ID.nl logo
Review Sony XR55A95L - Topprestaties met QD-OLED
Huis

Review Sony XR55A95L - Topprestaties met QD-OLED

In 2022 lanceerde Sony haar eerste televisie met een QD-OLED-paneel. Dit jaar brengt het bedrijf de opvolger uit, de 55 inch XR-55A95L. Deze televisie wordt eveneens aan de top van de line-up geplaatst, en heeft naast het QD-OLED-paneel ook een nieuwe chipset gekregen. Reden genoeg om te testen wat dit model in huis heeft.

Fantastisch
Conclusie

Voor de echte filmliefhebber is de XR-55A95L is het paradepaard van Sony. En dat kunnen we beamen, deze tv is een plezier om naar te kijken. Het is jammer dat hij nog steeds maar twee HDMI 2.1-poorten heeft. De incompatibiliteit tussen 4K120 en Dolby Vision wordt hopelijk later opgelost via de firmware-update. Het nieuwe QD-OLED-paneel levert voortreffelijke helderheid en contrast, en een enorm kleurbereik. Sony zet dat prachtig in, met goede beeldverwerking in zowel SDR als HDR geniet van je accurate weergave. De Acoustic Surface zorgt voor erg goede audio. Het gebruiksgemak van Google TV en het ruime app-aanbod maken de tv compleet. Je moet wel diep in de buidel tasten, want deze Sony is bijzonder hoog geprijsd.

Plus- en minpunten
  • Hoge piekhelderheid en zeer ruim kleurbereik
  • Uitstekend zwart met veel schaduwdetail
  • Zeer goede beeldverwerking
  • Prima audioprestaties met Acoustic Surface en Dolby Atmos
  • Hoge prijs
  • Sterk invallend licht heeft impact op het zwartniveau
  • Slechts twee HDMI 2.1-aansluitingen
  • Dolby Vision en 4K120 niet te combineren via HDMI

Deze Sony is een stuk lichter dan het model van vorig jaar. Die voorganger woog maar liefst 31kg, waarvan 10kg voor rekening van de voet was. Deze nieuwe versie weegt slechts 19kg, inclusief de lichtmetalen voeten. Die kun je monteren op twee posities, een lage en een hoge; die laatste stand gebruik je als je een soundbar wil plaatsen. De tv is ook een centimeter slanker dan het model van 2022. Verder is er niets op de afwerking aan te merken. De achterzijde heeft een diep vierkantjespatroon, en vooraan en van de zijkant is er een smal donkerzilver kader te zien rond het scherm.

©Sony

Aansluitingen

Op het gebied van de aansluitingen is er niets veranderd. We hoopten op vier HDMI 2.1-poorten, maar het blijven er twee. Die ondersteunen ALLM, 4K120, VRR en ARC/eARC (alleen op één van de poorten). In de specificaties vinden we geen pc-varianten van VRR, maar bij de test blijkt deze wel NVIDIA G-Sync-compatible. De input-lag is 17,3ms (4K60) en 8,8ms (2K120), dat is prima voor gamers, maar loopt wat achter ten opzichte van de concurrenten. De andere twee HDMI-poorten blijven steken op versie 2.0.

©Eric Beekmans

De belangrijkste beperking van deze Sony is dat je nog steeds niet Dolby Vision en 4K120 tegelijk op een HDMI 2.1-poort kunt activeren. De chipset in deze tv biedt die mogelijkheid overigens wel, maar daarvoor moet de firmware geüpdatet worden. Volgens Sony komt die update begin 2024 beschikbaar. Bij het instellen van de HDMI-poorten moet je nu kiezen voor de ‘Verbeterd 4K120’-modus als je dat soort signalen aanbiedt, en hou er ook rekening mee dat die mode geen Dolby Vision biedt. De ‘Verbeterd’ en ‘Standaard’ instelling zijn overigens wel Dolby Vision compatibel. De tv is voorzien van een dubbele tv-tuner en één CI+-slot, je kunt dus tv kijken en tegelijk een ander kanaal opnemen als je een externe usb-opslag aansluit. De optisch digitale uitgang gebruikt een mini TOSLINK-connector en kan tevens gebruikt worden voor de S-center luidsprekeraansluiting die je op een Sony-soundbar aantreft. Net zoals voorgaande jaren is er ook een luidsprekeraansluiting waarmee je de tv rechtstreeks op je AV-receiver aansluit om te functioneren als center-speaker.

©Sony

Beeldverwerking

De A95K is uitgerust met een nieuwe chipset, maar gebruikt nog steeds de Sony Cognitive Processor XR titel. Dat doet vermoeden dat de prestaties op dezelfde lijn zullen liggen als bijvoorbeeld de X95L. Tot onze verbazing zijn de zwakkere punten van beeldverwerking niet aangepakt. Zo is MotionFlow nu wel apart instelbaar voor Film (24fps) of video (50-60fps), maar snelle camerabewegingen echt vloeiend maken blijkt nog steeds een lastige opgave te zijn, waarbij vrij veel beeldfouten verschijnen of schokken achterblijven. Het QD-OLED-paneel levert wel uitstekende bewegingsscherpte, wat een groot pluspunt is voor gamers en liefhebbers van sport. Voor film kun je de MotionFlow beter uitschakelen of op een lage stand zetten.

©Sony

De Upscaling en ruisonderdrukking zijn voor de rest prima. Met behulp van Reality Creation kun je het detail er nog wat beter uit laten komen zonder fouten. We merkten wel dat je bij bronnen met veel ruis beter kunt uitwijken naar een iets hogere instelling van de ruisonderdrukking, want de laagste stand is niet erg effectief. Kleurstroken in zachte gradiënten kan hij nog steeds erg goed verbergen, alleen de lastigste problemen blijven dan wat zichtbaar. De Sony XR55A95L is verder uitgerust met een slimme lichtsensor die de helderheid, tooncurve en kleurtemperatuur aanpast. De aanpassing voor kleurtemperatuur schakelen we liever uit, maar de andere functies zijn nuttig, uiteraard vooral als je bij sterk wisselend licht kijkt.

Veel meer licht en kleur

Het nieuwe QD-OLED-paneel trekt onze aandacht eigenlijk het meest. Dit paneel gebruikt nog steeds een driehoekig subpixel-patroon en dat kan zichtbare kleurranden veroorzaken bij witte tekst op zwarte achtergrond, maar is alleen zichtbaar als je minder dan een meter van het scherm zit. Wel iets om in je achterhoofd te houden als je de tv als monitor wil gebruiken. Ook het andere aandachtspunt van QD-OLED is gebleven: invallend omgevingslicht kan de zwartwaarde aantasten. Dat kun je dus beter vermijden. 

©Sony

Over naar de positieve punten. Zoals alle OLED-panelen heeft ook dit een perfect contrast. Het nieuwe paneel heeft in de ‘Professional’-beeldmodus een piekhelderheid van 1.340 nits op het 10% venster en 275 nits op een volledig wit scherm. Dat zijn forse verbeteringen ten opzichte van vorig jaar, en zelfs iets beter dan de Samsung S95C. Het kleurbereik valt net onder de 100% P3 (99,97%). De Sony ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. Dat gebrek compenseert de televisie wel door zelf dynamische tone mapping uit te voeren op HDR10. Het resultaat is uitstekend. De Professional-modus bewaart zeer goed de intentie van het HDR-beeld, levert veel zwartdetail, uitstekende kleuren en voldoende witdetail. Alleen in zeer helder gemasterde scènes kan er een beetje witdetail verloren gaan.

Het nieuwe paneel heeft verder een zeer goede heldere uniformiteit. In donkere testbeelden waren fijne verticale strepen zichtbaar, maar die manifesteerden alleen bij testbeelden, niet in gewone donkere content. De kijkhoek tot slot is bijzonder ruim, bijna perfect.

Bravia Cam, handige toevoeging?

Meegeleverd in de doos zit de BRAVIA Cam. Deze camera klik je eenvoudig bovenop de televisie vast; kabels zijn niet nodig. De camera is bruikbaar in Google Duo voor videobellen, maar Sony heeft hem ook wat extra functies gegeven. Zo kun je de televisie met gebaren besturen. Hoewel dat aanzienlijk beter werkt dan de eerste pogingen die we jaren geleden zagen, blijft het een bijzonder onhandige manier om de tv te bedienen.

©Sony

Wat ons betreft niet zo nuttig dus. Met de camera kan de tv ook beeld en geluid aanpassen op basis van je zitplaats. Ook dat lijkt ons maar matig nuttig, zeker als je met meer mensen tv kijkt. Maar er zijn ook nuttige toepassingen; zit er niemand voor de tv, dan kan de camera de tv uitschakelen. Hij kan ook waarschuwen als je te dicht bij het scherm zit, vooral nuttig als je jonge kinderen in huis hebt. Privacy-zorgen? De camera is uitgerust met een schuifknop die de lens afdekt.

Prima audio

De Acoustic Surface-oplossing van Sony - waarbij het scherm zelf als luidspreker fungeert – vinden we nog steeds een goede keuze. Niet alleen zorgt dit voor een relatief slank ontwerp, maar de klank komt ook recht uit het scherm, letterlijk. Dat draagt bij aan het gevoel van echtheid. Bovendien kan Sony de klank goed sturen op het scherm, zodat je soms echt denkt dat de woorden uit de mond van de spreker komen.

©Eric Beeckmans

De configuratie biedt in totaal 60 watt vermogen, en biedt ruim voldoende volume. Dankzij de ingebouwde woofers achteraan is er ook voldoende bas. De tv ondersteunt Dolby Vision én DTS:X (in tegenstelling tot de X95L) en het surroundgevoel is prima. Voor het beste resultaat kun je de klank met een korte procedure aanpassen op de akoestiek van de ruimte waarin de televisie staat. Zowel film als muziek klonken op deze manier bijzonder aangenaam. 

Google TV, aanbevelingen in overvloed

De chipset in deze Sony is de nieuwe MediaTek MT5897 met quadcore ARM Cortex-A73-processor, 6GB werkgeheugen en de Mali-G57 GPU. Ook deze levert een bijzonder vlotte werking in Google TV. Aan de smart-tv-dienst zelf is verder niets gewijzigd. Je krijgt een hele reeks gecategoriseerde, persoonlijke aanbevelingen uit verschillende diensten. Het app-aanbod is het ruimste op de markt, en van Sony krijg je ook nog toegang tot Bravia Core, hun eigen streamingdienst. Meer detail vind je in ons artikel over Google TV.

©Eric Beeckmans

Sony heeft wel wat aanpassingen in het instellingenmenu gemaakt. Wie de optie ‘Beeld en Geluid’ selecteert, komt terecht in nieuw menu aan de rechterzijde van het scherm. Daar vind je ook de instellingen voor de audio-uitgang en lichtsensor. Op zich is dat wel handig, maar inmiddels heeft Sony zo al drie verschillende menu’s ingebouwd: het Google TV-instellingenmenu, het snelmenu onderaan het scherm, en nu dit nieuwe menu. Dat maakt het aanvankelijk toch wat verwarrend. De beeldmodes zijn nu ook gescheiden per content-type; zo is er ‘Video en afbeeldingen’, ‘Spel’, en ‘PC’. Onder die eerste selectie vind je dan de echte beeldmodes. Zo is ‘Professional’ nu de beste beeldmode voor al je gewone kijkplezier. In ‘Spel’ kies je het beste voor de optie ‘Standaard’. 

©Eric Beeckmans

De afstandsbediening van Sony vinden we nog steeds een van de beste. De toetsen zijn verlicht zodra je de remote oppakt, de vorm is compact, en de selectie toetsen is erg goed. Alleen die drie verschillende toetsen voor ‘instellingen’ vergen wat gewenning, maar ze zijn wel nuttig.

Conclusie

Voor de echte filmliefhebber is de XR-55A95L is het paradepaard van Sony. En dat kunnen we beamen, deze tv is een plezier om naar te kijken. Het is jammer dat hij nog steeds maar twee HDMI 2.1-poorten heeft. De incompatibiliteit tussen 4K120 en Dolby Vision wordt hopelijk later opgelost via de firmware-update. Het nieuwe QD-OLED-paneel levert voortreffelijke helderheid en contrast, en een enorm kleurbereik. Sony zet dat prachtig in, met goede beeldverwerking in zowel SDR als HDR geniet van je accurate weergave. De Acoustic Surface zorgt voor erg goede audio. Het gebruiksgemak van Google TV en het ruime app-aanbod maken de tv compleet. Je moet wel diep in de buidel tasten, want deze Sony is bijzonder hoog geprijsd.

▼ Volgende artikel
Hybride warmtepompen: monoblock of split?
Energie

Hybride warmtepompen: monoblock of split?

Je hebt besloten om je huis duurzamer te verwarmen met een hybride warmtepomp. Een uitstekende keuze die je energierekening flink kan verlagen. Nu sta je voor een volgende beslissing: wordt het een monoblock- of een split-warmtepomp? In dit artikel leggen we de verschillen uit.

Partnerbijdrage: in samenwerking met Intergas

Voordat we de verschillen bespreken, is het goed om te begrijpen hoe een warmtepomp werkt. In essentie haalt een warmtepomp energie uit de buitenlucht en zet deze om in bruikbare warmte voor je huis. Dit proces is enorm efficiënt en kan daarom een forse besparing op je verwarmingskosten opleveren. De twee hoofdtypes die we hier bespreken zijn de monoblock- en de split-warmtepomp.

Wat is een monoblock-warmtepomp?

Een monoblock-warmtepomp is een alles-in-één oplossing. Zoals de naam al suggereert, bestaat deze uit een grote unit die buiten wordt geplaatst. Deze robuuste unit bevat alle technologie die nodig is om warmte uit de buitenlucht te halen en door te geven aan je verwarmingssysteem. De behuizing is stevig gebouwd om weersinvloeden te weerstaan, wat resulteert in een relatief zwaar apparaat – vaak meer dan 80 kilo. Ondanks zijn omvang wordt een monoblock-warmtepomp direct aangesloten op je bestaande verwarmingssysteem, wat de installatie in zekere zin vereenvoudigt.

©Intergas

Wat is een split-warmtepomp?

In tegenstelling tot de monoblock bestaat een split-warmtepomp uit twee afzonderlijke delen: een buiten- en een binnenunit. Deze twee units werken samen om je huis te verwarmen. De buitenunit haalt warmte uit de lucht, waarna deze via speciale leidingen naar de binnenunit wordt getransporteerd. Vervolgens geeft de binnenunit de warmte af aan je verwarmingssysteem.

De buitenunit van een split-systeem is kleiner dan een monoblock, maar even robuust gebouwd. De binnenunit is compact en stil, en wordt meestal op zolder of in een bijkeuken geplaatst. Een belangrijk detail is dat de installatie vanwege het speciale koudemiddel in de leidingen tussen de twee units door een erkende vakman moet gebeuren.

Voor- en nadelen van een monoblock-warmtepomp

Een monoblock-warmtepomp, zoals de Intergas Xtend Monoblock, blinkt uit in efficiëntie. Hij kan meer warmte uit de lucht halen en hogere temperaturen bereiken, waardoor je cv-ketel minder vaak hoeft bij te springen. De grote ventilator van een monoblock produceert doorgaans minder geluid dan de kleinere ventilator van een split-systeem. Ook is de installatie vaak eenvoudiger, omdat er alleen waterleidingen op je cv-systeem aangesloten hoeven worden.

Er zijn echter ook uitdagingen. Een monoblock neemt meer ruimte in beslag en is zwaarder, wat een stevige ondergrond vereist. De waterleidingen naar je huis moeten goed worden beschermd tegen vorst. Tot slot is een monoblock meestal duurder in aanschaf dan een split-systeem.

©Intergas

Voor- en nadelen van een split-warmtepomp

Split-warmtepompen hebben als groot voordeel dat ze goedkoper zijn in aanschaf. Ze zijn ook compacter, wat handig is als je weinig buitenruimte hebt. Je kunt de buitenunit bijvoorbeeld aan de gevel van een appartement hangen. Een ander pluspunt is dat je de buiten- en binnenunit verder uit elkaar kunt plaatsen dan bij een monoblock mogelijk is.

Daar staat tegenover dat de kleinere ventilator van de buitenunit sneller moet draaien en daardoor meer geluid maakt. Een split-systeem haalt doorgaans ook iets minder warmte uit de lucht, waardoor je cv-ketel vaker moet bijspringen. De installatie is ingewikkelder vanwege de speciale leidingen die tussen de binnen- en buitenunit moeten komen.

Zowel monoblocks als split-systemen hebben dus hun voor- en nadelen. Wil je een keuze maken die bij jou past? Neem dan contact op met Intergas. De experts helpen je graag verder.

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.