ID.nl logo
Review Amber Plus - Meer dan alleen een cloud-nas
© PXimport
Huis

Review Amber Plus - Meer dan alleen een cloud-nas

Een nas, wifi-router en Docker-server in één apparaat. Dat is wat de Amber Plus belooft. Die belofte wordt zeker ingelost, maar je krijgt er wel een ecosysteem bij dat nog volop in ontwikkeling is. Lees er meer over in deze Amber Plus review.

De Amber One en Amber Plus worden door producent LatticeWork enerzijds omschreven als ‘Cloud NAS’, maar ook aan de man gebracht met de slogan ‘Edge Computing for Everyday Business’. Het is dan ook veel meer dan een nas. Enerzijds heeft het apparaat een ingebouwde wifi-router (2,4 en 5 GHz en twee lan-poorten), anderzijds is ook een server waarop je Docker-containers kunt draaien.

De nas van LatticeWork is een opvallende verschijning: het is een redelijk kleine kubus met bovenaan een lichtgevende ring. Zowel de Amber One als amber Plus worden met twee harde schijven in raid1-opstelling geleverd. Het enige verschil is dat de Amber One schijven van 1 TB heeft en de Amber Plus van 2 TB. Wij testen de Amber Plus.

©PXimport

Amber Plus installeren

Je wordt verondersteld om de Amber Plus in te stellen met de app Amber Manager, die voor Android en iOS beschikbaar is. We vonden het niet zo logisch om dat via een app te doen. Ons eerste idee was om gewoon naar het ip-adres van de nas te surfen, maar dat werkte niet. Tot we met het ssid verbonden dat de nas gebruikt om zijn eigen wifi-netwerk op te zetten. Het wachtwoord staat op de onderkant van het apparaat vermeld. Je krijgt dan de webinterface met de wizard te zien die je door de installatie van het routergedeelte leidt.

In die wizard laat je detecteren hoe de nas met internet is verbonden. Normaal zal er dhcp staan, maar je kunt ook een statisch ip-adres instellen én je kunt zelfs rechtstreeks vanuit de Amber Plus een internetverbinding opzetten via PPPoE of PPTP. De hostname kun je hier niet aanpassen, maar dat kan later wel nog.

©PXimport

Verder toont de wizard je een lang privacybeleid. Die geeft duidelijk aan welke persoonsgegevens er verwerkt worden, waarom en met wie die gedeeld worden. Zo verzamelt de Amber Plus informatie over hoe je het apparaat gebruikt en stuurt het die door naar LatticeWork. Merk op dat het grootste deel van de privacy gaat over het gebruik van de diensten van LatticeWork, en niet de nas zelf.

Nadat je akkoord bent gegaan met de privacy policy, wordt het besturingssysteem Amber OS gedownload. Daarna kun je zowel op de router als op het opslaggedeelte van de nas inloggen. Die eerste bevindt zich op ip-adres 192.168.8.1 (mDNS-naam latticerouter.local) en die tweede op een ander ip-adres met als mDNS-naam latticenode.local. Op de aanmeldpagina van de router staat ook een link naar de aanmeldpagina van de nas.

Routermogelijkheden

Als je in de router inlogt (wachtwoord admin1234) krijg je een sober dashboard te zien met de status van het netwerk van de Amber-router. Er staat standaard een wifi-netwerk ingesteld, en je kunt hier ook een gastnetwerk en ouderlijk toezicht instellen. Dat gastnetwerk heeft standaard hetzelfde wachtwoord als het normale wifi-netwerk, dus dat kun je het best aanpassen. 

Je kunt voor het gastnetwerk ook instellen dat het maar tussen specifieke uren beschikbaar is, je kunt het aantal aangesloten gasten of de bandbreedte beperken en je kunt instellen of de gasten elkaar kunnen zien of niet (standaard niet). Er is zowel een 2,4GHz- als 5GHz-gastnetwerk mogelijk.

Voor de rest zijn de instelmogelijkheden redelijk beperkt. Vergeet niet een ander adminwachtwoord te kiezen en de tijdzone aan te passen, en upgrade de firmware ook naar de nieuwste versie: ons testmodel kwam met een twee jaar oude versie, maar de upgrade verliep snel. De hostname van de Amber-router kun je in de lan-instellingen aanpassen.

©PXimport

Nas instellen

Nadat het routergedeelte is ingesteld, is het de beurt aan het nas-gedeelte. Aanmelden doe je met gebruikernaam admin en wachtwoord admin1234. De twee harde schijven in de Amber Plus worden als raid1 geconfigureerd, en daar kun je niets aan veranderen. Je kunt wel kiezen of je schijfencryptie wilt toepassen of niet. Helaas kregen we in eerste instantie een nietszeggende foutmelding “something went wrong”, maar pas toen we onze laptop via ethernet op de Amber Plus aansloten, slaagden we erin om deze stap succesvol te doorlopen.

Na het aanpassen van het adminwachtwoord krijg je de vraag om een AmberCloud-account aan je nas te koppelen. Dat is verplicht: zonder AmberCloud-account aan te maken kun je de Amber Plus niet gebruiken. Via AmberCloud krijg je van overal toegang tot je nas en kun je bestanden met anderen delen. Helaas raakten we op deze manier niet ingelogd en kregen we weer dezelfde nietszeggende foutmelding.

Dan hebben we uiteindelijk toch de app Amber Management gebruikt en daarin de installatie voortgezet. Wel verwarrend is dat daar de AmberCloud-account plots LatticeNest ID heet. De koppeling met de online account lukte hier de eerste keer, en zo was onze installatie eindelijk voltooid. Merk op: voor het gebruik van de Amber Plus op je smartphone heb je nog een andere app nodig, Amber LiFE (LatticeWork Integrated File Explorer).

©PXimport

De nas gebruiken hebben we niet met de app gedaan, maar via de webinterface. Helaas is de nas alleen bereikbaar door apparaten die verbonden zijn met het wifi-netwerk dat die heeft opgezet. Het Control Panel is redelijk uitgebreid. De hoofdpagina hiervan toont een duidelijk dashboard van de gezondheid van je nas. Je kunt hierin gebruikers en groepen aanmaken, gedeelde mappen, de gezondheid van je schijven bekijken enzovoort.

Het Control Panel geeft je ook toegang tot systeemlogs en firmware-upgrades. Nieuwe upgrades worden automatisch gedownload. Je hoeft ze alleen nog maar te installeren in het Control Panel. Beveiligingsupdates worden automatisch geïnstalleerd. Indien gewenst kun je alle upgrades automatisch laten installeren of ze allemaal handmatig installeren. 

Er is ook een Remote Support optie die je kunt inschakelen op het moment dat je dat nodig hebt. De supportafdeling van LatticeWork krijgt dan toegang tot je nas om problemen op te lossen, volgens LatticeWork zonder dat de supportmedewerker toegang tot je bestanden krijgt. Je kunt in het Control Panel ook firewallregels, ddns en upnp instellen, wat we eigenlijk eerder in de routerinterface hadden verwacht.

©PXimport

Mappen delen en back-ups maken

In het Control Panel maak je eenvoudig een gedeelde map aan. Die wordt dan in de File Explorer van de webinterface zichtbaar, en dan kun je lokale bestanden daarin verslepen. Tot deze gedeelde mappen krijg je dan eenvoudig toegang in Windows, macOS of Linux via Windows-bestandsdeling (Samba onder Linux). Je kunt mappen ook exporteren om ze via de Amber LiFE-app te delen met mobiele gebruikers, waar ze zich ook bevinden. Er is overigens ook nog een programma Amber Desktop voor Windows en macOS voor toegang tot alle mogelijkheden van de nas.

Je kunt ook bestanden delen met andere AmberCloud-gebruikers, waarbij je de gebruikersrechten (alleen lezen, lezen en schrijven of lezen, schrijven en verwijderen) kunt kiezen. Ook handig is een publieke link voor bestanden die je ter download wilt aanbieden: deze link bezorg je dan aan iemand, en die kan van overal het bestand van je nas downloaden.

Ook back-ups maakt de Amber Plus eenvoudig. Enerzijds kun je de nas als Time Machine-server voor Macs en als rsync-server instellen. Voor Time Machine worden de ge-backupte bestanden opgeslagen in de home-directory van de gebruiker op je nas. Voor rsync kun je zelf mappen en bijbehorende gebruikers configureren.

©PXimport

Anderzijds kun je van de bestanden op je Amber Plus ook een back-up maken op een externe server via rsync. Je kiest dan een rsync-server en de map op je Amber Plus die je wilt kopiëren naar de map op de server. De frequentie en het moment van automatische back-ups is in te stellen, maar dat blijft beperkt tot dagelijks, wekelijks en maandelijks en op ronde uren. Je kunt dus bijvoorbeeld niet kiezen om de eerste zondag van de maand om 01:15 een back-up te maken. 

Ook een aandachtspunt is dat de back-up via rsync onversleuteld verloopt; rsync via ssh is niet ondersteund. LatticeWork werkt wel aan een manier om back-ups te nemen van een Amber-nas bij jou naar een Amber-nas op een andere locatie via een versleutelde verbinding.

Docker-integratie

De Amber Plus maakt het ook mogelijk om Docker-containers te draaien. Hiervoor dien je in het Control Panel de bètaversie van de AmberPRO-dienst te installeren. Daarna vind je links in de webinterface een nieuw onderdeel AmberPrO. Je maakt het best eerst een map aan waarin je alle data voor je Docker-containers opslaat. Daarin maak je dan voor elke container een afzonderlijke map aan.

In het onderdeel Containers van AmberPRO maak je dan een nieuwe container aan. Dat kan door een Docker Compose-bestand te downloaden en hier te importeren of door zelf de containernaam, het image en de volumes te configureren. Daarna download je Amber Plus het image en maakt het de container aan. Zodra er bij de container de status ‘Running’ staat, kun je er toegang tot krijgen via de poort die je hebt ingesteld bij het aanmaken.

©PXimport

Door deze integratie van Docker is de Amber Plus een interessante thuisserver. Op zijn website legt LatticeWork de nadruk op een aantal opensourceprogramma’s zoals Nextcloud, Odoo en Jitsi, die voor zelfstandigen of thuiswerkers zeker van pas komen. Weet je echt niets van Docker, dan is het toch nog niet heel gebruiksvriendelijk, maar de Amber Plus biedt wel een relatief eenvoudige manier om Docker-containers te draaien zonder dat je je met het beheer van een Linux-server moet bezighouden.

Op het moment van schrijven was LatticeWork nog bezig aan een gebruiksvriendelijker manier met one-click Docker-apps. Wanneer je deze review leest, zou dit beschikbaar moeten zijn. Tijdens onze test bleek de nas goed in staat om Docker-containers voor Home Assistant en Nextcloud te draaien, maar hou er rekening mee dat de beschikbare 2 GB ram beperkt is. Bij normaal gebruik is al de helft daarvan ingenomen, dus voor intensief Docker-gebruik met tientallen containers is deze nas minder geschikt.

Wachtwoordreset

Toen we na ons admin-wachtwoord vergeten te zijn een wachtwoordreset uitvoerden, werden we overigens onaangenaam verrast. Dat kan alleen via de aan je admin-account gekoppelde AmberCloud-account. Je krijgt dan op je e-mailadres van je AmberCloud-account een e-mail met twee sleutelbestanden. Die dien je op een usb-stick te zetten, die je dan in de Amber Plus steekt. Na een bevestiging in de webinterface van de nas wordt dan je wachtwoord gereset naar het standaardwachtwoord, kun je het weer aanpassen en heb je weer toegang tot je bestanden.

LatticeWork legt uit dat het deze omslachtige vorm van wachtwoordreset gebruikt om er zeker van te zijn dat de admin-gebruiker die om een wachtwoordreset gebruikt, toegang heeft tot de e-mailaccount van de gebruiker die bekend is als de eigenaar van de nas. Maar wij zijn er niet van overtuigd dat deze procedure meerwaarde biedt. E-mail is ook een notoir onveilig medium om sleutels door te sturen. Het zou eenvoudiger en veiliger zijn als je bij het instellen van de nas gewoon de vraag krijgt om een herstelsleutel op een usb-stick aan te maken voor als je later je wachtwoord vergeet.

Onvolwassen ecosysteem

LatticeWork heeft een heel ecosysteem rond de Amber One/Plus opgebouwd, met allerlei apps en extra diensten. Met de app Amber LiFE krijg je op Android en iOS toegang tot je nas, en met Amber Desktop profiteer je op Windows en macOS van alle functionaliteit. En de nas zelf heeft ook nog allerlei geavanceerde diensten zoals gezichtsherkenning op je foto’s.

Met de dienst AmberAnywhere kun je een publiek toegankelijke url aan je Docker-containers toekennen, zodat ze van overal bereikbaar zijn. Dat is handig als je niet zelf met port-forwarding en dyndns wilt werken. Voorlopig is de dienst gratis, daarna zal het volgens LatticeWork ongeveer 3 euro per maand kosten. En centraal in dit alles is natuurlijk de AmberCloud, waarbij je een account dient aan te maken.

Conclusie

Wil je een eenvoudig apparaat dat je zowel een nas, wifi-router als server biedt, dan is de Amber Plus zeker geen slechte oplossing. Maar het ecosysteem is nog volop in ontwikkeling en daardoor soms verwarrend. Je moet je er ook comfortabel bij voelen dat je voor veel zaken van AmberCloud afhangt.

Goed
Conclusie

Plus- en minpunten
  • Multifunctioneel apparaat
  • Eenvoudig bestanden delen
  • Eenvoudige back-ups
  • Beperkte router
  • Afhankelijk van cloud
  • Onvolwassen ecosysteem
▼ Volgende artikel
Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense
© ParinPIX - stock.adobe.com
Huis

Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense

Stel, je wilt je thuisnetwerk beter afschermen en beveiligen. Wellicht heb je hiervoor een oude pc of mini-pc ter beschikking of je zet een hypervisor in. Dan is de gratis en opensource-firewall en -routersoftware OPNsense precies wat je zoekt. We geven je hier een solide basis.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je OPNsense kunt configureren als krachtige, gratis en opensource firewall voor je netwerk:

  • Installeer OPNsense op een mini-pc of als virtuele machine
  • Controleer de basisinstellingen
  • Beheer de firewallregels
  • Breid functionaliteit uit met plug-ins

Ook interessant om te lezen: Bescherm je thuisnetwerk: DNS-filters voor zorgeloos surfen

Je router zorgt al voor enige bescherming van je netwerk en waarschijnlijk gebruik je ook een softwarematige firewall, zoals de Windows Firewall. Maar als je meer flexibiliteit wilt en liever alles zelf instelt, dan is OPNsense een uitstekend alternatief. Het is gratis en opensource. Het tweede betekent dat iedereen de broncode kan bestuderen, wat de kans op achterdeurtjes verkleint. De naam ‘opensense’ is dus zeker niet toevallig gekozen.

OPNsense is een afsplitsing van pfSense, een firewallproject dat op zijn beurt weer gebaseerd is op m0n0wall (dat ongeveer twintig jaar geleden begon). Toen het pfSense-team tien jaar later aankondigde te willen commercialiseren, leidde dit in 2015 tot de lancering van OPNsense door het Nederlandse netwerkbedrijf Deciso. In tegenstelling tot pfSense blijft OPNsense volledig gratis en opensource onder de BSD-licentie.

De software heeft een moderne, gebruiksvriendelijke webinterface en ondersteunt functies als IPS/IDS (Intrusion Detection/Prevention System), VPN (zoals WireGuard), verkeersmonitoring en bandbreedtebeheer, en biedt een architectuur voor opensource-plug-ins.

1 Benodigdheden

OPNsense draait op diverse hardware en er zijn zelfs ‘security appliances’ beschikbaar waarop OPNsense reeds is geïnstalleerd. Voorbeelden zijn de DEC700-serie van Deciso voor kleinere netwerken en de DEC4200-serie voor grotere bedrijven (geschikt voor 19inch-racks). Maar in dit artikel installeren we OPNsense zelf. We gebruiken hiervoor een gratis en opensource hypervisor, Oracle VM VirtualBox, maar je kunt dit op vrijwel identieke wijze op bijvoorbeeld een bare-metal-machine doen, zoals een oude pc of een mini-pc (zie ook het kader ‘Zuinige mini-pc’).

De minimale systeemeisen zijn bescheiden, zeker voor een thuisnetwerk. Je kunt al starten met een 1GHz-dualcore-processor, 2 GB RAM en 4 GB opslagruimte. In de praktijk is het beter om iets krachtigere hardware te gebruiken: minstens een 1,5GHz-processor met meer dan twee cores, 4 tot 8 GB RAM en minimaal 40 GB. Dit hangt natuurlijk ook af van welke functies je activeert. Een cache-webproxy zoals Squid of een Captive Portal kunnen bijvoorbeeld flink wat cpu-belasting veroorzaken.

Deciso maakt ook eigen hardware voor kleine en grote bedrijven.

Zuinige mini-pc

Je kunt OPNsense op een oude pc installeren, vooropgesteld dat deze voldoet aan de minimale hardware-eisen, maar dergelijke apparaten zijn vaak niet energiezuinig. Een betere optie is een mini-pc: goede prestaties en toch energiezuinig. Ga voor een 64bit-processor, zoals een Intel Celeron J4125 of Intel N100, en zorg voor 8 GB RAM of meer als je extra functies als IDS/IPS wilt gebruiken.

Je hebt minimaal twee, maar liever drie of meer gigabit- of multi-gigabit-ethernetpoorten nodig. Een ssd van 128 GB kan volstaan. Geschikte mini-pc’s zijn bijvoorbeeld de Protectli Vault FW48, HUNSN RS34g en Beelink EQ12. Deze voorbeelden zijn verkrijgbaar tussen 250 en 300 euro.

Beelink EQ12: mini-pc met Intel N100-processor, 16 GB geheugen, een ssd van 512 GB, wifi 6 en twee 2,5Gbit/s-poorten.

2 Fysieke machine

De benodigde schijfkopiebestanden voor OPNsense vind je op de officiële website. Op het moment van schrijven is versie 24.7 Thriving Tiger de meest recente stabiele versie. Klik op de Download-knop en selecteer amd64 als architectuur. Ga je voor een fysieke installatie, zoals op een (mini-)pc, dan kies je vga als image-type.

De download komt weliswaar in de vorm van een bz2-archief, maar dit kun je naar een img-schijfkopiebestand uitpakken met een gratis tool als 7-Zip. Dit img-bestand kun je vervolgens naar een bootstick schrijven, bijvoorbeeld met het gratis Rufus of balenaEtcher. Bij deze laatste selecteer je Install from file, verwijs je naar het img-bestand, kies je bij Select target een usb-stick en start je de procedure met de Flash!-knop.

De pc die je vervolgens met dit bootmedium opstart, dient wel over minstens twee netwerkadapters te beschikken. Of zelfs drie voor bijvoorbeeld een gastnetwerk of een DMZ-zone voor servers die je van je primaire netwerk wilt isoleren. In de meeste scenario’s is een van deze adapters direct met je modem(/router) verbonden.

In paragraaf 4 lees je meer over de installatieprocedure.

Je kunt het img-bestand omzetten naar een bootstick met balenaEtcher.

3 Virtuele machine

Doe je liever een installatie op een virtuele machine, kies dan voor dvd als image-type om een iso-schijfkopiebestand te krijgen. Zo’n virtuele installatie kan bijvoorbeeld handig zijn om een veilig testlab te bouwen met meerdere virtuele machines. De gratis en opensource-hypervisor Oracle VM VirtualBox is een goed programma om te gebruiken.

Installeer VirtualBox, start deze op en druk op de knop Nieuw. In het dialoogvenster geef je OPNsense op bij Naam, kies je een geschikte map (met voldoende opslagruimte) en verwijs je bij ISO-image naar het uitgepakte iso-bestand. Stel Type in op BSD, Subtype op FreeBSD, en Versie op FreeBSD (64-bit).

Open de sectie Hardware, waar je afhankelijk van je systeembronnen en het beoogde gebruik het veld Basisgeheugen instelt op bijvoorbeeld 4096 MB, en Processoren op 2. Stel Harde schijf in op bijvoorbeeld 40 GB en bevestig met Afmaken. De nieuwe virtuele machine wordt nu toegevoegd.

Voor je deze start, klik je eerst met rechts op de (nog uitgeschakelde) VM en kies je Instellingen. In het onderdeel Netwerk moet je nu minimaal twee netwerkadapters instellen. In het kader ‘Virtuele netwerkconfiguratie’ en in de tabel lees je meer over hoe je dit kunt aanpakken.

Stel de nodige parameters in voor de virtuele machine van OPNsense.

Virtuele netwerkconfiguratie

Ook in een virtuele configuratie met een hypervisor zoals VirtualBox moet je de nodige netwerkadapters toevoegen. Er zijn verschillende netwerkconfiguraties mogelijk, afhankelijk van je doel en netwerkbehoeften. In de afbeelding beschrijven we kort drie vrij gebruikelijke scenario’s met twee virtuele netwerkadapters.

Als je een derde netwerk(adapter) wilt toevoegen, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, is een ‘intern netwerk’ meestal de beste keuze voor maximale isolatie. Vooral als je DMZ of gastnetwerk geen toegang tot het LAN nodig heeft.

Een host-only-adapter biedt wat meer flexibiliteit, terwijl een bridged-adapter ook toegang tot je LAN-netwerk mogelijk maakt. Je zult dus zelf de nodige afwegingen voor een optimaal netwerkscenario moeten maken.

Afhankelijk van het beoogde scenario kies je de juiste netwerkconfiguratie.

4 Installatie

Start de installatie van OPNsense door de bootstick of virtuele machine op te starten en het proces te voltooien. Dit duurt grofweg vijf minuten. Aan het eind hoor je doorgaans een korte piep. De live-versie van OPNsense draait nu en is bereikbaar via het standaard ip-adres 192.168.1.1, zowel via de webinterface als via SSH met bijvoorbeeld met het gratis Putty. De standaard inloggegevens zijn gebruikersnaam root met wachtwoord opnsense.

Omdat deze live-omgeving in het geheugen draait, wordt de configuratie niet permanent opgeslagen. Dit geeft je de kans om de omgeving eerst te testen. Voor een permanente installatie moet je opnieuw installeren. Meld je hiervoor aan in de consoleprompt met de naam installer en wachtwoord opnsense. Als dit toch niet lukt: log dan in als root, kies Shell in het menu (optie 8) en typ opnsense-installer, of gebruik hiervoor SSH.

Tijdens de installatie kies je: het toetsenbord (keymap); het bestandssysteem (bij voorkeur ZFS of eventueel UFS); de partitie-opties (doorgaans stripe zonder redundantie bij een enkele schijf); en de schijf zelf (meestal da0 of nvd0). Bevestig met Yes om de schijf te partitioneren en formatteren (kies bij UFS ook Yes voor de swap). Stel een sterk root-wachtwoord in (let op de correcte toetsenbordindeling) en bevestig dit. Selecteer tot slot Complete Install – Exit and reboot.

De ‘echte’ installatie van OPNsense is volop bezig.

5 Netwerkinterfaces

Na de herstart verschijnt, na aanmelding als root, het configuratiemenu van OPNsense. Hier vind je opties als Logout, Power off system en Reboot system. Boven dit menu zie je de toegewezen netwerkinterfaces, bijvoorbeeld:

LAN (em0) -> v4: 192.168.1.1/24

WAN (em1) -> v4/DHCP4: 192.168.0.171/24

De WAN-toewijzing kan per systeem verschillen. Als er geen WAN is toegekend, kies dan menuoptie 1 (Assign interfaces). Beantwoord de vraag over LAGG’s (Link Aggregation Groups) en VLAN’s met N. Voer eventueel zelf de naam in van de nog niet toegewezen netwerkadapter (in ons voorbeeld em1). Je kunt dit proces altijd nog onderbreken en terugkeren naar het menu met Ctrl+C.

Ga na of de netwerkinterfaces correct zijn toegewezen aan de LAN- en WAN-instellingen.

6 Informatie

Na de installatie van OPNsense kun je beginnen met de configuratie en optimalisatie via het grafische dashboard. Dit is toegankelijk via de webinterface op 192.168.1.1, waar je inlogt met je (inmiddels gewijzigde) inloggegevens.

Klik linksboven op het OPNsense-logo om widgets te bekijken met statusinformatie. Bij Traffic Graph en Interface Statistics zie je bijvoorbeeld live-grafieken voor inkomend en uitgaand verkeer. Ook kun je op de Firewall-grafiek klikken om gefilterd verkeer door de firewall te bekijken. Verder geeft een widget inzicht in het geheugen-, schijf- en cpu-gebruik en toont het blok Services welke services actief zijn, zoals DHCPv4Server, Unbound DNS en Web GUI. Hier kun je services (her)starten en sommige ook stopzetten.

In de widget System Information kun je via Click to check for updates controleren op updates. Scrol naar beneden en klik op Update om OPNsense bij te werken. Bevestig met OK om het systeem na de update te herstarten.

Om het dashboard aan te passen, klik je rechtsboven op het potloodpictogram Edit dashboard, waarna je ook extra widgets kunt toevoegen, zoals OpenVPN en WireGuard.

Extra rapporten vind je in de rubriek Reporting en subrubrieken als Health (met tabbladen Packets, System en Traffic) en Unbound DNS. Om de DNS-aanvragen te kunnen zien, moet je deze rapportage wel eerst activeren. Dit doe je bij Reporting / Settings, waar je Enables local gathering of statistics inschakelt. Ook interessant is Reporting / Traffic voor een live-weergave van het verkeer – kijk ook even op het tabblad Top Talkers, voor de actiefste systemen.

Dankzij live-widgets krijg je vanuit je dashboard een goed inzicht de status van je OPNsense.

7 Basisconfiguratie

Voordat je de geavanceerdere functies van OPNsense verkent, is het verstandig enkele basisinstellingen te controleren. Ga naar System / Settings / General, waar je de Hostname (standaard OPNsense), Domain (standaard localdomain, eventueel vervangen door je eigen domeinnaam) en Time zone (bijvoorbeeld Europe/Amsterdam) kunt instellen. De optie Dutch is vooralsnog niet beschikbaar bij Language.

Bij DNS servers kun je DNS-servers instellen voor het systeem, inclusief voor de DHCP-service. Wij laten deze lijst echter leeg en vinken Allow DNS server list to be overridden bij DHCP/PPP on WAN aan, zodat de DNS-servers van de internetprovider (mogelijk via je fysieke router) worden overgenomen. Klik altijd op Save (of soms Apply) om wijzigingen te bevestigen voordat je een andere rubriek in het dashboard opent.

Vervolgens kun je bij System / Settings / Administration de optie HTTP inschakelen bij Protocol als je het storend vindt om telkens het zelf-ondertekende SSL-certificaat te bevestigen (indien gewenst, kun je via System / Trust / Certificates trouwens een echt certificaat importeren). Je kunt bij Listen interface ook kiezen voor LAN in plaats van All als je alleen verbindingen van die specifieke netwerkinterface wilt accepteren.

Controleer als eerste een aantal basisinstellingen.

8 Interfaces

Standaard activeert OPNsense een DHCP-service binnen het LAN-subnet (192.168.1.0/24). Hierdoor krijgen clients die (wellicht via een switch) met de toegewezen netwerkinterface verbinden, automatisch een compatibel ip-adres en DNS-server (standaard 192.168.1.1) toegewezen. Je kunt dit controleren bij Services / ISC DHCPv4 / [LAN]. De optie Enable DHCP server on the LAN interface staat standaard aan met een ip-bereik van 192.168.1.100 tot 192.168.1.199, zodat je ruimte hebt om bepaalde apparaten een statisch ip-adres toe te kennen. Hier vind je trouwens ook diverse geavanceerde opties.

Als alles goed is ingesteld, ga dan naar Interfaces / Assignments. Hier controleer je welke interface met welk MAC-adres aan de LAN- of WAN-interface is gekoppeld. Heb je een extra netwerkinterface, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, dan kun je die hier toewijzen. Selecteer de interface bij + Assign a new interface, klik op Add en dan op Save om de interface aan de rubriek Interfaces toe te voegen. Open de nieuwe interface en vink Enable Interface en eventueel ook Prevent interface removal aan. Stel IPv4 Configuration Type in op Static IPv4 en geef een ip-adres, zoals 192.168.2.1 / 24. Bevestig met Save en Apply changes.

Ga vervolgens naar Services / ISC DHCPv4 / [interfacenaam] om de DHCP-server in te schakelen en een passend ip-bereik in te stellen. Je doet er wellicht ook goed aan om Services / Unbound DNS / General te openen en daar Register ISC DHCP4 Leases en Register DHCP Statis Mappings in te schakelen, zodat je de machines ook via hun hostnaam kunt bereiken.

Je moet de extra netwerkinterface wel nog even koppelen en configureren.

9 Firewall

Bij een extra netwerk zijn alle inkomende verbindingen standaard geblokkeerd door de firewall. Open Firewall / Rules en selecteer de LAN-interface. OPNsense heeft hier al pass-regels aangemaakt voor IPv4 en IPv6 (verwijder de IPv6-regel indien gewenst). De regel IPv4* LAN net * * * * * staat al het verkeer toe.

Voor je extra interface kun je regels toevoegen, bijvoorbeeld om toegang tot het LAN-netwerk te blokkeren. Klik op de rode plus-knop, stel Action in op Block, en kies DMZ bij Interface. Laat Protocol op any staan, stel Source in op DMZ net en kies LAN net bij Destination. Voeg een beschrijving toe, zoals Blokkeer LAN toegang. Sla deze wijzigingen op met Save en bevestig met Apply changes.

Om je DMZ wel toegang tot je DNS-server en gateway binnen het LAN te verlenen, kun je extra pass-regel toevoegen. Kies Pass bij Action, DMZ bij Interface, en Single host or network bij Destination. Vul hier het (standaard) ip-adres 192.168.1.1 in, stel Protocol in op TCP/UDP en kies bij Destination bij de optie Port (other) voor poort 53.

Kopieer deze pass-regel via de Clone-knop en pas deze aan voor TCP, en respectievelijk poort 80 en 443, zodat je HTTP(S)-verkeer naar je gateway toestaat. Zorg met behulp van de pijlknopjes dat de drie pass-regels boven de blokkeerregel staan, aangezien de firewall deze regels altijd van boven naar beneden doorloopt.

De kans is groot dat je de standaardfirewallregels nog wat moet verfijnen.

10 Firewall-regels voor DMZ-zone

Wil je wel verkeer van de DMZ naar het internet toestaan, voeg dan een extra regel toe. Kies Pass als Action en DMZ als Interface. Stel Source in op DMZ net en Destination op WAN net. Vul een beschrijving in, bijvoorbeeld Toegang naar internet toelaten, en bewaar de regel.

Voor het toegankelijk maken van services op de DMZ vanaf het internet, ga je naar Firewall / NAT / Port Forward. Klik op Add, kies WAN als Interface en stel het juiste protocol in, bijvoorbeeld TCP/UDP. Selecteer WAN address bij Destination en stel bij Destination Port Range de poort(en) in die je wilt openstellen, bijvoorbeeld HTTP. Vul bij Redirect target IP het ip-adres in van het DMZ-netwerk dat het verkeer moet ontvangen. Indien nodig stel je bij Redirect target Port een alternatieve poort in voor de service (bijvoorbeeld (other), 8080). Bewaar de regel en bevestig ook hier met Apply changes.

Zo zou de firewall-regelset van je extra netwerk (bijvoorbeeld een DMZ-zone) er eventueel uit kunnen zien.

11 Plug-ins

Zoals je aan de menu-opties in je dashboard kunt zien, biedt OPNsense allerlei mogelijkheden en services, zoals VPN (inclusief OpenVPN en WireGuard), OpenDNS en een Captive Portal. We hebben helaas niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar tonen je nog wel hoe je de functionaliteit van OPNsense kunt uitbreiden met gratis plug-ins. Bekende namen zijn clamav, ddclient, freeradius, os-intrusion-detection, iperf, nginx, squid, tftp, VirtualBox en VMware guest additions, zabbix enzovoort.

Om bijvoorbeeld ClamAV toe te voegen, zorg je er eerst voor dat OPNsense up-to-date is. Ga vervolgens naar System / Firmware / Plugins en klik op de plusknop Install bij os-clamav. Op het tabblad Updates volg je de voortgang van de installatie.

Na de installatie vind je ClamAV in de rubriek Services. Ga naar Configuration, klik op Download signatures en zorg dat Enable clamd service is ingeschakeld. Pas waar nodig de instellingen aan en klik op Save om de wijzigingen op te slaan.

Veel configuratiewerk vergt ClamAV dus niet, andere plug-ins vergen juist wat meer aanpassingen.

ClamAV is slechts een van de tientallen beschikbare plug-ins voor OPNsense.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht
© Apple
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een fijne tablet waarmee je vlot kunt werken? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple iPad Air (2025)

In de zéér recent verschenen 2025-versie van de iPad Air zit Apples eigen M3-chip. Die telt acht rappe rekenkernen, zodat veeleisende apps vlot werken. Zo is het spelen van 3D-games geen enkel probleem. Volgens het Amerikaanse merk is de genoemde processor bijna twee keer zo snel als eerdere iPads met een M1-chip. Bovendien verbruikt deze chipset ook nog eens minder energie. Ondanks het ruime 11inch-scherm weegt de aluminium behuizing nog geen halve kilo. Ideaal voor wie een tablet graag meeneemt. De goedkoopste uitvoering heeft 128 GB interne opslagcapaciteit. Kies tussen de kleurstellingen grijs, beige, blauw en paars. Tegen een meerprijs kun je ook een exemplaar met 256 GB (grijs/paars), 512 GB (grijs/beige/blauw/paars) of 1 TB (grijs) opslag overwegen.

Met behulp van de geïntegreerde vingerafdrukscanner log je altijd en overal veilig in. Vanzelfsprekend is iPadOS 18 al op deze tablet aanwezig. Je hebt toegang tot allerlei AI-tools, waardoor je onder meer supersnel fotocorrecties toepast. Bovendien kun je vanuit de apps Siri en Schrijfhulp de bekende AI-dienst ChatGPT aanspreken. Het heldere 11inch-scherm leent zich met een respectabele resolutie van 2360 × 1640 pixels perfect voor het kijken van films, series en tv-programma's. Tot slot is er van de iPad Air ook een grotere versie met een 13inch-scherm te koop.

Apple iPad Pro (2024)

De 2024-versie van de iPad Pro is momenteel de snelste tablet van Apple. Dankzij de M4-chip voer je de meest complexe taken zonder enige vertraging uit, zoals AI-toepassingen en 3D-games. Deze processor bevat namelijk negen of tien (bij 1TB- en 2TB-uitvoering) vliegensvlugge rekenkernen. Verder zijn de beeldprestaties van het dubbellaagse 11inch-oledscherm indrukwekkend. Zowel foto's als video's ogen op een resolutie van 2420 × 1668 pixels haarscherp. Voor gamers en creatieve professionals komt de hoge vernieuwingsfrequentie van 120 hertz goed van pas. Bewegende beelden verschijnen vloeiend op het scherm. Daarnaast bedraagt de piekhelderheid maar liefst 1600 cd/m².

Naar eigen zeggen is deze iPad Pro tot dusver de dunste Apple-tablet (5,3 mm). De gerecyclede aluminium behuizing weegt bovendien maar 444 gram. Kortom, een handzame metgezel voor onderweg. Fijn is dat de selfiecamera Face ID ondersteunt. Hierdoor kun je via een gezichtsscan vlot inloggen. De betaalbaarste versie heeft 256 GB opslagruimte, waarbij je kunt kiezen tussen de kleurstellingen zwart en zilver. Als alternatief koop je deze tablet met 512 GB (zwart/zilver), 1 TB (zwart/zilver) of 2 TB (zwart/zilver) opslagcapaciteit. Verder is de iPad Pro ook met een groot 13inch-scherm te koop. Wil je meer weten? Lees dan deze uitgebreide review op ID.nl.

Samsung Galaxy Tab S10+

Zoek je een zéér rappe Android-tablet met een riant scherm? Kijk dan eens goed naar de eigenschappen van de Samsung Galaxy Tab S10+. Het 256 GB-model is in de kleurstellingen grijs en zilver beschikbaar. Vind je dat te krap, dan kies je voor 512 GB opslag (grijs/zilver). Overigens voeg je met een eigen microSD-kaart van maximaal 1,5 TB eenvoudig extra opslagruimte toe. Het ruime 12,4inch-amoledscherm telt 2800 × 1752 pixels, zodat je op een behoorlijke resolutie video's kunt streamen. Samsung heeft het scherm voorzien van een matte coating. Hierdoor kun je ook in sterk verlichte ruimtes comfortabel werken.

Voor de rekenprestaties is de MediaTek Dimensity 9300+-processor verantwoordelijk. Deze chipset heeft acht kernen, waarbij de rapste core goed is voor een kloksnelheid van 3,4 GHz. Voeg daar 12 GB werkgeheugen aan toe en je merkt nergens vertraging. Met behulp van een vingerafdrukscanner kun je veilig bij Android 14 inloggen. Nuttig om te weten is dat de fabrikant dit product tot 31 oktober 2031 ondersteunt. Je ontvangt dus voor de komende jaren volop (beveiligings)updates en upgrades van het besturingssysteem. Naast de besproken uitvoeringen is deze tablet ook met een 5G-simkaartslot verkrijgbaar. Samsung levert bij alle modellen een goede stylus mee.

Lees ook: Zo gaat je tablet (véél) langer mee!

Samsung Galaxy Tab S10 Ultra

Als je graag op een heel grote tablet werkt, is de Samsung Galaxy Tab S10 Ultra een logische keuze. Het amoledscherm heeft een indrukwekkend schermdiagonaal van 14,6 inch. Lees hierop bijvoorbeeld de digitale krant, speel 3D-videospelletjes of creëer eigen animaties. Dankzij een respectabele resolutie van 2960 × 1848 pixels verschijnen foto's, video's en webpagina's scherp in beeld. Ondanks de behoorlijke omvang valt het gewicht van 723 gram mee. De behuizing voldoet aan de IP68-norm en is dus waterdicht. Er is bij dit product een stylus inbegrepen.

De Galaxy Tab S10 Ultra heeft dezelfde processor als de eerder besproken Galaxy Tab S10+. Goed nieuws, want deze MediaTek Dimensity 9300+-chipset biedt prima prestaties. De versies met 256 GB (grijs/zilver) en 512 GB (grijs/zilver) opslag hebben 12 GB werkgeheugen. Doe je veel geavanceerde taken tegelijkertijd, dan haal je met het 1 TB-model (grijs) een tablet met 16 GB RAM in huis. De Galaxy Tab S10 Ultra is eventueel ook inclusief 5G-simkaartslot te koop. Lees hier een uitgebreide review op ID.nl.

Lenovo Idea Tab Pro (ZAE40020SE)

Voor alledaags gebruik is deze recent verschenen tablet prima geschikt. De scherp geprijsde Lenovo Idea Tab Pro heeft een groot 12,7inch-scherm met 2944 × 1840 pixels. Dat is een prettig formaat voor taken als webwinkelen, bankieren, video's streamen en natuurlijk internetten. Bovendien zijn de acht rekenkernen van de MediaTek Dimensity 8300-processor snel genoeg om spelletjes uit de Play Store soepel te verwerken. De snelste core is afgeregeld op een respectabele kloksnelheid van 3,35 GHz. Verder heeft de tablet 8 GB werkgeheugen.

Onder de motorkap bevindt zich een opslagdrager van 256 GB. Hierop is Android 14 voorgeïnstalleerd. Wil je meer lokale opslag, dan prik je een microSD-kaart van maximaal 1 TB in de behuizing. Ten opzichte van diverse andere tablets in deze prijsklasse onderscheidt de Idea Tab Pro zich met een behoorlijk geluid. Hiervoor zijn er vier speakers van de bekende audiofabrikant JBL ingebouwd. Lenovo levert bij dit product een stylus mee.