ID.nl logo
Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen
© Lucky Ai - stock.adobe.com
Huis

Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

FPS, dynamisch bereik, UHD, tonemapping, upscaling … Ben je op zoek naar een nieuwe televisie, dan kom je allerlei technische termen en afkortingen tegen. Handig, dat jargon – als je tenminste weet wat het allemaal betekent. Hoog tijd dus om al die technische termen eens goed uit te leggen, zodat jij weet waar je naar moet kijken wanneer je een nieuwe televisie gaat kopen.

Bij ieder apparaat vind je de nodige specificaties die gaan over de functies van dat specifieke toestel. Dat geldt ook voor televisies: diverse termen worden op je afgevuurd, maar je ziet dan al snel de bomen door het bos niet meer. Tijd dus voor een lesje in televisie-technieken. We beginnen eerst met de meest eenvoudige.

Resolutie: De resolutie is waarschijnlijk een van de eerste onderdelen waar je naar kijkt bij de aanschaf van een televisie. Dit geeft namelijk aan uit hoeveel pixels een tv-scherm bestaat. Let wel, dit is iets anders dan de aanduiding inch. De resolutie geeft aan uit hoeveel horizontale en verticale pixels het beeld is opgebouwd. Vandaag de dag kennen we in principe drie gangbare resoluties:

● 1920 x 1080 = Full-HD
● 3840 x 2160 = 4K UHD
● 7680 x 4320 = 8K UHD

©Alessiom | Adobe Stock

Beeldverhouding: Kijken we naar de manier waarop een (tv-)scherm is vormgegeven, dan is deze doorgaans als een rechthoek gemaakt. Vroeger waren tv-schermen en monitoren min of meer vierkant en was de beeldverhouding 4:3. Koop je nu een televisie, dan is de (breed)beeldverhouding 16:9. Er bestaan ook andere breedbeeldverhoudingen, zoals 16:10 en 21:9, maar die komen alleen voor bij computermonitoren of in bioscopen.

Kijkhoek: De hoek waarin je je tv-scherm kunt bekijken zonder dat de beeldkwaliteit afneemt en moeilijk zichtbaar is. De kijkhoek wordt vaak bij de specificaties van een televisie getoond. Hoe groter de kijkhoek, des te schuiner vanaf het midden van het beeldscherm is het beeld goed te zien.

Verversingssnelheid: Hier mee wordt aangegeven hoeveel keer per seconde het scherm een nieuw beeld toont, uitgedrukt in Hertz (Hz). Bij televisies zien we in Europa voornamelijk 50Hz- en 100Hz-tv's, de Verenigde Staten gebruiken 60Hz en 120Hz. Je kunt stellen dat hoe hoger de verversingssnelheid, des te soepeler het bewegende beeld is. Maar, dat is ook afhankelijk van de bron. Bij schermen met een hogere verversingssnelheid moeten wat trucjes worden toegepast om het beeld zo soepel mogelijk weer te geven.

Frame rate (FPS: frames per seconde): Dit gaat over het aantal beelden per seconde dat aangeleverd wordt door de bron, vaak uitgedrukt in frames per seconde (FPS), maar soms ook in Hz. Je kunt een bron met een lagere FPS - bijvoorbeeld een Blu-ray-disc of dvd'tje - afspelen op een tv-scherm van 50, 60 of 100Hz, maar de tv past trucjes toe om het beeld alsnog soepel weer te geven.

Contrast: Ook bekend als contrastverhouding. De verhouding tussen de helderste en donkerste delen van een afbeelding.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Eigen contrast: Refereert naar het contrast van een LCD-paneel zonder bijkomende hulp van lokaal dimmen. Typisch gemeten op een zwart-wit schaakpatroon.

Motion Interpolation: Dit is een techniek waarbij de tv tussenliggende beelden berekent om een hogere frame rate te simuleren. Dit maakt het beeld vloeiender. Om bijvoorbeeld een film van 24fps om te zetten naar 120fps moet de tv tussen elke twee originele beelden 4 extra beelden berekenen.

Bewegingsscherpte: Hoe scherp een beeld is wordt niet alleen bepaald door de resolutie van het scherm. Ook de responsetijd van de pixels (zie ook het volgende blok) speelt een belangrijke rol. Schermen met een trage pixelresponsetijd kunnen vage of dubbele randen veroorzaken bij (snel) bewegende voorwerpen. Daardoor lijken bewegende beelden minder scherp. De bewegingsscherpte is beter bij pixels met een lage responsetijd.

Reactiesnelheid: Ook wel pixelresponsetijd genoemd. Een pixel op je televisie heeft tijd nodig om van de ene kleurtint naar de andere om te schakelen. Dat gaat weliswaar razendsnel bij de meeste televisies, maar hoe lager de pixelresponsetijd is, des te beter is de bewegingsscherpte.

©Борис Бондарчук

Als de reactietijd van pixels te langzaam is, krijg je een wazig effect op plekken waar het beeld snel verandert.

Judder: Dit gebeurt meestal wanneer de beeldsnelheid van een video niet overeenkomt met de verversingssnelheid van de tv. Elke film of video wordt gemaakt en afgespeeld met een bepaalde snelheid, bijvoorbeeld 24 beelden per seconde. Als je tv een andere verversingssnelheid heeft, zoals 60 Hz, moet hij deze beelden aanpassen om ze goed weer te geven. Soms gaat dat niet helemaal soepel, en dan krijg je judder.

Hieronder zie je een voorbeeld van judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Watch on YouTube

Een voorbeeld van Judder: de camera draait, maar het beeld schokt.

Input-lag: Dit is het verschil - voor televisies gemeten in milliseconden - tussen het aanleveren van het beeld aan een televisie en het daadwerkelijk verschijnen van dat beeld op de televisie. Input-lag kan bijvoorbeeld voorkomen bij gaming, maar ook bij tv-decoders. Als het beeld niet snel genoeg door de televisie wordt verwerkt, dan krijg je input-lag. Vooral voor gamers is het van belang dat de input-lag van een televisie zo laag mogelijk is.

Upscaling: Het omzetten van een beeld met lage resolutie (bijvoorbeeld 720x576 van een dvd) naar de hogere resolutie van het tv-scherm (bijvoorbeeld 3.840x2.160). Het beeld wordt hierbij niet zomaar 'opgeblazen', maar de tv (of blu-ray-speler, die kunnen ook upscalen) gebruikt algoritmes om de ontbrekende pixels te 'raden' of te berekenen, zodat het beeld het gehele scherm vult. Het ziet er dan iets scherper uit dan wanneer het beeld zou worden opgeblazen.

Interlaced video: Video waarbij elk beeld alternerend alleen de even of de oneven lijnen bevat. Het ombouwen van de beeldlijnen gaat dus om en om. Meestal genoteerd als de verticale resolutie gevolgd door de letter i. Digitale tv wordt bijvoorbeeld vaak uitgezonden in 1.080i.

Progressive video: Bij progressieve video wordt iedere rij met pixels tegelijkertijd opgebouwd. Dit zorgt in de praktijk voor een soepeler beeld. Video die in 1080p wordt gemaakt vind je terug op Blu-ray-discs en bij de meeste streamingdiensten. Moderne televisies kunnen zowel 1080p- als 1080i-videocontent aan.

Dat er überhaupt twee soorten videostandaarden zijn heeft te maken met de oorsprong. Video die in 1080i wordt uitgezonden, vereist veel minder bandbreedte omdat de beeldlijnen niet tegelijkertijd worden opgebouwd. Om deze reden wordt digitale televisie nog steeds uitgezonden in 1080i. Films die je hebt gedownload of via een streamingdienst bekijkt, wil je natuurlijk in een zo hoog mogelijke en soepele beeldkwaliteit bekijken. Om die reden zijn die films juist in 1080p-formaat gemaakt. De bandbreedte voor video's die je zelf afspeelt en die dus on-demand zijn, is minder van belang; ze worden immers niet naar een hele groep mensen tegelijk gestuurd maar alleen door jou opgevraagd.

Deinterlacen: Het omzetten van interlaced video naar progressive video. Wanneer dit op een foute manier gebeurt, kunnen er beeldartefacten ontstaan zoals kam-effecten. Schuine lijnen zijn dan niet mooi scherp, maar hebben een gekamde rand.

In deze Engelstalige video wordt uitgelegd wat deinterlacen is.

Watch on YouTube

DVB-T/S/C: Digital Video Broadcast, DVB, is de standaard voor digitale televisie. DVB-T (Terrestrial) ontvang je met behulp van een antenne (bijvoorbeeld Digitenne), DVB-C (Cable) ontvang je via kabeldistributie (zoals Ziggo) en DVB-S (Satellite) ontvang je met een satellietschotel, bijvoorbeeld Canal Digital. Wanneer je televisie kijkt via je glasvezel- of adsl-provider, dan wordt dit IPTV genoemd. Smart-tv's kunnen normaal gesproken alleen overweg met een direct op de tv aangesloten DVB-T,- DVB-S- of DVT-C-signaal. Voor het bekijken van IPTV is altijd een apart kastje nodig, zoals een KPN+-box.

TV's kunnen niet uit zichzelf overweg met het IPTV-protocol als het via glasvezel wordt verstuurd: dan heb je een apart kastje nodig.

Backlight: Pixels in een beeldscherm geven vanuit zichzelf geen licht. Het licht komt in deze gevallen door een zogeheten backlight of achtergrondverlichting, die de pixels van een lcd-scherm van achteren verlicht. Er zijn op dit moment drie typen backlight: Edge-Lit, Full Array en Direct-Lit.

Edge-Lit: Bij Edge-Lit-verlichting zijn de led-lampjes langs de randen van het tv-scherm geplaatst. Het licht van deze lampjes wordt via de achterkant het scherm in geleid. Dit is een relatief goedkope manier van verlichting, maar het nadeel is dat het contrast tussen lichte en donkere delen minder groot is. Ook is de kijkhoek beperkter dan bij andere technieken.

Full Array: Bij Full Array zitten de led-lampjes verspreid over het hele oppervlak achter het scherm, in plaats van alleen langs de randen. Hierdoor kan de helderheid veel plaatslijker geregeld worden. Dit geeft een beter contrast, diepere zwarttinten en brede kijkhoeken. Full Array is de beste techniek, maar ook de duurste.

Direct-Lit: Bij Direct-Lit-verlichting zitten de leds ook over de hele achterkant verspreid, net als bij Full Array. Het verschil is dat het bij Direct-Lit grotere TL-lichten zijn in plaats van kleine led-lampjes. De voordelen ten opzichte van Edge-Lit zijn een beter contrast en bredere kijkhoeken.

©YouTube / LG

Eem voorbeeld waarin het verschil tussen Full Array en Edge-Lit wordt verduidelijkt. Links: Full Array en rechts Edge-Lit.

Lokaal dimmen: Omdat lcd-tv’s niet zo goed zwart kunnen reproduceren en dus maar een beperkt contrast hebben, wordt de achtergrondverlichting soms onderverdeeld in zones. Die zones kunnen dan, onafhankelijk van elkaar, meer of minder of zelfs geen licht geven. De tv kan de achtergrondverlichting dus lokaal op het scherm zelf dimmen. Lokaal dimmen kan het contrast aanzienlijk verbeteren.

LCD: De afkorting staat voor Liquid Crystal Display. LCD-schermen bestaan uit vloeibare kristallen die tussen twee lagen glas of doorzichtig materiaal zijn geplaatst. Deze kristallen hebben de unieke eigenschap dat ze hun oriëntatie kunnen veranderen in reactie op elektrische stromen. Door die stromen aan te passen wordt meer of minder licht van de achtergrondverlichting doorgelaten.

IPS-paneel: In de wereld van panelen voor tv's - het deel dat uit de pixels bestaat - kunnen we onderscheid maken tussen twee soorten: IPS en VA. IPS staat voor In-Plane Switching. Dit verwijst naar de manier waarop de vloeibare kristallen in het paneel zijn gerangschikt. In een IPS-paneel zijn de kristallen parallel aan het paneel gerangschikt en draaien ze in hun eigen vlak (vandaar "in-plane") om licht door te laten. Een IPS-paneel heeft een grotere kijkhoek, maar vaak een minder goed contrast.

VA-paneel: In een VA-paneel zijn de vloeibare kristallen verticaal uitgelijnd als ze in de 'uit'-positie staan. Gaat er stroom doorheen, dan draaien de kristallen en laten ze licht door. VA-panelen hebben ten opzichte van IPS-panelen een hoger contrast, waardoor ze dieper zwart kunnen weergeven. De kijkhoek van een VP-paneel is echter weer kleiner. Op de meeste televisies van nu worden VA-panelen toegepast, maar dat is veelal afhankelijk van het merk.

QLED: Staat voor Quantum Dot LED en is een technologie die quantum dots en leds gebruikt om kleur en helderheid te verbeteren. QLED-tv’s zijn LCD-tv’s, met een QLED-achtergrondverlichting.

OLED: Staat voor Organic Light-Emitting Diode. Dit is een schermtechnologie zonder achtergrondverlichting. Elke pixel is een kleine lichtbron die individueel aan- of uitgezet kan worden. Hierdoor kan op een OLED-scherm perfect zwart worden weergegeven.

Watch on YouTube

Dynamisch bereik: Het maximale contrast dat een scherm met behulp van lokaal dimmen kan, bereiken. Ook: het maximale contrast dat binnen een video bereikt wordt.

HDR: High Dynamic Range. Een nieuwe beeldtechniek die betere schaduwnuances, hogere piekhelderheid (en dus meer contrast en hoger dynamisch bereik) en meer kleurtinten toelaat voor een meer realistisch beeld.

HDR10: Dit is een standaard voor het opslaan, tonen en definiëren van HDR-beelden. Op vrijwel alle tv's wordt HDR10 ondersteund. Veel streamingdiensten bieden HDR10-content aan; die informatie vind je terug bij de algemene informatie van de film of serie die je bekijkt bij je streamingdienst. Een nieuwere, verbeterde versie van HDR10 is HDR10+.

HDR10+: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dit is een uitbreiding van HDR10 met informatie die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren.

Dolby Vision: Een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden. Dolby Vision verschilt van HDR10 doordat het signaal meer informatie bevat die door de tv gebruikt wordt om tonemapping van scène tot scène te verbeteren. Voor het weergeven van Dolby Vision-content is een tv vereist die deze standaard ondersteunt.

SDR: Standard Dynamic Range: een term die verwijst naar alles dat geen HDR is, vooral om het onderscheid te maken tussen HDR-beelden en gewone beelden.

HLG: Dit staat voor Hybrid Log Gamma en is eveneens een standaard voor het opslaan en tonen van HDR-beelden en wordt vooral gebruikt voor live-televisie. Het voordeel van HLG is dat een enkel signaal zowel getoond kan worden op tv’s die HLG ondersteunen als op oudere tv’s zonder HLG-ondersteuning. Oudere tv’s tonen dan een klassiek SDR-beeld.

Tonemapping: De techniek waarbij de tv het dynamisch bereik van het binnenkomend videosignaal omzet naar zijn eigen dynamisch bereik. Een HDR-video-beeld dat bijvoorbeeld een piek van 1.200 nits helderheid haalt, kan niet zomaar getoond worden op een tv die maximaal 700 nits kan tonen. De tv moet het beeld tonemappen zodat de helderste tinten allemaal binnen zijn eigen bereik vallen, zonder details te verliezen.

Dynamische tonemapping: Wanneer de tv in staat is om de tonemapping aan te passen van beeld tot beeld of scène tot scène spreken we van dynamische tonemapping.

Nu de beste deals op nieuwe smart-tv's

Kijk snel bij Bol

Clipping: Wanneer subtiele witnuances getoond worden als egaal wit of zwartnuances als egaal zwart, spreken we van clipping.

Piekhelderheid: Dit is de maximale helderheid (uitgedrukt in nits of cd/m²) dat een scherm kan produceren, vaak gemeten op een 10% venster (een wit vlak dat 10% van het schermoppervlak bedraagt op een zwarte achtergrond).

Kleurbereik: Het bereik van kleuren dat een tv kan weergeven, uitgedrukt als een percentage van een standaard met een gedefinieerd bereik. Bijvoorbeeld, 71% Rec.2020.

Rec.709, P3, Rec.2020: Dit zijn standaarden of aanbevelingen voor beeldweergave die (onder andere) een bepaald absoluut kleurbereik definiëren. Rec.709 is wat we al lange tijd gebruiken voor alle SDR-beelden. P3 en Rec.2020 zijn recentere standaarden met een ruimer kleurbereik, typisch gebruikt voor HDR.

Gamma (of gammafunctie): Verwijst voor SDR-signalen naar de functie die het binnenkomend videosignaal omzet naar lichtoutput van het scherm. Dit is een exponentiele functie: de exponent is gamma. Lagere gammawaardes maken donkere en middentinten helderder, hogere gammawaardes maken ze donkerder. Typische waardes liggen tussen 2,2 en 2,4.

EOTF: Electro-Optical Transfer Function: De functie die bepaalt hoe we het binnenkomend videosignaal omzetten naar lichtoutput van het scherm. De term EOTF wordt vooral gebruikt binnen de context van HDR. Ook SDR-beelden hebben een EOTF, die kennen we beter onder de term gammafunctie. Binnen HDR verwijst de term EOTF bijna altijd naar PQ EOTF (Perceptual Quantizer EOTF), de gestandardiseerde EOTF voor HDR10, HDR10+ en Dolby Vision.

Kleurtemperatuur: Een karakteristiek van licht in termen van warmte of koelte. Uitgedrukt in K (Kelvin). Lage kleurtemperaturen (minder dan 6500K) hebben een lichtrode/oranje tint, daarom noemen we ze warm. Hoge kleurtemperaturen (meer dan 6500K) hebben een blauwe tint, daarom noemen we ze koel. Voor tv is de standaard D65, wit daglicht, wat overeenkomt met ongeveer 6500K.

De populairste televisies tot 1500 euro

Goed bekeken!

Powered by Kieskeurig.nl

Grijsschaal: Een testpatroon dat van zwart naar wit loopt in, 10 of 20 stappen of in een continue gradiënt. Op dit patroon is het gemakkelijk te zien of de kleurtemperatuur correct is. Maar nog belangrijker is dat de kleurtemperatuur consistent is over het hele verloop. Kleine kleurtemperatuurverschillen tussen verschillende grijswaardes zijn erg funest voor een correcte beeldweergave.

dE of deltaE: Dit is een technische eenheid die de fout weergeeft van een gemeten kleur of grijswaarde ten opzichte van de referentie. DeltaE-waardes van kleiner dan 3 worden beschouwd als niet zichtbaar, maar voor de beste resultaten wordt gemikt op een deltaE van 1 of minder.

Kalibreren: Het bijsturen van primaire kleuren, grijsschaal en EOTF (of gamma) zodat het zo goed mogelijk overeenkomt met de relevante standaard. Een gekalibreerd scherm geeft de beelden weer zoals de maker het effectief voor ogen had.

Blokruis:  Wanneer video’s te sterk gecomprimeerd worden is het mogelijk dat je vierkante blokvorming ziet in het beeld. Dit wordt blokruis of mpeg-ruis genoemd (naar de MPEG-compressietechniek).

DTS:X, Dolby Atmos: Twee geluidstechnologieën die in een driedimensionale ruimte presenteren. Geluid kan dan ook van boven je komen. Deze technieken gebruiken ook object-gebaseerde audio, waarbij het audiosignaal verbonden is aan een object dat door de ruimte beweegt. Je audio-installatie vertaalt dit dan naar het aantal luidsprekers waarover je het geluid afspeelt.

Lees ook: De ideale soundbar voor jouw tv

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.