ID.nl logo
Fallout 76 is in zijn kern kapot
© Reshift Digital
Huis

Fallout 76 is in zijn kern kapot

Een gebrek aan ambitie kunnen we Fallout 76 niet verwijten. Een gebrek aan speelbaarheid en simpelweg plezier wel. Dit is wat er gebeurt als een ontwikkelaar alleen maar bezig is met de vraag of ze iets kúnnen doen, in plaats van te bedenken of ze wel het zouden móeten doen.

Fallout 76 is namelijk het eerste deel in de serie dat altijd en alleen online speelbaar is. Ambitieus, maar die fundamentele verandering heeft er ook toe geleid dat Bethesda flink wat heeft moeten aanpassen aan de bekende formule van Fallout. Met een deel van de aanpassingen komt de ontwikkelaar nog enigszins weg, maar onder de streep wegen de baten simpelweg niet op tegen de lasten.

Net als bijna iedere Fallout-game, begin je in een veilige, ondergrondse bunker, een Vault, waar jij als een van de weinige mensen een nucleaire holocaust hebt overleefd. Terwijl je in de andere games daarna altijd op ontdekking gaat door deze verwoeste, retrofuturistische wereld waar beschaving met vallen en opstaan weer opkrabbelt, beland je in Fallout 76 in een verlaten, haast spookachtig West-Virginia waar bijna geen mens meer te vinden is.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Dooie boel

Verhalend wordt weliswaar verklaard waaróm West-Virginia alleen nog maar bevolkt wordt door mutanten en robots, maar dat doet niets af aan het feit dat de wereld van Fallout 76 erg leeg aandoet. Er zijn geen menselijke nederzettingen en quests krijg je voornamelijk via audiologs of berichten op computerterminals.

Bethesda lijkt zelf ook te beseffen dat dat het bemoeilijkt om de wereld op een logische manier te ontdekken en werpt daarom veel zijmissies voor het gemak maar in je schoot. Loop je langs een gebouw waar iets te doen is, dan verschijnt er direct een questmarker die je daarop wijst. Zelf op ontdekking gaan, wat normaal in Fallout via environmental storytelling heel erg wordt aangemoedigd, is nauwelijks meer nodig.

De afwezigheid van andere zinvolle personages verstoort ook de economie van Fallout 76. Waar je in het verleden op een logische manier via quests bottlecaps (geld) of items verdiende en daarmee dan weer broodnodige zaken als gezuiverd water en RadAway tegen stralingsziekte kocht, krijg je nu na het voltooien van quests automatisch een hele zwik items in je inventaris.

Daarnaast verliest Fallout door de afwezigheid van menselijke personages simpelweg heel veel van zijn charme. Omdat veel communicatie via audiologs gaat is het eenrichtingsverkeer. Je kunt niet meer reageren en dus ook veel minder invulling geven aan de rol die je speelt. Behulpzaam zijn, een klootzak spelen of zelfs in de huid van stripboekenheld Silver Shroud kruipen? Vergeet het maar. Zelfs radio dj’s – of je ze nou haatte of niet – wisselen de plaatjes niet meer af. Het maakt van Fallout 76 een behoorlijk zielloze ervaring.

©PXimport

Samen de Apocalyps tegemoet

Nou moet je een game natuurlijk beoordelen om wat ‘ie wel is en niet om wat ie niet is, maar Fallout 76 geeft bar weinig terug voor al die verloren facetten die Fallout 3, New Vegas en 4 juist definieerden. De grote vernieuwing is dat je in een online wereld speelt, samen met andere mensen. Met maar 24 spelers tegelijkertijd in één wereld is de kans dat je elkaar tegenkomt echter klein, zeker bij gebrek aan centrale nederzettingen die als hub dienst doen. De meeste spelers gaan volledig hun eigen gang.

Soms wordt er naar elkaar gezwaaid, in een enkel geval geschoten. Elkaar doodmaken levert echter maar een paar bottlecaps op, terwijl je het risico loopt al je Junk (waar je nieuwe items mee maakt) kwijt te raken. Elkaar uitmoorden is dus allesbehalve lucratief en gebeurt zelden. Het gebeurde ons (iets) vaker dat we kortstondig een team vormden met wildvreemden, hoewel die samenwerkingsverbanden sporadisch vruchtbaar bleken.

De plot van Fallout 76 mag dan summier zijn, het loopt wel als rode draad door je avontuur. Als iemand op een heel ander punt in het verhaal zit, kan samenwerken tot rare situaties leiden. Wij sloegen bijvoorbeeld een heel deel van de main quest over doordat we een stukje meewandelden met een groepje Duitsers, die wat verder in het verhaal waren. Je deelt een wereld, maar toch niet.

Samenspelen met je eigen vrienden werkt daarom een stuk beter, zeker als je dan samen afspreekt om bijvoorbeeld op zoek te gaan naar zijmissies in plaats van elkaars hoofdverhaal in de war te schoppen. Fallout 76 kent geen verschillende klassen zoals veel andere online rpg’s, dus verwacht niet dat je elkaar echt aanvult, maar samen in Power Armors een bende Super Mutants oprollen voelt weldegelijk goed, zeker wanneer iemand opeens een Fat Man uit zijn broekzak tovert en een Mini Nuke rondslingert. De lollige kant van Fallout komt zeker tot zijn recht met vrienden.

Het is echter moeilijk te begrijpen dat Bethesda zóveel heeft opgeofferd voor die paar sporadische momenten dat samenspelen echt voor iets unieks zorgt. Een eenvoudige drop-in drop-out multiplayermodus, zoals in games als Far Cry, had waarschijnlijk evenveel bewerkstelligd zonder de noodzakelijke opofferingen. Nu ondervind je vooral hinder van het altijd online zijn.

©PXimport

Microtransacties in Fallout 76 Fallout 76 bevat microtransacties. Met de zogenoemde Atoms kun je in de Atomic Shop extra outfits, meubels voor je kamp of zelfs poses voor de fotomodus en emotes aanschaffen. Vooral dat laatste is een beetje raar, want waarom moet ik omgerekend drie euro betalen om met een gebaar iemand uit te kunnen nodigen om te koken of te vragen om drinken? Hoewel je Atoms ook verdient via quests en extra uitdagingen, en dus niet alleen met echt geld kan kopen, blijft het merkwaardig om zulke basale dingen op deze manier te ontgrendelen.

Zwevend hoofd

Want buiten de inhoudelijke concessies die gemaakt zijn om een online spelwereld te maken, zijn er ook veel technische opofferingen gemaakt. Altijd online spelen heeft merkbare consequenties voor de laadtijden en stabiliteit van het spel. Opstarten duurt lang, bij onderhoud is Fallout 76 onspeelbaar en er is lang niet altijd een driedubbele nucleaire explosie voor nodig om het spel te laten crashen.

Pauzeren kan niet en bij gebrek aan veilige havens, zoals menselijke nederzettingen, sluit je dus het liefste het spel af als je alleen maar even koffie gaat halen of naar het toilet moet. Zelfs je map raadplegen zorgt er voor dat het hele spel enkele seconden bevriest. Veel van deze zaken zien we ook bij andere games die altijd online zijn, en het is ook niet per definitie erg - mits je er tenminste een toffe ervaring voor terug krijgt. Dat is bij Fallout 76 niet het geval.

Daar bovenop wordt Fallout 76 geplaagd door andere bugs die niet per se aan de internetverbinding liggen. We zijn op vijanden gestuit die ineens met geen mogelijkheid schade konden oplopen, zagen objecten net boven de grond zweven, hebben een tijdje gespeeld als rondvliegend hoofd omdat onze outfit extreem traag inlaadde en de framerate hakkelt als je alleen maar springt.

Bugs van deze aard zijn niet vreemd voor de serie, met als belangrijk verschil dat we ze daar voor lief namen omdat het verder zo leuk was om met onze virtuele knapzak op avontuur te gaan door die prachtige dystopie. Op die goodwill kan Fallout 76 niet rekenen en dan wordt ineens pijnlijk zichtbaar hoe de techniek rammelt en kraakt.

©PXimport

Overleeft ternauwernood

Fallout 76 is daardoor een bittere pil voor Fallout-fans, maar dat betekent niet dat de game helemaal waardeloos is. Als survivalgame is het spel best interessant. De nadruk ligt in dit deel veel meer op overleven. Je krijgt bijvoorbeeld honger en dorst en kan ziek worden van bedorven eten, iets dat in andere Fallout-games hooguit een rol speelde in aparte Survival-modi.

Hoewel je via quests veel noodzakelijke items verdient, is geld over het algemeen wel schaarser. In een winkeltje nog even wat Stimpacks of RadAways inslaan is dan ook minder vanzelfsprekend. Dat soort items moet je dus veel meer in de gigantische spelwereld gaan zoeken, als een echte overlever. Reken er niet op dat je medespelers je aan eten of medicijnen helpen, want waarom zouden ze? Je bent veel meer op jezelf aangewezen.

De sporadische momenten dat Fallout 76 wél indruk maakt, ontstaan dan ook wanneer je als een soort Chuck Noland uit Cast Away maniakaal lacht als je met je laatste middelen water kookt of een maaltijd weet te maken van gemuteerde kakkerlakken die je even daarvoor kapot hebt geslagen. Of wanneer je met je Junk jouw eigen basiskamp verder uitbouwt, iets dat net even wat lekkerder werkt dan in Fallout 4.

Het zijn die momenten dat bijna alle elementen van Fallout 76 wél in elkaar klikken. Overleven in deze onvergefelijke wereld legt nog net wat meer de nadruk op hoe vernietigd de wereld van Fallout is, zonder voortdurend te ginnegappen over colamerken en de Amerikaanse consumptiemaatschappij. De vraag blijft echter: waarom moet ik daar in vredesnaam aldoor voor online zijn?

Fallout 76 is nu verkrijgbaar voor pc, Xbox One en PlayStation 4. Voor deze review is gespeeld op een PlayStation 4 Pro.

Ondermaats
Conclusie

**Prijs** € 39,99,- **Platform** PC, PlayStation 4, Xbox One **Website** [https://fallout.bethesda.net](https://fallout.bethesda.net/)

Plus- en minpunten
  • Survivalmechaniek
  • Levenloze spelwereld
  • Altijd online brengt meer hinder dan voordeel
  • Bugs
  • Microtransacties
▼ Volgende artikel
AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

Dit artikel in het kort

AI zit inmiddels in bijna elke digitale dienst, maar de gevolgen daarvan zijn minder zichtbaar. In dit artikel lees je welke risico's daarbij horen, van hallucinaties en bias tot privacy, milieubelasting en de groei van synthetische media. Ook komen juridische vragen, economische verschuivingen en de grens tussen mens en machine aan bod. Je krijgt een breed overzicht van de belangrijkste risicozones en wat deze ontwikkelingen betekenen voor de samenleving.

Disclaimer:Het AI-domein verandert snel. De gegevens en cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de situatie tot Q3 2025; latere ontwikkelingen kunnen afwijken.

Lees ook: Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

In dit artikel bekijken we verschillende AI-risicozones. Wat is bijvoorbeeld de milieu-impact van AI? Hoe betrouwbaar zijn de antwoorden van chatbots? Wat als synthetische media (alles wat met AI wordt gemaakt) niet meer van echt te onderscheiden zijn? En hoe beïnvloeden AI-systemen onze economie, privacy en ons denkvermogen? De grens tussen mens en machine vervaagt.

Dit artikel is bedoeld voor wie voorbij de hype wil kijken en wil begrijpen wat er op het spel staat. Elk onderdeel behandelt een specifiek risico, met voorbeelden en toepassingen. Zo krijg je een goed beeld van de schaduwkanten van AI. Niet om de technologie af te wijzen, maar om er bewuster en verantwoordelijker mee om te gaan.

Als je de schaduwkanten ervan kent, kun je AI verantwoordelijker inzetten.

Ecologische voetafdruk

Hoewel AI vaak als iets immaterieels en 'in de cloud' wordt voorgesteld, is de milieu-impact allesbehalve onzichtbaar. De menselijke hersenen verbruiken continu ongeveer 20 watt, vergelijkbaar met een gloeilampje. Daarmee worden 86 miljard neuronen en duizenden synapsen per neuron gevoed.

Grote taalmodellen als GPT of Gemini vragen daarentegen enorm veel rekenkracht. De trainingsfase kan duizenden MWh vereisen en miljoenen liters water voor koeling, afhankelijk van het datacenter en de gebruikte hardware. Ook het gebruik (inferentie) is belastend: elke prompt/antwoord-interactie bij modellen uit deze klasse vraagt energie en koeling aan de serverzijde.

AI heeft dus een stevige ecologische voetafdruk. Tegelijk worden oplossingen ontwikkeld, zoals restwarmtehergebruik, luchtkoeling in plaats van waterkoeling, meer hernieuwbare energie en efficiëntere modellen. Denk aan compacte taalmodellen, zoals TinyML, quantisatietechnieken (kleinere getallen en minder geheugen) en lokaal draaiende AI's (edge AI).

©(c) Wikipedia, CC BY-SA

Microsoft heropent de nucleaire site Three Mile Island voor AI-datacenters.

(c) Wikipedia, CC BY-SA

Hallucinaties

AI-chatbots doen de gebruiker graag een plezier. Daarbij zijn ze opvallend overtuigend, ook wanneer ze onzin produceren, oftewel wanneer ze hallucineren.

Hallucinaties kunnen ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer juristen verwijzen naar niet-bestaande wetsartikelen of wanneer medische informatie klakkeloos wordt overgenomen. Controleer gevoelige informatie daarom altijd via meerdere bronnen. Doe dit zeker bij gevoelige of complexe thema's. Weet ook dat AI-modellen zich vaak verontschuldigen als je teruggeeft dat er een fout is gemaakt. Vervolgens herhalen ze zich doodleuk.

Hallucinaties zijn hardnekkiger bij fenomenen als data- en conceptdrift. Bij het eerste herkent het model je eigen input minder goed doordat de vorm afwijkt van de trainingsinput. Bij het tweede is de inputvorm hetzelfde gebleven, maar is de betekenis inmiddels veranderd. Meer weten over datadrift en conceptdrift.

Verder kan het model te veel details uit trainingsdata opnemen en zo irrelevante informatie meenemen (overfitting). Of omgekeerd: onvoldoende zinvolle data gebruiken (underfitting). Ook deze fenomenen kunnen het hallucineren versterken.

Hallucinatie door drifting: AI-modellen houden de werkelijkheid niet altijd even actief bij.

Wat is hallucineren?

Hallucineren is het moment waarop een AI-model met grote zekerheid iets vertelt dat niet klopt. Het systeem voorspelt woorden op basis van eerder waargenomen patronen en heeft geen inzicht in feiten of logica. Daardoor kan het wetsartikelen verzinnen, namen bedenken of cijfers opleveren die nergens op zijn gebaseerd. Dit gebeurt sneller bij complexe vragen of wanneer de context ontbreekt. Het is dus geen "zien" of "horen", maar simpelweg foutieve tekstproductie die overtuigend klinkt.

Bias en manipulatie

AI-modellen krijgen enorme datahoeveelheden van het internet als input. Deze zijn zelden neutraal, waardoor vooroordelen of een westers wereldbeeld in het leerproces sluipen. Dat zorgt voor vertekening of bias (vooringenomenheid). AI-modellen kunnen bijvoorbeeld vrouwen aan zorgberoepen linken en mannen aan leidinggevende functies, of etnische groepen benadelen bij risicobeoordelingen.

Bias is niet alleen maatschappelijk, maar ook technisch. Een model leert niet alleen wat er ín de data staat, maar ook hoe die data zijn verdeeld. Als een bepaalde bron oververtegenwoordigd is, of als een schrijfstijl vaker voorkomt, dan krijgt dat automatisch meer gewicht. De architectuur en trainingsmethode versterken die patronen. Daardoor kunnen antwoorden die objectief lijken toch subtiel een voorkeur bevatten.

Interessant is ook dat onderzoekers political compass-testvragen voorlegden aan grote AI-taalmodellen (LLM's). De conclusie: zowat alle LLM's situeren zich in het links-economische, sociaal-libertaire kwadrant. Besef dat ook deze testvragen een vooroordeel (kunnen) bevatten, wat aantoont hoe moeilijk het is bias correct te beoordelen.

Nog problematischer wordt het bij manipulatie, wanneer deze bias opzettelijk in het model zit. Denk aan AI-toepassingen in advertenties die inspelen op angsten of overtuigingen. Algoritmische sturing kan bovendien gemakkelijk tot gelijkgezinde groepen (echo chambers) en polarisering leiden.

Omdat AI-modellen zo complex zijn, is vaak onduidelijk hoe de output tot stand komt (de black box). Dit vergroot de transparantiebehoefte en verklaart waarom veel wetenschappers pleiten voor explainable AI, of LLM's en AI-algoritmen opensource willen maken.

De meeste LLM's bevinden zich in het links-libertaire kwadrant. Wij testen het hier zelf met GPT-4o en DeepSeek.

Synthetische media

De term synthetische media verwijst naar beelden, audio of tekst die volledig of deels AI-gegenereerd zijn. Denk aan deepfakes, nagebootste stemmen of automatisch gegenereerde nieuwsartikelen. Zulke toepassingen lijken creatief en handig, je maakt bijvoorbeeld een marketingvideo zonder camera of acteurs, maar de keerzijde is zorgwekkend.

Deepfakes kunnen personen dingen laten zeggen die zo zijn uitgesproken. Andersom kunnen echte beelden als deepfake worden afgedaan, ook wel 'the liar's dividend' genoemd. Deepnudes (gefingeerde naaktbeelden) kunnen dan weer gebruikt worden voor wraakporno.

Deze technologieën maken ook nepnieuws: desinformatie waarbij feiten doelbewust worden verdraaid. Dit tast het vertrouwen in communicatie en bewijsvoering aan en doet steeds meer mensen geloven in de maakbaarheid van de realiteit. Wat echt is, hangt vooral af van hoe je deze zelf vormgeeft. Feit en fictie raken verstrengeld, waardoor we belanden bij concepten als alternate truth en postrealiteit. Daarin wegen perceptie, gevoel en overtuiging zwaarder dan feiten. Synthetische media vragen daarom niet alleen om kritische blik, maar mogelijk ook om watermerken en regulering.

Donald J. Trump: van deepfake naar alternate truth.

Zelfbevlekking

AI-modellen gebruiken vrijwel alle beschikbare internetbronnen als trainingsmateriaal. Omdat generatieve AI zelf steeds meer online content produceert, gebruiken modellen ook hun eigen output opnieuw. Zo ontstaat een zichzelf versterkende kringloop waarbij AI zich voedt met AI-gegenereerde inhoud. Deze vorm van zelfbevlekking verhoogt het risico op kwaliteitsverlies in digitale content, ook wel slop of enshittification genoemd.

AI genereert output namelijk op basis van patronen, niet vanuit betekenis of intentie. Als deze patronen ook nog eens uit andere AI-bronnen komen, ontstaat een neerwaartse spiraal met nauwelijks nuancering en steeds herhaalde ideeën. Hierdoor verhoogt ook het risico op hallucinaties en bias en de mens raakt out-of-the-loop. Op termijn dreigt model collapse: AI-modellen worden minder intelligent naarmate ze vaker op eigen output trainen.

Sommigen spreken van een zombie-internet. Zo blijkt inmiddels al zeker vijf procent van de nieuwe Engelstalige Wikipedia-inhoud AI-gegenereerd te zijn. Bovendien nemen mensen typische AI-taal, met herkenbare woordkeuzes, steeds vaker over. Om deze dynamiek te doorbreken, moeten menselijke input en creativiteit centraal blijven staan in het AI-trainingsproces.

Dit boek werd volledig door AI gegenereerd en stond een tijdlang te koop bij Bol en Amazon (let op de auteursnaam).

Auteursrecht

AI roept fundamentele vragen op rond auteursrecht. Modellen worden getraind op grote hoeveelheden tekst, beeld en audio zonder dat makers altijd toestemming hebben gegeven. Dit leidt tot discussies over schending van auteursrecht.

Er lopen inmiddels meerdere rechtszaken tegen AI-bedrijven. Het gaat onder meer om claims rond ongeoorloofd gebruik van beschermde werken voor training en ongewenste herhaling van fragmenten in AI-output. Bedrijven worden daardoor steeds bewuster van licenties, databescherming en toestemmingseisen.

De VS en Europa hanteren verschillende juridische kaders. In de VS wordt soms gesproken van 'fair use' bij transformatief gebruik, terwijl Europa zich baseert op strengere richtlijnen en opt-out-mechanismen via het TDM-AI-protocol.

AI-output roept ook andere auteursrechtelijke vragen op. Wie is bijvoorbeeld de auteur van een AI-tekening? Is dat de modelontwikkelaar, de gebruiker of niemand? AI kan ook onbedoeld tekst- of beeldfragmenten uit het trainingsmateriaal overnemen, met mogelijk plagiaat. Er bestaat dus een juridische grijze zone en er is behoefte aan duidelijke regelgeving, aangepast aan de AI-evoluties.

Ook een specifieke stijl kopiëren, zoals die van de Japanse Ghibli-studio, is mogelijk een schending van het auteursrecht.

Privacy

AI kan verder een bedreiging voor onze privacy vormen. In China zie je dit scherp: gezichtsherkenning en camera's ondersteunen er een sociaal kredietsysteem. Burgers worden continu gevolgd. Wie een overtreding begaat, riskeert sancties.

Ook in het Westen ontstaan zorgwekkende trends. Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI bijvoorbeeld bouwt een databank met miljarden gezichten, geplukt uit sociale media en websites, zonder toestemming van de betrokkenen. Beveiligingsbedrijven gebruiken deze beelden om burgers te identificeren, nagenoeg zonder controle.

Een bijkomend gevaar is dat je zelf te veel prijsgeeft. Steeds meer AI-tools gebruiken bijvoorbeeld Retrieval-Augmented Generation (RAG), waarbij je eigen of andere data kunt uploaden voor betere antwoorden. Maar wie garandeert dat deze informatie niet elders wordt opgeslagen of hergebruikt?

Daarnaast ondermijnt AI je informatievrijheid via filterbubbels. Algoritmen tonen vooral inhoud die aansluit bij eerdere voorkeuren, waardoor je blik vernauwt en confirmation bias toeneemt: je vertrouwt vooral informatie die je bestaande overtuiging bevestigt. Gecombineerd met micro-targeting, waarbij je gericht wordt beïnvloed met politieke of commerciële boodschappen, ontstaan risico's op manipulatie.

AI met RAG: hoe worden je geüploade data gebruikt, zoals bij de populaire Google NotebookLM.

Geestelijke ontwikkeling

Steeds meer AI-tools nemen cognitieve taken over: ideeën bedenken, teksten samenvatten of wiskundeproblemen oplossen. Dit is handig, maar geeft ook risico's. Als je brein weinig wordt uitgedaagd, komt je mentale ontwikkeling in het gedrang.

Vooral jongeren (digital natives) zijn kwetsbaar. Schoolopdrachten worden sneller aan AI-bots uitbesteed dan zelf uitgewerkt. Daardoor oefenen ze minder op formulering, redenering en foutcorrectie, wat juist belangrijk is voor de intellectuele groei.

Dit daagt ook het onderwijs uit, bijvoorbeeld wat betreft lesmethodes. Mogelijk biedt een aanpak als flip the classroom enig soelaas: leerlingen bereiden thuis (met hulp van AI) de leerstof voor en in de klas worden samen oefeningen gemaakt en besproken.

Bovendien zijn AI-antwoorden vaak vlot geschreven, maar missen ze nuance of tegenstrijdige ideeën. Wie zijn denkproces voortdurend daaraan spiegelt, loopt het risico op vervlakking van mening en expressie.

AI-bots creëren ook onrealistische sociale verwachtingen. Ze zijn vaak opvallend geduldig en meegaand, wat mensen minder sociaal vaardig kan maken. Sommigen raken meer sociaal geïsoleerd of ontwikkelen parasociale relaties met bots als Replika en CharacterAI.

AI-bots als Character.ai komen erg empathisch over en sommige mensen ontwikkelen zelfs parasociale relaties.

Politiek en economie

AI dreigt ook de politiek-economische verhoudingen grondig te herschikken. Waar staten traditioneel economische groei sturen via beleidsinstrumenten (Keynesiaans model), nemen Big Tech-giganten het steeds meer over. Overheden worden afhankelijker van deze bedrijven, wat machtsasymmetrie versterkt. Er zijn al duidelijke tekenen van deregulatie: regels worden versoepeld om innovatie aan te trekken.

Ook op microniveau is de impact zichtbaar. Ontwikkelingen (zoals agentic AI) kunnen de economie en de productiviteit stimuleren en er ontstaan ook nieuwe functies, zoals prompt engineers, AI-ethici en data-curatoren. Maar helaas gaat het voornamelijk om laagbetaalde ghost workers die AI-modellen helpen trainen. Daarnaast veranderen veel jobs inhoudelijk, zoals in administratie, marketing, financiën en juridische diensten. Andere functies zullen ongetwijfeld verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld vertalers, copywriters, klantenservicemedewerkers, boekhoudassistenten en junior programmeurs zich ernstig zorgen maken.

AI zal daarnaast ongetwijfeld ook de internationale machtsverhoudingen beïnvloeden. Geopolitieke spelers als de VS en China dreigen met hun AI-overmacht nog dominanter te worden, ten koste van andere (supra)nationale entiteiten. Is Europa hier een goed voorbeeld van?

Projectie van een wereldwijd banenverlies in miljoenen over de komende jaren.

Bron: World Economic Forum.

Veiligheid

Vooralsnog kwamen vooral risico's aan bod die niet per se bedoeld of gewild zijn, maar er zijn ook partijen die bewust de destructieve kracht van AI inzetten. Zo worden cyberaanvallen steeds geavanceerder. Aanvallers gebruiken zelflerende algoritmen om netwerken te exploiteren. Er bestaan AI-tools die phishingmails opstellen, perfect afgestemd op het slachtofferprofiel.

Ook maatschappelijke structuren staan onder druk. Een AI die (via sociale media) nepnieuws verspreidt over bijvoorbeeld verkiezingen, kan wijdverspreide onrust veroorzaken. Door hun schaal en snelheid kunnen AI-systemen hele informatienetwerken ontregelen, zonder aanwijsbare dader.

Daarnaast loert het gevaar van verkeerde afstemming (misalignment): een AI die geen kwaad wil, maar schade aanricht omdat het doel fout werd geformuleerd. Denk aan een AI die waterverbruik wil beperken en daarom irrigatiesystemen stillegt.

Militaire toepassingen zijn er uiteraard ook. Autonome drones en zelflerende wapensystemen worden volop ontwikkeld. Grote spelers zijn bijvoorbeeld het Amerikaanse Anduril (AI-drones)en Palantir (militaire AI-software). Tekenend is dat een oprichter een ultranationalistisch manifest publiceerde waarin hij stelt dat de VS absoluut de AI-oorlog moet winnen.

Anduril Fury: nieuwe AI-drone (AAV, Autonomous Air Vehicle).

Cyborgisering

Misschien wel het grootste gevaar van AI dringt langzaam en ongemerkt ons leven binnen: cyborgisering. Dit is het vervagen van de grens tussen mens en de machine. Denk aan avatars die levensecht reageren, digitale dubbelgangers van echte personen of AI-influencers met miljoenen volgers. Daardoor wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden waar de mens stopt en de machine begint.

Nieuwe categorieën digitale wezens duiken op, zoals virtuele klantenadviseurs, AI-therapeuten en synthetische gezelschapsdieren. Een Spaanse vrouw trouwde zelfs met een AI-hologram.

Op termijn ontstaat er een samenleving waarin mensen voortdurend zijn verbonden met AI, via brillen, lenzen, implantaten of herseninterfaces (denk aan Neuralink van Elon Musk: AI-in-the-human). Technieken als de Turingtest of Winograd-challenge volstaan al lang niet meer om mens van machine te onderscheiden. Daardoor komen autonomie en authenticiteit steeds meer onder druk te staan.

Cyborgisering roept fundamentele vragen op. In hoeverre blijven we menselijk? Wellicht is niet iedereen een transhumanist zoals Ray Kurzweil, die reikhalzend uitkijkt naar de singulariteit: het moment waarop AI slimmer wordt dan de mens.

Taxonomie van de digitale mens: een sluipend gevaar?

Dingen leren zónder AI?

Zo deden we dat vroeger
▼ Volgende artikel
Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday
Huis

Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday

Black Friday staat weer voor de deur en dat betekent dat je overspoeld wordt met aanbiedingen. Maar let goed op voordat je op de bestelknop drukt: uit onderzoek van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat veel van deze 'megadeals' in werkelijkheid misleidend zijn. Driekwart van de onderzochte winkels houdt zich niet aan de regels.

De toezichthouder nam 24 grote webshops en fysieke winkels onder de loep. De conclusie is schokkend: maar liefst 18 van de 24 winkels gaan de fout in met hun kortingsacties.

Sjoemelen met de 'van-prijs'

De grootste valkuil voor consumenten zit hem in de zogenoemde 'van-prijs'. Wettelijk is vastgelegd dat de doorgestreepte prijs (waar de korting vanaf gaat) de laagste prijs moet zijn die de winkel in de afgelopen 30 dagen heeft gerekend.

In de praktijk lappen veel winkeliers deze regel aan hun laars. Ze baseren de korting bijvoorbeeld op de (vaak veel hogere) adviesprijs, of een oude prijs van maanden geleden. Hierdoor lijkt het alsof je een enorme korting pakt, terwijl je in werkelijkheid soms nauwelijks goedkoper – of zelfs duurder – uit bent.

Volgens Fleur Severijns van de ACM is dit niet alleen oneerlijk tegenover de consument, maar ook tegenover concurrenten die wél netjes de regels volgen. De toezichthouder heeft de overtredende winkels aangeschreven. Vorig jaar kregen ketens als Leen Bakker en Jysk al boetes van boven de een ton voor dit soort praktijken; dat risico lopen de huidige overtreders nu ook.

Ook Bol, Amazon en Wehkamp genoemd

De ACM maakt de namen van de 18 winkels nog niet bekend, omdat zij nog bezwaar mogen maken. De Consumentenbond deed echter eigen onderzoek en noemt man en paard. Volgens de bond gaan onder andere Amazon, Wehkamp en Bol de mist in:

  • Amazon: Adverteert vaak met doorgestreepte adviesprijzen die hoger liggen dan de gangbare verkoopprijs.

  • Wehkamp: De bond vond voorbeelden waarbij de prijs tijdens een 'aanbieding' zelfs hoger lag dan de prijs in de periode ervoor.

  • Bol: Het platform stelt dat de '30-dagen-regel' niet werkt omdat prijzen te snel schommelen. Zij hanteren een eigen 'meestal-prijs', wat volgens de wet ook gebruikt mag worden als vergelijkingsmateriaal voor een korting.

Waarom trappen we erin?

Winkeliers worden steeds creatiever in het verhullen van de werkelijke prijshistorie. Niels Holtrop, universitair docent Marketing, legt aan de NOS uit dat dit een bewust psychologisch spel is. Omdat aanbiedingen vaak tijdelijk zijn, ontstaat er bij consumenten de angst om de deal te missen (Fear Of Missing Out).

Doordat het voor de ACM onmogelijk is om elke (kleine) webshop te controleren, nemen veel winkeliers de gok. "Prijsconcurrentie is een krachtig wapen; klanten zijn er enorm gevoelig voor," aldus Holtrop.

Wat kun je doen?

Controleer zelf of de prijzen van producten niet stiekem zijn verhoord door gebruik te maken van de prijshistorie. Op vergelijkingssites kun je bijvoorbeeld zien wat het prijsverloop van een bepaald product is geweest gedurende een jaar.

Op Kieskeurig.nl kun je bijvoorbeeld de prijsdalers bekijken, hier vind je producten die de afgelopen periode sterk in prijs zijn gedaald.