ID.nl logo
Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)
© Robert Daly/KOTO
Huis

Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)

Kijk je graag films of series zoals ze bedoeld zijn? Dan heb je vast weleens gehoord dat je je televisie moet kalibreren. In professionele kringen is dat dé manier om kleur, contrast en helderheid perfect af te stemmen. Maar hoe haalbaar is dat voor thuisgebruik? En wat kun je zelf doen om het beeld te verbeteren zonder dure meetapparatuur?

Dit ga je lezen

In dit artikel leggen we uit wat kalibratie precies inhoudt, waarom het zo lastig is om zelf te doen, en welke eenvoudige instellingen je wél kunt aanpassen voor beter beeld. Ook bespreken we hoe je dit aanpakt bij deze televisiemerken: Samsung LG Sony Philips Panasonic TCL Hisense

Lees ook: Tv direct na aankoop laten kalibreren: zinvol of niet?

Wat is een gekalibreerd beeld?

Een gekalibreerd beeld voldoet aan internationale normen voor helderheid, kleur en contrast. Zo zie je wat de regisseur of producent voor ogen had. Bij nieuws en sport vertaalt dat zich in natuurlijke kleuren, met name bij huidskleuren. Onze ogen herkennen die immers feilloos. Films zijn wat lastiger, omdat makers vaak opzettelijk een bepaalde kleurtoon gebruiken – neem bijvoorbeeld een film als The Shape of Water, die bewust groenig is. Juist dan is een goede afstelling belangrijk. Alleen dan zie je alle details in donkere scènes en blijft de sfeer van het beeld overeind.

Zelf kalibreren: kan dat eigenlijk?

Ja, maar het is niet eenvoudig. Je hebt gespecialiseerde apparatuur nodig zoals een kleurmeter, software en een patroongenerator. Dat kost je al snel honderden tot duizenden euro's. Daarnaast moet je metingen correct uitvoeren en de data goed kunnen interpreteren. Er is online wel hulp te vinden, maar het blijft ingewikkeld. Voor de meeste mensen is zelf kalibreren daarom geen realistische optie, tenzij je er diep induikt als hobby.

Wat kun je dan wél doen?

Met de juiste instellingen kom je verrassend dicht in de buurt van een gekalibreerd resultaat. Zo'n 90 tot 95 procent, en dat zonder extra apparatuur.

Begin met het kiezen van de juiste beeldmodus. Zet je televisie op Film, Bioscoop, Cinema of – bij Sony – op Professioneel. Heeft je tv een Filmmaker Mode? Gebruik die dan. Voor sport is het prettig om de optie voor vloeiender beeld in te schakelen. Die vind je onder Motion- of Beweging-instellingen. Games speel je het beste in Game- of Spelmodus.

Beeldmodi zoals Film of Filmmaker Mode zijn vaak wat donkerder ingesteld. Pas de helderheid aan via opties als Achtergrondverlichting, OLED-helderheid of Helderheid. Activeer ook de lichtsensor, zodat de tv zich automatisch aanpast aan het omgevingslicht.

Wat is Filmmaker Mode en waarom zou je dit gebruiken?

Sommige televisies bieden een speciale beeldinstelling genaamd Filmmaker Mode. Deze modus is ontwikkeld in samenwerking met filmmakers en studio's, met als doel het beeld precies zo weer te geven als bedoeld. Alle nabewerking zoals ruisonderdrukking, verscherping of bewegingscompensatie wordt uitgeschakeld. Kleuren, contrast en beeldverhoudingen blijven ongemoeid. De beeldinstelling schakelt automatisch in als je televisie de juiste metadata in een film of serie herkent. Werkt dat niet automatisch, dan kun je de modus handmatig selecteren. Je vindt hem meestal tussen de beeldmodi, net als de opties voor Film of Cinema. Niet elke televisie biedt deze stand, maar steeds meer merken ondersteunen hem – vooral in de midden- en hogere prijsklasse. Filmmaker Mode is bedoeld voor standaardbeeld (SDR), maar je kunt dezelfde filosofie toepassen op HDR-beelden. Kies in dat geval de Film-modus voor HDR-bronnen. Kijk je naar iets in Dolby Vision, dan is 'Dolby Vision Donker' of 'Dolby Vision IQ' meestal de beste keuze. Die modi respecteren grotendeels de oorspronkelijke kleurinstellingen, maar houden ook rekening met de omgeving waarin je kijkt.

©Eric Beeckmans


Ook interessant: Zo kies je de ideale televisie voor jouw woonkamer

Verschillende instellingen voor overdag en 's avonds

Het licht in je kamer verandert flink gedurende de dag. Bij veel daglicht kun je baat hebben bij een iets fellere helderheid, terwijl 's avonds een zachter beeld prettiger is voor je ogen. Hoewel de lichtsensor dit automatisch kan regelen, kun je ook zelf twee aparte beeldmodi instellen: een voor overdag en een voor 's avonds.

De meeste tv's laten je per ingang of beeldbron afzonderlijk instellingen opslaan. Je zou bijvoorbeeld de HDMI-poort van je mediabox kunnen instellen op een felle variant van de Film-modus, en de ingebouwde streaming-apps juist op een zachtere versie. Ook kun je sommige instellingen kopiëren of opslaan als aangepaste modus.

Zo schakel je snel tussen twee beelden die aansluiten bij de sfeer en verlichting in je kamer, zonder steeds handmatig de helderheid of kleur aan te passen.

©Eric Beeckmans

Waarom die lichtsensor zo belangrijk is

Je ogen nemen kleuren en contrast anders waar bij veel of weinig licht. Overdag lijken donkere scènes soms flets, terwijl diezelfde scènes in een verduisterde kamer ineens veel detail tonen. De lichtsensor past het beeld automatisch aan op basis van het omgevingslicht. Opties voor helderheid en donkere details mag je activeren. Soms zijn er ook opties om de kleurtemperatuur automatisch aan te passen; die raden we af.

Zo stel je de lichtsensor in per merk
  • Samsung: Instellingen, -> Algemeen en Privacy, -> Aan/uit en spaarstand, Helderheidsoptimalisatie.
  • LG: Instellingen, -> Algemeen, -> Energiebesparing; zet de Energiebesparingsstap op Automatisch.
  • Sony: Instellingen, -> Weergave en geluid, -> Beeld, -> Omgevingslichtsensor. Zet deze aan, en activeer Automatisch Luminantieniveau.
  • Philips: Instellingen, -> Weergave en Geluid, -> Beeld, -> Optimalisatie lichtniveau.
  • Panasonic: Hoofdmenu, -> Beeld, -> Instellingen omgevingssensor.
  • TCL: Instellingen, -> Beeld en geluid, -> Intelligente instellingen -> Intelligent beeld, -> Aanpasbare helderheid.
  • Hisense: Instellingen, -> Beeld, -> Achtergrondverlichting -> Automatische Lichtsensor.

Wat je beter niet kunt doen

Laat instellingen rond kleur en contrast zoveel mogelijk met rust. Die zijn bedoeld voor professionele afstelling en kunnen je beeld ook verslechteren. Instellingen voor scherpte en bewegingsscherpte zijn minder risicovol: daarmee kun je rustig experimenteren. Als het resultaat tegenvalt, kun je altijd de beeldmodus terugzetten naar de fabrieksinstellingen.

Geef jezelf even de tijd

Een tv die goed staat afgesteld oogt in het begin misschien wat vlak of flets. Maar na een paar dagen wennen merk je dat het beeld rustiger, natuurlijker en prettiger is om naar te kijken. Zet je het daarna terug naar de oorspronkelijke modus, dan lijkt het al snel te fel en te overdreven scherp. Dus neem even de tijd. Met een beetje geduld geniet je dan van beeld zoals jij dat het mooist vindt!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.