ID.nl logo
Zo werken de sensoren op je racefiets en dit heb je eraan
© pavel1964 - stock.adobe.com
Gezond leven

Zo werken de sensoren op je racefiets en dit heb je eraan

Sport en technologie gaan altijd al hand in hand, en het wielrennen is daar een van de absolute voorlopers in. Technologische hulpmiddelen helpen je niet alleen alles uit je training te halen, ze kunnen ook zorgen voor extra motivatie, en bovendien is het erg leuk om je eigen lichaam als cijfertjes in actie te zien. Daan, de fiets-expert van ID.nl, legt het graag uit.

Dit artikel in het kort: Fietscomputer| Hartslagmeter| Cadansmeter of frequentiemeter | Wattagemeter of vermogensmeter

Ook interessant voor jou: Wat, waarom en hoe: de 10 meestgestelde vragen over indoor fietsen

Meten is weten, maar wat meet je precies, en waarom meet je het? Je kunt een hoop informatie uit een handjevol sensoren halen, zodat je een stuk efficiënter kunt trainen.

Fietscomputer

Alles valt of staat bij een fietscomputer. Je kunt in principe ook je smartphone gebruiken, maar een fietscomputer is speciaal gemaakt om alle belangrijke data te kunnen analyseren en opslaan. We richten ons in dit artikel ook vooral op het hogere prijssegment: er bestaan wel degelijk goedkopere apparaten, maar die meten vaak niet meer dan je snelheid en de afstand.

Ben je bereid wat meer te investeren, dan gaat er een wereld voor je open. Garmin is het bekendste merk, op de voet gevolgd door Wahoo, Mio en Sigma. De verschillen tussen de merken en modellen zitten hem vooral in de lay-out van de menu’s en het scherm zelf. Qua basisfuncties liggen ze een stuk dichter bij elkaar, maar daarover straks meer. Fietscomputers hebben doorgaans al standaardfuncties als gps, een snelheidsmeter en een hoogtemeter ingebouwd.

Je fietscomputer monteer je doorgaans aan het stuur van je racefiets. Op die manier kun je tijdens het fietsen bepaalde data aflezen. Maar die data moeten natuurlijk wel ergens vandaan komen. Daarom bestaan er verschillende sensoren die je aan je fiets of je lichaam kunt bevestigen.

© KKF - stock.adobe.com

Hartslagmeter

De hartslagmeter is misschien wel de belangrijkste sensor voor recreatieve fietsers. Je hartslag op een bepaald moment is een goede indicatie van je inspanningsniveau. Is je hartslag te hoog – afhankelijk van je lichaamsbouw en andere factoren zo rond de 160 of hoger – dan rijd je ‘in het rood’, en zul je sneller moe worden. Tijdens een lange rit blijf je daar dus ruim onder, maar even een heuveltje op knallen is natuurlijk wel altijd een lekker gevoel. Ook achteraf geeft je hartslag een goede indicatie van je prestaties.

Een hartslagmeter kan op verschillende plekken worden gebruikt. De meeste merken houden het bij een band die je om je borstkas doet. Als je hart klopt, worden er elektrische signalen verstuurd. De hartslagband vangt die signalen op, waardoor je een zeer nauwkeurige meting krijgt, zonder vertraging. Normale hartslagbanden kosten zo tussen de 30 en 40 euro.

©Oleg Breslavtsev - stock.adobe.com

Ook meer inzicht in de prestaties van je lichaam?

Met een hartslagmeter train je precies in de goede zone!

Cadansmeter

Een van de simpelste sensoren die je kunt krijgen voor op de racefiets, is de cadansmeter. Iedereen die weleens op een fiets zit, weet dat er een bepaald beentempo is waarin het fietsen gewoon lekkerder gaat. Dat beentempo hangt voor een groot deel van jezelf af, maar meestal ligt het zo rond de negentig rotaties per minuut. Is je cadans lager dan dat, dan moet je naar een lichtere versnelling schakelen. Een te hoge of te lage trapfrequentie zorgt ervoor dat je minder efficiënt in de rondte rijdt.

Een cadansmeter bestaat vaak uit niet meer dan en klein blokje dat je aan de crank (de ‘arm’) van je pedaal plakt. Elke keer dat je pedaal een volledige rotatie maakt, wordt dat geregistreerd door de cadansmeter. Zo kun je in realtime zien hoe vaak je de afgelopen minuut bent rondgedraaid, en of je nog op de juiste versnelling aan het trappen bent. Losse cadansmeters kosten doorgaans ook een paar tientjes.

©Photographer@TORWAI

Wattagemeter

Wattage is een begrip dat de wielerwereld al een aantal jaar volledig in de greep geeft. Simpel gezegd is wattage de kracht waarmee jij op een bepaald moment op je pedalen drukt. Hoe meer kracht, des te harder je gaat, maar des te zwaarder het voor je is. Professionele wielrenners weten door de vermogensmeter precies welk wattage ze voor een bepaalde tijd aankunnen. Op die manier hoeven ze niet meer te kijken naar de snelheid, de afstand of het stijgingspercentage van een klim, ze houden slechts hun wattagemeter in de gaten.

Wielerpuristen zijn niet altijd even blij met deze ontwikkeling, maar die is er nu eenmaal. Wattagemeters zijn voor huis-, tuin- en keukenfietsers niet zo nodig, maar als je een datafreak bent, is zo’n krachtmeter wel het walhalla van de sensoren. Het is ook leuk om je piekwattage te meten als je bijvoorbeeld volle bak de Keutenberg op knalt.

We zeggen het maar vast: vermogensmeters zijn een stuk duurder dan een paar tientjes. De versie die is ingebouwd in je crank kost makkelijk meer dan 100 euro, de pedaalversie meestal rond de 500 euro, al verschillen de prijzen behoorlijk. Niet iets wat je zomaar even voor je verjaardag vraagt, dus, maar als je je fietstochtjes naar een semiprofessioneel niveau wil tillen, is het absoluut de moeite waard.

Wat vindt Daan?

Persoonlijk houd ik heel erg veel van data. Niet alleen die van mij, maar ook die van anderen. Ik ga er altijd goed op als Mathieu van der Poel zijn volledige trainingsgegevens openbaar maakt niet dat ik ook maar enigszins in de buurt kom, maar toch.

Ik gebruik zelf een fietscomputer van Wahoo, met hartslagmeter en cadansmeter. Ik ken mezelf inmiddels goed genoeg om te weten welke gemiddelde hartslag ik goed aankan, en in het vlakke Zuid-Holland is dat ruim voldoende. Misschien dat ik bij mijn volgende racefiets een vermogensmeter overweeg, maar om nou een sensor te kopen die meer kost dan mijn tweedehands racefiets destijds deed, vind ik ook weer een beetje overdreven.

©pavel1964 - stock.adobe.com

Ik vroeg het ook aan Sam van Esch, die beduidend harder fietst dan ikzelf.

Sam, sensoren op je fiets, of niet?

Zeker! Ik heb ze allemaal.

Gebruik je ze ook allemaal?

Op zich wel. Ik moet wel zeggen dat ik tijdens het fietsen vooral op mijn wattage let, en eigenlijk niet meer op mijn hartslag. Maar achteraf kijk ik daar wel weer naar.

Heb je een favoriet merk, of maakt dat je niet zoveel uit?

Al mijn sensoren zijn van Garmin, mijn fietscomputer ook. Alleen de wattagemeter is van Stages.

Zijn er sensoren die je mist?

Niet sensoren, maar het lijkt me supergaaf om een soort visualisatie van de data te hebben op het scherm, in plaats van alleen maar cijfertjes. Dat kunnen ze vastmaken.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!