ID.nl logo
Externe videokaart aansluiten: wat heb je nodig?
© PXimport
Huis

Externe videokaart aansluiten: wat heb je nodig?

Een externe videokaart (e-gpu) kan kostbare rekenkracht van je interne grafische kaart overnemen en ervoor zorgen dat de ventilators in je laptop zich geen slag in de rondte draaien zodra je een zware game opstart of meerdere monitoren aansluit. In dit artikel gaan we in op hoe eenexterne videokaart aansluiten werkt en wat je ervoor nodig hebt.

Je laptop heeft waarschijnlijk een lichte gpu die niet te veel hitte produceert en ervoor zorgt dat video’s goed worden weergegeven, games goed draaien en je alle dagelijkse taken prima kunt doen. Maar als je speciale eisen aan je laptop stelt, vaak werkt met videobewerkingssoftware of af en toe meerdere grote beeldschermen aan je systeem aansluit, merk je dat je ventilators overuren draaien en je systeem langzamer aanvoelt. Allemaal tekenen dat je interne gpu, ook wel grafische kaart of videokaart genoemd, zwaar wordt belast.

Je kunt natuurlijk in je desktop-pc de interne gpu (graphics processing unit) van je systeem upgraden, maar het is sinds een aantal jaren ook mogelijk om een externe gpu te gebruiken in je systeem. Deze kan de interne gpu uitschakelen of de lasten delen. In de meeste gevallen is een e-gpu zinvol als je een laptop als basissysteem gebruikt. Immers, in een desktopcomputer kun je gewoon een tweede interne gpu zetten door die in een pci-e-sleuf te steken, bij een laptop is dit niet mogelijk.

Het principe van een e-gpu is heel simpel: je neemt een interne gpu, bouwt die in een behuizing en sluit het geheel aan op je laptop. Een aantal jaren geleden was het enkel voorbehouden aan daredevils die interne gpu’s in behuizingen schroefden en zelf controllers soldeerden zodat de gpu met de computer kon communiceren. Tegenwoordig zijn er losse behuizingen te koop, vind je gespecialiseerde websites en forums waar je alles kunt lezen over de beste gpu’s voor extern gebruik en kun je zelfs kant-en-klare oplossingen kopen.

In vrijwel alle e-gpu-behuizingen kun je maximaal één gpu plaatsen. Er bestaan ook behuizingen voor meerdere gpu’s, maar deze kosten erg veel geld. Heb je meer e-gpu’s nodig, dan is het waarschijnlijk slimmer om twee behuizingen te kopen, omdat deze dan beide hun eigen stroomvoorziening hebben. E-gpu’s slurpen namelijk enorm veel stroom en hebben krachtige ventilators nodig om de temperatuur op peil te houden.

©PXimport

Aansluiten op Thunderbolt 3

Een e-gpu sluit je via thunderbolt 3 aan op je laptop of desktopcomputer. Thunderbolt 3 is een ultrasnelle verbinding voor dataoverdracht die theoretisch snelheden van 40 Gbps kan bereiken. Thunderbolt 3 is overigens de naam van de technologie, maar de aansluiting die voor thunderbolt 3 wordt gebruikt, is usb-c. Je computer moet dus een usb-c-poort hebben. Het is belangrijk dat deze poort de thunderbolt-technologie ondersteunt. Sommige oudere usb-c-poorten doen dit namelijk niet.

Het is ook belangrijk om precies te weten welke e-gpu met je systeem werkt. Op de website egpu.io vind je veel informatie over allerlei behuizingen, welke gpu’s met welke moederborden en computers werken en hoe je zelf een e-gpu in elkaar kunt zetten. Mac-computers werken alleen met AMD-gpu’s; houd hier rekening mee als je een Apple-product hebt. Aan de softwarekant moet je minstens macOS 10.13.4 draaien.

Er zijn ook nog enkele thunderbolt2-behuizingen op de markt te vinden, maar we raden je aan om voor de nieuwere thunderbolt3-optie te gaan. Je kunt een e-gpu ook via andere technologieën aan een laptop verbinden (zoals m-pci-e, ExpressCard of oudere versies van thunderbolt), maar dit is vrijwel alleen geschikt voor diy-projecten.

©PXimport

Systeemeisen

Er zijn twee manieren om aan een e-gpu te komen (drie als we een zelfbouw-optie ook meerekenen). De makkelijkste manier is om een kant-en-klare oplossing te kiezen, maar het goedkoopst is om zelf een behuizing te kopen en hierin een grafische kaart te installeren. Belangrijk bij de aanschaf van een behuizing is dat de voeding krachtig genoeg is om een gpu zonder problemen te kunnen aansturen. Bij de specificaties van een gpu vind je meestal het vermogen (in watt) dat een grafische kaart nodig heeft, maar die waarde is gebaseerd op een gebruik in een desktop-pc. Als je een externe behuizing gebruikt, kloppen deze minimale eisen niet meer.

Het is aan te raden om op de website van de fabrikant van de behuizing te kijken welke gpu’s die ondersteunt. Veel fabrikanten hebben meerdere modellen van dezelfde behuizing en vaak zit het verschil in het vermogen van de interne voeding. Sommige behuizingen hebben ook extra poorten aan boord, handig als je bijvoorbeeld randapparatuur wilt aansluiten. Kijk ook naar de breedte van een behuizing: sommige behuizingen zijn niet groot genoeg voor de dikste gpu’s.

©PXimport

Videokaart inbouwen

Een gpu wordt in een behuizing geklikt door het in een pci-e-sleuf te steken. De breedte van een gpu wordt gemeten in ‘slot width’, oftewel sleufbreedte. Een normale gpu bezet maar één pci-e-sleuf, maar er zijn genoeg gpu’s die de dubbele ruimte innemen. De kaart zit dan weliswaar met één connector vast in de pci-e-sleuf, maar neemt toch twee plekken in. Doordat het apparaat zo groot is, kun je de tweede pci-e-sleuf niet gebruiken voor andere kaarten. Sommige kaarten zijn zelfs zo groot dat ze drie sleuven in gebruik nemen. Ze passen niet in alle behuizingen; de meeste behuizingen zijn namelijk maar twee sleufbreedtes breed.

Als je een behuizing hebt gekozen, is het tijd om een grafische kaart te zoeken. Sommige laptops werken alleen met gpu’s van bepaalde merken samen; we noemden eerder al even het voorbeeld van Apple dat alleen met AMD-gpu’s werkt. De gpu zelf moet natuurlijk krachtig genoeg zijn om render-processen snel af te werken of games vloeiend weer te kunnen geven. Wil je gemakkelijk 4K- of zelfs 8K-video’s kunnen weergeven, wees er dan zeker van dat je gpu dit ondersteunt. Als je meerdere beeldschermen op de e-gpu wilt aansluiten, check dan even welke aansluitingen de gpu heeft.

Je kunt uiteraard adapterkabels gebruiken, maar deze kunnen af en toe best prijzig zijn. Sommige gpu’s hebben minder aansluitingen en zijn voornamelijk bedoeld om bijvoorbeeld render-processen te versnellen. Je gebruikt de e-gpu dan alleen als werkpaard en niet als hub voor je displays. Het geheugen is belangrijk en in het algemeen geldt: hoe meer gigabyte geheugen, des te makkelijker kan een gpu video’s op hoge resolutie weergeven.

©PXimport

Kant-en-klaar

Wil je niet zelf aan de slag gaan met behuizingen en gpu’s, dan kun je ook kiezen voor een kant-en-klare oplossing. Voor de Mac is er bijvoorbeeld de e-gpu van Blackmagic, een apparaat dat door Apple zelf is mee-ontwikkeld. Het bestaat uit een behuizing en een gpu en beide onderdelen zijn perfect op elkaar afgestemd. De interne gpu is een AMD Radeon Pro 580 met 8 gigabyte geheugen. De e-gpu heeft twee thunderbolt-aansluitingen; eentje sluit je aan op je laptop of desktop-Mac, de andere kun je gebruiken om een beeldscherm op aan te sluiten.

De meeste kant-en-klare oplossingen hebben ook nog andere aansluitingen, zoals hdmi en usb 3. Een groot nadeel van een alles-in-één oplossing is dat je de gpu niet kunt upgraden na verloop van tijd: je zit vast aan de gpu die in de behuizing is gezet.

De software-kant

Hoe je tot slot het beste uit je nieuw aangesloten e-gpu kunt halen, hangt af van welke software je gebruikt en op welk systeem je dit doet. Sommige programma’s kunnen volledig gebruik maken van je externe gpu, andere programma’s kunnen dit niet of maar gedeeltelijk doen. Het is ondoenlijk om hier precies te vertellen welke stappen je moet ondernemen, maar in de meeste gevallen zul je in de software die je gebruikt om video’s te renderen of in de game waar je de e-gpu voor wilt gebruiken, moeten instellen dat de e-gpu bepaalde taken voor zijn rekening moet nemen.

Het internet is je vriend: Google naar je combinatie van laptop, software en e-gpu om de beste instellingen voor je systeem te vinden. Naast het eerdergenoemde egpu.io kun je ook terecht op Reddit (r/egpu) of op het forum van NotebookReview.

▼ Volgende artikel
Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files

Wie regelmatig reist of naar zijn werk pendelt, vertrouwt waarschijnlijk op Google Maps. Niet voor niets hebben veel mensen het navigatiesysteem van hun auto verruild voor deze gratis app. De app beschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe
© alpegor - stock.adobe.com
Mobiliteit

Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe

In Nederland is elektrisch rijden het voordeligst als je je auto thuis kunt opladen met eigen stroom, bijvoorbeeld van zonnepanelen. Maar dan moet je wel een eigen oprit hebben of van de gemeente toestemming krijgen om een laadkabel over de stoep te leggen. Uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat slechts een op de drie gemeenten dit toestaat.

Je auto voor de deur opladen met je eigen stekker kan op verschillende manieren: met een kabelmat, speciale kabelgoottegels of een laadarm die over de stoep hangt. De laatstgenoemde optie wordt alleen toegestaan in Haarlem en Zuidplas. Kabelgoottegels, waarbij de laadkabel verzonken ligt in de stoep, zijn het populairst - een kwart van de gemeenten experimenteert hiermee of heeft dit in het verleden gedaan. Het gebruik van een kabelmat is de meest toegankelijke oplossing, wat in 27 gemeenten (8 procent) is toegestaan.

Bron: Zonneplan

Vooral in de Randstad, Zeeland en Noord-Brabant zijn gemeenten flexibeler wat betreft het opladen over de stoep. In Drenthe, Groningen en Limburg is dit vrijwel nergens toegestaan, al hebben woningen daar vaker een eigen oprit.

Momenteel beschikt één op de twaalf Nederlandse huishoudens (8 procent) over een eigen laadpaal. Dit percentage is het hoogst in de gemeente Laren, waar bijna een derde van de huizen een laadvoorziening heeft. Ook in Rozendaal, Blaricum, Bloemendaal, Bergen en Oostzaan ligt dit percentage boven de 20 procent. Financiële middelen lijken een grotere rol te spelen bij het aanschaffen van een elektrische auto dan de fysieke ruimte voor een laadpaal.

"Het voordeel van thuis kunnen opladen ten opzichte van de openbare laadpaal is aanzienlijk," licht Zonneplan toe. Bij een gemiddeld jaarkilometrage van 18.200 kilometer en een verbruik van 187 Wattuur per kilometer betaal je aan een openbare laadpaal ongeveer 1530 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld tarief van 45 cent per kWh.

Thuisladen is merkbaar voordeliger. Met een vast of variabel contract komt het gemiddelde tarief momenteel op 28 cent per kWh, wat neerkomt op 952 euro per jaar. EV-rijders met een dynamisch contract betaalden bij Zonneplan de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 22 cent per kWh, wat resulteert in een jaarlijkse kostenpost van 748 euro. Bovendien hebben veel thuisladende elektrische rijders zonnepanelen, waardoor ze een groot deel van het jaar gratis kunnen laden.

Kosten

De mogelijkheden voor het opladen van een elektrische auto via de stoep zijn afhankelijk van het beleid van de gemeente waarin je woont. De kosten voor thuisladen variëren tussen de 748 en 952 euro per jaar, afhankelijk van je energiecontract, terwijl opladen aan een openbare laadpaal gemiddeld 1530 euro per jaar kost.

Vraag een offerte aan voor thuisbatterij: