna je in de TP-Link Tapo-app livebeelden opvraagt. Uiteraard kijk je net zo makkelijk eerdere opnames terug.

Voor het opslaan van beeldmateriaal kun je kiezen tussen verschillende opties. De eenvoudigste methode is om een microSD-kaart van maximaal 512 GB in het apparaat te plaatsen. Als alternatief kun je de video's op een geschikte NAS of (tegen betaling) in de cloud bewaren. Je verbindt de Tapo C325WB via een ethernetkabel of wifi met het (draadloze) thuisnetwerk. De IP66-gecerificeerde behuizing is weerbestendig, waardoor je hem ook buiten kunt ophangen.

TP-Link Tapo C225

Als je alleen binnenshuis wilt opnemen, is deze goedkope pan- en tilt-camera een goede keuze. Het camerahoofd van de TP-Link Tapo C225 kan op eigen houtje horizontaal (340 graden) en verticaal (60 graden) bewegen. Je hebt in een kamer dus geen last van dode hoeken. Bepaal bijvoorbeeld dat de camera een huisdier of (klein)kind automatisch moet volgen. Vervolgens neem je in de TP-Link Tapo-app live een kijkje. Dankzij een respectabele resolutie van 2560 × 1440 pixels ogen de beelden scherp. Bepaal in de app in hoeverre je meldingen wilt ontvangen van bewegende objecten, personen, huisdieren en geluiden.

Een opvallende functie is de privacyknop. Wanneer je daarop drukt, stopt de Tapo C225 meteen met filmen. Verder voer je op afstand een gesprek, want de behuizing bevat een speaker en microfoon. Voor de opslag van video's plaats je een microSD-kaart van maximaal 512 GB in de behuizing. Een andere mogelijkheid is om de beelden naar een geschikte NAS door te sluizen. Lees hier een uitgebreide review over deze veelzijdige camera.

Eufy Eufycam E330 (2-pack + basisstation)

Met dit starterspakket van Eufy bewaak je de voor- en achterkant van je woning. En hoe, want de twee bijgesloten camera's ondersteunen een 4K-resolutie van 3840 × 2160 pixels. Hierdoor herken je zelfs na digitaal inzoomen moeiteloos personen. Zodra de bewakingscamera's met netstroom zijn verbonden, bewaar je opnames op het inbegrepen basisstation. Standaard is er een opslagcapaciteit van 16 GB beschikbaar, maar dat breid je met een eigen interne schijf optioneel uit naar maximaal 16 TB. Zeker wanneer je continu wilt opnemen, is extra opslagruimte een vereiste. Je kunt als alternatief ook alleen filmpjes van gebeurtenissen opslaan.

Naast een hoge resolutie biedt de Eufycam E330 ook nog eens nachtzicht in kleur. Er zijn namelijk een lichtgevoelige sensor en ledlamp geïntegreerd. Verder is de functie gezichtsherkenning de moeite waard. Je ontvangt desgewenst pushmeldingen zodra er familie of vrienden bij je op de stoep staan. Woon je groot? Overweeg dan een bewakingssysteem met vier camera's. Daarnaast is de Eufy Eufycam E330 ter uitbreiding los te koop.

Lees ook: 5 fouten met je beveiligingscamera die je hierna nooit meer maakt

EZVIZ BC1c 4K

Deze oplaadbare 4K-bewakingscamera van Ezviz is momenteel goedkoper dan ooit. Zodra je de BC1c 4K met wifi verbindt, kijk je naar opnames en livebeelden in een resolutie van 3840 × 2160 pixels. Je hangt de IP65-gecertificeerde behuizing zo'n beetje overal op. In de behuizing bevindt zich namelijk een accu met een riante capaciteit van 10.400 mAh. Dat scheelt weer stroomdraden trekken! Ben je van plan om de beveiligingscamera op een locatie met veel zonlicht te monteren? Koop de BC1c 4K dan inclusief zonnepaneel, zodat je de batterij niet of nauwelijks via netstroom hoeft op te laden.

De behuizing heeft plek voor een microSD-kaart tot maximaal 512 GB. Verder is de behoorlijke diagonale kijkhoek van 135 graden een pluspunt. Hierdoor vangt de lens een groot deel van de kamer, tuin of oprit in beeld. Zodra de camera een persoon of voertuig detecteert, ontvang je hiervan een melding op je smartphone. Bovendien begint de BC1c 4K automatisch met opnemen. Overige voordelen zijn de ondersteuning voor tweewegaudio en nachtzicht in kleur.

Foscam G4P-B

De Foscam G4P-B heeft een stevige behuizing, waardoor je hem gerust op een drukke of risicovolle plek kunt ophangen, zoals aan de straatzijde waar kinderen spelen. Het apparaat werkt op netstroom, waardoor je 24/7 kunt opnemen. Kies voor het opslaan van videomateriaal tussen drie mogelijkheden, namelijk een microSD-kaart (max 256 GB), een geschikte NAS of cloudopslag. Voor laatstgenoemde optie moet je wel een betaald abonnement afsluiten.

De G4P-B heeft een ethernetaansluiting, zodat je het apparaat op een bekabeld netwerk kunt aansluiten. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van de beeldoverdracht. Is er geen bekabelde netwerkaansluiting beschikbaar, dan verbind je deze beveiligingscamera net zo makkelijk met wifi. Gunstig is verder de ruime videoresolutie van 2560 × 1440 pixels. Daarnaast reikt de nachtzichtfunctie tot ongeveer twintig meter. Onder de productnaam G4P-W is er ook een witte uitvoering verkrijgbaar.