ID.nl logo
3D printen via online diensten
© PXimport
Huis

3D printen via online diensten

De kans is groot dat je geen 3D-printer in huis hebt, maar dat betekent niet dat je deze techniek links hoeft te laten liggen. Er zijn heel veel bedrijven die jouw modellen kunnen 3D printen en 3D-ontwerpen haal je gewoon van het internet. Niettemin is het handig om een paar feiten over 3D afdrukken op een rijtje te hebben.

Het is een feit dat 3D-printen nog steeds tot de verbeelding spreekt. Hoe leuk is het dat je ontwerpen op internet gewoon als 3D-model kunt laten printen? Dat kan via een online 3D-printfabriek of gewoon thuis met je eigen 3d-printer. In dit artikel gaan we ervan uit dat je zelf geen 3D-printer hebt staan. Je leest hoe je een 3D-model kunt bewerken, waar je een model bestelt en wat de eigenschappen zijn van de diverse materialen. Wil je toch zelf aan de slag met 3D-printen, dan lees je aan het eind van dit artikel waar je bij de aanschaf van een 3D-printer rekening mee moet houden.

01 Verschillende technieken

Eigenlijk is 3D-printen een verzamelnaam voor verschillende technieken, en het is handig om te weten wat de verschillen zijn. Vrijwel alle technologieën zijn additief, wat betekent dat er laag voor laag een 3D-model wordt opgebouwd. Hóe deze lagen worden aangebracht, is per techniek anders. Bekende technieken zijn bijvoorbeeld SLS (selective laser sintering), STL (stereolithografie) en FDM (fused deposit modeling). Er bestaan ook subtractieve technieken, waarbij een model uit bijvoorbeeld een stuk metaal of een blok hout wordt gesneden, maar dat is alleen mogelijk met grote commerciële 3D-printers.

Om een object te kunnen printen met een 3D-printer, heb je een digitaal 3D-model nodig. Dat kun je zelf ontwerpen met een 3D-programma, maar er zijn ook talloze websites waar je kant-en-klare modellen kunt vinden die je eventueel met een 3D-programma naar eigen wens kunt aanpassen. Uiteraard zijn er ook bedrijven die het creëren van een 3D-model voor je kunnen overnemen. Dat is een leuk idee als je een 3D-model van jezelf als bruidspaar wilt laten maken, om maar eens iets te noemen.

©PXimport

Stereolithografie voor thuis

Er is een stereolithografieprinter voor thuis verkrijgbaar: de Formlabs Form 2. Deze printer werkt niet met filament, maar met tanks met verschillende soorten chemische hars (‘resin’ in het Engels). Een Form 2 heb je vanaf 3800 euro, een tank met een liter resin kost tussen de 160 en 575 euro, afhankelijk van het soort hars.

02 Ontwerp

Om een 3D-model te kunnen printen, heb je een 3D-ontwerp nodig. Dat is een afbeelding van een object, vergelijkbaar met een 2D-bestand, met natuurlijk het enige verschil dat het bestand met een 3D-programma van meerdere kanten te bekijken is. Net als een 2D-afbeelding kan een 3D-ontwerp verschillende extensies hebben. Bekende 2D-extensies zijn jpg, png of tiff, bekende 3D-bestandstypen zijn bijvoorbeeld stl, dae of obj.

Verreweg het meest gebruikte formaat is stl, en het is dan ook aan te raden om een bestand in dit formaat te zoeken, te creëren of te bewerken. Stl wordt door vrijwel alle 3D-software ondersteund, waaronder FreeCAD, Microsoft 3D Builder, Autodesk 3ds Max, Maya en Tinkercad.

©PXimport

03 Gereedmaken voor 3D-printen

Oké, een stl-bestand downloaden en laten printen bij een bedrijf dan maar? Hoho, niet zo snel: je moet er wel zeker van zijn dat je 3D-model daadwerkelijk te printen is. Veel 3D-bestanden zijn ooit ontworpen voor animaties, film of computergebruik. Als een 3D-object een dun lijntje bevat, kan een 3D-printer daar niks mee. Je moet je model dus gereedmaken voor een 3D-printer. Dat doe je door wanden een specifieke dikte mee te geven, bijvoorbeeld 1 of 10 millimeter. Alleen zo weet een 3D-printer hoe die je object moet printen. Ook kan het zijn dat twee objecten in je model elkaar overlappen. Deze twee objecten moet je dan eerst met elkaar combineren, zodat er geen rare snijlijnen in je model zitten. Op Materialise.com hier lees je allerlei handige tips over het voorbereiden van een 3D-bestand voordat je het laat printen.

©PXimport

04 Modellen downloaden

Wil je zeker zijn van een geslaagde printopdracht, dan kun je websites raadplegen die speciaal bedoeld zijn voor objecten die met een 3D-printer kunnen worden geprint. Een bekende site is Cults, waar je de meest uiteenlopende modellen vindt. Klik bijvoorbeeld op Home en je kunt modellen downloaden voor lampen, bloempotten en wat niet al meer. De modellen worden gewaardeerd door gebruikers van de site, waardoor je al snel ziet of een 3D-ontwerp deugt of niet. Sommige modellen zijn gratis te downloaden, voor andere bestanden betaal je een paar euro.

Een site die al jaren bestaat, is Thingiverse. Hier vind je alleen gratis verkrijgbare stl-bestanden. Op deze site kun je eveneens lezen wat andere gebruikers van het model vinden en door de actieve community lees je veel commentaren op modellen en hoe je het model eventueel nog kunt verbeteren.

Een derde optie is CGTrader. Op deze website vind je veel kunstobjecten. Je moet wel even naar beneden scrollen en op de knop 3d printing models klikken; alleen deze bestanden zijn geschikt om te printen met een 3D-printer.

©PXimport

05 Shapeways

Helemaal klaar met je bestand? Dan is het de hoogste tijd om je bestand te uploaden naar een 3D-printdienst. Het aanbod is de afgelopen jaren enorm gegroeid, dus wij beperken je keuze tot een paar bekende en goede diensten. We beginnen met de grootste: Shapeways. Tegenwoordig een bedrijf dat vanuit New York opereert, maar het is allemaal begonnen in Eindhoven. Meld je aan bij de dienst en upload een 3D-bestand naar de servers door op Upload te klikken. Je moet aangeven of het bestand millimeters, inches of meters als eenheid gebruikt. Shapeways analyseert het bestand en geeft meteen weer hoe groot het object zal worden. Vervolgens moet je kiezen met welk materiaal je het object wilt laten printen. Je ziet meteen de prijs in euro’s. Erg handig is dat de website ook meteen laat zien of er problemen zijn met je bestand. Klik op View issues en je ziet wat voor concreet probleem Shapeways in het bestand heeft gevonden. Je kunt zelfs op het probleem klikken en meer informatie lezen over hoe je het probleem kunt oplossen. Shapeways checkt overigens elk geüpload bestand handmatig nadat je een order hebt geplaatst.

©PXimport

06 Materialise, Sculpteo en 3D HUBS

Shapeways is handig als je nog geen ervaring hebt met het laten printen van 3D-modellen. Het bedrijf ondersteunt immers de bekendste formaten, heeft een goede selectie aan materialen en biedt je informatie als iets niet werkt. Wil je echter een dienst die meer opties biedt, kijk dan eens naar Materialise. Hier kun je terecht met exotische formaten van diverse software. Ook levert Materialise meer methodes om te printen.

Andere opties om je 3D-modellen te laten printen, zijn Sculpteo en 3D HUBS. Vooral de laatste optie is interessant. Het is namelijk een soort Amazon Marketplace voor 3D-printfabrieken. Je geeft aan waar je woont en uploadt je 3D-model. De website checkt meteen of je object te printen is. Geef aan in welk materiaal je je model wilt printen en je ziet rechts hoelang dit gaat duren en wat het kost. Je doet de bestelling en betaling op de website van 3D HUBS, maar je model wordt door een lokale printfabriek gemaakt en opgestuurd.

©PXimport

3D-Airbnb

Wat gebeurt er als je 3D-printen combineert met Airbnb? Dan krijg je makexyz. Geef aan waar je woont en kijk welke particulieren en winkels een bepaald 3D-model voor je kunnen printen. Je ziet welke 3D-printers de persoon of winkel heeft en met welk materiaal er kan worden geprint.

07 Materiaal

Welk materiaal kies je nu voor je te printen 3D-object? De meest voor de hand liggende optie is nylon. Dat is bij de meeste aanbieders het goedkoopst en is het makkelijkst te printen. Andere namen voor nylon zijn bijvoorbeeld strong &flexible plastic, polyamide of white plastic. Dat komt doordat je model eerst wordt geprint met wit nylonpoeder, waarna het wordt gekleurd in de kleur die je wilt hebben.

Kleine 3D-printers die je voor thuis kunt kopen, printen meestal met filament. Dat zijn spaghetti-achtige draden die je op een rol koopt in de kleur waarmee je je object wilt printen. Het nadeel van filament is dat het minder sterk is dan nylonpoeder en de kosten zijn veel hoger. Filament koop je in elke 3D-vakwinkel en is beschikbaar in enorm veel varianten. Bekende opties zijn ABS, PLA en PETG. Elk soort materiaal heeft andere eigenschappen; zo heeft ABS bijvoorbeeld een langere levensduur dan de meeste andere opties, maar is PLA veel gemakkelijker te printen. Uiteraard bieden de meeste bedrijven ook andere materialen aan, zoals aluminium of metaal. Sommige fabrikanten kunnen je 3D-objecten zelfs als keramiek-object printen of in goud laten maken.

Elk materiaal heeft andere eigenschappen en voorwaarden, dus kijk van tevoren goed of jouw object wel in het gewenste materiaal kan worden geprint. Een gouden model moet bijvoorbeeld wanden hebben van ten minste 0,8 millimeter – dat is iets dikker dan bij bijvoorbeeld nylon. De meeste aanbieders hebben duidelijke voorwaarden op hun website staan waarin precies staat beschreven waar je bij welk materiaal op moet letten.

©PXimport

08 Zelf printen

Als je in de ban bent geraakt van het printen van 3D-objecten, kun je natuurlijk ook zelf eens aan de slag met een 3D-printer. Tien jaar geleden moest je daarvoor je zomervakantie overslaan, maar tegenwoordig zijn 3D-printers een stuk goedkoper. Bedenk wel dat een thuisprinter nooit kan opboksen tegen een professionele machine van duizenden euro’s en dat objecten die je met je eigen printer met bijvoorbeeld ABS of PLA print, zwakker zijn dan nylonobjecten die je bijvoorbeeld bij Shapeways, 3D Hubs of Sculpteo bestelt.

Een van de beste budgetmachines is de XYZprinting da Vinci Mini, een 3D-printer die FDM-technologie gebruikt met PLA-filament. Deze printer koop je voor iets meer dan 300 euro. Wil je iets meer uitgeven, dan is de FlashForge Creator Pro 2017 een goede optie. Deze printer kost zo’n 800 euro, maar kan concurreren met machines die het dubbele kosten. Twee goede allround-machines waarmee je professioneel ogende modellen kunt printen, zijn de Nederlandse Ultimaker 3 of de MakerBot Replicator+. Deze apparaten kosten twee- tot drieduizend euro. De MakerBot-printer lust alleen PLA-filament, de Ultimaker kun je ook met nylon en ABS voeden.

©PXimport

Maak je eigen printer

Ben je handig en wil je geld besparen op een 3D-printer? Ga dan eens aan de slag met een DIY-printer. Een spotgoedkope optie is de STARTT 3D-printer. Voor 99 euro heb je al een printer waarmee je objecten tot 14 x 12 x 13 centimeter kunt printen met PLA-filament. De printkwaliteit is goed, maar natuurlijk niet vergelijkbaar met een printer van honderden euro’s. De STARTT is compatibel met de software Cura van Ultimaker en de fabrikant heeft een aantal instructievideo’s op YouTube staan, zodat je de machine in een paar uurtjes in elkaar kunt zetten.

09 Software

Naast een 3D-printer en filament moet je ook een 3D-programma hebben om je 3D-modellen mee te maken. Je kunt vrijwel elk professioneel 3D- of cad-programma gebruiken om 3D-modellen te maken en in een formaat op te slaan waarmee je 3D-printer overweg kan. Heb je echter een 3D-printer staan, dan is het verstandig om op maat gemaakte software voor de specifieke printer te gebruiken. Ultimaker biedt haar software Cura gratis aan en op de site van MakerBot kun je MakerBot Print downloaden. Beide programma’s kunnen overweg met het stl-formaat, zowel om te importeren als te exporteren.

Een ander voordeel van op maat gemaakte software is dat ze slimme gereedschappen bevatten om bijvoorbeeld zo weinig mogelijk filament te gebruiken of om de printvoortgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ben je echter gewend aan een standaardprogramma als AutoCAD, dan kun je je model prima in dit programma creëren, om het vervolgens als stl-bestand te importeren in de software die bij de 3D-printer past.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!