ID.nl logo
Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen
© Lucky Ai
Huis

Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

FPS, dynamisch bereik, UHD, tonemapping, upscaling … Ben je op zoek naar een nieuwe televisie, dan kom je allerlei technische termen en afkortingen tegen. Handig, dat jargon – als je tenminste weet wat het allemaal betekent. Hoog tijd dus om al die technische termen eens goed uit te leggen, zodat jij weet waar je naar moet kijken wanneer je een nieuwe televisie gaat kopen.

Bij ieder apparaat vind je de nodige specificaties die gaan over de functies van dat specifieke toestel. Dat geldt ook voor televisies: diverse termen worden op je afgevuurd, maar je ziet dan al snel de bomen door het bos niet meer. Tijd dus voor een lesje in televisie-technieken. We beginnen eerst met de meest eenvoudige.

Resolutie: De resolutie is waarschijnlijk een van de eerste onderdelen waar je naar kijkt bij de aanschaf van een televisie. Dit geeft namelijk aan uit hoeveel pixels een tv-scherm bestaat. Let wel, dit is iets anders dan de aanduiding inch. De resolutie geeft aan uit hoeveel horizontale en verticale pixels het beeld is opgebouwd. Vandaag de dag kennen we in principe drie gangbare resoluties:

● 1920 x 1080 = Full-HD
● 3840 x 2160 = 4K UHD
● 7680 x 4320 = 8K UHD

©Alessiom | Adobe Stock

Beeldverhouding: Kijken we naar de manier waarop een (tv-)scherm is vormgegeven, dan is deze doorgaans als een rechthoek gemaakt. Vroeger waren tv-schermen en monitoren min of meer vierkant en was de beeldverhouding 4:3. Koop je nu een televisie, dan is de (breed)beeldverhouding 16:9. Er bestaan ook andere breedbeeldverhoudingen, zoals 16:10 en 21:9, maar die komen alleen voor bij computermonitoren of in bioscopen.

Kijkhoek: De hoek waarin je je tv-scherm kunt bekijken zonder dat de beeldkwaliteit afneemt en moeilijk zichtbaar is. De kijkhoek wordt vaak bij de specificaties van een televisie getoond. Hoe groter de kijkhoek, des te schuiner vanaf het midden van het beeldscherm is het beeld goed te zien.

Verversingssnelheid: Hier mee wordt aangegeven hoeveel keer per seconde het scherm een nieuw beeld toont, uitgedrukt in Hertz (Hz). Bij televisies zien we in Europa voornamelijk 50Hz- en 100Hz-tv's, de Verenigde Staten gebruiken 60Hz en 120Hz. Je kunt stellen dat hoe hoger de verversingssnelheid, des te soepeler het bewegende beeld is. Maar, dat is ook afhankelijk van de bron. Bij schermen met een hogere verversingssnelheid moeten wat trucjes worden toegepast om het beeld zo soepel mogelijk weer te geven.

Frame rate (FPS: frames per seconde): Dit gaat over het aantal beelden per seconde dat aangeleverd wordt door de bron, vaak uitgedrukt in frames per seconde (FPS), maar soms ook in Hz. Je kunt een bron met een lagere FPS - bijvoorbeeld een Blu-ray-disc of dvd'tje - afspelen op een tv-scherm van 50, 60 of 100Hz, maar de tv past trucjes toe om het beeld alsnog soepel weer te geven.

Contrast: Ook bekend als contrastverhouding. De verhouding tussen de helderste en donkerste delen van een afbeelding.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Eigen contrast: Refereert naar het contrast van een LCD-paneel zonder bijkomende hulp van lokaal dimmen. Typisch gemeten op een zwart-wit schaakpatroon.

Motion Interpolation: Dit is een techniek waarbij de tv tussenliggende beelden berekent om een hogere frame rate te simuleren. Dit maakt het beeld vloeiender. Om bijvoorbeeld een film van 24fps om te zetten naar 120fps moet de tv tussen elke twee originele beelden 4 extra beelden berekenen.

Bewegingsscherpte: Hoe scherp een beeld is wordt niet alleen bepaald door de resolutie van het scherm. Ook de responsetijd van de pixels (zie ook het volgende blok) speelt een belangrijke rol. Schermen met een trage pixelresponsetijd kunnen vage of dubbele randen veroorzaken bij (snel) bewegende voorwerpen. Daardoor lijken bewegende beelden minder scherp. De bewegingsscherpte is beter bij pixels met een lage responsetijd.

Reactiesnelheid: Ook wel pixelresponsetijd genoemd. Een pixel op je televisie heeft tijd nodig om van de ene kleurtint naar de andere om te schakelen. Dat gaat weliswaar razendsnel bij de meeste televisies, maar hoe lager de pixelresponsetijd is, des te beter is de bewegingsscherpte.

©Борис Бондарчук

Als de reactietijd van pixels te langzaam is, krijg je een wazig effect op plekken waar het beeld snel verandert.

Judder: Dit gebeurt meestal wanneer de beeldsnelheid van een video niet overeenkomt met de verversingssnelheid van de tv. Elke film of video wordt gemaakt en afgespeeld met een bepaalde snelheid, bijvoorbeeld 24 beelden per seconde. Als je tv een andere verversingssnelheid heeft, zoals 60 Hz, moet hij deze beelden aanpassen om ze goed weer te geven. Soms gaat dat niet helemaal soepel, en dan krijg je judder.

Hieronder zie je een voorbeeld van judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Watch on YouTube

Een voorbeeld van Judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Input-lag: Dit is het verschil - voor televisies gemeten in milliseconden - tussen het aanleveren van het beeld aan een televisie en het daadwerkelijk verschijnen van dat beeld op de televisie. Input-lag kan bijvoorbeeld voorkomen bij gaming, maar ook bij tv-decoders. Als het beeld niet snel genoeg door de televisie wordt verwerkt, dan krijg je input-lag. Vooral voor gamers is het van belang dat de input-lag van een televisie zo laag mogelijk is.

Upscaling: Het omzetten van een beeld met lage resolutie (bijvoorbeeld 720x576 van een dvd) naar de hogere resolutie van het tv-scherm (bijvoorbeeld 3.840x2.160). Het beeld wordt hierbij niet zomaar 'opgeblazen', maar de tv (of blu-ray-speler, die kunnen ook upscalen) gebruikt algoritmes om de ontbrekende pixels te 'raden' of te berekenen, zodat het beeld het gehele scherm vult. Het ziet er dan iets scherper uit dan wanneer het beeld zou worden opgeblazen.

Interlaced video: Video waarbij elk beeld alternerend alleen de even of de oneven lijnen bevat. Het ombouwen van de beeldlijnen gaat dus om en om. Meestal genoteerd als de verticale resolutie gevolgd door de letter i. Digitale tv wordt bijvoorbeeld vaak uitgezonden in 1.080i.

Progressive video: Bij progressieve video wordt iedere rij met pixels tegelijkertijd opgebouwd. Dit zorgt in de praktijk voor een soepeler beeld. Video die in 1080p wordt gemaakt vind je terug op Blu-ray-discs en bij de meeste streamingdiensten. Moderne televisies kunnen zowel 1080p- als 1080i-videocontent aan.

Dat er überhaupt twee soorten videostandaarden zijn heeft te maken met de oorsprong. Video die in 1080i wordt uitgezonden, vereist veel minder bandbreedte omdat de beeldlijnen niet tegelijkertijd worden opgebouwd. Om deze reden wordt digitale televisie nog steeds uitgezonden in 1080i. Films die je hebt gedownload of via een streamingdienst bekijkt, wil je natuurlijk in een zo hoog mogelijke en soepele beeldkwaliteit bekijken. Om die reden zijn die films juist in 1080p-formaat gemaakt. De bandbreedte voor video's die je zelf afspeelt en die dus on-demand zijn, is minder van belang; ze worden immers niet naar een hele groep mensen tegelijk gestuurd maar alleen door jou opgevraagd.

Deinterlacen: Het omzetten van interlaced video naar progressive video. Wanneer dit op een foute manier gebeurt, kunnen er beeldartefacten ontstaan zoals kam-effecten. Schuine lijnen zijn dan niet mooi scherp, maar hebben een gekamde rand.

In deze Engelstalige video wordt uitgelegd wat deinterlacen is.

Watch on YouTube

DVB-T/S/C: Digital Video Broadcast, DVB, is de standaard voor digitale televisie. DVB-T (Terrestrial) ontvang je met behulp van een antenne (bijvoorbeeld Digitenne), DVB-C (Cable) ontvang je via kabeldistributie (zoals Ziggo) en DVB-S (Satellite) ontvang je met een satellietschotel, bijvoorbeeld Canal Digital. Wanneer je televisie kijkt via je glasvezel- of adsl-provider, dan wordt dit IPTV genoemd. Smart-tv's kunnen normaal gesproken alleen overweg met een direct op de tv aangesloten DVB-T,- DVB-S- of DVT-C-signaal. Voor het bekijken van IPTV is altijd een apart kastje nodig, zoals een KPN+-box.

TV's kunnen niet uit zichzelf overweg met het IPTV-protocol als het via glasvezel wordt verstuurd: dan heb je een apart kastje nodig.

Backlight: Pixels in een beeldscherm geven vanuit zichzelf geen licht. Het licht komt in deze gevallen door een zogeheten backlight of achtergrondverlichting, die de pixels van een lcd-scherm van achteren verlicht. Er zijn op dit moment drie typen backlight: Edge-Lit, Full Array en Direct-Lit.

Edge-Lit: Bij Edge-Lit-verlichting zijn de led-lampjes langs de randen van het tv-scherm geplaatst. Het licht van deze lampjes wordt via de achterkant het scherm in geleid. Dit is een relatief goedkope manier van verlichting, maar het nadeel is dat het contrast tussen lichte en donkere delen minder groot is. Ook is de kijkhoek beperkter dan bij andere technieken.

Full Array: Bij Full Array zitten de led-lampjes verspreid over het hele oppervlak achter het scherm, in plaats van alleen langs de randen. Hierdoor kan de helderheid veel plaatslijker geregeld worden. Dit geeft een beter contrast, diepere zwarttinten en brede kijkhoeken. Full Array is de beste techniek, maar ook de duurste.

Direct-Lit: Bij Direct-Lit-verlichting zitten de leds ook over de hele achterkant verspreid, net als bij Full Array. Het verschil is dat het bij Direct-Lit grotere TL-lichten zijn in plaats van kleine led-lampjes. De voordelen ten opzichte van Edge-Lit zijn een beter contrast en bredere kijkhoeken.

©YouTube / LG

Eem voorbeeld waarin het verschil tussen Full Array en Edge-Lit wordt verduidelijkt. Links: Full Array en rechts Edge-Lit.

Lokaal dimmen: Omdat lcd-tv’s niet zo goed zwart kunnen reproduceren en dus maar een beperkt contrast hebben, wordt de achtergrondverlichting soms onderverdeeld in zones. Die zones kunnen dan, onafhankelijk van elkaar, meer of minder of zelfs geen licht geven. De tv kan de achtergrondverlichting dus lokaal op het scherm zelf dimmen. Lokaal dimmen kan het contrast aanzienlijk verbeteren.

LCD: De afkorting staat voor Liquid Crystal Display. LCD-schermen bestaan uit vloeibare kristallen die tussen twee lagen glas of doorzichtig materiaal zijn geplaatst. Deze kristallen hebben de unieke eigenschap dat ze hun oriëntatie kunnen veranderen in reactie op elektrische stromen. Door die stromen aan te passen wordt meer of minder licht van de achtergrondverlichting doorgelaten.

IPS-paneel: In de wereld van panelen voor tv's - het deel dat uit de pixels bestaat - kunnen we onderscheid maken tussen twee soorten: IPS en VA. IPS staat voor In-Plane Switching. Dit verwijst naar de manier waarop de vloeibare kristallen in het paneel zijn gerangschikt. In een IPS-paneel zijn de kristallen parallel aan het paneel gerangschikt en draaien ze in hun eigen vlak (vandaar "in-plane") om licht door te laten. Een IPS-paneel heeft een grotere kijkhoek, maar vaak een minder goed contrast.

VA-paneel: In een VA-paneel zijn de vloeibare kristallen verticaal uitgelijnd als ze in de 'uit'-positie staan. Gaat er stroom doorheen, dan draaien de kristallen en laten ze licht door. VA-panelen hebben ten opzichte van IPS-panelen een hoger contrast, waardoor ze dieper zwart kunnen weergeven. De kijkhoek van een VP-paneel is echter weer kleiner. Op de meeste televisies van nu worden VA-panelen toegepast, maar dat is veelal afhankelijk van het merk.

QLED: Staat voor Quantum Dot LED en is een technologie die quantum dots en leds gebruikt om kleur en helderheid te verbeteren. QLED-tv’s zijn LCD-tv’s, met een QLED-achtergrondverlichting.

OLED: Staat voor Organic Light-Emitting Diode. Dit is een schermtechnologie zonder achtergrondverlichting. Elke pixel is een kleine lichtbron die individueel aan- of uitgezet kan worden. Hierdoor kan op een OLED-scherm perfect zwart worden weergegeven.

Watch on YouTube

Dynamisch bereik: Het maximale contrast dat een scherm met behulp van lokaal dimmen kan, bereiken. Ook: het maximale contrast dat binnen een video bereikt wordt.

HDR: High Dynamic Range. Een nieuwe beeldtechniek die betere schaduwnuances, hogere piekhelderheid (en dus meer contrast en hoger dynamisch bereik) en meer kleurtinten toelaat voor een meer realistisch beeld.

HDR10: Dit is een standaard voor het opslaan, tonen en definiëren van HDR-beelden. Op vrijwel alle tv's wordt HDR10 ondersteund. Veel streamingdiensten bieden HDR10-content aan; die informatie vind je terug bij de algemene informatie van de film of serie die je bekijkt bij je streamingdienst. Een nieuwere, verbeterde versie van HDR10 is HDR10+.

HDR10+: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dit is een uitbreiding van HDR10 met informatie die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren.

Dolby Vision: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dolby Vision verschilt van HDR10 doordat het signaal meer informatie bevat die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren. Voor het weergeven van Dolby Vision-content is een tv vereist die deze standaard ondersteunt.

SDR: Standard Dynamic Range: een term die verwijst naar alles dat geen HDR is, vooral om het onderscheid te maken tussen HDR-beelden en gewone beelden.

HLG: Dit staat voor Hybrid Log Gamma en is eveneens een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden en wordt vooral gebruikt voor live-televisie. Het voordeel van HLG is dat een enkel signaal zowel getoond kan worden op tv’s die HLG ondersteunen als op oudere tv’s zonder HLG-ondersteuning. Oudere tv’s tonen dan een klassiek SDR-beeld.

Tonemapping: De techniek waarbij de tv het dynamisch bereik van het binnenkomend videosignaal omzet naar zijn eigen dynamisch bereik. Een HDR-video-beeld dat bijvoorbeeld een piek van 1.200 nits helderheid haalt, kan niet zomaar getoond worden op een tv die maximaal 700 nits kan tonen. De tv moet het beeld tonemappen zodat de helderste tinten allemaal binnen zijn eigen bereik vallen, zonder details te verliezen.

Dynamische tonemapping: Wanneer de tv in staat is om de tonemapping aan te passen van beeld tot beeld of scène tot scène spreken we van dynamische tonemapping.

Nu de beste deals op nieuwe smart-tv's

Kijk snel bij Bol

Clipping: Wanneer subtiele witnuances getoond worden als egaal wit of zwartnuances als egaal zwart, spreken we van clipping.

Piekhelderheid: Dit is de maximale helderheid (uitgedrukt in nits of cd/m²) dat een scherm kan produceren, vaak gemeten op een 10% venster (een wit vlak dat 10% van het schermoppervlak bedraagt op een zwarte achtergrond).

Kleurbereik: Het bereik van kleuren dat een tv kan weergeven, uitgedrukt als een percentage van een standaard met een gedefinieerd bereik. Bijvoorbeeld, 71% Rec.2020.

Rec.709, P3, Rec.2020: Dit zijn standaarden of aanbevelingen voor beeldweergave die (onder andere) een bepaald absoluut kleurbereik definiëren. Rec.709 is wat we al lange tijd gebruiken voor alle SDR-beelden. P3 en Rec.2020 zijn recentere standaarden met een ruimer kleurbereik, typisch gebruikt voor HDR.

Gamma (of gammafunctie): Verwijst voor SDR-signalen naar de functie die het binnenkomend videosignaal omzet naar lichtoutput van het scherm. Dit is een exponentiele functie: de exponent is gamma. Lagere gammawaardes maken donkere en middentinten helderder, hogere gammawaardes maken ze donkerder. Typische waardes liggen tussen 2,2 en 2,4.

EOTF: Electro-Optical Transfer Function: De functie die bepaalt hoe we het binnenkomend videosignaal omzetten naar lichtoutput van het scherm. De term EOTF wordt vooral gebruikt binnen de context van HDR. Ook SDR-beelden hebben een EOTF, die kennen we beter onder de term gammafunctie. Binnen HDR verwijst de term EOTF bijna altijd naar PQ EOTF (Perceptual Quantizer EOTF), de gestandardiseerde EOTF voor HDR10, HDR10+ en Dolby Vision.

Kleurtemperatuur: Een karakteristiek van licht in termen van warmte of koelte. Uitgedrukt in K (Kelvin). Lage kleurtemperaturen (minder dan 6500K) hebben een lichtrode/oranje tint, daarom noemen we ze warm. Hoge kleurtemperaturen (meer dan 6500K) hebben een blauwe tint, daarom noemen we ze koel. Voor tv is de standaard D65, wit daglicht, wat overeenkomt met ongeveer 6500K.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Grijsschaal: Een testpatroon dat van zwart naar wit loopt in, 10 of 20 stappen of in een continue gradiënt. Op dit patroon is het gemakkelijk te zien of de kleurtemperatuur correct is. Maar nog belangrijker is dat de kleurtemperatuur consistent is over het hele verloop. Kleine kleurtemperatuurverschillen tussen verschillende grijswaardes zijn erg funest voor een correcte beeldweergave.

dE of deltaE: Dit is een technische eenheid die de fout weergeeft van een gemeten kleur of grijswaarde ten opzichte van de referentie. DeltaE-waardes van kleiner dan 3 worden beschouwd als niet zichtbaar, maar voor de beste resultaten wordt gemikt op een deltaE van 1 of minder.

Kalibreren: Het bijsturen van primaire kleuren, grijsschaal en EOTF (of gamma) zodat het zo goed mogelijk overeenkomt met de relevante standaard. Een gekalibreerd scherm geeft de beelden weer zoals de maker het effectief voor ogen had.

Blokruis:  Wanneer video’s te sterk gecomprimeerd worden is het mogelijk dat je vierkante blokvorming ziet in het beeld. Dit wordt blokruis of mpeg-ruis genoemd (naar de MPEG-compressietechniek).

DTS:X, Dolby Atmos: Twee geluidstechnologieën die in een driedimensionale ruimte presenteren. Geluid kan dan ook van boven je komen. Deze technieken gebruiken ook object-gebaseerde audio, waarbij het audiosignaal verbonden is aan een object dat door de ruimte beweegt. Je audio-installatie vertaalt dit dan naar het aantal luidsprekers waarover je het geluid afspeelt.

Lees ook: De ideale soundbar voor jouw tv

▼ Volgende artikel
'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën
© Andrey Popov
Huis

'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën

In dit artikel leggen we je uit hoe je verschillende soorten vloeren het best kunt schoonmaken — van tapijt tot gietvloeren. We leggen uit hoe vlekkenreinigers en stoomreinigers werken, wat je wel (en vooral níet) moet doen bij houten vloeren en waar je op moet letten bij het kiezen van het juiste apparaat. Zo houd je elke vloer in huis hygiënisch schoon en in topconditie.

In dit artikel lees je:

✔ Wat vlekkenreinigers doen op tapijt en vloerbedekking ✔ Hoe stoomreinigers werken op harde vloeren zoals tegels en gietvloeren ✔ Welke apparaten je beter níet gebruikt op houten vloeren ✔ Tips voor veilig en effectief reinigen van parket

Een schone vloer doet meer dan je denkt: het oogt fris, voelt prettig aan en zorgt voor een gezonde basis in huis. Maar niet elke vloer laat zich op dezelfde manier schoonmaken. Waar een tegelvloer gerust een stoomreiniger aankan, moet je bij hout juist oppassen met vocht en hitte. In dit artikel lees je welke vloerreiniger past bij welk type ondergrond. We duiken in vlekkenreinigers voor tapijt, stoomreinigers voor harde vloeren en bekijken wat wel en niet werkt op gevoelige materialen zoals parket. Ook leggen we uit hoe de apparaten precies werken en waar je op moet letten bij gebruik.

Vlekkenreinigers: speciaal voor zachte vloeren

Zachte vloerbedekking zoals tapijt en karpetten zijn comfortabel, maar kwetsbaar voor vlekken en geurtjes. Alleen een beetje stofzuigen is meestal niet genoeg: vuil zakt diep in de vezels en blijft daar hardnekkig zitten. Vlekkenreinigers of tapijtreinigers zijn hiervoor de oplossing. Ze werken met een combinatie van water, reinigingsmiddel en zuigkracht.

©Andrey Popov

De meeste apparaten hebben een reservoir met schoon water en een aparte tank voor vuil water. Tijdens het reinigen sprayt de machine een mix van water en reinigingsmiddel op het tapijt, en sommige apparaten gebruiken daarbij roterende borstels om het vuil los te werken. Tegelijkertijd zuigt het apparaat het vuile water weer op. Het resultaat: een tapijt dat zichtbaar schoon is én merkbaar frisser aanvoelt (en ruikt!).

Vlek op het tapijt of de nieuwe bank?!

Verwijder 'm snel en vakkundig met een vlekkenreiniger!

Het gebruik vergt wel enige voorbereiding. Voor een goed resultaat moet het tapijt eerst goed worden gestofzuigd. Daarna kun je met de vlekkenreiniger aan de slag. Houd er rekening mee dat het tapijt na afloop wel een paar uur moet drogen – het is dus aan te raden dit klusje op warme dagen te doen. Er bestaan trouwens ook compacte handmodellen voor kleinere oppervlakken of plaatselijke vlekken, bijvoorbeeld na een omgevallen glas wijn of een ongelukje van een huisdier.

Ook voor meubels en autobekleding

Veel vlekkenreinigers hebben accessoires voor stoffen meubels of autostoelen. Dieptereiniging van je bank of eetkamerstoel is dus heel goed te doen. Gebruik bij voorkeur een speciaal opzetstuk en controleer altijd eerst of de bekleding kleurvast is. Laat de stof goed drogen om schimmelvorming te voorkomen.

Stoomreinigers: hygiëne zonder schoonmaakmiddel

Voor harde vloeren zoals tegels, vinyl of gietvloeren is een stoomreiniger een populaire keuze. Deze apparaten gebruiken uitsluitend water, dat wordt verhit tot stoom. Die hete stoom (meestal rond de 100 à 120 °C) wordt via een mondstuk op de vloer gespoten en maakt vuil, vet en bacteriën los zonder chemicaliën te hoeven gebruiken.

©marchsirawit

De meeste stoomreinigers zijn voorzien van een microvezeldoek onder het mondstuk, die het losgekomen vuil meteen opneemt. Dat maakt deze apparaten niet alleen milieuvriendelijk, maar ook geschikt voor mensen met allergieën: huisstofmijt en bacteriën op de vloer worden door de hitte grotendeels gedood.

Het gebruik is erg eenvoudig, al is enige voorzichtigheid wel geboden. Niet elke vloer is bestand tegen hoge temperaturen of vocht. Tegels, natuursteen, beton en gietvloeren zijn meestal geschikt, mits goed afgewerkt. Voor laminaat en vinyl is voorzichtigheid geboden: deze vloeren kunnen kromtrekken als er vocht tussen de naden komt. Controleer daarom altijd de aanbevelingen van de vloerenfabrikant.

Afhankelijk van het apparaat moet het waterreservoir regelmatig worden bijgevuld, zeker bij grotere ruimtes. En om kalkaanslag te voorkomen, is het aan te raden om gedemineraliseerd water of kortweg demiwater te gebruiken, vooral in regio's met hard water.

Houten vloeren: reinigen met beleid

Houten vloeren zoals parket of lamelparket geven een ruimte warmte en karakter, maar zijn wel een stuk gevoeliger dan andere vloerafwerkingen. Te veel vocht of hitte kan leiden tot opzwelling, barsten of verkleuring. Daarom zijn stoomreinigers in vrijwel alle gevallen ongeschikt voor hout, tenzij de vloerfabrikant expliciet vermeldt dat het veilig is (al is dat zeldzaam).

©Philips

Gelukkig zijn er diverse vloerreinigers en dweilapparaten die – in de juiste stand, met het juiste reinigingsmiddel en minimaal vochtgebruik – ook veilig te gebruiken zijn op goed afgewerkte houten vloeren (zoals gelakt of geolied parket).

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Spraymoppen of vloerwissers met een ingebouwd reservoir voor een pH-neutraal schoonmaakmiddel. Ze brengen een fijne nevel aan en gebruiken zachte doeken, waardoor de vloer nauwelijks nat wordt. Lees bijvoorbeeld onze review van de Philips OneUp.

  • Multifunctionele vloerreinigers zoals de Kärcher FC 7 of Bissell CrossWave. Deze machines reinigen met draaiende borstels en een minimale hoeveelheid water, en worden vaak verkocht als geschikt voor afgewerkte houten vloeren.

  • Robotstofzuigers met dweilfunctie die ingesteld kunnen worden op een laag vochtgehalte.

Welke oplossing je ook kiest: gebruik altijd een reinigingsmiddel dat specifiek geschikt is voor houten vloeren, vermijd agressieve middelen of te veel water, en test het apparaat eerst op een onopvallende plek. Controleer daarnaast altijd de onderhoudsvoorschriften van de vloer zelf. Sommige houtsoorten of afwerkingen verdragen meer dan andere.

▼ Volgende artikel
Nieuw van Philips: snel wisselen tussen twee soorten koffiebonen met de Baristina met Bean swap
© Philips
Huis

Nieuw van Philips: snel wisselen tussen twee soorten koffiebonen met de Baristina met Bean swap

Philips breidt de Baristina-serie uit met een nieuwe variant. De Baristina met Bean swap heeft een dubbele bonencontainer, waarmee je eenvoudig wisselt tussen twee soorten koffiebonen. Met één simpele beweging kies je bijvoorbeeld voor een stevige espresso in de ochtend en een decaf in de avond.

Dubbele bonencontainer voor meer keuze

De Philips Baristina met Bean swap heeft twee bonenvakken bovenop de machine. Door een simpele draai wissel je van boon, zonder dat je de container hoeft te legen of te vervangen. Je kunt ook je eigen blend maken door beide soorten tegelijk te malen.

Voor nog meer flexibiliteit is het mogelijk om gemalen koffie toe te voegen via de portafilter. Dat is ideaal als je af en toe een single origin of cafeïnevrije variant wilt gebruiken.

©Philips

Slim en duurzaam design

De machine is onderdeel van de BAR300-serie, die eerder positief werd beoordeeld in onafhankelijke tests. De behuizing bestaat deels uit gerecycled kunststof. Dankzij het compacte ontwerp past de machine in bijna elke keuken. Verkrijgbaar in zwart of wit, met roestvrijstalen accenten.

©Philips

De belangrijkste kenmerken op een rij

  • Dubbele bonencontainer met Bean swap-functie

  • Slim doseersysteem dat verspilling voorkomt

  • Ook geschikt voor gemalen koffie

  • Stijlvol en ruimtebesparend ontwerp

De Philips Baristina met Bean swap is verkrijgbaar vanaf midden juli 2025. De verwachte adviesprijs is 349 euro.


☕ Bekijk hieronder meer espressomachines van Philips op Kieskeurig.nl