ID.nl logo
Warmtepompen: monoblock, hydrosplit of split - dit zijn de verschillen
Energie

Warmtepompen: monoblock, hydrosplit of split - dit zijn de verschillen

Warmtepompen zijn er in verschillende soorten en maten. De meeste warmtepompen bestaan uit een binnenunit en een buitenunit. In dit artikel gaan we dieper in op de verschillende typen buitenunits. De meeste buitenunits zijn een zogeheten monoblock of split. Wat is het verschil tussen beide typen en wanneer kies je voor de een of voor de ander? Is er iets te kiezen? We leggen het uit!

In samenwerking met LG

Uitzonderingen

Laten we voordat we dieper ingaan op de monoblock en de split eerst nog even kijken naar het totaalplaatje. Feit is dat niet iedere warmtepomp een buitenunit heeft; er zijn twee typen warmtepompen die géén buitenunit hebben. Dit zijn de bodemwarmtepomp en de ventilatieluchtwarmtepomp:

·         Een bodemwarmtepomp haalt warmte uit de bodem. Er wordt een bodembron aangelegd door leidingen te boren in de ondergrond van jouw tuin. Doordat dit hele systeem zich ondergronds bevindt, staat of hangt er geen zichtbaar apparaat in je tuin. Geen buitenunit dus.

·         Luchtwarmtepompen halen warmte uit ofwel de buitenlucht, ofwel de ventilatielucht in jouw woning. Bij de laatste optie is er óók geen buitenunit. Een ventilatiewarmtepomp haalt zijn warmte uit de aanwezige lucht in de woning en hoeft dus geen lucht van buiten de woning aan te trekken . Daarom is er geen buitenunit nodig.

Monoblock warmtepomp van LG

Twee smaken: split en monoblock

De bodemwarmtepomp en de ventilatiewarmtepomp vormen samen maar een klein deel van de warmtepompen in Nederland, omdat ze niet altijd toepasbaar of te kostbaar zijn. De meest voorkomende optie is daarom de luchtwaterwarmtepomp mét een buitenunit. Daarin kennen we dus twee smaken: de split en de monoblock.

 De split-buitenunit wordt in Nederland het meest geplaatst. Deze buitenunit is bij lagere vermogens qua afmetingen gelijk aan de bekendere airco-buitenunit (zo’n 110 centimeter breed, 50 centimeter diep en 75 centimeter hoog). Split-buitenunits worden in de regel geplaatst op een garagedak, in de tuin of ze worden aan de gevel gehangen. Leidingen verbinden de buitenunit met de unit in de woning. Het koelcircuit wordt verdeeld over de binnen- en buitenunit van de warmtepomp en er loopt een koudemiddel door de leidingen.

Hierin zit het belangrijkste verschil met de monoblock. Bij een monoblock-warmtepomp, zoals de LG Therma V Monobloc, zit het volledige koelcircuit van de warmtepomp in de buitenunit en lopen de leidingen met warm water van buiten naar binnen. Omdat het volledige koelcircuit in de buitenunit zit, is de buitenunit groter en zwaarder dan die van de split buitenunit. Binnen is daardoor minder ruimte nodig. In de regel zijn monoblocks zwaarder, en dus minder geschikt om aan een gevel te monteren.

Split warmtepomp van LG

Welke type kiezen?

De keuze voor een split of monoblock wordt vaak ingegeven door de beschikbare ruimte binnen en buiten het huis. Heb je binnen weinig ruimte, dan is het logischer te kiezen voor een monoblock-oplossing. Kun je daarentegen buiten alleen een buitenunit plaatsen door hem op te hangen aan de gevel, dan zul je eerder kiezen voor een split-systeem.

Wat ook een rol speelt is de bevoegdheid van de installateur: iedere installateur mag een monoblock-warmtepomp plaatsen, maar voor het aansluiten van een split-warmtepomp heeft een installateur een zogeheten F-gassen-certificering nodig. Heeft een installateur deze niet, dan zal hij altijd kiezen voor een monoblock-oplossing. Omdat bij een monoblock het hele koelcircuit in de buitenunit zit, blijft het koudemiddel ook in de buitenunit, waardoor de verbinding met de binnenunit eenvoudiger is. Hoewel de prestaties meestal vergelijkbaar zijn, is een monoblock meestal iets duurder in aanschaf. Monoblocks zijn daarentegen wel eenvoudiger aan te sluiten, waardoor de installatiekosten iets lager liggen. 

Hydrosplit-systeem

LG biedt, naast monoblock en split, nog een derde mogelijkheid aan: het zogeheten hydrosplit-systeem. Een hydrosplit-warmtepompsysteem werkt op dezelfde manier als een splitsysteem. Het grote verschil is echter dat in plaats van koelmiddel-leidingen tussen de binnen- en buitenunits zoals bij een split-systeem, een hydrosplit waterleidingen gebruikt. Het gebruik van water voor verwarming zorgt voor een veiligere woonomgeving, omdat het risico dat er koelmiddel in het interieur van een huis lekt, wordt geëlimineerd. Er zijn verschillende opties voor binnenunits beschikbaar voor hydrosplit-systemen, zoals wandmodellen en IWT-units (all-in-one-modellen met een geïntegreerde buffer voor tapwater). All-in-one-modellen zijn overigens ook geschikt voor split-systemen.

Benieuwd naar alle warmtepompen van LG?

Bekijk ze hier
Hydrosplit warmtepomp van LG
▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen