ID.nl logo
Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing
© jr-art - stock.adobe.com
Huis

Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing

Wanneer je foto’s met je smartphone of je digitale camera maakt, ze vervolgens met een beeldbewerkings-app op de pc bewerkt en daarna afdrukt, kan het voorkomen dat de kleuren niet zijn wat je ervan had verwacht. Dit probleem kun je vaak oplossen door middel van kalibratie en kleurbeheer.

In dit artikel leggen we uit hoe je het beeldscherm van je pc en de printer kunt kalibreren zodat de kleuren kloppen als je iets afdrukt. Daar zijn meerdere manieren voor:

  • Met je eigen ogen
  • Via het OSD-menu op je monitor
  • Met de kalibratiewizard
  • Het proces uitbesteden
  • De juiste kleurprofielen gebruiken

En je kunt nog veel meer kalibreren: Je scherm kalibreren met Netflix: zo gebruik je deze geheime functie

Je hebt vast weleens ervaren dat de kleuren van foto’s op je scherm er anders uitzien dan op afdrukken van je eigen printer of op die van een online printservice. Dat is vervelend, maar technisch goed verklaarbaar en kan verschillende oorzaken hebben. Zo leest een camera kleuren uit van een sensor, geeft een beeldscherm deze weer via een lichtbron en gekleurde pixels, genereert een printer kleuren door inkt te mengen, en werkt een fotolab met meerdere lagen kleurstoffen. Kleuren worden dus door diverse apparaten via uiteenlopende technieken gecreëerd of weergegeven, en het is ook nog eens zo dat niet alle apparaten evenveel of dezelfde kleuren kunnen weergeven.

In de twee kaderteksten vind je meer achtergrondinformatie over deze en aanverwante aspecten, maar in dit artikel focussen we ons vooral op tools en technieken waarmee je ondanks deze hindernissen een zo optimaal mogelijke kleurweergave krijgt en tijdens je workflow behoudt. Je zult merken dat twee complementaire technieken daar een grote rol bij spelen: kalibratie en kleurbeheer.

Kalibreren

De tekstkaders ‘Kleurmodel’ en ‘Kleurbereik’ laten zien dat het behouden van optimale en consistente kleuren tijdens je workflow (bijvoorbeeld van camera naar scherm naar printer) niet eenvoudig is. Daarbij komt nog iets anders om de hoek kijken, wat duidelijk wordt wanneer je naar het onderstaande plaatje kijkt. Het betreft een foto op hetzelfde beeldscherm, maar met verschillende beeldinstellingen. Hierdoor loop je het risico om in je beeldbewerkingsprogramma aanpassingen te doen terwijl het verschil eigenlijk te wijten is aan een niet-optimale schermweergave.

Daarom is het van groot belang om zowel je monitor als je printer te kalibreren. Hierbij stel je eventuele afwijkingen van deze apparaten ten opzichte van de standaardwaarden vast en corrigeer je deze indien nodig. Het is tevens verstandig om deze kalibratie periodiek te herhalen, aangezien afwijkingen in de loop der tijd kunnen veranderen, bijvoorbeeld als gevolg van slijtage.

Dezelfde foto op hetzelfde scherm: welke is de ‘juiste’?

‘Oogbal’-kalibratie (monitor)

Er zijn in principe twee methoden om je scherm te kalibreren: een meer professionele aanpak met speciale apparatuur (zoals een colorimeter) en een meer handmatige of visuele methode, waarbij je eventuele afwijkingen op basis van eigen waarneming vaststelt. In dit artikel gaan we ervan uit dat je niet beschikt over een colorimeter en dus op je eigen beoordelingsvermogen vertrouwt.

Een goed startpunt voor visuele kalibratie is de online test op www.xrite.com/hue-test, waarbij je blokjes verschuift totdat je ze allemaal correct hebt gesorteerd op kleurtint. Als je hier problemen mee hebt, is het wellicht handig om tijdens de visuele kalibratie hulp in te schakelen van iemand met een hoger ‘kleuren-IQ’.

Houd er rekening mee dat het (visuele) kalibratieproces ook door verschillende omgevingsfactoren kan worden beïnvloed, zoals de lichtinval. Deze hangt af van de plaatsing van je beeldscherm, de reflectie van muren en plafonds, evenals het type en de intensiteit van de verlichting. Zorg ervoor dat je monitor zo min mogelijk lichtbronnen reflecteert en schakel het apparaat enige tijd voor aanvang van de kalibratie in.

Ook je eigen ‘kleuren-IQ’ speelt een rol bij het kalibreren.

Kleurmodel Het verschil in kleurweergave tussen een beeldscherm en een afdruk op papier, is te verklaren door de twee verschillende kleurmodellen die worden gebruikt. Op een beeldscherm wordt kleur gegenereerd door een directe lichtbron die werkt met de primaire kleuren rood, groen en blauw (het RGB-model). Het aanvullende kleurmodel combineert deze drie kleuren op volle sterkte om wit te verkrijgen.

Bij printers verloopt het kleurproces heel anders. Het begint met wit papier, en naarmate de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) op elkaar worden gedrukt, neemt de lichtreflectie af en ontstaat zwart. Dit is het subtractieve kleurmodel. Om een dieper zwart te bereiken, wordt ook een zwarte inktkleur toegevoegd, bekend als het CMYK-model (Cyan, Magenta, Yellow, blacK).

Je kunt je ongetwijfeld voorstellen dat er slimme technieken nodig zijn om de kleuren van het RGB-model optimaal om te zetten naar het CMYK-model van je printer. Zoals je in het artikel zult lezen, speelt kleurbeheer op basis van kleurprofielen daarbij een prominente rol.

©StudioGraphic - stock.adobe.com

Een beeldscherm en een printer genereren kleuren op een totaal verschillende manier.

OSD-menu

De eenvoudigste kalibratie kan worden uitgevoerd vanuit het menu van je beeldscherm. De meeste monitors hebben knoppen waarmee je een On-Screen Display (OSD) kunt openen om verschillende instellingen aan te passen. Zorg er eerst voor dat je scherm is ingesteld op de aanbevolen resolutie, wat in Windows kan via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / Beeldschermresolutie. Houd ook een of twee degelijke referentieafbeeldingen bij de hand. Nuttige testafbeeldingen zijn te vinden op websites als Print Art, Gary Ballard en Lagom LCD Monitor Test Images.

Het geven van universele richtlijnen voor optimale instellingen via een OSD-menu is lastig, maar het is wel bekend dat gebruikers hun monitor vaak te helder en met te weinig contrast instellen. De kleurtemperatuur (color tone) van je monitor is ook belangrijk omdat dit bepaalt hoe we de kleur wit waarnemen, wat onder andere afhangt van de lichtbron. Over het algemeen is een meer neutrale instelling, zoals 6500 Kelvin (D65) meestal de beste keuze.

De meeste OSD-menu’s bieden ook de mogelijkheid om de RGB-waarden en de gammawaarde in te stellen. Laatstgenoemde bepaalt de helderheid van grijstinten. In principe maakt een lagere waarde deze tinten helderder, maar dit verhoogt wel het risico op een lichter en fletser beeld.

Gebruik een of meer referentiefoto’s voor een visuele kalibratie van je scherm.

Kalibratiewizard

Beter nog dan kalibratie via het OSD-menu is de kalibratietool die standaard in Windows en macOS is ingebouwd. Deze bieden meer begeleiding en stellen op basis van je bevindingen automatisch ook een kleurprofiel samen (zie de paragraaf ‘Kleurprofiel’). We tonen kort hoe je de kalibratiewizard van Windows gebruikt.

Tik kalibreren in de Windows-zoekbalk en start Beeldschermkleur kalibreren op. Als je meerdere monitors hebt, verplaats dan het programmavenster naar de gewenste monitor. Volg de instructies om de gammawaarde te optimaliseren door de middelpunten van de cirkels minimaal zichtbaar te maken. Stel vervolgens helderheid en contrast in via het OSD-menu. Kalibreer daarna de kleurbalans met de schuifregelaars voor rood, groen en blauw. Vergelijk het resultaat met de knoppen Vorige kalibratie en Huidige kalibratie. Laat het vinkje staan bij ClearType Tuner starten […] als je ook een wizard voor scherpe tekstweergave wilt opstarten.

Met de kalibratiewizard kun je eenvoudig de optimale gammawaarde instellen.

Kleurbereik De workflow bij het ophalen, bewerken en afdrukken van foto’s wordt ook bemoeilijkt door het feit dat niet alle apparaten dezelfde kleuren even nauwkeurig reproduceren. Zo worden op een monitor diepblauwe kleuren vaak beter weergegeven dan op een printer. Dit komt doordat deze apparaten een verschillende ‘gamut’ hebben, in het Nederlands kleurengamma, kleurbereik of kleuromvang. Relevante informatie over het gebruikte kleurbereik wordt doorgaans bewaard in een speciaal bestand, het zogeheten ICC-kleurprofiel (International Color Consortium).

Het kan dus voorkomen dat je uitvoerapparaat (een printer), een beperkter kleurbereik heeft dan je invoerapparaat (een scherm). Hierdoor kunnen bepaalde kleuren op het scherm niet nauwkeurig worden weergegeven op de printer, waardoor vervangende kleuren nodig zijn waar de printer wel mee overweg kan.

In de betere fotobewerkingsprogramma’s kun je dit vervangingsproces bijsturen via een render- of weergave-intentie.

©Sergio - stock.adobe.com

Het menselijke oog kan alle kleuren in dit kleurbereik zien en dus meer kleuren waarnemen dan wat RGB en zeker CMYK kunnen weergeven.

Printerkalibratie

Ook voor printerkalibratie zijn er professionele methodes, zoals een spectrofotometer met bijbehorende software. Deze meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum en kan op basis van je fotoafdrukken een optimaal kleurprofiel samenstellen. Dit kost je echter al snel enkele honderden euro’s.

Een alternatief is dat je dit proces uitbesteedt, bijvoorbeeld bij www.kleurprofiel.com. Je drukt dan eerst de beschikbare tiff-bestanden af zonder kleurcorrectie toe te passen, bijvoorbeeld met de gratis tool ACPU (Adobe Color Printer Utility, voor Windows en macOS). Schakel ook kleurbeheer of eventueel andere kleuraanpassingen in je printerdriver uit. Houd er verder rekening mee dat ook factoren als inktsoort en papiertype invloed kunnen hebben (waardoor je wellicht ook bij je printerproducent geen bruikbare profielen gaat vinden). Na het afdrukken kun je de prints naar de service sturen en tegen betaling kleurprofielen ontvangen.

Druk je testplaatjes af zonder ingebouwd kleurbeheer of kleurcorrecties (hier met ACPU).

‘Oogbal-kalibratie’ (printer)

Als je geen geld wilt uitgeven, kun je de kalibratie ook handmatig en visueel uitvoeren met geschikte afbeeldingen. Hierbij kun je gebruikmaken van afbeeldingen als bij het ‘OSD-menu’, door online te zoeken naar color chart calibration of door zelf een testafbeelding te maken. Bijvoorbeeld een vierkant met zuiver rood (RGB 255,0,0), waarbij je geleidelijk de 0-waarden verhoogt tot je puur wit krijgt (255,10,10; 255,20,20; …; 255,255,255). Doe hetzelfde voor groen (0,255,0) en blauw (0,0,255), en voeg eventueel ook ‘natuurlijke’ beelden toe die je vaak fotografeert.

Druk deze afbeeldingen af op het type papier dat je ook voor je foto’s gebruikt en bestudeer ze zorgvuldig, eventueel met een vergrootglas. Als er kleurafwijkingen zijn, kun je de printerinstellingen aanpassen. Ga hiervoor naar Instellingen van Windows, selecteer Bluetooth en apparaten, ga naar Printers en scanners, kies je printer en klik op Printereigenschappen. Hier kun je aanpassingen maken onder tabbladen zoals Algemeen (druk hier op de knop Voorkeursinstellingen en bekijk de diverse tabbladen) en Kleurbeheer.

Aangezien de kwaliteit en kleurweergave ook afhankelijk zijn van het papier, kun je overwegen om dezelfde printer meerdere keren te installeren met optimale instellingen voor elk papiertype. Geef elke printerconfiguratie een specifieke naam, zoals Mat fotopapier 200g.

Sleutelen aan de printereigenschappen is een alternatief voor een geoptimaliseerd kleurprofiel.

Kleurprofiel

Goede kleurprofielen helpen om de kleuren optimaal te tonen op specifieke apparaten. Bij beeldschermen worden deze ICC-profielen vaak geleverd met het apparaat of zijn ze beschikbaar op de website van de fabrikant. Je kunt ook profielen vinden op de ICC Profiles and Monitor Calibration Settings Database (vanaf 1 dollar per maand).

Daarnaast kun je zoals gezegd zelf een kleurprofiel creëren via de ingebouwde kalibratiewizard van Windows. Na het voltooien van de wizard maakt Windows namelijk een ICC-bestand aan en koppelt dit meteen aan de monitor. Je kunt dit controleren door Windows-toets+R in te drukken, colorcpl uit te voeren en het juiste apparaat te selecteren. Het gekoppelde ICC-profiel wordt dan getoond. Als er meerdere zijn, kies dan het meest relevante en klik op Als standaardprofiel instellen. Als het goed is, is dit het ‘sRGB display profile’, gemaakt door de kalibratietool.

Om een ander profiel te kiezen, plaats je een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik op Toevoegen en kies het gewenste ICC-profiel. Standaard bewaart Windows ICC-profielen in de map %windir%\System32\spool\drivers\color.

Dit selectieproces is overigens ook van toepassing op printers, waarbij je bijvoorbeeld een profiel kunt kiezen dat is samengesteld met een spectrofotometer.

Ook in Windows kun je profielbestanden koppelen aan schermen, printers en scanners.

Bron

We gaan ervan uit dat je je monitor en printer goed hebt gekalibreerd en degelijke kleurprofielen aan je apparaten hebt gekoppeld. Er zijn echter nog enkele belangrijke punten om op te letten tijdens je workflow van camera tot scherm en printer.

Laten we beginnen met het opnameapparaat, zoals je digitale camera of smartphone. De meeste camera’s gebruiken standaard de kleurruimte sRGB, maar als Adobe RGB beschikbaar is, is het beter om die te selecteren vanwege het grotere kleurbereik. Als je camera het toelaat, is het nog beter om in RAW te fotograferen. Hierdoor kun je later in je RAW-fotobewerkingssoftware, zoals Adobe Lightroom of het gratis darktable, zelf de kleurruimte instellen en dus bepalen welke kleuren behouden blijven. Houd er rekening mee dat smartphones op dit gebied meestal minder flexibel zijn, en als ze al een kleurprofiel gebruiken, wordt dit meestal rechtstreeks in het bestand ingebed.

©Sergio - stock.adobe.com

De Adobe RGB-kleurruimte heeft een groter kleurbereik dan het vaak gebruikte sRGB.

Werkruimte

Voor het vervolg van de workflow nemen we het gratis GIMP als voorbeeld. Hoewel het kleurbeheer niet zo geavanceerd is als bijvoorbeeld Photoshop, is GIMP een gratis optie. Je kunt GIMP configureren om het ingebedde kleurprofiel van fotobestanden ongewijzigd te laten, om zo ongewenste automatische conversies te voorkomen. Ga naar Bewerken / Voorkeuren en open Kleurbeheer. Bij het onderdeel Beleid - Gedrag bij openen van bestanden kun je de instelling laten staan op Vragen wat te doen of kiezen voor Ingebed profiel behouden.

Bij Voorkeursprofielen kun je, indien gewenst, Adobe RGB selecteren als het RGB-profiel (je kunt dit profiel ook downloaden). Dit profiel wordt dan naast het ingebouwde RGB-profiel aangeboden.

Merk op dat de Beeldschermmodus standaard is ingesteld op Kleurbeheerd beeldscherm. In dit geval kun je bij Beeldschermprofiel verwijzen naar het kleurprofiel dat je via kalibratie hebt aangemaakt. Je kunt ook Optimaliseer beeldscherm voor instellen op Precisie/kleurgetrouwheid, tenzij je een snellere verwerking belangrijker vindt.

Je doet er goed aan de kleurbeheeropties van GIMP grondig te controleren en optimaal in te stellen.

ASUS ProArt PA278QV

Monitor met ultieme kleurprestaties

Profielconversie

Bij het openen van een fotobestand met een afwijkend kleurprofiel verschijnt een dialoogvenster waarin je kunt aangeven hoe je wilt handelen: of je behoudt de oorspronkelijke werkruimte (aangeduid als kleurprofiel) of je converteert naar het ingebouwde sRGB-kleurprofiel. In het geval van de conversie naar sRGB wordt ook een renderintentie toegepast als bepaalde kleuren buiten de kleurruimte van de beoogde werkruimte vallen.

De standaard renderintentie is Relatief colorimetrisch. Hierbij wordt het witpunt van de invoer vergeleken met dat van de uitvoer, waarna alle kleuren die buiten de kleurruimte van de uitvoer vallen, worden verschoven naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren. Een andere veelgebruikte intentie is Perceptueel, waarbij geprobeerd wordt om de natuurlijke uitstraling van de afbeelding zo veel mogelijk te behouden. Als er geen kleurprofiel is ingesloten, selecteert GIMP automatisch het ingebouwde sRGB-kleurprofiel.

Overigens kun je de werkruimte ook aanpassen nadat je de foto hebt geopend. Ga naar Afbeelding / Kleurbeheer en kies voor Kleurprofiel toewijzen of Naar kleurprofiel converteren. In het laatste geval kun je ook zelf de renderintentie instellen. Als je eerder een voorkeursprofiel hebt toegevoegd, zoals Adobe RGB, kun je dit profiel hier terugvinden.

Je kunt de werkruimte ook na het ophalen van de foto nog aanpassen in GIMP.

Afdruk

Nadat je alle gewenste aanpassingen aan je foto hebt gemaakt en klaar bent om deze naar je printer te sturen, is het een goed idee om het resultaat eerst op je scherm te bekijken via afdruksimulatie, ook wel bekend als ‘soft proofing’. Ga hiervoor opnieuw naar Bewerken / Instellingen / Kleurbeheer. In het gedeelte Afdrukvoorbeeld selecteer je het kleurprofiel van je printer en kun je de renderintentie instellen (probeer zowel Relatief colorimetrisch als Perceptueel uit. Stel bij Optimaliseer afdrukvoorbeeld voor bij voorkeur Precisie/kleurgetrouwheid in en zorg ervoor dat je de optie Kleuren buiten het gamut markeren met de gewenste kleur aanvinkt. Hierdoor kun je op het scherm duidelijk zien welke kleuren je printer(profiel) mogelijk niet perfect kan weergeven. Ga hiervoor naar Beeld / Kleurbeheer en activeer Afdrukvoorbeeld.

Soft proofing: zo te zien vallen heel wat kleuren buiten het kleurprofiel van onze printer.
Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?
© sara_winter - stock.adobe.com
Huis

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?

De geur van versgebakken oliebollen hoort bij december. Toch ziet niet iedereen het zitten om met een pan heet vet aan de slag te gaan. Oliebakken in de airfryer lijkt dan een aantrekkelijk alternatief: minder luchtjes en ook nog eens minder vet. Maar levert bakken in een airfryer dezelfde oliebol op, of moet je toch de frituurpan uit het vet halen?

In dit artikel

Je leest waarom je geen klassieke oliebollen kunt bakken in een airfryer en wat daar technisch misgaat. Ook leggen we uit wat je wel voor oudjaarsalternatief kunt maken met de airfryer én hoe je de airfryer slim gebruikt om gekochte oliebollen weer knapperig en warm te maken.

Lees ook: Ontdek de minder bekende functies van je airfryer

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat? Het korte antwoord is duidelijk: nee, een traditionele oliebol bak je niet in een airfryer. Klassiek oliebollenbeslag is vloeibaar en heeft direct contact met hete olie nodig om zijn vorm en structuur te krijgen. Een airfryer is in de basis een compacte heteluchtoven. Zonder een bad van hete olie kan het beslag niet snel genoeg stollen. Wie het toch probeert, ziet het deeg door het mandje zakken of uitlopen tot een platte, taaie schijf. Dat ligt niet aan het recept, maar aan de techniek.

Waarom hete olie onmisbaar is

Zodra je het beslag van de oliebol in de hete olie van de frituurpan schept, ontstaat er vrijwel direct een korstje om de buitenkant. Binnen in de bol ontstaat stoom, waardoor de bol uitzet en luchtig wordt. Die combinatie van afsluiten en opblazen zorgt voor de typische oliebolstructuur. In een airfryer ontbreekt die directe warmteoverdracht. Hete lucht is simpelweg minder krachtig dan hete olie. Zonder direct contact met heet vet kan het beslag niet snel genoeg stollen. Daardoor blijft een echte oliebol uit de airfryer onmogelijk.

©Gegenereerd door AI

Wat wel kan: kwarkbollen uit de airfryer

Wie toch iets zelf wil maken in de airfryer, moet het klassieke oliebollenbeslag loslaten. Met een steviger beslag, bijvoorbeeld op basis van kwark, kun je ballen vormen die hun vorm behouden. Deze bollen garen prima in de hete lucht en krijgen een mooie bruine buitenkant. De uitkomst lijkt qua vorm op een oliebol, maar de structuur is compacter en de smaak meer broodachtig. Denk aan iets tussen een zoet broodje en een scone. Lekker, lichter en prima als alternatief, maar: het is geen oliebol zoals je die van de kraam kent.

Kwarkbollen uit de airfryer

Meng 250 gram volle kwark met 1 ei en 50 gram suiker tot een glad mengsel. Voeg vervolgens 300 gram zelfrijzend bakmeel toe, samen met een snuf zout. Meng alles kort tot een samenhangend deeg. Het deeg moet stevig zijn en nauwelijks plakken. Is het te nat, voeg dan een beetje extra bakmeel toe. Wie wil, kan rozijnen, stukjes appel of wat citroenrasp door het deeg mengen.

Bestuif je handen licht met bloem en draai ballen ter grootte van een kleine mandarijn. Leg ze met wat ruimte ertussen in het mandje van de airfryer, eventueel op een stukje bakpapier. Bak de bollen in ongeveer 12 tot 15 minuten op 180 graden. Halverwege kun je ze voorzichtig keren zodat ze gelijkmatig bruin worden.

Laat de bollen kort afkoelen en bestuif ze eventueel met poedersuiker. Vers zijn ze het lekkerst, maar ook lauw blijven ze prima eetbaar.

Wat ook goed kan: oliebollen opwarmen in de airfryer

Waar de airfryer wel echt tot zijn recht komt, is bij het opwarmen van gekochte oliebollen. In de magnetron worden ze snel slap en taai. In de airfryer gebeurt het tegenovergestelde. Door de bollen een paar minuten op ongeveer 180 graden te verwarmen, wordt de korst weer knapperig en warmt de binnenkant gelijkmatig op. Je oliebollen smaken weer alsof je ze net gebakken (of gehaald) hebt!

Samenvatting

Wil je de échte oliebol, dan heb je twee opties: zelf bakken in een frituurpan of halen bij de kraam. Bakken in de airfryer kan niet, omdat vloeibaar beslag niet geschikt is voor hete lucht. Je kunt bijvoorbeeld wel kwarkbollen maken, maar dat is toch anders. De grootste winst zit in het opwarmen van kant-en-klare oliebollen: in de airfryer gaat dat snel, ze worden heerlijk knapperig en je hebt geen last van frituurlucht in huis.


Nog even niet aan denken...

...maar voor 1 januari, je goede voornemens

🎆 Vuurwerk op je Galaxy Smartphone? 👇

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11
© ID.nl
Huis

Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11

Het spreekwoord 'krakende wagens lopen het langst' gaat helaas vaak niet op in de computerwereld. Moderne systemen reageren soms allergisch op oudere hardware. Toch zijn er methoden en slimme trucs om zulke apparaten te laten werken onder Windows 10 of 11.

Dit gaan we doen

Je hebt nog een oudere printer, scanner of ander randapparaat in de kast liggen. Weggooien kan, maar het is duurzamer en goedkoper als je het toestel weer aan de praat krijgt op je moderne Windows-systeem. Zulke apparatuur wordt helaas niet altijd meteen herkend. Fabrikanten bieden namelijk vaak geen ondersteuning meer en Windows bevat lang niet alle stuurprogramma's (drivers) voor oudere apparaten.

Toch is er meer mogelijk dan je denkt. We laten stap voor stap zien wat je kunt doen als Windows het apparaat niet herkent, als de juiste driver ontbreekt of niet compatibel is, en als Windows de installatie weigert. We gaan ook kort in op alternatieve methoden, zoals compatibiliteitsmodi, universele drivers en virtualisatie. Sommige technieken zijn eenvoudig, andere vragen iets meer inspanning en technische kennis. Het loont in elk geval de moeite om het apparaat weer aan de praat te krijgen.

Apparaat niet herkend

Wanneer je een oud apparaat aansluit, kan het gebeuren dat Windows het niet herkent.. Daardoor verschijnt het niet in de lijst met apparaten. Je controleert dit door via een klik met rechts op de Windows-knop Apparaatbeheer te openen. Verschijnt hier iets als 'Onbekend apparaat' of zie je een geel driehoekje of vraagteken, dan heeft Windows het apparaat wel fysiek herkend, maar geen juiste driver gevonden. Je leest hier meer over bij de passage Driverprobleem. Mogelijke oorzaken zijn het ontbreken van een plug-and-playdriver of een verouderd aansluitingstype.

Je kunt dan verschillende dingen proberen. Controleer eerst de aansluiting en de stroomvoorziening. Zorg dat het apparaat juist is aangesloten en ingeschakeld. Bij usb-apparaten helpt het soms een andere poort te proberen. Oudere usb1.1-apparaten werken vaak beter via een usb2.0-poort of een usb-hub met eigen voeding dan via een usb3.0-poort. Heeft je pc nog een parallelle of seriële poort? Controleer dan in het systeem-BIOS of deze is ingeschakeld. Heeft je toestel zo'n poort niet, dan ben je meestal aangewezen op een adapter (zie de passage Aansluitingen).

Een apparaat dat niet wordt herkend, is niet te vinden in Apparaatbeheer.

Handmatige installatie

Je kunt het apparaat ook handmatig proberen te installeren. Misschien heb je nog een cd-rom met de installatiebestanden, zodat het zo lukt. Heeft je pc geen cd-station meer, dan sluit je een extern cd-station aan of kopieer je de bestanden op een andere pc met cd-station naar een usb-stick. Je kunt er ook een iso-bestand van maken en dit met een dubbelklik als virtuele schijf koppelen op je pc. Je kunt dit doen met bijvoorbeeld Burnaware Free. Ga naar www.burnaware.com en kies voor ISO-bestand aanmaken.

Heb je geen cd-rom? Start dan Apparaatbeheer, open het menu Actie en kies Oudere hardware toevoegen. Kies De hardware opsporen en automatisch installeren, geef het hardwaretype aan, zoals Beeldapparaten of Draagbare apparaten, en selecteer het juiste product en model. Heb je zelf een geschikte driver gevonden (bijvoorbeeld op de site van de producent), klik dan op Bladeren en verwijs naar het installatiebestand (inf).

Voor printers open je Instellingen in Windows en kies je Bluetooth en apparaten / Printers en scanners. Klik op Apparaat toevoegen en kies bij De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst voor Handmatig een nieuw apparaat toevoegen. In het dialoogvenster laat je Mijn printer is iets ouder. Help mij met zoeken geselecteerd. Werkt dat niet, probeer dan Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen, waarna je de juiste poort en het stuurprogramma kiest. Klik hier ook op Windows Update: zo is de kans groter dat Windows alsnog de juiste driver ophaalt. Je kunt ook een vergelijkbaar model uit de lijst proberen.

De wizard Hardware toevoegen laat je eerst uit een productcategorie kiezen.

Soorten aansluitingen

Gaat het om oudere apparaten, dan hebben die vaak een interface die je op moderne pc's niet meer vindt, zoals een parallelle of seriële aansluiting of firewire. Voor parallel gebruik je een usb-naar-parallel-adapter (meestal usb-A naar 36-pins Sub-D). De printer verschijnt dan als 'USB Printing Support' en werkt vaak met generieke drivers. Sommige oude drivers verwachten een echte LPT-poort met een logische naam als LPT1. Je kunt dan de gedeelde usb-printerpoort mappen naar LPT1 met het opdrachtprompt-commando

net use LPT1: "\\localhost\<printershare>" /persistent:yes

(met net use LPT1: /delete verwijder je deze koppeling). <printershare> is de gedeelde printernaam, zoals ingesteld via Instellingen in Windows: klik op de printernaam, kies Printereigenschappen en open het tabblad Delen. Zo kun je vaak nog printen vanuit oude DOS- of Windows-apps.

Voor een seriële poort (met een DB9 RS232-kabel) gebruik je eveneens een usb-adapter, liefst met FTDI-chip en aangesloten op een usb2.0-poort. Mogelijk moet je eerst de adapterdriver installeren voordat deze in Apparaatbeheer verschijnt (onder een naam als '[…] COMx'). Om het juiste poortnummer (zoals COM1) in te stellen, klik je met rechts op het apparaat, open je Poortinstellingen en klik je op Geavanceerd.

Koop altijd adapters van goede kwaliteit (en van een bekend merk), aangezien goedkopere exemplaren zich niet altijd aan de specificaties houden.

Voor firewire kun je de installatie van een PCIe-naar-firewire (IEEE 1394) adapterkaart overwegen. Met de Microsoft 1394 OHCI Legacy Driver activeer je deze vervolgens in Windows 10/11 en kun je bijvoorbeeld een oude DV-camera of audio-interface aansluiten. Klik hier voor een downloadlink met instructies.

De LPT-poort wordt semipermanent aan de gedeelde usb-printerpoort gekoppeld.

Driverprobleem

Wanneer Windows het apparaat herkent via een van bovenstaande stappen, blijft het afwachten of er een geschikte driver voor Windows 10/11 beschikbaar is. Je kunt eerst een generieke driver proberen, die vaak via de Windows-updatefunctie beschikbaar is. Klik in Apparaatbeheer met rechts op het apparaat, kies Stuurprogramma bijwerken en klik vervolgens op Automatisch zoeken naar stuurprogramma's / In Windows Update zoeken naar bijgewerkte stuurprogramma's.

Soms vind je geschikte drivers bij de optionele updates. Ga hiervoor naar Instellingen, kies Windows Update / Geavanceerde opties / Optionele updates en open Stuurprogramma-updates. Je kunt ook zoeken naar een basisdriver, add-onmodule of universele driver van de fabrikant, zoals de (Smart) Universal Printer Driver van HP.

Vind je geen driver op de site van de fabrikant, dan kun je er ook zelf naar googelen op basis van het hardware-ID. Start Apparaatbeheer, klik met rechts op het apparaat (eventueel bij Andere apparaten of Onbekend apparaat), kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Stel Eigenschap in op Hardware-id's. Klik met rechts op een gevonden ID, kies Kopiëren en plak dit met Ctrl+V in een zoekmachine als Google. Mogelijk levert dit een geschikte driver op.

Heb je nog een driver voor Windows 7 of ouder, probeer dan de installatie in compatibiliteitsmodus. Klik met rechts op het installatieprogramma, kies Eigenschappen en ga naar het tabblad Compatibiliteit. Zet een vinkje bij Dit programma uitvoeren in compatibiliteitsmodus voor en kies de laatst ondersteunde versie, zoals Windows 7 of Windows XP (Service Pack 2). Door ook Dit programma als administrator uitvoeren te selecteren, vergroot je de kans dat Windows de oudere driver alsnog aanvaardt, zeker als het geen 'kernel-driver' met volledige systeemrechten betreft (zie ook de passage Driverblokkade). Dit is ons bijvoorbeeld al gelukt voor een Canon Pixma iP4200-printer.

Lees ook: De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten

Soms zitten driverupdates wat verstopt bij de optionele updates.

Alternatieve drivers

Je kunt ook op zoek gaan naar alternatieve, niet-officiële stuurprogramma's. Er zijn verschillende community's en fora die voor populaire oudere apparaten aangepaste drivers aanbieden of INF-bestanden hebben aangepast om ze onder nieuwere Windows-versies te laten werken.

Voor scanners is de alternatieve software van VueScan populair. Deze ondersteunt bijna achtduizend oude scanner-modellen en werkt vaak prima, al is de software niet gratis (vanaf circa 19 euro per jaar). Een proefversie is wel beschikbaar (je kunt eventueel een wegwerpadres gebruiken), zodat je kunt nagaan of je scanner werkt onder Windows 10/11.

Voor printers is het Gutenprint-driverpakket bekend, voorheen bekend als Gimp-print, al is dit alleen beschikbaar voor Linux en macOS. We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan, maar je kunt een al dan niet virtuele Linux-machine op je netwerk opzetten (ook op een Raspberry Pi) en hierop Gutenprint installeren. Vervolgens deel je de printer zodat je deze ook op je Windows-pc kunt gebruiken. Voor scanners bestaat een vergelijkbaar project: Scanner Access Now Easy, eveneens voor Linux.

De kans is groot dat je met VueScan je oude scanner nog prima aan de praat krijgt.

Driverblokkade

Het kan gebeuren dat er wel een driver beschikbaar is, maar dat Windows 10/11 de installatie blokkeert. Mogelijk is de driver technisch incompatibel, bijvoorbeeld een 32bit-driver op een 64bit-systeem (Windows 11 is altijd 64 bit), of een kerneldriver die noodzakelijke kernelfuncties mist doordat deze niet meer worden ondersteund door het geüpdatete besturingssysteem. In dit geval kun je nog de compatibiliteitsmodus proberen (zie de passage Driverprobleem), maar het resultaat blijft onzeker. Je maakt dan meer kans via een virtuele machine met een oudere Windows-versie, zoals Windows 10 voor 32bit-drivers.

Soms blokkeert Windows 10/11 de installatie omdat de (kernel)driver niet digitaal is ondertekend. Ben je zeker dat het om een betrouwbare driver gaat, dan kun je deze controle tijdelijk uitschakelen. Open Instellingen, kies Systeem / Systeemherstel en klik tweemaal op Nu opnieuw opstarten. Kies vervolgens Problemen oplossen / Geavanceerde opties / Opstartinstellingen en klik op Opnieuw opstarten. In het menu dat verschijnt, kies je optie 7: Afdwingen van stuurprogrammahandtekening uitschakelen. Windows start nu zonder handtekeningcontrole, zodat je de driver kunt installeren. Bij de volgende herstart is de controle weer actief, maar de driver blijft werken.

Ga je liever voor een iets doortastender aanpak? Voer dan de Opdrachtprompt uit als administrator, voer het commando bcdedit /set TESTSIGNING ON in en herstart je pc. Deze draait dan in testmodus, zie de indicatie rechtsonder. Installeer de driver en voer daarna meteen bcdedit /set TESTSIGNING OFF uit, gevolgd door een herstart om terug normaal te werken.

Deze Windows draait tijdelijk in een (minder veilige) testmodus.

Virtueel alternatief

Lukt het niet om je oude apparaat met een van de bovenstaande workarounds aan de praat te krijgen binnen Windows 10/11, dan zit er weinig anders op dan een ouder of ander besturingssysteem te gebruiken. Het handigst is om dit als virtuele machine (VM) bovenop je huidige Windows te draaien. Binnen deze VM installeer je dan de originele driver en software voor het apparaat.

Geschikte gratis tools zijn Oracle VirtualBox en VMware Workstation Pro (na registratie op https://support.broadcom.com). Via bijvoorbeeld https://archive.org kun je naar schijfkopiebestanden zoeken en downloaden. Wij vonden er onder meer diverse Windows XP-iso-bestanden en installeerden een exemplaar in VirtualBox.

Dit kan als volgt. Start VirtualBox, klik op Nieuw en vul de gegevens in, zoals Microsoft Windows XP (32-bit). Bij ISO-image verwijs je naar je download. Vink Overslaan zonder toezicht aan, klik op Afmaken en vervolgens op Starten. Volg de installatie-instructies. Je bezit of vindt wellicht een geldige licentie voor deze oude Windows.

Koppel het apparaat aan een fysieke poort op je pc en geef deze vervolgens door aan de VM, zodat de virtuele Windows het apparaat herkent. Dit kan vanuit het menu Apparaten in het venster met een opgestarte VM.

Bij printers kun je ook delen via het VM-netwerk, zodat je vanuit je gewone Windows via het netwerk kunt printen naar de VM. Selecteer de (uitgeschakelde) VM in VirtualBox, kies Instellingen, open Netwerk en vink Netwerkadapter inschakelen aan. Stel eventueel Gekoppeld aan in op Bridged Adapter zodat de VM een ip-adres krijgt binnen hetzelfde netwerk als je host-pc.

Een oude HP-printer werd succesvol op een virtuele Windows XP geïnstalleerd.

Extra tips

Soms brengen fabrikanten firmware-updates uit die de compatibiliteit met een nieuwer besturingssysteem verbeteren. Het kan dus lonen om de firmware van het apparaat te controleren en eventueel te updaten. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende instructies. Het is ook mogelijk dat sommige apparaten, zoals printers, een legacy- of compatibiliteitsmodus hebben, waardoor ze wel ondersteund worden door Windows of een generieke driver. Raadpleeg ook hiervoor de handleiding.

Tot slot nog een tip die we met enige terughoudendheid geven. Vind je geen geschikte driver op de website van de fabrikant, probeer dan eventueel een gratis tool als IObit Driver Booster of Snappy Driver (Lite). Soms halen deze nog een oude driver uit de online Microsoft Update Catalog die werkt. Dit kan helaas ook zomaar fout gaan, dus maak vooraf zeker een herstelpunt. Let ook op dat je geen ongewenste extra's mee installeert.

Driver-installers: als het echt niet anders kan, en nadat je een herstelpunt hebt gemaakt.

 Nieuwe printer nodig? Kijk op Kieskeurig.nl/prijsdalers om voor de beste deal!

Inkt en cartridges

Voor je printer