ID.nl logo
Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing
© jr-art - stock.adobe.com
Huis

Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing

Wanneer je foto’s met je smartphone of je digitale camera maakt, ze vervolgens met een beeldbewerkings-app op de pc bewerkt en daarna afdrukt, kan het voorkomen dat de kleuren niet zijn wat je ervan had verwacht. Dit probleem kun je vaak oplossen door middel van kalibratie en kleurbeheer.

In dit artikel leggen we uit hoe je het beeldscherm van je pc en de printer kunt kalibreren zodat de kleuren kloppen als je iets afdrukt. Daar zijn meerdere manieren voor:

  • Met je eigen ogen
  • Via het OSD-menu op je monitor
  • Met de kalibratiewizard
  • Het proces uitbesteden
  • De juiste kleurprofielen gebruiken

En je kunt nog veel meer kalibreren: Je scherm kalibreren met Netflix: zo gebruik je deze geheime functie

Je hebt vast weleens ervaren dat de kleuren van foto’s op je scherm er anders uitzien dan op afdrukken van je eigen printer of op die van een online printservice. Dat is vervelend, maar technisch goed verklaarbaar en kan verschillende oorzaken hebben. Zo leest een camera kleuren uit van een sensor, geeft een beeldscherm deze weer via een lichtbron en gekleurde pixels, genereert een printer kleuren door inkt te mengen, en werkt een fotolab met meerdere lagen kleurstoffen. Kleuren worden dus door diverse apparaten via uiteenlopende technieken gecreëerd of weergegeven, en het is ook nog eens zo dat niet alle apparaten evenveel of dezelfde kleuren kunnen weergeven.

In de twee kaderteksten vind je meer achtergrondinformatie over deze en aanverwante aspecten, maar in dit artikel focussen we ons vooral op tools en technieken waarmee je ondanks deze hindernissen een zo optimaal mogelijke kleurweergave krijgt en tijdens je workflow behoudt. Je zult merken dat twee complementaire technieken daar een grote rol bij spelen: kalibratie en kleurbeheer.

Kalibreren

De tekstkaders ‘Kleurmodel’ en ‘Kleurbereik’ laten zien dat het behouden van optimale en consistente kleuren tijdens je workflow (bijvoorbeeld van camera naar scherm naar printer) niet eenvoudig is. Daarbij komt nog iets anders om de hoek kijken, wat duidelijk wordt wanneer je naar het onderstaande plaatje kijkt. Het betreft een foto op hetzelfde beeldscherm, maar met verschillende beeldinstellingen. Hierdoor loop je het risico om in je beeldbewerkingsprogramma aanpassingen te doen terwijl het verschil eigenlijk te wijten is aan een niet-optimale schermweergave.

Daarom is het van groot belang om zowel je monitor als je printer te kalibreren. Hierbij stel je eventuele afwijkingen van deze apparaten ten opzichte van de standaardwaarden vast en corrigeer je deze indien nodig. Het is tevens verstandig om deze kalibratie periodiek te herhalen, aangezien afwijkingen in de loop der tijd kunnen veranderen, bijvoorbeeld als gevolg van slijtage.

‘Oogbal’-kalibratie (monitor)

Er zijn in principe twee methoden om je scherm te kalibreren: een meer professionele aanpak met speciale apparatuur (zoals een colorimeter) en een meer handmatige of visuele methode, waarbij je eventuele afwijkingen op basis van eigen waarneming vaststelt. In dit artikel gaan we ervan uit dat je niet beschikt over een colorimeter en dus op je eigen beoordelingsvermogen vertrouwt.

Een goed startpunt voor visuele kalibratie is de online test op www.xrite.com/hue-test, waarbij je blokjes verschuift totdat je ze allemaal correct hebt gesorteerd op kleurtint. Als je hier problemen mee hebt, is het wellicht handig om tijdens de visuele kalibratie hulp in te schakelen van iemand met een hoger ‘kleuren-IQ’.

Houd er rekening mee dat het (visuele) kalibratieproces ook door verschillende omgevingsfactoren kan worden beïnvloed, zoals de lichtinval. Deze hangt af van de plaatsing van je beeldscherm, de reflectie van muren en plafonds, evenals het type en de intensiteit van de verlichting. Zorg ervoor dat je monitor zo min mogelijk lichtbronnen reflecteert en schakel het apparaat enige tijd voor aanvang van de kalibratie in.

Kleurmodel Het verschil in kleurweergave tussen een beeldscherm en een afdruk op papier, is te verklaren door de twee verschillende kleurmodellen die worden gebruikt. Op een beeldscherm wordt kleur gegenereerd door een directe lichtbron die werkt met de primaire kleuren rood, groen en blauw (het RGB-model). Het aanvullende kleurmodel combineert deze drie kleuren op volle sterkte om wit te verkrijgen.

Bij printers verloopt het kleurproces heel anders. Het begint met wit papier, en naarmate de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) op elkaar worden gedrukt, neemt de lichtreflectie af en ontstaat zwart. Dit is het subtractieve kleurmodel. Om een dieper zwart te bereiken, wordt ook een zwarte inktkleur toegevoegd, bekend als het CMYK-model (Cyan, Magenta, Yellow, blacK).

Je kunt je ongetwijfeld voorstellen dat er slimme technieken nodig zijn om de kleuren van het RGB-model optimaal om te zetten naar het CMYK-model van je printer. Zoals je in het artikel zult lezen, speelt kleurbeheer op basis van kleurprofielen daarbij een prominente rol.

©StudioGraphic - stock.adobe.com

OSD-menu

De eenvoudigste kalibratie kan worden uitgevoerd vanuit het menu van je beeldscherm. De meeste monitors hebben knoppen waarmee je een On-Screen Display (OSD) kunt openen om verschillende instellingen aan te passen. Zorg er eerst voor dat je scherm is ingesteld op de aanbevolen resolutie, wat in Windows kan via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / Beeldschermresolutie. Houd ook een of twee degelijke referentieafbeeldingen bij de hand. Nuttige testafbeeldingen zijn te vinden op websites als Print Art, Gary Ballard en Lagom LCD Monitor Test Images.

Het geven van universele richtlijnen voor optimale instellingen via een OSD-menu is lastig, maar het is wel bekend dat gebruikers hun monitor vaak te helder en met te weinig contrast instellen. De kleurtemperatuur (color tone) van je monitor is ook belangrijk omdat dit bepaalt hoe we de kleur wit waarnemen, wat onder andere afhangt van de lichtbron. Over het algemeen is een meer neutrale instelling, zoals 6500 Kelvin (D65) meestal de beste keuze.

De meeste OSD-menu’s bieden ook de mogelijkheid om de RGB-waarden en de gammawaarde in te stellen. Laatstgenoemde bepaalt de helderheid van grijstinten. In principe maakt een lagere waarde deze tinten helderder, maar dit verhoogt wel het risico op een lichter en fletser beeld.

Kalibratiewizard

Beter nog dan kalibratie via het OSD-menu is de kalibratietool die standaard in Windows en macOS is ingebouwd. Deze bieden meer begeleiding en stellen op basis van je bevindingen automatisch ook een kleurprofiel samen (zie de paragraaf ‘Kleurprofiel’). We tonen kort hoe je de kalibratiewizard van Windows gebruikt.

Tik kalibreren in de Windows-zoekbalk en start Beeldschermkleur kalibreren op. Als je meerdere monitors hebt, verplaats dan het programmavenster naar de gewenste monitor. Volg de instructies om de gammawaarde te optimaliseren door de middelpunten van de cirkels minimaal zichtbaar te maken. Stel vervolgens helderheid en contrast in via het OSD-menu. Kalibreer daarna de kleurbalans met de schuifregelaars voor rood, groen en blauw. Vergelijk het resultaat met de knoppen Vorige kalibratie en Huidige kalibratie. Laat het vinkje staan bij ClearType Tuner starten […] als je ook een wizard voor scherpe tekstweergave wilt opstarten.

Kleurbereik De workflow bij het ophalen, bewerken en afdrukken van foto’s wordt ook bemoeilijkt door het feit dat niet alle apparaten dezelfde kleuren even nauwkeurig reproduceren. Zo worden op een monitor diepblauwe kleuren vaak beter weergegeven dan op een printer. Dit komt doordat deze apparaten een verschillende ‘gamut’ hebben, in het Nederlands kleurengamma, kleurbereik of kleuromvang. Relevante informatie over het gebruikte kleurbereik wordt doorgaans bewaard in een speciaal bestand, het zogeheten ICC-kleurprofiel (International Color Consortium).

Het kan dus voorkomen dat je uitvoerapparaat (een printer), een beperkter kleurbereik heeft dan je invoerapparaat (een scherm). Hierdoor kunnen bepaalde kleuren op het scherm niet nauwkeurig worden weergegeven op de printer, waardoor vervangende kleuren nodig zijn waar de printer wel mee overweg kan.

In de betere fotobewerkingsprogramma’s kun je dit vervangingsproces bijsturen via een render- of weergave-intentie.

©Sergio - stock.adobe.com

Printerkalibratie

Ook voor printerkalibratie zijn er professionele methodes, zoals een spectrofotometer met bijbehorende software. Deze meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum en kan op basis van je fotoafdrukken een optimaal kleurprofiel samenstellen. Dit kost je echter al snel enkele honderden euro’s.

Een alternatief is dat je dit proces uitbesteedt, bijvoorbeeld bij www.kleurprofiel.com. Je drukt dan eerst de beschikbare tiff-bestanden af zonder kleurcorrectie toe te passen, bijvoorbeeld met de gratis tool ACPU (Adobe Color Printer Utility, voor Windows en macOS). Schakel ook kleurbeheer of eventueel andere kleuraanpassingen in je printerdriver uit. Houd er verder rekening mee dat ook factoren als inktsoort en papiertype invloed kunnen hebben (waardoor je wellicht ook bij je printerproducent geen bruikbare profielen gaat vinden). Na het afdrukken kun je de prints naar de service sturen en tegen betaling kleurprofielen ontvangen.

‘Oogbal-kalibratie’ (printer)

Als je geen geld wilt uitgeven, kun je de kalibratie ook handmatig en visueel uitvoeren met geschikte afbeeldingen. Hierbij kun je gebruikmaken van afbeeldingen als bij het ‘OSD-menu’, door online te zoeken naar color chart calibration of door zelf een testafbeelding te maken. Bijvoorbeeld een vierkant met zuiver rood (RGB 255,0,0), waarbij je geleidelijk de 0-waarden verhoogt tot je puur wit krijgt (255,10,10; 255,20,20; …; 255,255,255). Doe hetzelfde voor groen (0,255,0) en blauw (0,0,255), en voeg eventueel ook ‘natuurlijke’ beelden toe die je vaak fotografeert.

Druk deze afbeeldingen af op het type papier dat je ook voor je foto’s gebruikt en bestudeer ze zorgvuldig, eventueel met een vergrootglas. Als er kleurafwijkingen zijn, kun je de printerinstellingen aanpassen. Ga hiervoor naar Instellingen van Windows, selecteer Bluetooth en apparaten, ga naar Printers en scanners, kies je printer en klik op Printereigenschappen. Hier kun je aanpassingen maken onder tabbladen zoals Algemeen (druk hier op de knop Voorkeursinstellingen en bekijk de diverse tabbladen) en Kleurbeheer.

Aangezien de kwaliteit en kleurweergave ook afhankelijk zijn van het papier, kun je overwegen om dezelfde printer meerdere keren te installeren met optimale instellingen voor elk papiertype. Geef elke printerconfiguratie een specifieke naam, zoals Mat fotopapier 200g.

Kleurprofiel

Goede kleurprofielen helpen om de kleuren optimaal te tonen op specifieke apparaten. Bij beeldschermen worden deze ICC-profielen vaak geleverd met het apparaat of zijn ze beschikbaar op de website van de fabrikant. Je kunt ook profielen vinden op de ICC Profiles and Monitor Calibration Settings Database (vanaf 1 dollar per maand).

Daarnaast kun je zoals gezegd zelf een kleurprofiel creëren via de ingebouwde kalibratiewizard van Windows. Na het voltooien van de wizard maakt Windows namelijk een ICC-bestand aan en koppelt dit meteen aan de monitor. Je kunt dit controleren door Windows-toets+R in te drukken, colorcpl uit te voeren en het juiste apparaat te selecteren. Het gekoppelde ICC-profiel wordt dan getoond. Als er meerdere zijn, kies dan het meest relevante en klik op Als standaardprofiel instellen. Als het goed is, is dit het ‘sRGB display profile’, gemaakt door de kalibratietool.

Om een ander profiel te kiezen, plaats je een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik op Toevoegen en kies het gewenste ICC-profiel. Standaard bewaart Windows ICC-profielen in de map %windir%\System32\spool\drivers\color.

Dit selectieproces is overigens ook van toepassing op printers, waarbij je bijvoorbeeld een profiel kunt kiezen dat is samengesteld met een spectrofotometer.

Bron

We gaan ervan uit dat je je monitor en printer goed hebt gekalibreerd en degelijke kleurprofielen aan je apparaten hebt gekoppeld. Er zijn echter nog enkele belangrijke punten om op te letten tijdens je workflow van camera tot scherm en printer.

Laten we beginnen met het opnameapparaat, zoals je digitale camera of smartphone. De meeste camera’s gebruiken standaard de kleurruimte sRGB, maar als Adobe RGB beschikbaar is, is het beter om die te selecteren vanwege het grotere kleurbereik. Als je camera het toelaat, is het nog beter om in RAW te fotograferen. Hierdoor kun je later in je RAW-fotobewerkingssoftware, zoals Adobe Lightroom of het gratis darktable, zelf de kleurruimte instellen en dus bepalen welke kleuren behouden blijven. Houd er rekening mee dat smartphones op dit gebied meestal minder flexibel zijn, en als ze al een kleurprofiel gebruiken, wordt dit meestal rechtstreeks in het bestand ingebed.

©Sergio - stock.adobe.com

Werkruimte

Voor het vervolg van de workflow nemen we het gratis GIMP als voorbeeld. Hoewel het kleurbeheer niet zo geavanceerd is als bijvoorbeeld Photoshop, is GIMP een gratis optie. Je kunt GIMP configureren om het ingebedde kleurprofiel van fotobestanden ongewijzigd te laten, om zo ongewenste automatische conversies te voorkomen. Ga naar Bewerken / Voorkeuren en open Kleurbeheer. Bij het onderdeel Beleid - Gedrag bij openen van bestanden kun je de instelling laten staan op Vragen wat te doen of kiezen voor Ingebed profiel behouden.

Bij Voorkeursprofielen kun je, indien gewenst, Adobe RGB selecteren als het RGB-profiel (je kunt dit profiel ook downloaden). Dit profiel wordt dan naast het ingebouwde RGB-profiel aangeboden.

Merk op dat de Beeldschermmodus standaard is ingesteld op Kleurbeheerd beeldscherm. In dit geval kun je bij Beeldschermprofiel verwijzen naar het kleurprofiel dat je via kalibratie hebt aangemaakt. Je kunt ook Optimaliseer beeldscherm voor instellen op Precisie/kleurgetrouwheid, tenzij je een snellere verwerking belangrijker vindt.

ASUS ProArt PA278QV

Monitor met ultieme kleurprestaties

Profielconversie

Bij het openen van een fotobestand met een afwijkend kleurprofiel verschijnt een dialoogvenster waarin je kunt aangeven hoe je wilt handelen: of je behoudt de oorspronkelijke werkruimte (aangeduid als kleurprofiel) of je converteert naar het ingebouwde sRGB-kleurprofiel. In het geval van de conversie naar sRGB wordt ook een renderintentie toegepast als bepaalde kleuren buiten de kleurruimte van de beoogde werkruimte vallen.

De standaard renderintentie is Relatief colorimetrisch. Hierbij wordt het witpunt van de invoer vergeleken met dat van de uitvoer, waarna alle kleuren die buiten de kleurruimte van de uitvoer vallen, worden verschoven naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren. Een andere veelgebruikte intentie is Perceptueel, waarbij geprobeerd wordt om de natuurlijke uitstraling van de afbeelding zo veel mogelijk te behouden. Als er geen kleurprofiel is ingesloten, selecteert GIMP automatisch het ingebouwde sRGB-kleurprofiel.

Overigens kun je de werkruimte ook aanpassen nadat je de foto hebt geopend. Ga naar Afbeelding / Kleurbeheer en kies voor Kleurprofiel toewijzen of Naar kleurprofiel converteren. In het laatste geval kun je ook zelf de renderintentie instellen. Als je eerder een voorkeursprofiel hebt toegevoegd, zoals Adobe RGB, kun je dit profiel hier terugvinden.

Afdruk

Nadat je alle gewenste aanpassingen aan je foto hebt gemaakt en klaar bent om deze naar je printer te sturen, is het een goed idee om het resultaat eerst op je scherm te bekijken via afdruksimulatie, ook wel bekend als ‘soft proofing’. Ga hiervoor opnieuw naar Bewerken / Instellingen / Kleurbeheer. In het gedeelte Afdrukvoorbeeld selecteer je het kleurprofiel van je printer en kun je de renderintentie instellen (probeer zowel Relatief colorimetrisch als Perceptueel uit. Stel bij Optimaliseer afdrukvoorbeeld voor bij voorkeur Precisie/kleurgetrouwheid in en zorg ervoor dat je de optie Kleuren buiten het gamut markeren met de gewenste kleur aanvinkt. Hierdoor kun je op het scherm duidelijk zien welke kleuren je printer(profiel) mogelijk niet perfect kan weergeven. Ga hiervoor naar Beeld / Kleurbeheer en activeer Afdrukvoorbeeld.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Review Dreame L10s Ultra (2nd gen) – Goedkoper en beter dan voorganger
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L10s Ultra (2nd gen) – Goedkoper en beter dan voorganger

Tot onze verbazing zien we dat de Dreame L10s Ultra (2nd gen) een van de grootste nadelen van zijn voorganger zomaar wegneemt: deze nieuwe robotstofzuiger is namelijk honderden euro's goedkoper dan zijn voorganger ooit geweest was. Sterker nog: ook nu nog is eerste L10s Ultra duurder dan zijn opvolger. Tijd om te bekijken hoe de Gen 2 in de praktijk presteert.

Uitstekend
Conclusie

Dreame heeft met de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) een fijne balans gevonden tussen een uitgebreide en functionele robotstofzuiger en een redelijke prijs. De maximaal 700 euro die je betaalt, is geen immens hoog bedrag voor de prestaties die je in huis haalt. Je krijgt bovendien toegang tot allerlei premium functies, zoals uitschuifbare dweilpads en de borstel. Je moet er wel rekening mee houden dat je soms de dweil zelf even moet schoonmaken om de prestaties op hoog niveau te houden, maar verder vinden we deze robotstofzuiger top.

Plus- en minpunten
  • Flinke zuigkracht
  • Dweilen gaat veel beter
  • Uitschuifbare onderdelen
  • Aanpassingsmogelijkheden
  • Overzichtelijke app
  • Navigatie gaat beter
  • Prijs-kwaliteitverhouding
  • Objectherkenning niet altijd accuraat
  • Vereist wat handmatig onderhoud
  • Geen warm water
  • Dweil schoonmaken duurt lang
  • Hardnekkige viezigheid kan achterblijven

De Dreame L10s Ultra (2nd Gen) heeft een adviesprijs van 699 euro, maar is nu al online verkrijgbaar voor minder. Als je de introductieprijs van de voorganger in het achterhoofd neemt (meer dan duizend euro) dan begrijp je dat we daar enigszins verrast over zijn. Dat model uit begin 2023 beviel, maar stelde ook teleur op een aantal vlakken. Zo botste het nog wel eens ergens tegenaan, had je nog wat handmatig onderhoud, werd het tapijt niet goed schoongemaakt, was de app onoverzichtelijk en zat je als het ware vast aan de schoonmaakmiddelen van Dreame.

Zijn opvolger doet een hoop dingen anders, terwijl de ervaring toch grotendeels hetzelfde blijft. Daarmee bedoelen we dat fabrikant Dreame een aantal negatieve aspecten aangepakt heeft, en de positieve eigenschappen heeft behouden. En dat zonder de prijs te verhogen. Ergens kon dat ook niet anders, gezien het bestaan van bijvoorbeeld de Dreame X40 Ultra en de aankomende X50 Ultra. Die nemen het stokje over van de meest dure Dreame-robots van dit moment, waardoor de vernieuwde L10s Ultra een lager prijskaartje hanteert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Navigeren gaat goed, maar…

De robot en de basis hebben eenzelfde, stijlvol en praktisch ontwerp als andere Dreame-robotstofzuigers en zijn daardoor inmiddels heel herkenbaar. Voor- en bovenop tref je de middelen aan voor objectherkenning, zoals een camera en een laser (LiDAR). Hoewel dit model wel over objectherkenning beschikt, zit er geen AI-camera aan boord (zoals op de duurdere stofzuigers). Over het algemeen navigeert de robot goed door het huis en vermijdt hij verschillende soorten spullen die op de grond liggen en staan.

Waar deze stofzuiger een beetje moeite mee heeft, zijn smalle openingen. Het lijkt net alsof het apparaat een bepaalde route niet 'durft' te nemen uit angst om ergens vast te komen zitten. Daardoor kan het gebeuren dat specifieke plekjes niet meegenomen worden. De objectherkenning laat ook nog wel een iets te wensen over. Het kan zijn dat de robot over kabels heenrijdt en daardoor zichzelf vastrijdt (als het dikke kabels zijn) of iets opzuigt (als het dunne kabels zijn). Bij ons lieten de dweilpads daardoor ook een keer los; die bleven hangen achter een dikke stekkerkabel.

©Wesley Akkerman

Apart bakje voor reinigingsmiddel

Net als de voorganger kan ook de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) zijn twee roterende dweilpads niet achterlaten op het basisstation. Daardoor kunnen dat soort dingen zoals in de alinea hierboven beschreven nog wel eens fout gaan. Als zoiets gebeurt, dan stopt de robot met werken totdat je hem geholpen hebt. Als je dan op dat moment niet thuis bent, dan heb je pech. Gezien de prijs hebben we daar minder moeite mee dan voorheen, maar het kan het gebruik van een robotstofzuiger wel in de weg zitten. Helemaal als het apparaat ergens onder het bed stilstaat, en je er dus moeilijk bij kunt

Gelukkig heeft het basisstation wel een waardevolle upgrade gekregen in de vorm van een apart zeepbakje. Naast een bak voor schoon en een bak voor vies water, heb je nu een aparte bak waar je vloerreiniger in kunt stoppen. Dreame raadt uiteraard zijn eigen schoonmaakmiddelen aan, maar niets staat je in de weg zelf een middel uit te kiezen.

Helaas biedt dit model ook geen droogfunctie aan voor de gebruikte dweilpads. Ze worden wel schoongemaakt op het station, maar het duurt even voordat ze helemaal schoon en droog zijn voor de volgende ronde.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Maakt veel beter schoon

In vergelijking met de vorige versie maakt de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) veel beter schoon langs randen. Dan bedoelen we langs de muren en plinten, maar ook de rand van een vloerkleed. Het gevaarte op wielen maakt dan kleine, schuine bewegingen heen en weer en rijdt kort van voren naar achteren om precies tot aan de rand schoon te kunnen maken. Het slaat in dat proces weinig tot geen stukken vloer over. Wel kan deze robotstofzuiger in een enkel geval nog wel eens met de natte dweil op het vloerkleed komen. Maar dat is niets om je zorgen om te maken.

Qua zuigkracht is het systeem er eveneens flink op vooruitgegaan, van 5300 Pa naar 10.000 Pa. Daardoor blijft er vrijwel geen stof achter op de plekken waar de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) komt. Het kan zijn dat hij nog wel eens wat achterlaat op een hoogpolig kleed. Ook de hoekjes in huis worden niet superschoon, ondanks de uitschuifbare borstel. Maar eerlijk is eerlijk: de robot doet het veel beter dan de Dreame L10s Ultra. De borstel, gemaakt van kunststof, snijdt eventuele haren (van bijvoorbeeld huisdieren of jezelf, als je lang haar hebt) niet voor je kapot; dus je hebt zelf nog wat onderhoud aan het af en toe haarvrij maken van de borstel.

Overzichtelijke app

Dweilen gaat het systeem nog even goed af. Vooral voor het dagelijkse of wekelijkse onderhoud is de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) uitermate geschikt, aangezien hij genadeloos afrekent met oppervlakkige vlekken. Als je wat meer hardnekkige viezigheid aan de vloer laat plakken, weet de robot daar ook nog wel raad mee. Vettigheid en opgedroogde troep kunnen echter een uitdaging vormen – waarschijnlijk omdat de stofzuiger geen gebruik maakt van warm water. De dweilpads zijn overigens eveneens uitschuifbaar, wat het schoonmaken ten goede komt.

Via de overzichtelijke app kun je heel snel bepalen hoeveel water en zeep de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) moet gebruiken. Wellicht helpt het om die hoeveelheid aan te passen, waardoor hardnekkige viezigheid ook zou kunnen verdwijnen – maar meer water en zeep is geen garantie voor succes. Verder bepaal je in de app de zuigkracht, in welke mate de stofzuiger zijn rondes doet (met ruime of minder ruime bochten) en zie je hoe het gesteld is met de verschillende onderdelen. Met die laatste functionaliteit kun je goed zien wanneer iets aan vervanging toe is of wanneer je ergens een lapje over moet halen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Dreame L10s Ultra (2nd Gen) kopen?

Tot slot is het goed om te zien dat de accu ruim drie uur meegaat. Dat is deels afhankelijk van de instellingen die je zelf prefereert, maar dan nog is het een zeer nette score. Dit voorkomt dat de robot lange omwegen moet maken om tussentijds op te laden, waardoor het werk sneller gedaan kan worden. Verder moet je qua onderhoud dus rekening houden met vastgelopen haren, de oprit (die snel vies wordt) en zowel de water- als zeepbakken. Niet heel veel meer dus dan bij duurdere modellen; maar vooral dat vastgelopen haar kan irritant worden.

Onderaan de streep vinden we dat Dreame met de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) een fijne balans heeft gevonden tussen een uitgebreide en functionele robotstofzuiger en een redelijke prijs. De maximaal 700 euro die je betaalt, is geen immens hoog bedrag voor de prestaties die je in huis haalt. Je krijgt bovendien toegang tot allerlei premium functies, zoals uitschuifbare dweilpads en de borstel. Je moet er wel rekening mee houden dat je soms de dweil zelf even moet schoonmaken om de prestaties op hoog niveau te houden, maar verder vinden we deze robotstofzuiger top.

▼ Volgende artikel
Maakt je blender lawaai? Zo los je het op
© InsideCreativeHouse
Huis

Maakt je blender lawaai? Zo los je het op

Een blender of een keukenmachine maakt geluid, dat is nu eenmaal zo. Er zitten bewegende onderdelen in, en er komt flink wat kracht bij kijken. Maar wat als je blender meer lawaai maakt dan zou moeten? Gelukkig kun je dat vaak zelf oplossen. Hier lees je hoe.

In dit artikel lees je:

  • Waarom je blender zo'n herrie maakt
  • Dat dat eigenlijk best logisch is
  • Dat je er (misschien) toch iets aan kunt doen

Lees ook: 9 dingen die je óók met je blender kunt maken

Waarom maakt mijn blender lawaai? 

De messen van een blender draaien doorgaans in de rondte met zo'n 20.000 toeren per minuut – bijna tien keer zo veel als de wielen van je auto als je lekker aan het cruisen bent. Geen wonder dus dat daar wat geluid bij komt kijken. 

Oudere blenders maken vaak meer lawaai dan nieuwe, en hoe langer je je blender hebt, des te meer geluid hij gaat maken, omdat de onderdelen verouderd raken. Daar is verder weinig aan te doen, behalve een nieuwe blender kopen. 

Stille blenders

Er zijn steeds meer stille blenders op de markt, al blijven ze natuurlijk altijd geluid maken. Doorgaans geldt dat hoe krachtiger het model, des te hoger de geluidsproductie. Denk dus goed na of je wel de krachtigste blender nodig hebt, of dat je het met een simpeler – en stiller! – model af kan. 

Fabrikanten doen er ook steeds meer aan om het geluid tegen te houden, bijvoorbeeld door een geluidsreductiesysteem en een slimme vorm van de messen en de glazen kan. Nieuwer is niet altijd beter, maar in dit geval vaak wel. 

©HP

Resonantie

Een van de hoofdredenen van een luide blender is de resonantie in de rest van je keuken. Probeer je blender maar eens op te tillen tijdens het blenden: dan hoor je meteen een stuk minder. Dat komt doordat het geluid doordreunt in het keukenblad, of zelfs in de muren waar de blender bij in de buurt staat. 

Zorg er dus voor dat de blender zo vrij mogelijk staat, niet tegen de muur en er ook niet vlakbij. Je kunt ook tijdelijk een handdoek of theedoek onder de blender leggen om het doordreunen te voorkomen, al moet je er wel voor zorgen dat het apparaat waterpas blijft staan. 

Veel blenders en keukenmachines hebben zuignappen, zodat ze wel op hun plek blijven staan, maar niet direct met het aanrechtblad in aanraking komen. Dat scheelt ook weer een slok op een smoothie! 

Conclusie

Je blender maakt nu eenmaal geluid, daar is weinig aan te doen. Je kunt het wel binnen de perken houden door te zorgen dat de blender goed waterpas staat en dat alle onderdelen goed schoon zijn. Zet hem niet tegen of in de buurt van de muur, en zet hem eventueel op een handdoek of theedoek om de ergste trillingen te voorkomen. En anders kun je natuurlijk altijd op zoek gaan naar een nieuwe, stille blender.