ID.nl logo
10 tips voordat je werkgeheugen gaat uitbreiden
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

10 tips voordat je werkgeheugen gaat uitbreiden

Een kijkje op een website van een computerwinkel naar werkgeheugen levert termen op als DDR, MHz, CAS Latency, SO-DIMM en 204-pins. Voor elk type computer is werkgeheugen beschikbaar, maar hoe weet je nu precies welk geheugen voor jouw systeem geschikt is? In dit artikel lees je er alles over.

Tip 1: Geheugen

Als we het over geheugen hebben voor een computer, smartphone of tablet bedoelen we in de meeste gevallen het werkgeheugen van een systeem. Andere woorden die vaak gebruikt worden, zijn intern geheugen of RAM-geheugen (Random Access Memory). Dit soort geheugen heeft een computersysteem nodig om te kunnen functioneren. Het schrijft tijdelijk data in het geheugen zodat programma's kunnen draaien of processen in de computer kunnen worden gedaan. Meer geheugen zorgt ervoor dat je systeem sneller draait en in de meeste gevallen kun je zelf het aantal gigabytes werkgeheugen upgraden. Verwissel de term intern geheugen niet met opslagruimte.

Voorbeelden van opslagruimte zijn harde schijven, geheugenkaartjes of SSD-schijven. Deze componenten worden gebruikt om bestanden en data permanent op te slaan. In het geval van werkgeheugen heb je zelf geen invloed op wat er naar het geheugen wordt geschreven en als je de computer, smartphone of tablet uitzet, verdwijnt de data weer uit het werkgeheugen. Dit komt omdat werkgeheugen vluchtig geheugen (volatile memory) is, dat stroom nodig heeft. Een opslagmedium zoals een harde schijf heeft geen stroom nodig om data te bewaren en wordt niet-vluchtig of permanent geheugen (non-volatile memory) genoemd.

©PXimport

Werkgeheugen oftewel RAM.

Tip 2: DRAM en SRAM

Er zijn verschillende vormen werkgeheugen, maar voor computers, smartphones en tablets hebben we het over RAM-geheugen. Geheugen kan statisch of dynamisch zijn en het verschil zit hem in de manier waarop het geheugen de data vasthoudt. Moderne computers maken vrijwel altijd gebruik van dynamisch RAM-geheugen, de afkorting voor dynamisch RAM-geheugen is DRAM. SRAM staat voor statisch RAM en wordt in een computer veelal gebruik als cpu-cache, een soort geheugenhulpje van de processor in de computer. Een veelgebruikte term is bovendien SDRAM, een beetje een ongelukkige keuze aangezien dit een combinatie van SRAM en DRAM impliceert, maar SDRAM is DRAM dat gesynchroniseerd wordt met de systeembus van de computer. De afkorting staat dan ook voor Synchronous Dynamic Random Access Memory. SDRAM is de huidige generatie DRAM en vind je in bijna elke computer, smartphone of tablet terug.

©PXimport

SDRAM DDR3-werkgeheugen.

Tip 3: DDR

Om het geheel nog een beetje ingewikkelder te maken, hoort bij het begrip SDRAM nog de toevoeging DDR. DDR staat voor Double Data Rate en is een uitbreiding van de originele SDRAM-standaard. Op dit moment is DDR3-geheugen in de meeste computers ingebouwd, maar oudere modellen hebben wellicht DDR2-geheugen nodig.

DDR4 bestaat sinds 2014. Het is belangrijk om te weten welk soort DDR-geheugen je nodig hebt voor jouw systeem. Als je wilt weten welk geheugen in je computer is ingebouwd, download je het programma Speccy door hier op Free Download te klikken. Op de volgende pagina klik je op één van de aangeboden downloadlocaties, bijvoorbeeld Piriform.com. Installeer het programma en zorg dat je het vinkje weghaalt voor Installeer Google Toolbar gratis in combinatie met Speccy. Als je het programma start, zie je onder RAM het type RAM dat in je computer is geïnstalleerd.

Op de Mac klik je op het Apple-logo links bovenin en kies je Over deze Mac. Klik op Meer info en achter geheugen staat het type geheugen dat in je Mac is geïnstalleerd.

©PXimport

Speccy geeft aan dat in de computer 4GB DDR2 RAM is geïnstalleerd.

Tip 4: MHz en ECC

Naast het type SDRAM is het ook belangrijk te kijken naar de klokfrequentie of kloksnelheid van het geheugen. Dit wordt aangegeven in MHz (megahertz). Een moederbord ondersteunt meestal maar een bepaald aantal soorten klokfrequenties, je moet geheugen kopen wat door je moederbord wordt ondersteund. Dit vind je bij de specificaties in de handleiding van je moederbord. Er worden verschillende getallen gebruikt om RAM-modules te onderscheiden. In het geval van een DDR3-module met een klokfrequentie van 200 MHz kun je deze waarde met acht vermenigvuldigen om de datatransfer per seconde uit te vinden. In dit geval is dit 1600. Dit DDR-geheugen wordt daarom ook DDR3-1600 genoemd. Om het nog ingewikkelder te maken, wordt dit geheugen ook wel eens aangeduid met het voorvoegsel PC. In dit geval vermenigvuldig je 1600 nog eens met acht. DDR3-1600-geheugen kan dus ook PC-12800-geheugen worden genoemd.

©PXimport

Deze tabel geeft aan hoe een bepaalde RAM-module ook wel genoemd wordt.

Twee andere termen die je vaak tegenkomt in combinatie met de klokfrequentie zijn ECC (Error Code Correction) en Buffered (ook wel Registered genoemd). Een moederbord kan vragen om alleen ECC-geheugen te gebruiken, of juist ECC-geheugen weigeren. Dit staat allemaal beschreven in de specificaties van je moederbord. Je kunt ECC-geheugen vaak herkennen aan het feit dat er negen chips aan elke kant van de module zitten, bij non-ECC-geheugen zijn dit er acht per kant. Registered geheugen wordt soms aangeduid als RDIMM en is duurder dan Unregistered-geheugen (UDIMM).

Tip 5: DIMM en SO-DIMM

Desktop-geheugen wordt ook wel DIMM genoemd, dit staat voor Dual InLine Module. DIMM is de opvolger van SIMM en is in vrijwel alle desktopcomputers te vinden. Geheugenmodules voor laptops worden aangeduid met SO-DIMM, oftewel Small Outline Dual InLine Module. Elk type DDR-geheugen heeft echter een andere vorm en een verschillend aantal connectiepunten. Deze connectiepunten worden pins genoemd. Origineel DDR-geheugen voor de desktop heeft 184pins-connectoren, DDR2 en DDR3 voor de desktop hebben beide 240 pins, maar zijn niet onderling met elkaar te combineren. Desktop-DDR4 heeft 288 pins. De SO-DIMM-varianten van de DDR-types hebben andere pin-aantallen. Origineel SO-DIMM DDR- en SO-DIMM DDR2-geheugen hebben 200 pins, SO-DIMM DDR3-geheugen heeft 204 pins en SO-DIMM DDR4 heeft 260 pins. Verschillende types DDR-geheugen zijn niet met elkaar te combineren in één systeem. In sommige gevallen accepteert een moederbord zowel DDR2- als DDR3-geheugen, maar vaak zijn deze twee varianten niet gelijktijdig te gebruiken.

©PXimport

Twee SO-DIMM DDR4-modules.

Tip 6: Andere specificaties

Als je op een website op zoek gaat naar geheugen, kom je nog een paar andere begrippen tegen. Veelgebruikte termen zijn heat spreader en heat sink. Deze begrippen betekenen dat de RAM-modules voorzien zijn van een koelblokje. Als normale gebruiker is dit niet per se noodzakelijk, maar als je bijvoorbeeld het voltage hebt verhoogd om je RAM-modules sneller te laten werken, kan het zijn dat ze sneller warm worden en dan is een koelblokje een zinvolle aanvulling. Een ander veelgebruikt begrip is CAS Latency (CL). Deze waarde geeft aan wat de wachttijd is tussen het moment dat de geheugencontroller een opdracht geeft aan de modules om ruimte vrij te maken en het moment dat deze ruimte beschikbaar is op de module. Des te lager het getal, des te beter.

©PXimport

Deze module heeft een CL-waarde van 15.

Tip 7: Paren

Het wordt aangeraden om RAM-geheugen in paren te installeren omdat dit de prestatie ten goede komt. Als je de keuze hebt, kies dan ook twee modules van dezelfde fabrikant met exact dezelfde specificaties. Wil je in totaal 8 gigabyte aan werkgeheugen hebben, schaf dan beter twee modules van 4 gigabyte aan dan één van 8 gigabyte. Het beste is om twee identieke modules naast elkaar te installeren. Het voordeel hiervan is namelijk dat een modern moederbord zo de dual-channel-functionaliteit kan activeren. Dit komt erop neer dat de doorvoersnelheid beter is dan bij het installeren van slechts één geheugenmodule.

©PXimport

Aan de linkerkant de vier DIMM-sleuven. Een nieuw paar RAM-modules plaats je in beide gele sleuven of in beide oranje sleuven.

Het is wel belangrijk dat je de modules in de goede sleuven plaatst. Op moederborden met meerdere sleuven worden deze met een kleur gecodeerd. Helaas is hier nog geen standaardisatie, bij sommige moederborden betekent dezelfde kleur dat je daar de nieuwe RAM-modules moet plaatsen, bij andere moederborden betekenen gelijke kleuren juist dat je hier geen gekoppelde modules moet plaatsen. Lees bij twijfel de handleiding van het moederbord even door. Sommige computerfabrikanten eisen de installatie van paren, een Mac kan bijvoorbeeld het geheugen weigeren als het niet in paren is geïnstalleerd. Sommige computers hebben ook RAM-geheugen in configuraties van drie modules nodig.

Tip 8: Mobiele apparaten

Smartphones en tablets hebben ook RAM-geheugen, maar uiteraard is er in deze apparaten geen ruimte voor DIMM- of SO-DIMM-modules. RAM in mobiele apparaten is vaak ook van het type DDR3 of DDR4, maar heeft de toevoeging LP (Low Power). Low Power betekent dat ze minder energie verbruiken, maar daardoor is LPDDR-geheugen wel minder snel dan zijn DIMM-broertjes en -zusjes. Dit is niet erg aangezien mobiele besturingssystemen ook minder van het werkgeheugen verlangen dan besturingssystemen van computers. LPDDR kan verschillende vormen aannemen, maar in de meeste gevallen betreft het een chip die op het moederbord van de smartphone of tablet is vastgezet. Dit betekent dat LPDDR-geheugen ook niet is uit te wisselen. Sommige netbooks maken overigens ook gebruik van LPDDR, de MacBook Air is hier een bekend voorbeeld van.

©PXimport

De MacBook Air maakt ook gebruik van LPDDR-geheugen. Ruimtebesparend, maar niet uit te wisselen.

Tip 9: Geheugen uitwisselen

Voordat je het werkgeheugen van je computer of laptop gaat wisselen, is het van belang dat je je statisch ontlaadt. Dit kan door middel van een antistatische armband waarvan je de ene kant om je pols bindt en de andere kant aan een geaard element zoals een computerkast vastmaakt. Ben je niet geaard, dan kan een statische schok ervoor zorgen dat je de componenten in je computer ruïneert. Hoe je het werkgeheugen wisselt, is per computer verschillend, maar bij de meeste desktopcomputers druk je met twee handen op beide plastic klemmetjes die het geheugen vasthouden. Het geheugen komt een beetje omhoog en je kunt het er zo uitnemen. Bij laptops is het principe vaak hetzelfde maar doordat de ruimte beperkt is en de onderdelen veel kleiner zijn, kan het verwisselen van geheugen een delicaat klusje zijn. Lees in ieder geval voor je begint even de handleiding van je computer door voordat je de kast openschroeft.

©PXimport

Met een antistatische armband verhinder je dat je de componenten van je computer kapot maakt.

Tip 10: Android-smartphone

Ondanks dat je het werkgeheugen van je smartphone eigenlijk niet kunt uitbreiden, is het via een hack wel mogelijk om dit met een Android-toestel te doen. Je moet hiervoor het apparaat wel 'rooten' waardoor je toegang krijgt tot allerlei systeemfuncties. Hoe je een toestel moet rooten, wordt op deze site uitgelegd. Maar pas hiermee op: als je niet weet wat je doet, kan het ook flink misgaan.

©PXimport

Met deze app kun je een SD-kaart als extra RAM-geheugen inzetten.

Heb je een geroot toestel, dan kun je vervolgens met de app Roehsoft RAM-Expander (SWAP) uit de Play-store een MicroSD-kaartje gebruiken als extra RAM-module. Hoe dit in zijn werkt gaat, lees je in de app. Je hebt er wel een MicroSD-kaartje van minstens vier gigabyte voor nodig, de app maakt namelijk een bestand van vier gigabyte aan om als werkgeheugen te kunnen gebruiken. Let er bij aanschaf wel op dat je een goede MicroSD-kaart koopt. De kwaliteit van SD-kaarten wordt met klassen aangegeven. Class4 wordt minstens aangeraden, Class 10 is de beste keuze. Het extra werkgeheugen zal overigens nooit zo snel kunnen werken als het interne LPDDR-geheugen van je smartphone. Voordat je de app aanschaft, is het handig om eerst met de app MemoryInfo & Swapfile Check te verifiëren of jouw Android-toestel geschikt is voor deze RAM-uitbreiding.

Kooptips

RAM-modules zijn er in alle soorten en maten en vaak kun je de één niet met de ander vergelijken omdat niet elke pc dezelfde modules accepteert. Deze drie opties zijn de beste in hun prijsklasse.

HyperX Fury DDR3-1600 4GB

Prijs: € 29,95

Deze module van vier gigabyte herkent automatisch het host-platform en klokt over naar de hoogst haalbare frequentie. De Fury heeft een CL-waarde van 10 en is geschikt voor gebruikers die nét iets meer willen dan alleen e-mail checken. Door het koelplaatje wordt de module nooit te heet.

©PXimport

Corsair Vengeance DDR3-1600 2x8GB

Prijs: € 119,-

Met deze kit van Corsair bouw je 16 gigabyte in je laptop (mits die dit ondersteunt). De twee modules van elk acht gigabyte hebben een CL-waarde van 10 en een kloksnelheid van 1600 MHz. Ze zijn perfect geschikt voor laptops met Intel Core i5- en i7-processoren.

©PXimport

Crucial Ballistix DDR4-2400 4x8GB

Prijs: € 169,-

32 gigabyte in je computer en dan ook nog eens DDR4-geheugen. Met deze modules van Crucial haal je het nieuwste van het nieuwste in huis. Ze zien er niet alleen erg mooi uit, door de behuizing wordt de warmte ook optimaal verdeeld.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: