ID.nl logo
Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen
© Lucky Ai - stock.adobe.com
Huis

Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

FPS, dynamisch bereik, UHD, tonemapping, upscaling … Ben je op zoek naar een nieuwe televisie, dan kom je allerlei technische termen en afkortingen tegen. Handig, dat jargon – als je tenminste weet wat het allemaal betekent. Hoog tijd dus om al die technische termen eens goed uit te leggen, zodat jij weet waar je naar moet kijken wanneer je een nieuwe televisie gaat kopen.

Bij ieder apparaat vind je de nodige specificaties die gaan over de functies van dat specifieke toestel. Dat geldt ook voor televisies: diverse termen worden op je afgevuurd, maar je ziet dan al snel de bomen door het bos niet meer. Tijd dus voor een lesje in televisie-technieken. We beginnen eerst met de meest eenvoudige.

Resolutie: De resolutie is waarschijnlijk een van de eerste onderdelen waar je naar kijkt bij de aanschaf van een televisie. Dit geeft namelijk aan uit hoeveel pixels een tv-scherm bestaat. Let wel, dit is iets anders dan de aanduiding inch. De resolutie geeft aan uit hoeveel horizontale en verticale pixels het beeld is opgebouwd. Vandaag de dag kennen we in principe drie gangbare resoluties:

● 1920 x 1080 = Full-HD
● 3840 x 2160 = 4K UHD
● 7680 x 4320 = 8K UHD

©Alessiom | Adobe Stock

Beeldverhouding: Kijken we naar de manier waarop een (tv-)scherm is vormgegeven, dan is deze doorgaans als een rechthoek gemaakt. Vroeger waren tv-schermen en monitoren min of meer vierkant en was de beeldverhouding 4:3. Koop je nu een televisie, dan is de (breed)beeldverhouding 16:9. Er bestaan ook andere breedbeeldverhoudingen, zoals 16:10 en 21:9, maar die komen alleen voor bij computermonitoren of in bioscopen.

Kijkhoek: De hoek waarin je je tv-scherm kunt bekijken zonder dat de beeldkwaliteit afneemt en moeilijk zichtbaar is. De kijkhoek wordt vaak bij de specificaties van een televisie getoond. Hoe groter de kijkhoek, des te schuiner vanaf het midden van het beeldscherm is het beeld goed te zien.

Verversingssnelheid: Hier mee wordt aangegeven hoeveel keer per seconde het scherm een nieuw beeld toont, uitgedrukt in Hertz (Hz). Bij televisies zien we in Europa voornamelijk 50Hz- en 100Hz-tv's, de Verenigde Staten gebruiken 60Hz en 120Hz. Je kunt stellen dat hoe hoger de verversingssnelheid, des te soepeler het bewegende beeld is. Maar, dat is ook afhankelijk van de bron. Bij schermen met een hogere verversingssnelheid moeten wat trucjes worden toegepast om het beeld zo soepel mogelijk weer te geven.

Frame rate (FPS: frames per seconde): Dit gaat over het aantal beelden per seconde dat aangeleverd wordt door de bron, vaak uitgedrukt in frames per seconde (FPS), maar soms ook in Hz. Je kunt een bron met een lagere FPS - bijvoorbeeld een Blu-ray-disc of dvd'tje - afspelen op een tv-scherm van 50, 60 of 100Hz, maar de tv past trucjes toe om het beeld alsnog soepel weer te geven.

Contrast: Ook bekend als contrastverhouding. De verhouding tussen de helderste en donkerste delen van een afbeelding.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Eigen contrast: Refereert naar het contrast van een LCD-paneel zonder bijkomende hulp van lokaal dimmen. Typisch gemeten op een zwart-wit schaakpatroon.

Motion Interpolation: Dit is een techniek waarbij de tv tussenliggende beelden berekent om een hogere frame rate te simuleren. Dit maakt het beeld vloeiender. Om bijvoorbeeld een film van 24fps om te zetten naar 120fps moet de tv tussen elke twee originele beelden 4 extra beelden berekenen.

Bewegingsscherpte: Hoe scherp een beeld is wordt niet alleen bepaald door de resolutie van het scherm. Ook de responsetijd van de pixels (zie ook het volgende blok) speelt een belangrijke rol. Schermen met een trage pixelresponsetijd kunnen vage of dubbele randen veroorzaken bij (snel) bewegende voorwerpen. Daardoor lijken bewegende beelden minder scherp. De bewegingsscherpte is beter bij pixels met een lage responsetijd.

Reactiesnelheid: Ook wel pixelresponsetijd genoemd. Een pixel op je televisie heeft tijd nodig om van de ene kleurtint naar de andere om te schakelen. Dat gaat weliswaar razendsnel bij de meeste televisies, maar hoe lager de pixelresponsetijd is, des te beter is de bewegingsscherpte.

©Борис Бондарчук

Als de reactietijd van pixels te langzaam is, krijg je een wazig effect op plekken waar het beeld snel verandert.

Judder: Dit gebeurt meestal wanneer de beeldsnelheid van een video niet overeenkomt met de verversingssnelheid van de tv. Elke film of video wordt gemaakt en afgespeeld met een bepaalde snelheid, bijvoorbeeld 24 beelden per seconde. Als je tv een andere verversingssnelheid heeft, zoals 60 Hz, moet hij deze beelden aanpassen om ze goed weer te geven. Soms gaat dat niet helemaal soepel, en dan krijg je judder.

Hieronder zie je een voorbeeld van judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Watch on YouTube

Een voorbeeld van Judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Input-lag: Dit is het verschil - voor televisies gemeten in milliseconden - tussen het aanleveren van het beeld aan een televisie en het daadwerkelijk verschijnen van dat beeld op de televisie. Input-lag kan bijvoorbeeld voorkomen bij gaming, maar ook bij tv-decoders. Als het beeld niet snel genoeg door de televisie wordt verwerkt, dan krijg je input-lag. Vooral voor gamers is het van belang dat de input-lag van een televisie zo laag mogelijk is.

Upscaling: Het omzetten van een beeld met lage resolutie (bijvoorbeeld 720x576 van een dvd) naar de hogere resolutie van het tv-scherm (bijvoorbeeld 3.840x2.160). Het beeld wordt hierbij niet zomaar 'opgeblazen', maar de tv (of blu-ray-speler, die kunnen ook upscalen) gebruikt algoritmes om de ontbrekende pixels te 'raden' of te berekenen, zodat het beeld het gehele scherm vult. Het ziet er dan iets scherper uit dan wanneer het beeld zou worden opgeblazen.

Interlaced video: Video waarbij elk beeld alternerend alleen de even of de oneven lijnen bevat. Het ombouwen van de beeldlijnen gaat dus om en om. Meestal genoteerd als de verticale resolutie gevolgd door de letter i. Digitale tv wordt bijvoorbeeld vaak uitgezonden in 1.080i.

Progressive video: Bij progressieve video wordt iedere rij met pixels tegelijkertijd opgebouwd. Dit zorgt in de praktijk voor een soepeler beeld. Video die in 1080p wordt gemaakt vind je terug op Blu-ray-discs en bij de meeste streamingdiensten. Moderne televisies kunnen zowel 1080p- als 1080i-videocontent aan.

Dat er überhaupt twee soorten videostandaarden zijn heeft te maken met de oorsprong. Video die in 1080i wordt uitgezonden, vereist veel minder bandbreedte omdat de beeldlijnen niet tegelijkertijd worden opgebouwd. Om deze reden wordt digitale televisie nog steeds uitgezonden in 1080i. Films die je hebt gedownload of via een streamingdienst bekijkt, wil je natuurlijk in een zo hoog mogelijke en soepele beeldkwaliteit bekijken. Om die reden zijn die films juist in 1080p-formaat gemaakt. De bandbreedte voor video's die je zelf afspeelt en die dus on-demand zijn, is minder van belang; ze worden immers niet naar een hele groep mensen tegelijk gestuurd maar alleen door jou opgevraagd.

Deinterlacen: Het omzetten van interlaced video naar progressive video. Wanneer dit op een foute manier gebeurt, kunnen er beeldartefacten ontstaan zoals kam-effecten. Schuine lijnen zijn dan niet mooi scherp, maar hebben een gekamde rand.

In deze Engelstalige video wordt uitgelegd wat deinterlacen is.

Watch on YouTube

DVB-T/S/C: Digital Video Broadcast, DVB, is de standaard voor digitale televisie. DVB-T (Terrestrial) ontvang je met behulp van een antenne (bijvoorbeeld Digitenne), DVB-C (Cable) ontvang je via kabeldistributie (zoals Ziggo) en DVB-S (Satellite) ontvang je met een satellietschotel, bijvoorbeeld Canal Digital. Wanneer je televisie kijkt via je glasvezel- of adsl-provider, dan wordt dit IPTV genoemd. Smart-tv's kunnen normaal gesproken alleen overweg met een direct op de tv aangesloten DVB-T,- DVB-S- of DVT-C-signaal. Voor het bekijken van IPTV is altijd een apart kastje nodig, zoals een KPN+-box.

TV's kunnen niet uit zichzelf overweg met het IPTV-protocol als het via glasvezel wordt verstuurd: dan heb je een apart kastje nodig.

Backlight: Pixels in een beeldscherm geven vanuit zichzelf geen licht. Het licht komt in deze gevallen door een zogeheten backlight of achtergrondverlichting, die de pixels van een lcd-scherm van achteren verlicht. Er zijn op dit moment drie typen backlight: Edge-Lit, Full Array en Direct-Lit.

Edge-Lit: Bij Edge-Lit-verlichting zijn de led-lampjes langs de randen van het tv-scherm geplaatst. Het licht van deze lampjes wordt via de achterkant het scherm in geleid. Dit is een relatief goedkope manier van verlichting, maar het nadeel is dat het contrast tussen lichte en donkere delen minder groot is. Ook is de kijkhoek beperkter dan bij andere technieken.

Full Array: Bij Full Array zitten de led-lampjes verspreid over het hele oppervlak achter het scherm, in plaats van alleen langs de randen. Hierdoor kan de helderheid veel plaatslijker geregeld worden. Dit geeft een beter contrast, diepere zwarttinten en brede kijkhoeken. Full Array is de beste techniek, maar ook de duurste.

Direct-Lit: Bij Direct-Lit-verlichting zitten de leds ook over de hele achterkant verspreid, net als bij Full Array. Het verschil is dat het bij Direct-Lit grotere TL-lichten zijn in plaats van kleine led-lampjes. De voordelen ten opzichte van Edge-Lit zijn een beter contrast en bredere kijkhoeken.

©YouTube / LG

Eem voorbeeld waarin het verschil tussen Full Array en Edge-Lit wordt verduidelijkt. Links: Full Array en rechts Edge-Lit.

Lokaal dimmen: Omdat lcd-tv’s niet zo goed zwart kunnen reproduceren en dus maar een beperkt contrast hebben, wordt de achtergrondverlichting soms onderverdeeld in zones. Die zones kunnen dan, onafhankelijk van elkaar, meer of minder of zelfs geen licht geven. De tv kan de achtergrondverlichting dus lokaal op het scherm zelf dimmen. Lokaal dimmen kan het contrast aanzienlijk verbeteren.

LCD: De afkorting staat voor Liquid Crystal Display. LCD-schermen bestaan uit vloeibare kristallen die tussen twee lagen glas of doorzichtig materiaal zijn geplaatst. Deze kristallen hebben de unieke eigenschap dat ze hun oriëntatie kunnen veranderen in reactie op elektrische stromen. Door die stromen aan te passen wordt meer of minder licht van de achtergrondverlichting doorgelaten.

IPS-paneel: In de wereld van panelen voor tv's - het deel dat uit de pixels bestaat - kunnen we onderscheid maken tussen twee soorten: IPS en VA. IPS staat voor In-Plane Switching. Dit verwijst naar de manier waarop de vloeibare kristallen in het paneel zijn gerangschikt. In een IPS-paneel zijn de kristallen parallel aan het paneel gerangschikt en draaien ze in hun eigen vlak (vandaar "in-plane") om licht door te laten. Een IPS-paneel heeft een grotere kijkhoek, maar vaak een minder goed contrast.

VA-paneel: In een VA-paneel zijn de vloeibare kristallen verticaal uitgelijnd als ze in de 'uit'-positie staan. Gaat er stroom doorheen, dan draaien de kristallen en laten ze licht door. VA-panelen hebben ten opzichte van IPS-panelen een hoger contrast, waardoor ze dieper zwart kunnen weergeven. De kijkhoek van een VP-paneel is echter weer kleiner. Op de meeste televisies van nu worden VA-panelen toegepast, maar dat is veelal afhankelijk van het merk.

QLED: Staat voor Quantum Dot LED en is een technologie die quantum dots en leds gebruikt om kleur en helderheid te verbeteren. QLED-tv’s zijn LCD-tv’s, met een QLED-achtergrondverlichting.

OLED: Staat voor Organic Light-Emitting Diode. Dit is een schermtechnologie zonder achtergrondverlichting. Elke pixel is een kleine lichtbron die individueel aan- of uitgezet kan worden. Hierdoor kan op een OLED-scherm perfect zwart worden weergegeven.

Watch on YouTube

Dynamisch bereik: Het maximale contrast dat een scherm met behulp van lokaal dimmen kan, bereiken. Ook: het maximale contrast dat binnen een video bereikt wordt.

HDR: High Dynamic Range. Een nieuwe beeldtechniek die betere schaduwnuances, hogere piekhelderheid (en dus meer contrast en hoger dynamisch bereik) en meer kleurtinten toelaat voor een meer realistisch beeld.

HDR10: Dit is een standaard voor het opslaan, tonen en definiëren van HDR-beelden. Op vrijwel alle tv's wordt HDR10 ondersteund. Veel streamingdiensten bieden HDR10-content aan; die informatie vind je terug bij de algemene informatie van de film of serie die je bekijkt bij je streamingdienst. Een nieuwere, verbeterde versie van HDR10 is HDR10+.

HDR10+: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dit is een uitbreiding van HDR10 met informatie die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren.

Dolby Vision: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dolby Vision verschilt van HDR10 doordat het signaal meer informatie bevat die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren. Voor het weergeven van Dolby Vision-content is een tv vereist die deze standaard ondersteunt.

SDR: Standard Dynamic Range: een term die verwijst naar alles dat geen HDR is, vooral om het onderscheid te maken tussen HDR-beelden en gewone beelden.

HLG: Dit staat voor Hybrid Log Gamma en is eveneens een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden en wordt vooral gebruikt voor live-televisie. Het voordeel van HLG is dat een enkel signaal zowel getoond kan worden op tv’s die HLG ondersteunen als op oudere tv’s zonder HLG-ondersteuning. Oudere tv’s tonen dan een klassiek SDR-beeld.

Tonemapping: De techniek waarbij de tv het dynamisch bereik van het binnenkomend videosignaal omzet naar zijn eigen dynamisch bereik. Een HDR-video-beeld dat bijvoorbeeld een piek van 1.200 nits helderheid haalt, kan niet zomaar getoond worden op een tv die maximaal 700 nits kan tonen. De tv moet het beeld tonemappen zodat de helderste tinten allemaal binnen zijn eigen bereik vallen, zonder details te verliezen.

Dynamische tonemapping: Wanneer de tv in staat is om de tonemapping aan te passen van beeld tot beeld of scène tot scène spreken we van dynamische tonemapping.

Nu de beste deals op nieuwe smart-tv's

Kijk snel bij Bol

Clipping: Wanneer subtiele witnuances getoond worden als egaal wit of zwartnuances als egaal zwart, spreken we van clipping.

Piekhelderheid: Dit is de maximale helderheid (uitgedrukt in nits of cd/m²) dat een scherm kan produceren, vaak gemeten op een 10% venster (een wit vlak dat 10% van het schermoppervlak bedraagt op een zwarte achtergrond).

Kleurbereik: Het bereik van kleuren dat een tv kan weergeven, uitgedrukt als een percentage van een standaard met een gedefinieerd bereik. Bijvoorbeeld, 71% Rec.2020.

Rec.709, P3, Rec.2020: Dit zijn standaarden of aanbevelingen voor beeldweergave die (onder andere) een bepaald absoluut kleurbereik definiëren. Rec.709 is wat we al lange tijd gebruiken voor alle SDR-beelden. P3 en Rec.2020 zijn recentere standaarden met een ruimer kleurbereik, typisch gebruikt voor HDR.

Gamma (of gammafunctie): Verwijst voor SDR-signalen naar de functie die het binnenkomend videosignaal omzet naar lichtoutput van het scherm. Dit is een exponentiele functie: de exponent is gamma. Lagere gammawaardes maken donkere en middentinten helderder, hogere gammawaardes maken ze donkerder. Typische waardes liggen tussen 2,2 en 2,4.

EOTF: Electro-Optical Transfer Function: De functie die bepaalt hoe we het binnenkomend videosignaal omzetten naar lichtoutput van het scherm. De term EOTF wordt vooral gebruikt binnen de context van HDR. Ook SDR-beelden hebben een EOTF, die kennen we beter onder de term gammafunctie. Binnen HDR verwijst de term EOTF bijna altijd naar PQ EOTF (Perceptual Quantizer EOTF), de gestandardiseerde EOTF voor HDR10, HDR10+ en Dolby Vision.

Kleurtemperatuur: Een karakteristiek van licht in termen van warmte of koelte. Uitgedrukt in K (Kelvin). Lage kleurtemperaturen (minder dan 6500K) hebben een lichtrode/oranje tint, daarom noemen we ze warm. Hoge kleurtemperaturen (meer dan 6500K) hebben een blauwe tint, daarom noemen we ze koel. Voor tv is de standaard D65, wit daglicht, wat overeenkomt met ongeveer 6500K.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Grijsschaal: Een testpatroon dat van zwart naar wit loopt in, 10 of 20 stappen of in een continue gradiënt. Op dit patroon is het gemakkelijk te zien of de kleurtemperatuur correct is. Maar nog belangrijker is dat de kleurtemperatuur consistent is over het hele verloop. Kleine kleurtemperatuurverschillen tussen verschillende grijswaardes zijn erg funest voor een correcte beeldweergave.

dE of deltaE: Dit is een technische eenheid die de fout weergeeft van een gemeten kleur of grijswaarde ten opzichte van de referentie. DeltaE-waardes van kleiner dan 3 worden beschouwd als niet zichtbaar, maar voor de beste resultaten wordt gemikt op een deltaE van 1 of minder.

Kalibreren: Het bijsturen van primaire kleuren, grijsschaal en EOTF (of gamma) zodat het zo goed mogelijk overeenkomt met de relevante standaard. Een gekalibreerd scherm geeft de beelden weer zoals de maker het effectief voor ogen had.

Blokruis:  Wanneer video’s te sterk gecomprimeerd worden is het mogelijk dat je vierkante blokvorming ziet in het beeld. Dit wordt blokruis of mpeg-ruis genoemd (naar de MPEG-compressietechniek).

DTS:X, Dolby Atmos: Twee geluidstechnologieën die in een driedimensionale ruimte presenteren. Geluid kan dan ook van boven je komen. Deze technieken gebruiken ook object-gebaseerde audio, waarbij het audiosignaal verbonden is aan een object dat door de ruimte beweegt. Je audio-installatie vertaalt dit dan naar het aantal luidsprekers waarover je het geluid afspeelt.

Lees ook: De ideale soundbar voor jouw tv

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond
© M.studio - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week voor je op zoek naar zulke aanbiedingen. Met Kerst en Oud en Nieuw voor de deur is het weer tijd om te bedenken wat je wil gaan eten. Wat dacht je van fondueen? Met deze vijf fonduesets maak je indruk op je vrienden en familie.

Met een fondueset smelt je de lekkerste kazen en dep je je broodje of vlees in bouillon of kaas. Fonduesets zijn de ultieme sfeermakers voor de feestdagen, of het nu met vrienden is of familie en of je kiest voor romige kaas, bouillon of chocolade; het is op en top genieten. Een absolute must-have voor elke levensgenieter en perfect voor de feestdagen. Wij vonden vijf betaalbare fonduesets voor je.

Boska Elektrische Fondueset Pro - 8 personen

De Boska Elektrische Fondueset Pro is ontworpen voor liefhebbers van kaas‑ en vleesfondue. De set bestaat uit een geëmailleerde gietijzeren pot met een inhoud van circa 2,15 liter, waardoor je genoeg ruimte hebt voor een volledige kaasfondue of bouillon. Het verwarmingselement is elektrisch en beschikt over een instelbare thermostaat; hierdoor kun je de temperatuur naar wens aanpassen voor verschillende soorten fondue. Een handig indicatielampje laat zien wanneer het element aan staat. De pot staat op een stevige basis en heeft een extra lang snoer van twee meter, zodat je hem makkelijk midden op tafel plaatst. Bij de set worden acht fonduevorken geleverd die zijn voorzien van gekleurde markeringen. De combinatie van gietijzer en emaille zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en eenvoudige reiniging.

Swissmar Lausanne 11‑delige fondueset - 6 personen

De Zwitserse fabrikant Swissmar levert met de Lausanne een 11‑delige fondueset die is gericht op traditioneel fonduen. De set bestaat uit een koperen pan met een geëmailleerde binnenkant en een zware RVS‑branderschaal. Doordat koper de warmte snel opneemt en verdeelt, is de fondue snel op temperatuur. De pan staat op een robuuste stalen houder waarin een brander met regelaar zit; hiermee pas je de vlamsterkte aan voor kaas‑, bouillon‑ of chocoladefondue. In de doos zitten verschillende accessoires, waaronder zes vorkjes en een branderschaal. Deze set is niet elektrisch, waardoor je hem zelfs buiten of op de camping kunt gebruiken.

Mäser Fondueset - 4 personen

De fondueset van Mäser bestaat uit een roestvrijstalen pan met bijbehorende brander. Roestvrij staal is slijtvast en eenvoudig te reinigen; je kunt de pan na gebruik in de vaatwasser zetten. De set heeft een inhoud van rond één liter, voldoende voor een kaas‑ of chocoladefondue voor een klein gezelschap. Er worden meerdere fonduevorkjes meegeleverd met gekleurde puntjes om ze te onderscheiden. Dankzij de stevige basis staat de pan stabiel op tafel, terwijl de gelijkmatige warmteverdeling voorkomt dat de inhoud aanbrandt. Omdat het geen elektrisch toestel is, gebruik je de brander met brandgel of spiritus.

Baumalu 385050 fondueset - 6 personen

Deze fondueset van Baumalu bestaat uit een zware gietijzeren pan die op een decoratieve houten plaat staat. Gietijzer houdt de warmte goed vast en is geschikt voor zowel kaas‑ als chocoladefondue. De bijgeleverde brander plaats je onder de pan; je regelt de vlamsterkte met een draaiknop. Omdat de pot stevig op de houten plaat staat, blijft hij stabiel en kras je niet op de tafel. In de set zitten fonduevorkjes met houten handvatten.

Tristar FO‑1107 Fonduepan - 8 personen

De Tristar FO‑1107 is een elektrische fondueset met een inhoud van ongeveer 1,5 liter. Je gebruikt deze pan voor verschillende soorten fondue, zoals kaas, bouillon of chocolade. Het verwarmingselement levert circa 1000 watt en heeft een instelbare thermostaat, zodat je de temperatuur kunt aanpassen aan het type fondue. Een indicatielampje geeft aan wanneer het apparaat actief is. De pan heeft een antiaanbaklaag, een cool‑touch handgreep en staat op een antislipvoet voor extra stabiliteit. Er worden acht fonduevorkjes meegeleverd en door de ring bovenop blijven de vorkjes op hun plek tijdens het fonduen.

▼ Volgende artikel
Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde
© px.palette
Huis

Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde

Papieren facturen, garantiebonnetjes, contracten en andere documenten slingeren al snel overal rond. Waarom niet alles digitaal bewaren, zodat je het in enkele klikken terugvindt? In dit artikel vind je gratis tools en praktische tips om je administratie te scannen, te taggen, doorzoekbaar te maken en veilig op te slaan zonder veel gedoe.

Wat gaan we doen?

We geven diverse tips en tools om administratieve en andere papieren documenten efficiënt en ordelijk te digitaliseren. Dat gaat van scannen en OCR’en tot organiseren, automatiseren, back-uppen en meer.

Tip 1: Scanner

Stel, je wilt een hele reeks documenten digitaliseren, zoals garantiebewijzen of facturen. We gaan ervan uit dat je een scanner in huis hebt, eventueel als onderdeel van een all-in-one-printer. Zo’n toestel is goed geschikt voor stabiele, rechte scans, en een (soms optionele) documentinvoer maakt het extra handig bij grotere aantallen. Je scant het best op zo’n 300 dpi, in grijswaarden of kleur, en bewaart het resultaat bij voorkeur als pdf. Helaas genereert de meegeleverde scansoftware vaak alleen pdf’s met een afbeelding van de tekst, waardoor je die later niet kunt doorzoeken of kopiëren.

©OttoPles

Er bestaan ook heel wat printers met een ingebouwde scanner.

Tip 2: NAPS2

Gebruik in dit geval beter scansoftware met geïntegreerde OCR, zoals het gratis en opensource NAPS2 (www.naps2.com, Windows, macOS en Linux). Start de app, klik op Nieuw profiel en op Apparaat kiezen om je scanner te selecteren. Je kunt kiezen uit drie drivertypes: WIA (ingebouwd in Windows, beperkt), TWAIN (krachtiger) en ESCL (voor moderne netwerk- of wifi-scanners, vergelijkbaar met Apple AirScan). Doorgaans kies je voor TWAIN. Stel de scanopties in en open Geavanceerd voor extra instellingen. Typ een profielnaam en bevestig met OK.

Klik nu op de knop OCR en download de gewenste talen, zoals Dutch en English. Plaats een vinkje bij PDFs doorzoekbaar maken middels OCR en kies taal en modus (Snel of Beste). Vink ook de andere opties aan en druk op Scannen.

Klik daarna op het pijlknopje bij PDF opslaan en kies PDF-instellingen. Vul bij Standaard bestandspad een bestandsnaam in – gebruik eventueel ‘placeholders’ als $(YY)-$(MM)-$(DD) – en kies bij Compatibiliteit bij voorkeur PDF/A, zoals PDF/A-2b. Dit formaat slaat namelijk alle lettertypes, kleurprofielen en structuurinformatie in het bestand zelf op, wat ‘garandeert’ dat je het document ook jaren later nog in zijn oorspronkelijke vorm te zien krijgt. Vink Onthoud deze instellingen aan, klik op OK, selecteer de scans en kies PDF opslaan. Het is trouwens ook mogelijk om een (niet-doorzoekbaar) pdf-bestand in NAPS2 te importeren, dit vervolgens te OCR’en en als PDF/A te bewaren.

NAPS2 is prima opensource-scansoftware, met geïntegreerde meertalige OCR-module.

Pdf-printer

De focus van dit artikel ligt op papieren brondocumenten, maar we willen zeker ook (de gratis versie van) PDFCreator vermelden (www.pdfforge.org/pdfcreator). Je kunt deze namelijk als virtuele printer installeren om zo allerlei documenttypen om te zetten naar PDF(/A).

Start na installatie de app, open het tabblad Printer, vink PDFCreator aan en kies via de moersleutel het bestaande profiel PDF/A (archiefbestand). Bevestig met Opslaan en sluit de app. Open nu een document in een willekeurige toepassing, open het afdrukvenster en selecteer PDFCreator als printer. Een dialoogvenster opent waarin je het document meteen kunt opslaan als PDF/A-bestand (standaardversie 2b, maar dit is aanpasbaar via het uitklapmenu).

Je kunt zo’n virtuele printer ook inzetten om documenten automatisch als PDF/A op te slaan in een zelf te bepalen map. Maak hiervoor in PDFCreator op het tabblad Profielen een nieuw profiel aan (bijvoorbeeld PDF/A in map Facturen), kies bijvoorbeeld PDF/A-2b als formaat en geef tevens een specifieke opslaglocatie op. Koppel dit profiel op het tabblad Printer aan een nieuwe virtuele printer (bijvoorbeeld PDF/A-facturen). Zo maak je meerdere profielen en printers aan, waarbij elk PDF/A-bestand automatisch in een andere map terechtkomt.

Je kunt ook meerdere virtuele printers aanmaken, telkens met een aangepast profiel.

Tip 3: Mobiel

Een vlakbedscanner is zeker handig, maar niet noodzakelijk, want je kunt tegenwoordig ook prima scannen met je smartphone. Met de juiste app wordt het beeld automatisch ge-OCR’d en indien nodig rechtgetrokken. Een van de betere apps is Adobe Scan, beschikbaar via www.kwikr.nl/adobescan of in de appstore van Android en iOS.

Installeer en start de app. De gratis versie volstaat meestal, al laat de betaalde versie (circa 10 euro per maand) je onder meer tot 100 pagina’s per bestand scannen (in plaats van 25) en pdf’s exporteren naar Office 365-formaten.

Meld je aan, bijvoorbeeld via je Google-account, en tik op Scan. Je kunt het resultaat onder meer uitsnijden, roteren en de helderheid en het contrast aanpassen. Kies Blijven scannen voor extra pagina’s of tik op PDF opslaan zodra je klaar bent. De pdf belandt standaard in je Adobe-account (https://acrobat.adobe.com), maar je kunt het bestand ook delen of (via Meer) bijvoorbeeld opslaan in Google Drive. Het pdf-bestand is standaard doorzoekbaar, controleer bij Voorkeuren of Tekstherkenning uitvoeren op opgeslagen PDF wel is ingeschakeld, maar het is geen PDF/A. Wil je dat, dan kun je het bestand alsnog omzetten met reeds eerder vermelde, gratis tools als NAPS2 of PDFCreator (zie ook kader ‘Pdf-printer’).

Met (het gratis) Adobe Scan kun je ook meerdere pagina’s laten OCR’en en in één pdf bewaren.

Tip 4: Tags koppelen

Om naderhand snel het gewenste document te kunnen terugvinden, zorg je er dus allereerst voor dat je documenten doorzoekbaar zijn (bij pdf’s kan dit via OCR: zie tip 2). Je kunt gerust ook zelf extra trefwoorden, zeg maar digitale kleefbriefjes, aan je documenten koppelen.

Met een tool als TagSpaces (www.tagspaces.org, Windows, macOS en Linux) tag je in één keer meerdere bestanden en mappen met eigen trefwoorden. Bestaande tags voeg je simpelweg toe door ze naar bestanden te slepen. TagSpaces heeft ook een krachtige zoekfunctie waarmee je snel documenten met de juiste tag(s) terugvindt.

Handig zijn ook ‘smart tags’: je bepaalt dan zelf de criteria, waarna nieuwe bestanden automatisch de juiste tags krijgen. Deze tags kun je opslaan in aparte sidecar-bestanden (JSON) of je voegt ze achteraan de bestandsnaam toe: een bestand als aanpassing.pdf bijvoorbeeld wordt dan iets als aanpassing[huur indexering].pdf. De betaalde Pro-versie (42 euro per jaar) heeft enkele geavanceerde opties, zoals het toekennen van tags op basis van lokale AI-taalmodellen.

TagSpaces is een krachtige taggingtool, maar met een zekere leercurve.

Tip 5: Tags zoeken

Vind je TagSpaces toch wat overkill, dan zijn er andere manieren om documenten van (doorzoekbare) trefwoorden te voorzien. Je kunt in Verkenner (met sneltoets F2) trefwoorden toevoegen aan de bestandsnaam, maar het kan ook anders. Klik met rechts op een bestand of selectie, kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Afhankelijk van het bestandstype kun je hier tags toevoegen bij velden als Titel, Onderwerp, Labels, Categorieën en Opmerkingen. Dit werkt goed bij bijvoorbeeld Office-bestanden en afbeeldingen, maar pdf-documenten laten zich minder makkelijk taggen. Dit kan bijvoorbeeld wel bij het aanmaken van zo’n document vanuit NAPS2 of PDFCreator. Bij deze laatste kun je bij een profiel titel, auteur, onderwerp en trefwoorden meegeven.

Vanuit de Verkenner kun je vervolgens zoeken op deze tags, ook in pdf-bestanden (ook al zijn ze niet zichtbaar op het tabblad Details). Navigeer naar de juiste map of het station en typ in de zoekbalk van de Verkenner labels:<trefwoord>.

Werkt dit niet, dan ontbreekt waarschijnlijk een geschikt zoekfilter. Je kunt zo’n Adobe-IFilter alsnog installeren via deze link. Je kunt dit controleren vanuit het Configuratiescherm: open Indexeringsopties, klik op Geavanceerd en scrol op het tabblad Bestandstypen naar pdf. Daar hoort PDF Filter (of eventueel Reader Search Handler) te staan, en Eigenschappen en inhoud van het bestand indexeren moet zijn ingeschakeld. Zorg er tevens voor dat alle gewenste mappen zijn opgenomen bij Deze locaties beheren (via de knop Wijzigen).

Met het juiste filter kun je ook vanuit de Verkenner naar tags binnen pdf-documenten zoeken.

Tip 6: Opslagstructuur

Je documenten zijn nu doorzoekbaar en mogelijk ook getagd, maar er is nog een derde belangrijk aspect: bewaar alles met logische bestandsnamen in een doordachte mappenstructuur.

Voor bestandsnamen plaats je de belangrijkste info, zoals projectnaam en/of datum, liefst vooraan. Gebruik de ISO-notatie (JJJJ-MM-DD), zodat je bestanden makkelijk chronologisch sorteert. Zoals vermeld in tips 4 en 5 kun je de naam aanvullen met trefwoorden, gescheiden door een koppelteken of onderstrepingsteken (vermijd spaties of speciale tekens). Eventueel voeg je achteraan een versienummer toe, zoals _v1. Een voorbeeld is 2025-08-31_Huurcontract_Appartement_v1.pdf.

Breng de bestanden onder in een logische structuur, bijvoorbeeld op datum, per project of klant, of per categorie (zoals Huis, Werk, Gezondheid, Financieel enzovoort). Je zult merken: dankzij consistente map- en bestandsnamen vind je documenten sneller terug.

Sneller zoeken binnen een logische mappenstructuur (en met labels).

Tip 7: Organisatietool

Je hebt een logische mappenhiërarchie opgezet, maar je moet natuurlijk ook zorgen dat documenten in de juiste map terechtkomen. Externe hulp van een organisatietool als het gratis Dropit (www.dropitproject.com, werkt nog onder Windows 11) of File Juggler (www.filejuggler.com, betaalde versie 44 euro) kan daarbij handig zijn. We bekijken kort deze laatste.

Start de geïnstalleerde tool op en klik op Add rule (of eerst op Add rule group als je de regels wilt categoriseren). Stel dat je alle pdf’s die in de map \gedeeld terechtkomen automatisch wilt verplaatsen op basis van trefwoorden. Vul dan Description in en klik op de knop met drie puntjes bij Monitor om de bronmap te kiezen. Via het tandwielpictogram kun je eventueel Examine everything regularly <frequentie> between checks instellen, wat ook goed werkt voor gedeelde netwerkmappen.

Klik daarna op de plus-knop bij If en stel het filtercriterium in, bijvoorbeeld: Any of the following / Other / PDF Properties / Keywords. Bevestig met Insert en geef het trefwoord op bij Contains / Text. Je kunt via de plus-knop extra filters instellen en kiezen tussen Any of All of the following.

Leg nu de gewenste actie vast bij Then: klik op de plusknop, kies bijvoorbeeld Move file en vul de doelmap in bij to. Bewaar je filter met Save and close. Op het tabblad Rules klik je op de pijlknop naast je filter om het te activeren. Test het resultaat.

Organiseer je bestanden automatisch op basis van eigen, gecombineerde zoekfilters.

DMS

Met de tips rond doorzoekbaar maken, taggen en ordenen uit dit artikel, en met tools als TagSpaces en File Juggler, raak je al ver. Wil je je administratie nog professioneler organiseren, dan kom je uit bij een volwaardig Document Management System, kortweg DMS. Flexibele opensource-tools zijn bijvoorbeeld Papermerge en Paperless NGX. Beide installeer je het makkelijkst op Windows via Docker (Docker Desktop for Windows, met WSL2).

Na installatie bereik je het browserdashboard van de tool standaard via http://<ip-adres>:8000. Beide tools bieden OCR aan om gescande documenten doorzoekbaar te maken. Je documenten kunnen ook automatisch worden verwerkt op basis van eigen filters, en er zijn krachtige zoekopties ingebouwd. Beide tools kun je meteen uitproberen via een online demo (log in met demo / demo).

Een krachtig DMS als Paperless-ngx maakt het bijhouden van je administratie veel efficiënter.

Tip 8: Zoektool

Zoals gezegd laat de ingebouwde zoektool in Windows je met de juiste filters en instellingen ook zoeken naar metadata, zoals trefwoorden in pdf’s. Met zoekfilters en operatoren zijn zelfs complexe opdrachten mogelijk, zoals labels:factuur auteur:Toon van Daele grootte:>300kB gewijzigdop:dit jaar. Echt gebruiksvriendelijk of handig is deze functie helaas niet. Je bent dan beter af met een tool als Agent Ransack (alias Filelocator Pro, www.mythicsoft.com/agentransack). Ook de gratis Lite-versie ondersteunt netwerkshares, Booleaanse operatoren, reguliere expressies en zoeken naar metadata via IFilter.

Start de tool, zet deze op Expert en open het tabblad Hoofd. Vul bij Bevat tekst je zoekterm in en bij Zoek in het gewenste station of de map. Eventueel kun je ook filters instellen voor Grootte en Gewijzigd Na / Voor. Op het tabblad Datum voeg je extra tijdsfilters toe en op het tabblad Opties vink je zeker Office en PDF documenten aan. Vul je bij Bevat tekst een pdf-trefwoord in, dan vindt Agent Ransack ook de bijbehorende bestanden. In het tabblad Treffers (rechtsonder) zie je bij gevonden bestanden bijvoorbeeld Keywords: <gezocht_trefwoord>. Met een dubbelklik open je meteen het bestand.

Agent Ransack laat gecombineerde en krachtige filters toe en zoekt ook in metadata.

Tip 9: Back-ups

Je administratie digitaliseren is een goed idee, maar dit is pas veilig met een degelijke back-upstrategie. Het best hanteer je hier de 3-2-1-regel: drie datakopieën (hoofdversie en twee back-ups), op twee soorten media, waarvan minstens één kopie op een andere locatie. Zo bescherm je je data tegen hardwarestoringen, ransomware, brand en diefstal.

Een uitstekende gratis en opensource back-uptool is Duplicati (www.duplicati.com, Windows en macOS), die we zelf al jaren dagelijks geautomatiseerd gebruiken voor back-ups naar zowel een netwerkschijf (NAS) als de cloud (Google Drive).

Installeer het gedownloade msi-bestand. Klik na afloop met rechts op het programma-pictogram in het Windows-systeemvak en kies Open om het browserdashboard te starten. Verschijnt First Run Setup, klik dan op Yes en stel een wachtwoord in. Je kunt Duplicati in je browser openen via http://localhost:8200. Wil je ook toegang vanaf een andere pc in je netwerk, open Instellingen in Duplicati en vink Remote toegang toestaan aan, zodat het dashboard bereikbaar is via http://<intern_ip-adres>:8200. Klik vervolgens op +Back-up toevoegen, laat Een nieuwe back-up instellen geselecteerd en vul een naam in. Schakel bij opslag buiten je netwerk versleuteling in. Geef vervolgens doel- en bronlocatie op en bepaal wanneer en hoe vaak de back-up wordt uitgevoerd. Duplicati maakt standaard incrementele back-ups, waarbij alleen nieuwe of gewijzigde data worden opgeslagen, waardoor het back-upvolume beperkt blijft.

Duplicati is een betrouwbare, gebruiksvriendelijke en flexibele back-uptool.

Tip 10: Beveiliging

Een goede back-upstrategie is cruciaal om je data veilig te bewaren, maar veiligheid draait ook om privacy. De beste manier om te voorkomen dat onbevoegden inzage krijgen in je (medische, financiële …) gegevens is versleuteling. In tip 9 vermeldden we al dat je in Duplicati back-ups automatisch kunt versleutelen met sterke AES-256-encryptie. Maar ook de data op je originele opslaglocatie wil je wellicht beveiligen.

Hiervoor kun je een gratis opensource-tool als VeraCrypt gebruiken, die naast containerbestanden ook complete partities of schijven kan versleutelen met sterke algoritmen als AES-256. We hebben niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar hier vind je meer uitleg. Ook handig is Cryptomator om via je lokale synchronisatiemap data te versleutelen bij cloudopslagdiensten als Google Drive, OneDrive of Dropbox. Je vindt hier meer uitleg daarover.

Daarnaast kun je voor diverse documenttypes ook individuele bestanden beveiligen met een wachtwoord, al is dit vaak minder robuust dan een volledig versleutelde opslaglocatie. Dit kan bijvoorbeeld vanuit verschillende Office-applicaties, maar ook met pdf-tools zoals NAPS2 (bij PDF-instellingen vink je PDF versleutelen aan) en PDFCreator (bij Profielen, via Actie toevoegen / Versleuteling).

Ook in NAPS2 kun je pdf-documenten met een wachtwoord beveiligen.