ID.nl logo
Tips en tools voor het gebruik van je monitor
© Stocks Marketing
Huis

Tips en tools voor het gebruik van je monitor

Voor veel gebruikers is een monitor een apparaat dat je aansluit en inschakelt, en klaar. Maar weet je zeker dat alles goed staat ingesteld? Er zijn verschillende aspecten waar je op kunt letten om zo prettig mogelijk de dag door te komen.

In dit artikel bekijken we verschillende aspecten die de beeldschermweergave bepalen:

  • Ergonomie
  • Driverupdates
  • Energiebesparing
  • Kalibratie
  • Kleurtemperatuur
  • Meerdere schermen

Voor een quickfix: Beeldscherm kijkt niet lekker? In 3 stappen verbeter je het!

Tip 01: Kijkcomfort

De positie van het scherm bepaalt op meerdere manieren het kijkcomfort. Vermijd bijvoorbeeld directe lichtbronnen op je scherm om reflectie te voorkomen. Positioneer de monitor daarom bij voorkeur in een hoek van 90° ten opzichte van lichtbronnen zoals ramen. Hoewel glanzende schermen een iets betere kijkervaring bieden bij films en games, zorgt een mat scherm – eventueel met een antireflectiefilter – voor minder reflectie.

Let ook op het omgevingslicht. Daglicht is het meest comfortabel. Maar heb je kunstlicht nodig, kies dan voor een verstelbare tafellamp, zodat je vervelende schaduwen en reflectie kunt voorkomen. Ga voor verlichting met een kleurtemperatuur van 4000K tot 6500K, omdat dit het beste het natuurlijk daglicht benadert. Uplighters, die licht naar een muur of plafond schijnen, zijn ook een goede optie.

Denk voor kijkcomfort ook aan het beeldscherm zelf. Plaats het op ooghoogte om overmatige nekbelasting te vermijden. Kantel daarnaast het scherm ongeveer 15° naar achteren voor de beste kijkhoek en plaats het op een armlengte afstand. Gebruik daarvoor eventueel een verstelbare monitorstandaard of -arm.

©Denis Rozhnovsky - stock.adobe.com

Er zijn ook instelbare monitorarmen die twee beeldschermen tegelijk kunnen dragen.

Tip 02: OSD-instelling

Niet alleen het omgevingslicht, maar ook het licht dat je monitor uitstraalt, is van groot belang. Stel de helderheid van je scherm zo in dat deze het omgevingslicht benadert om oogvermoeidheid te vermijden. Meestal is 150-250 cd/m2 hiervoor geschikt (cd staat voor candela, wat ruwweg overeenkomt met de lichtsterkte van een gewone kaars). Bij de meeste monitors kun je de helderheid regelen via een OSD-menu (On Screen Display), bereikbaar met fysieke knopjes. Hiermee kun je ook het contrast instellen, optimaal is 70-80%. Te hoog is vermoeiend, te laag vermindert de beeldkwaliteit. De kleurtemperatuur stel je bij voorkeur in op (maximaal) 6500K overdag. ’s Avonds is warmer licht, rond 3000K, beter.

Een typisch OSD-menu voor regeling van helderheid, contrast, kleur en meer (hier een AOC-monitor).

Tip 03: Helderheid

Sommige beeldschermen hebben sensoren die de helderheid automatisch aanpassen aan de omgevingsverlichting, wat zorgt voor een goede leesbaarheid. Maar er zijn ook tools die dit voor je in kunnen stellen. Zo zit er vanaf Windows 10 standaard een Nachtlamp-functie ingebouwd die op instelbare tijdstippen het blauwe licht van je beeldscherm vermindert tot een zelf te bepalen niveau. Wil je hiervan gebruikmaken, ga dan naar Instellingen / Systeem, kies Beeldscherm /Nachtlamp, schakel deze in en stel de sterkte en timing in.

Meer opties vind je in de gratis tool f.lux. Hiermee kun je via een schuifknop de kleurtemperatuur instellen (tussen 1900K en 6500K), of dit automatisch laten doen op basis van de stand van de zon en je geografische locatie. Bekijk ook de extra instellingen bij Options and Smart Lighting. Hier kun je slimme lampen als Philips Hue aansturen via het tabblad Connected Lighting.

Daarnaast is er een gratis portable tool, genaamd Monitorian. Hiermee kun je de helderheid van al je aangesloten schermen via schuifknoppen in één keer instellen.

Met f.lux pas je de kleurtemperatuur van je scherm automatisch aan het tijdstip van de dag aan.

Tip 04: Resolutie en schaal

Voor een optimaal beeld speelt de schermresolutie een grote rol. Die hangt af van de schermgrootte, afstand tot het scherm en het beoogde gebruik (zoals kantoortaken of gaming). Een algemene richtlijn is 1920x1080 (Full HD) voor 24inch-schermen, 2560x1440 (Quad HD) vanaf 27 inch en 3840x2160 (4K of UHD) vanaf 32 inch. Windows geeft de aanbevolen resolutie zelf aan. Ga naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm en kies bij Beeldschermresolutie de aanbevolen waarde.

In deze rubriek vind je ook opties als Beeldschermstand (kies bijvoorbeeld Staand als je je monitor verticaal opstelt) en Schaal. Standaard wordt een pixelratio van 1:1 oftewel een schalingspercentage van 100% gebruikt, wat meestal goed is. Bij hogeresolutie-schermen kunnen elementen als tekst en pictogrammen echter te klein worden. Verhoog in dat geval de schaal: klik op het pijlknopje bij Schaal en vul een andere waarde in, bijvoorbeeld 175.

Windows geeft doorgaans zelf de aanbevolen resolutie en schaal aan.

Tip 05: Dpi en schaal

Blijkt een verhoogde schaal niet goed te werken voor een specifieke applicatie, dan kun je dit aanpassen. Klik met rechts op de bijbehorende snelkoppeling, kies Eigenschappen en open het tabblad Compatibiliteit. Klik op Hoge DPI-instellingen wijzigen. DPI staat voor dots per inch en bereken je met de volgende formule: de wortel van het kwadraat van de som van de horizontale en de verticale resolutie, gedeeld door de schermdiagonaal in inches. Een Full HD-scherm van 24 inch komt dan uit op circa 92 dpi.

De schaal die Windows instelt, wordt normaliter hoger naarmate de dpi-grootte toeneemt, bijvoorbeeld 100% bij circa 96 dpi, 150% bij 144 dpi en 200% bij 192 dpi. Werkt dat dus niet goed, plaats dan een vinkje bij Gedrag van hoge DPI-schaalbaarheid negeren.Probeer het eerst met Applicatie (wellicht beheert deze de dpi-schaalaanpassing zelf beter) en daarna met Systeem of Systeem (uitgebreid). Je kunt ook een vinkje plaatsen bij Deze instelling in plaats van […] en kiezen tussen de dpi-instellingen die actief waren tijdens je Windows-aanmelding of de actuele (en inmiddels misschien aangepaste) dpi-instellingen die gelden bij het opstarten van de toepassing.

Worstelt een applicatie met de dpi- en schaal-instellingen? Dit kan helpen!

Tip 06: Refresh rate

Ook de verversingsfrequentie van je beeldscherm bepaalt het kijkcomfort. De refresh rate is het aantal keren per seconde dat je beeld op je scherm wordt vernieuwd, dit wordt uitgedrukt in Hertz (Hz). Een hogere verversingsfrequentie zorgt voor vloeiendere beelden, wat vooral merkbaar is bij snel bewegende beelden zoals video’s of games. Je vindt deze instellingen bij Instellingen / Systeem / Beeldscherm, waar je Geavanceerdbeeldscherm kiest. Per monitor kun je nu de hoogst beschikbare vernieuwingsfrequentie instellen.

Nog meer opties vind je door op de link Eigenschappen van beeldschermadapter voor beeldscherm [x] en vervolgens op Alle modi weergeven te klikken. Afhankelijk van je beeldscherm en gpu kun je hier uit verschillende verversingsfrequenties kiezen, in combinatie met de resolutie en bitdiepte (het aantal bits per pixel, gebruikt voor alpha- (transparantie) en rgb-kleurkanalen).

Per aangesloten monitor kun je de verversingsfrequentie aanpassen.

Tip 07: Graphics en gaming

Bij grafisch intensieve programma’s en tijdens het gamen wil je natuurlijk gebruikmaken van de hoogst beschikbare vernieuwingsfrequentie, maar er zijn nog andere aspecten om rekening mee te houden. De belangrijkste opties vind je via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / Graphics. Deze instellingen kun je per app aanpassen. Open een app, kies eventueel Opties en geef je gpu-voorkeur aan: Energiebesparing of Hoge prestaties. Heb je naast de geïntegreerde gpu ook een losse videokaart, dan kies je doorgaans deze laatste voor betere prestaties.

Lees hierover ook dit artikel: Energie-instellingen: zuinig of juist gericht op prestaties?

Je kunt hier ook Geen optimalisaties gebruiken voor games met vensters inschakelen, wat de prestaties van (compatibele) games in de venstermodus verbetert door verlaagde frame-latentie. Als Auto HDR is ingeschakeld (via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / HDR) kun je deze optie niet inschakelen. Auto HDR verbetert de visuele kwaliteit van sommige oudere games door ze te upgraden naar HDR, voor levendigere kleuren, dieper zwart en meer contrast. Dit vereist wel een HDR-compatibele monitor.

Je kunt per app de energiemodus van je gpu instellen.

Tip 08: Energiebesparing

Monitors verbruiken best veel stroom, afhankelijk van het type en de grootte. Het kan variëren van 20 tot 100 watt bij grote beeldschermen en van 10 tot 20 watt bij laptops. Bij sommige monitors kun je vanuit het OSD-menu een energiebesparingsmodus instellen, maar ook in Windows kun je aangeven hoelang de monitor ingeschakeld moet blijven als je pc niet in gebruik is. Open Instellingen / Systeem / Aan/uit en kies Scherm en slaapstand, waar je kunt instellen na hoeveel tijd je scherm moet worden uitgeschakeld (en je pc in slaapstand gaat). Een alternatief is de schermbeveiliging op een leeg, zwart scherm in te stellen, via Instellingen / Persoonlijke instellingen. Kies Vergrendelingsscherm /Schermbeveiliging en selecteer Leeg, en de tijd, bijvoorbeeld na 10 minuten.

Laat je scherm uitschakelen na een ingestelde periode van inactiviteit.

Tip 09: Driverupdates

Net als andere hardware-onderdelen worden je monitor en grafische adapter aangestuurd door drivers. Voor een goede werking houd je die up-to-date. Zo zorgt een monitordriver ervoor dat Windows de juiste resolutie, verversingsfrequentie en kleurprofielen herkent.

Om de status te controleren, klik je met rechts op de Windows-startknop en kies je Apparaatbeheer, waar je het onderdeel Monitors opent. Staat hier Generic monitor, dan heb je wellicht niet de beste driver. Check de website van de fabrikant voor een aangepast stuurprogramma (meestal een inf-bestand). Installeer dit door met rechts op de huidige driver te klikken en via Stuurprogramma bijwerken / Op mijn computernaar stuurprogramma’s zoeken naar de gedownloade driver te verwijzen.

Ook je gpu wordt door een driver aangestuurd en een update kan zomaar zorgen voor meer energiebesparing of voor ondersteuning van bijvoorbeeld DirectX 12 Ultimate, met onder andere DXR (DirectX Raytracing) en VRS (Variable Rate Shading) voor betere prestaties of grafische kwaliteit. Je kunt de update van deze drivers in principe overlaten aan de ingebouwde updatefunctie van Windows (via Instellingen / Windows update / Naar updates zoeken), maar voor losse grafische kaarten, zoals van AMD, Intel of Nvidia, is het raadzaam de software van de fabrikant te gebruiken.

Links een generieke driver, rechts een update naar een specifiekere driver.

Configuratietool

Zoals al blijkt uit de configuratietools die gpu-fabrikanten aanbieden, zoals AMD Radeon Software, Intel Graphics Command Center en Nvidia Control Panel, werken de gpu en het beeldscherm nauw samen. Via deze tools kun je namelijk zowel de gpu-instellingen als je monitor(s) beheren.

Neem bijvoorbeeld het Nvidia Control Panel. Heb je meerdere monitors aangesloten, dan moet je bij ieder onderdeel eerst het gewenste beeldscherm selecteren. Vervolgens kun je de resolutie, verversingsfrequentie en allerlei kleurinstellingen, waaronder de kleurdiepte, instellen. Of je past de helderheid, het contrast of het gamma aan via schuifknoppen, voor alle kleurkanalen tegelijk of per kanaal. Je kunt ook de kleurinstellingen specifiek voor videoweergave aanpassen. Verder zijn er opties om aan te geven hoe je meerdere aangesloten beeldschermen precies wilt gebruiken.

Het Control Panel van Nvidia: tal van instellingen voor een optimale beeldweergave.

Tip 10: Kalibratie

Na negen tips weet je de weg naar allerlei instellingen waarmee je de beeldweergave kunt optimaliseren, maar het blijft de vraag in hoeverre de kleuren natuurgetrouw zijn en er hetzelfde uitzien op andere schermen en printjes. Om dit te controleren, voer je een kalibratie uit. Hiermee stel je de kleuren, de helderheid, het contrast en het gamma van je scherm op algemene waarden in. We beperken ons in dit artikel tot een kalibratie van je scherm, maar vergeet zeker ook je printer niet.

Lees voor een uitgebreide handleiding het artikel: Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing

Idealiter gebruik je een colorimeter, maar voor nu houden we het bij een eenvoudige ‘oogbal-kalibratie’ met behulp van referentie-afbeeldingen (Print art, PhotoDisc, Lagom LCD-test) die je online kunt vinden. Positioneer zo’n afbeelding in groot formaat op je scherm en druk deze ook af. Gebruik daarna het OSD-menu of een configuratietool (zie het kader ‘Kleurprofiel’ hieronder) voor de beste weergave. Of beter nog, gebruik de kalibratietool van Windows: tik kalibreren in de Windows-zoekbalk en start Beeldschermkleur kalibreren. Heb je meerdere monitors, verplaats het venster dan eerst naar het gewenste beeldscherm. Volg nauwkeurig de instructies en laat het vinkje staan bij ClearType Tuner starten […] om een wizard op te starten voor een scherpe tekstweergave.

©Slawomir Gawryluk

Professionele gebruikers kalibreren hun monitor regelmatig met een colorimeter.

Kleurprofiel

De kalibratiewizard van Windows creëert na afloop automatisch een zogenaamd icc-kleurprofiel, wat standaard opgeslagen wordt in de map %SystemRoot%\System32\spool\drivers\color. Zo’n profiel bevat gegevens die de kleurkenmerken van je beeldscherm beschrijven, zodat kleuren consistent worden weergegeven. Je ziet dit wanneer je naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm gaat: bij Kleurprofiel staat na de kalibratie iets als sRGB display profile with display hardware configuration data derived from calibration. Of je treft hier het kleurprofiel aan dat tijdens de driverinstallatie vanuit de fabrikant is meegekomen. Zo’n schermprofiel van de fabrikant is op zich prima, maar weet dat de kleurweergave ook wordt beïnvloed door de leeftijd van het scherm en het omgevingslicht. Daarom is het verstandig af en toe een nieuwe kalibratie uit te voeren (bij ‘normaal’ omgevingslicht).

Wil je zelf een ander kleurprofiel aan je monitor koppelen, tik dan kleurbeheer in de Windows-zoekbalk en start de gelijknamige applicatie. Op het tabblad Apparaten selecteer je de gewenste monitor en via Toevoegen verwijs je naar het profielbestand. Selecteer dit en klik eventueel op Als standaardprofiel instellen.

Een kleurprofiel bevat de kleurinstellingen voor een scherm.

Tip 11: Multimonitor-opzet

Steeds meer gebruikers werken met meerdere monitors, en eenmaal gewend wil je niet meer terug. Windows biedt gelukkig een ingebouwde ondersteuning voor zo’n multimonitor-opzet.

Zodra je een extra monitor aansluit, hoort Windows deze automatisch te herkennen. Met Windows-toets+P kun je snel aangeven of je het beeld wilt uitbreiden of dupliceren naar de extra monitor. Meestal kies je voor de eerste optie, zodat je vensters naar de tweede monitor kunt verslepen en deze onafhankelijk van de hoofdmonitor kunt gebruiken. Elk scherm heeft bovendien zijn eigen resolutie en instellingen.

Om alles goed in te stellen, ga je naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm. Klik op Identificeren om de beeldschermen te onderscheiden en versleep de virtuele schermen zodat ze overeenkomen met de fysieke positionering. Hier vind je ook handige weergaveopties, zoals Dit beeldscherm instellen alshoofdbeeldscherm. Bevestig eventuele wijzigingen met Toepassen.

Hoeveel monitors heb jij op je bureau staan?

Tip 12: Multimonitor (ext)

Zoals gezegd kan Windows prima overweg met meerdere monitors, maar er zijn ook tools die nog meer opties bieden, zoals DisplayFusion en het gratis, opensource Dual Monitor Tools.

We nemen DisplayFusion als voorbeeld. Gebruik je dit programma voor de eerste keer, dan krijg je een korte voorstelling van de interessantste functies. Via Configureer DisplayFusion stel je alle opties naar wens in, verdeeld over twintig rubrieken zoals Functies, Triggers, Taakbalk, Schermbeveiliging, Monitor Vervaging en Afstandsbediening. Blauw gekleurde items zijn niet beschikbaar in de gratis versie (behalve tijdens de proefperiode van 30 dagen). Een upgrade naar de Pro-versie kost circa 34 dollar (ruim 30 euro), maar biedt veel extra functies. Je kunt bijvoorbeeld vensters automatisch of bij bepaalde triggers naar specifieke monitors verplaatsen, vensters op alle monitors indelen in vooraf bepaalde gebieden, inactieve monitors laten dimmen, bureaubladachtergronden uitgebreid configureren en tussen verschillende monitorprofielen schakelen.

DisplayFusion: een leuke speeltuin voor wie met meerdere monitors werkt.

▼ Volgende artikel
Helder verhaal: 5 slimme trucs voor sprankelend schone ramen
© Alexander Raths
Huis

Helder verhaal: 5 slimme trucs voor sprankelend schone ramen

Ramen lappen staat zelden bovenaan je lijstje met favoriete klussen, maar het resultaat spreekt altijd voor zich. Schone ramen laten meer licht binnen, geven je huis een frisse uitstraling en maken het uitzicht net een stukje fraaier. En het hoeft echt geen tijdrovend karwei te zijn. Met deze vijf simpele methodes krijg je je ramen snel weer sprankelend schoon.

Hik je ook zo aan tegen het lappen van je ramen?

We hebben 5 tips voor je waarmee je tijd (én frustratie) kunt besparen:

1: Gouden combi: glasreiniger + microvezeldoek 2: Water met afwasmiddel 3: Lekker streeploos met azijn 4: Raamwisser 5: Regelmatig lappen

Lees ook: Top 10 vervelendste huishoudklussen: zo maak je ze leuker!

1: Glasreiniger en microvezeldoek, een gouden duo

De klassieker onder de schoonmaakmethodes blijft glasreiniger in sprayvorm, gecombineerd met een microvezeldoek. Het werkt snel, gemakkelijk en levert in de meeste gevallen een streeploos resultaat op. Spuit de reiniger gelijkmatig over het raamoppervlak: niet te spaarzaam, maar ook niet zo veel dat het in straaltjes naar beneden loopt. Neem vervolgens een microvezeldoek en poets het glas in rustige, cirkelvormige bewegingen. Begin in een hoek en werk stap voor stap naar de andere kant, zodat je geen plekken overslaat. Heb je te maken met hardnekkige vlekken, laat de spray dan even kort inwerken voordat je begint met poetsen. Wil je het glas net dat beetje extra glans geven, dan kun je de doek op een gegeven moment ook vervangen door een prop krantenpapier. Dat geeft een verrassend mooi effect.

Glasreiniger of ruitenreiniger?

In de winkel vind je flessen met glasreiniger en ruitenreiniger. Hoewel ze op het eerste gezicht vergelijkbaar lijken, is er wel een verschil. Glasreinigers zijn ideaal voor het schoonmaken van gladde, niet-poreuze oppervlakken zoals spiegels en glazen meubels binnenshuis. Ze verwijderen snel vlekken en vingerafdrukken zonder strepen achter te laten. Ruitenreinigers daarentegen zijn ontworpen voor grotere oppervlakken, zoals autoruiten en buitenramen. Ze pakken niet alleen vlekken en vingerafdrukken aan, maar ook hardnekkiger vuil, en ze drogen snel op zonder strepen of vlekken na te laten. Voor de binnenkant van de ramen is een glasreiniger (zoals Glassex of Ajax Glasreiniger) dus prima geschikt; voor de ramen buitenkant, die vaak viezer zijn, heb je meer aan een ruitenreiniger zoals bijvoorbeeld HG ruitenreiniger.

©Voyagerix - stock.adobe.com

2: Warm water met een scheut afwasmiddel

Heb je geen glasreiniger in huis of zijn je ramen uitzonderlijk vuil, dan is een emmer met warm water en een paar druppels afwasmiddel een uitstekende oplossing. Vul de emmer met schoon, warm water, voeg er een beetje afwasmiddel aan toe en maak de ramen schoon met een zachte spons of een niet-pluizende doek. Werk steeds van boven naar beneden om te voorkomen dat er druipsporen ontstaan. Zodra het raam helemaal is afgenomen, pak je een raamwisser om het water in vloeiende banen weg te trekken. Zorg ervoor dat je de wisser na elke haal even droogveegt, zodat er geen strepen achterblijven. Droog daarna de randen en hoeken na met een schone, pluisvrije doek.

Woon je in een gebied met hard water, dan is het slim om gedestilleerd water te gebruiken. Daarmee verklein je de kans op witte vlekken en kalkresten die anders zichtbaar kunnen opdrogen.

💡 Kies een bewolkte dag om je ramen te lappen. In de felle zon droogt het water namelijk sneller op, waardoor je meer kans hebt op strepen.

3: Voor een streeploos resultaat: azijn

Wie liever met natuurlijke middelen schoonmaakt, kan uitstekend terecht bij een oplossing van water en witte azijn. Meng één deel azijn met drie tot vier delen water in een lege plantenspuit, schud even goed en spray het mengsel royaal op de ramen. Gebruik een microvezeldoek of een oude, schone theedoek om het raam grondig te poetsen. Net als bij de glasreiniger kun je voor extra glans ook hier weer krantenpapier gebruiken om na te wrijven.

Azijn heeft als groot voordeel dat het vet en vuil oplost, en bovendien strepen tegengaat. Houd er wel rekening mee dat de geur tijdens het schoonmaken even sterk kan zijn. Gelukkig verdwijnt die snel zodra de ramen droog zijn. Zo houd je een fris en helder resultaat over, zonder chemische schoonmaakmiddelen.

💡 Vergeet de kozijnen niet! Een schoon raam in een vuil kozijn ziet er maar 'half af' uit.

Ook interessant:
10x (goedkoop!) je huis schoon met soda, groene zeep en azijn

4: Efficiënt werken met een raamwisser

Wil je vooral snel en efficiënt resultaat, dan is een raamwisser je beste bondgenoot. Begin met het wassen van het raam volgens een van de eerdere methodes, zet de raamwisser vervolgens in de bovenhoek en trek hem in een rechte, horizontale beweging naar de andere kant. Veeg de wisser na elke haal af met een droge doek, zodat vuil en water zich niet opnieuw over het glas verspreiden. Zorg er daarnaast voor dat je elke baan een klein beetje laat overlappen met de vorige, zodat er geen strepen of gemiste stroken ontstaan. Sluit af door de randen van het raam en de vensterbank droog te maken met een schone doek. Daarmee voorkom je dat er druppels of watervlekken achterblijven.

💡 Voor moeilijk bereikbare buitenramen kun je een telescopische raamwisser gebruiken.

©Brian Jackson

5: Houd je ramen bij door regelmatig te lappen

Tot slot een tip die misschien niet leuk klinkt, maar wel een groot verschil maakt: maak je ramen regelmatig schoon. Door ze vaker even snel af te nemen, voorkom je dat vuil en aanslag zich ophopen en vastkoeken. Dat betekent dat je minder hard hoeft te boenen en sneller klaar bent. Bovendien blijven je ramen langer helder, waardoor je altijd kunt genieten van een fris uitzicht. Mooier kunnen we het niet maken, wel een stuk makkelijker.

💡 Last van condens op je ramen? Ventileer wat vaker of verweeg een luchtontvochtiger.

Conclusie

Met deze tips en een beetje voorbereiding wordt ramen lappen een stuk eenvoudiger. Door slim te werken en de juiste schoonmaakmiddelen te gebruiken, zorg je ervoor dat je ramen er in no-time netjes uitzien!


🧽 ❌ Niet meer schoon te krijgen?
Vraag dan een offerte aan voor nieuwe ramen 👇🏼

Vraag een offerte aan voor een glaszetter:

▼ Volgende artikel
Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan
© Gardena
Huis

Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan

Als de zomer ten einde loopt, verdwijnt bij veel mensen de aandacht voor de tuin. Toch is het najaar een van de belangrijkste periodes voor tuinonderhoud. Wie nu opruimt en snoeit, voorkomt extra werk in het voorjaar. En met het juiste gereedschap is dat makkelijker dan je denkt!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Gardena

Vallende blaadjes, uitgebloeide planten, struiken en bomen die in de zomer flink zijn gegroeid – juist in het najaar vraagt de tuin om aandacht. Hieronder lees je welke klussen je nu kunt uitpakken en welk gereedschap daarbij van pas komt.

Snoeien: nu knippen is straks genieten

Veel vaste planten, struiken en jonge bomen groeien in de zomer flink door. Door ze in het najaar te snoeien, houd je ze in model en voorkom je dat zwakke of te lange takken bij de eerste storm afbreken. Snoeien is ook belangrijk voor de gezondheid van de plant: zo krijgen lucht en licht krijgen meer ruimte, wat schimmelvorming tegengaat.

Voor dunne takken en jong hout is een scherpe snoeischaar vaak al genoeg. De Gardena PremiumCut Flex is daar een goed voorbeeld van. Deze stevige bypass-schaar is bedoeld voor groen hout tot 24 mm dik. Dankzij de ergonomische handgreep en PowerCoating werk je nauwkeurig en hoef je geen extra kracht uit de oefenen. De coating zorgt er bovendien voor dat je de snoeischaar makkelijk schoon kunt maken en houden.

©Gardena

Bypass?

Een bypass-snoeischaar werkt met twee gebogen snijbladen die langs elkaar heen glijden – net als bij een gewone schaar. Die beweging zorgt voor een scherpe, nauwkeurige snede, dicht bij de stengel. Deze techniek beschadigt het plantweefsel nauwelijks en is daardoor ideaal voor het snoeien van jong, levend hout. Je merkt het verschil vooral bij vers hout: de schaar knipt scherp en de snoeiwond blijft netjes.

Gaat het om iets dikkere takken, bijvoorbeeld van struiken of jonge bomen, dan is een takkenschaar praktischer. De Gardena EasyCut S is een compacte en lichte takkenschaar met een sterke bypass-snede. Hij heeft een snoeidiameter van 4,5 centimeter. Dankzij zijn ergonomische ontwerp en zijn gewicht van net 900 gram kun je lekker vlot doorwerken.

💡Tip: snoei op een droge dag, zodat de snoeiwonden snel kunnen indrogen en je schimmel geen kans geeft.

©Gardena

Blad op het gazon? Tijd voor actie

Afgevallen bladeren horen bij de herfst, maar laat je ze liggen, dan gaan ze al snel tegen je werken. Zeker op het gazon vormen ze een natte, compacte laag die het gras verstikt. Mos en schimmels krijgen vrij spel, en in het voorjaar zie je de kale plekken terug. Blad opruimen is dus geen overbodige luxe.

Voor kleine oppervlakken of om gevallen blad uit borders en perken te halen is een hark vaak al voldoende. De Gardena combisystem bladhark is verstelbaar in breedte, van 30 tot 50 centimeter, zodat je hem kunt aanpassen aan de situatie. Smal bij struiken of tussen planten, breder op het gazon. Je klikt hem vast op een steel naar keuze, waardoor je ook prettig rechtop kunt blijven werken.

©Gardena

Wil je sneller klaar zijn, dan is een bladblazer of -zuiger handiger. De Gardena PowerJet Collect werkt op een 18V accu en combineert blazen en zuigen ineen. Je kunt bladeren dus op een hoop blazen óf ze direct opzuigen. Doe je dat laatste, dan zorgt de geïntegreerde hakselaar dat het bladafval meteen versnipperd wordt. Is de opvangzak vol, dan is het opgevangen materiaal meteen klaar voor op de composthoop of in de groenbak.

©Gardena

Liever geen herrie of gedoe met stroom? Dan is de Gardena bladverzamelaar een slim alternatief. Deze tuinruimer werkt volledig mechanisch: je duwt hem als een karretje over het gazon en de draaiende borstels vegen het blad naar binnen. Je hoeft dus niet meer zelf telkens te bukken om opgehoopt blad te verzamelen en weg te gooien. Het borstelmechanisme is in hoogte verstelbaar, afhankelijk van de ondergrond. Handig: je kunt hem ook gebruiken na het grasmaaien of verticuteren. En dat allemaal zonder lawaai!

En waar laat je al dat groenafval?

Tijdens het snoeien en harken verzamel je al snel een flinke berg groenafval. Takken, bladeren, uitgebloeide planten – het is handig om daar meteen een verzamelpunt voor te hebben. De Gardena pop-up tuinafvalzakbiedt uitkomst. Deze stevige, rechthoekige zak klapt vanzelf open en blijft goed rechtop staan. Daardoor kun je er gemakkelijk takken en blad in kwijt, zonder dat de zak steeds omvalt. Met een inhoud van 127 liter hoef je niet steeds heen en weer te lopen. Klaar? Dan vouw je de zak plat op, zodat hij weinig ruimte inneemt in de schuur of garage.

💡Tip: gebruik meerdere zakken om te scheiden wat je kunt composteren (bladeren, plantresten) en wat naar de gemeentelijke groenophaal moet (ziek of besmet plantmateriaal, dikke takken).

©Gardena

Het najaar als onderhoudsseizoen

Hoewel het in het najaar lijkt alsof de tuin tot rust komt, is dit juist het moment om dingen aan te pakken. Je zorgt dat de tuin winterklaar is, zodat je er in het voorjaar weer helemaal van kunt genieten. Bovendien werk je vaak in prettig weer: niet te heet, niet te droog, geen muggen meer. En zeg nou zelf: het voelt goed om de tuin netjes en opgeruimd achter te laten voordat de winter echt begint!

Met goed gereedschap wordt dat werk een stuk makkelijker. Gardena helpt daarbij, met alles van snoeischaren en bladverzamelaars tot stevige tuinafvalzakken. Het enige wat jij nog hoeft te doen, is aan de slag gaan.