ID.nl logo
Je haar föhnen, hoe doe je dat eigenlijk?
© Knut Wiarda - stock.adobe.com
Gezond leven

Je haar föhnen, hoe doe je dat eigenlijk?

Het lijkt zo makkelijk: je haar is nat en met een föhn krijg je het droog. Klopt, maar er komt wel iets meer bij kijken. Want je gebruikt een föhn ook om je haar in model te krijgen of meer volume te geven. Daarbij is het belangrijk dat je de juiste opzetstukken en de juiste techniek gebruikt. Na het lezen van dit artikel zit jij nooit meer met je handen in het haar!

⏱ Dit artikel in het kort Je haar föhnen: het is echt niet moeilijk, zolang je maar om de volgende punten denkt:

  • Gebruik de juiste haarproducten
  • Kies het juiste type föhn
  • Houd de fohn in beweging
  • Gebruik het juiste opzetstuk

Ook interessant voor jou: Wat zijn de verschillen tussen een goedkope en dure föhn?

Wanneer je een föhn gebruikt, dan wil je eigenlijk twee dingen tegelijkertijd doen: je haar drogen en je haar stijlen. Tijdens het droog- en stijlproces doe je er goed aan om het apparaat af en toe even uit te schakelen, zodat je je haar kunt doorkammen of -borstelen. Begin daarbij altijd bij de wortel van het haar. Daardoor behoud je de controle over wat je haar doet en kun je de richting waarin het haar moet vallen beter bepalen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van haarproducten (zie hieronder): ook dan begin je met aanbrengen bij de wortels van je haren.

Gebruik de juiste haarproducten

Om te voorkomen dat je haar beschadigt door het föhnen, is het verstandig om speciale hittebestendige haarproducten te gebruiken, zoals speciale mousses of sprays (een voorbeeld van wat we daarmee bedoelen is deze Heat Protect Spray op Amazon.nl). Het haar slaat dan vocht op, waardoor de haarschubben gesloten blijven en je haar dus glad blijft. Daarmee voorkom je dat het gaat kroezen of erger nog splijten.

Verder is het altijd goed om, als je gaat föhnen, te zorgen dat je haar schoon is. Je hoeft daarbij niet per se altijd eerst te wassen, maar borstel het bijvoorbeeld wel eerst goed door voordat je begint. Is je haar echt vettig of vies, dan kun je het beter wél eerst even wassen.

Wanneer je iedere keer begint met schoon en fris haar, dan werk je vrijwel altijd met dezelfde basis. En daarmee heb je de garantie – tot op een bepaalde hoogte – dat het resultaat van het föhnen en stijlen altijd hetzelfde is.

©Volodymyr - stock.adobe.com

Bekijk & vergelijk alle föhns

met een minimaal vermogen van 1800 watt

Kies het juiste type föhn

Föhns heb je in allerlei soorten en maten. Je kunt er veel of weinig geld aan uitgeven, maar dan moet je er wel rekening mee houden dat er grote verschillen zijn. Over het algemeen raden kappers en haarstylisten aan om föhns met een kracht van 1.800 watt aan te schaffen. Alles onder de 1.200 watt is eigenlijk een no-go. Hoe meer kracht een föhn heeft, hoe meer opties met betrekking tot warmte(verspreiding) er zijn, dus hoe meer je ermee kunt. Soms heb je minder warme lucht nodig voor je coupe, maar met 1.800 watt zitten jij en je haar eigenlijk altijd goed.

Verder is het aan te raden een föhn met ionentechnologie te kopen. Dergelijke föhns hoef je minder lang te gebruiken en zorgen ervoor dat je haar niet statisch wordt.

Over warmte gesproken: soms doe je er goed aan de warmte gedeeltelijk of helemaal uit te schakelen. Dit doe je om je coupe van dat moment echt vast te leggen. De warme lucht houdt haarproducten als het ware actief, waardoor je kunt stijlen. En de koude lucht zorgt dat alles blijft zitten. Plus: het voorkomt dat je je haar onnodig beschadigt. De koude stand is ook handig voor mensen die een product gelijkmatig aanbrengen in het haar en de boel glad willen strijken.

Heb je dun(ner wordend) haar? Dan geldt: stel het zo zo kort mogelijk bloot aan (directe) warmte en gebruik het liefst een mediumwarmtestand. Dunner haar beschadigt namelijk eerder dan dikker haar.

Houd de föhn in beweging

Om te zorgen dat je haar zo min mogelijk beschadigt tijdens het föhnen, zijn er twee dingen die je kunt doen. Zorg allereerst dat je je föhn in beweging houdt. Het is geen goed idee om de mond met warme lucht lang op dezelfde plek te richten, want daarmee kun je je haar beschadigen.

Daarnaast is een goede afstand van belang. Want wanneer je te dicht met je föhn op je haar zit, kan er eveneens (soms permanente) beschadiging optreden. Over het algemeen is het aan te raden om een afstand van vijftien centimeter aan te houden.

Gebruik het juiste opzetstuk

Negeer ook vooral de accessoires niet die bij de föhn geleverd worden! De fabrikant heeft die er niet voor niets bij gestopt. Twee van de belangrijkste accessoires zijn de diffuser en het platte gerichte mondstuk, de concentrator. De diffuser is voornamelijk handig voor mensen met krullend haar. De lucht wordt als het ware evenredig langs de krullen geleid, waardoor het haar minder intensief bewerkt wordt en waardoor natuurlijke krullen niet verdwijnen.

©PinaCub - stock.adobe.com

Een föhn met een diffuser en een concentrator.

Dan nemen we ook nog even kort de concentrator onder de loep. Dit is een plat mondstuk waarmee je de lucht heel specifiek kunt richten op je haar. Met dit mondstuk op je föhn kun je het apparaat ook iets dichter op je haar gebruiken, terwijl je het aan het kammen of borstelen bent. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer je je haarproducten echt goed wilt aanbrengen. Verlaag dan wel de warmtestand, om beschadiging te voorkomen, en houd de föhn niet te lang op één plek.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!