ID.nl logo
Dit zijn de beste videokaarten voor gamers
© PXimport
Zekerheid & gemak

Dit zijn de beste videokaarten voor gamers

AMD en Nvidia, de twee overgebleven fabrikanten van grafische chips, zijn de concurrentie de afgelopen maanden stevig aangegaan. Ze brachten beide nieuwe modellen uit en begonnen een prijzenoorlog. Als je een nieuwe videokaart nodig hebt, is het goed te weten wat de beste kaart is voor jouw situatie. Wij bekeken 65 recent uitgebrachte videokaarten.

Games vragen steeds meer van je computer. Na verloop van tijd blijven de prestaties van je computer achter en draaien je games niet lekker meer. Als je processor nog in orde is, dan ligt het voor de hand dat je videokaart niet meer voldoet aan de eisen die je games of toepassingen eraan stellen. Hoog tijd voor een nieuwe grafische kaart. In dit artikel lees je wat voor de verschillende schermresoluties de beste videokaarten zijn. We bespreken de verschillende grafische chips en de verschillende uitvoeringen die ervan te koop zijn.

Indeling op resolutie

Mensen vragen ons vaak wat de beste videokaart is voor hun budget. Wij hebben naast prijsklasse ook andere uitgangspunten om jou aan de beste videokaart te helpen. We moeten weten op welke resolutie je games speelt en wat de resolutie van je monitor is. Ook je verwachtingen rondom grafische details en snelheid zijn belangrijk. In dit artikel lees je per resolutie een adviezen voor aanraders en soms ook afraders.

Hoe check je welke resolutie je monitor heeft? Klik met rechts op je Bureaublad, gevolgd door Beeldscherminstellingen. Bij Schermresolutie staat de actuele instelling, bijvoorbeeld 1920 x 1080 of 2560 x 1440, met (aanbevolen) achter de optimale instelling.

Ook de refreshrate van je monitor speelt een belangrijke rol. Veel standaardschermen staan ingesteld op 60 tot 75 Hz; het aantal keer per seconde dat het beeld wordt ververst. Gamemonitoren doen dit sneller, tot wel 240 Hz. Heb je zo’n scherm? Dan wil je natuurlijk een snellere videokaart om het uiterste uit je systeem te halen. Klik in het venster Instellingen uit de alinea hiervoor op Geavanceerde beeldscherminstellingen en je ziet bij Vernieuwingsfrequentie de actuele instelling staan. In dit artikel bedoelen we met een snelle monitor eentje met minimaal 100 Hz.

En als je niet gamet?

De meeste mensen kopen een krachtige videokaart om games mee te spelen. Maar ze zijn ook nuttig voor niet-gamers. Zware grafische applicaties vragen ook veel van de videokaart. Programma’s voor videobewerken, ontwerpen, Adobe Photoshop en Lightroom profiteren van een zwaardere grafische kaart. Een algemeen advies geven is lastig, omdat elk programma andere eisen stelt aan de videokaart. De Adobe-programma’s profiteren bijvoorbeeld meer van Nvidia-kaarten dan die van AMD, bijvoorbeeld de GTX 1660 en GTX 1660 Ti. High-end video-editors van bijvoorbeeld 4K-beelden hebben ook meer aan een zwaardere Nvidia-videokaart.

©PXimport

(G)een winnaar

Wat voor merk videokaart je ook koopt, de chip erin is altijd van Nvidia of AMD. Beide chipfabrikanten doen hun uiterste best je ervan te overtuigen dat hun product beter is dan dat van de concurrent. Elke fabrikant heeft zijn sterke en zwakke punten en een echte winnaar is er volgens ons niet in zijn algemeenheid. Bij de keuze voor Nvidia of AMD moet je met één belangrijk aspect rekening houden: de zogeheten sync. Oftewel: hoe de chip omgaat met synchronisatie van beelden.

Beeld door de helft

Zonder sync-technologie ververst een monitor op zijn eigen houtje elke paar milliseconden. Produceert je videokaart halverwege dat verversen een nieuw beeld, dan krijg je iets wat screen tearing heet, waarbij de bovenste helft en de onderste helft van je beeldscherm verschillende beelden weergeven. Het effect is sterker bij 60- of 75Hz-monitoren dan bij snelle monitoren. De enige manier om het echt op te lossen is door gebruik te maken van de FreeSync-technologie van AMD of de G-Sync van Nvidia-kaarten. Je monitor en videokaart moeten allebei dezelfde techniek ondersteunen. Controleer dus of jouw monitor ondersteuning biedt voor FreeSync of G-Sync en stem je keuze voor een videokaart daarop af.

Als jouw monitor FreeSync ondersteunt, dan ben je veelal beter af met een AMD-videokaart. Heb je een G-Sync-monitor, dan geniet Nvidia de voorkeur. Tegenwoordig kunnen veel monitoren met beide technieken overweg en kun je de adviezen van de volgende pagina’s volgen zonder rekening te houden met dit aspect.

©PXimport

De meest voorkomende resolutie is 1920 x 1080 pixels, ook wel 1080p of full hd genoemd. Bijna twee derde van alle gamers op het populaire spellenplatform Steam speelt met zo’n scherm. Voor deze instelling heb je geen zware of dure kaart nodig. Er zitten enorme prestatieverschillen tussen goedkopere videokaarten, dus meer dan in het high-end segment is het cruciaal om goed op te letten wat je koopt.

©PXimport

Miskopen

De videokaarten die je dit jaar links moet laten liggen, zijn de AMD Radeon RX 550 en RX 560, en de Nvidia GeForce GT 1030, GTX 1050, GTX 1050 Ti en GTX 1650. Die chips kunnen veel moderne games amper aan en zijn vooral geschikt om echt de meest basic spelletjes mee te spelen. Iets als Minecraft gaat nog prima, maar zelfs populaire titels als Fortnite lopen niet lekker, laat staan nieuwe releases. De GTX 1650 is alleen te overwegen als jouw (oude) computer geen voeding heeft met een losse stroomkabel voor je videokaart, maar daar houdt het mee op.

AMD RX 570: de beste instapvideokaart

De AMD RX 570 is voor ons met stip de beste koop. Voor circa 150 euro haal je er al één in huis en die is zoveel sneller dan de hiervoor genoemde mindere goden AMD Radeon RX 560 en Nvidia GeForce GTX 1650 dat er simpelweg geen discussie is over wat de betere koop is. Je speelt met een RX 570 bijvoorbeeld wel alle populaire e-sportstitels soepel op medium tot hoge grafische instellingen. Enkele echt zware AAA-kaskrakers, zoals Battlefield V, zijn wel te hoog gegrepen voor deze videokaart op 1080p, daarvoor zul je toch minimaal 100 euro meer uit moeten geven. Maar voor de meeste gangbare games is de AMD RX 570 een aanrader. Hoewel je voor 150 euro een RX 570 met 4 GB geheugen op de kop kunt tikken, raden we aan een tientje meer uit te geven aan een model met 8 GB geheugen. Zowel de MSI Radeon RX 570 Armor 8G OC als de Gigabyte Radeon RX 570 Gaming 8G is iets sneller en prettiger voor de ogen. Superstil zijn ze niet, maar je kunt in deze prijsklasse niet alles hebben.

©PXimport

Lagere resolutie dan 1920 x 1080 pixels?

Je komt tegenwoordig niet ver met een monitor met een lagere resolutie dan 1920 x 1080 pixels. Dit is al vele jaren de standaard en de monitoren zijn niet duur. Zowel voor gamen als voor algemeen gebruik profiteer je zodanig van een scherm met minimaal deze resolutie, dat we adviseren over te stappen naar een monitor die deze instelling aankan. Is dat geen optie en wil je toch gamen? Dan is onze aanrader, de AMD Radeon RX 570, voor jou de beste keuze. Met resoluties lager dan 1080p heb je weinig aan kaarten die meer kunnen.

Premium 1080p-gamen

Wil je echt hoge framerates voor bijvoorbeeld e-sportstitels of zoek een videokaart die elke grote AAA-game op 1080p met veel details op je scherm tovert, dan moet je dieper in de buidel tasten. Aanzienlijk dieper bij voorkeur, want de kaarten die net wat duurder zijn dan de AMD Radeon RX 570 8G vallen met prestaties een beetje tussen wal en schip. Zo zijn de RX 580 en RX 590 respectievelijk zo’n 15 tot 20 procent sneller dan de RX 570. En hoewel dat met een prijskaartje van net boven de 200 euro geen miskopen zijn, zijn het niet zulke sterke kaarten dat ze een premium 1080p-ervaring weten te bereiken. De ongeveer 250 euro kostende Nvidia GeForce GTX 1660 heeft hetzelfde euvel: redelijke prijs-prestatieverhouding, maar bij de zwaarste games kan deze kaart het premium gamen maar nét aan.

Het magische bedrag: 300 euro

Rond de 300 euro is er de Nvidia GeForce GTX 1660 Ti, een kaart die wel in alle titels op hoge instellingen goede prestaties levert. Ook bij de lichte e-sportstitels levert de kaart de hoge framerates die we voor snelle gamemonitoren willen zien. AMD’s Radeon RX Vega 56 is nog iets sneller en soms gunstiger geprijsd, maar het stroomverbruik van de AMD-kaart is aanzienlijk hoger. Game je veel, dan kun je dat verschil daadwerkelijk via je elektriciteitsrekening terugverdienen. Ook als je incidenteel wat spelletjes speelt, is een zuiniger kaart beter. Daardoor wordt je systeem stiller en minder warm, en dat laatste is goed voor de levensduur van je pc.

De 299 euro kostende kaart Gigabyte GeForce GTX 1660 Ti Windforce OC biedt in onze test de beste balans tussen snelheid, koelprestaties, geluidsproductie en prijs. Een tientje besparen kan, maar dat gaat stevig ten koste van de efficiëntie. Heb je iets meer te besteden, dan is de MSI GeForce GTX 1660 Ti Gaming X een iets luxer alternatief: muisstil, en iets chiquer om te zien met onder meer RGB-verlichting. Zeer kritische gamers met een 1080p-monitor en een flinke bankrekening kunnen uiteraard een nog duurdere videokaart kiezen, zoals de Gigabyte GeForce RTX 2060, RTX 2070 Super of RX 5700 XT. Deze kaarten bespreken we verderop in dit artikel.

©PXimport

Vergeet je voeding niet

In de regel is elke nieuw type videokaart aanzienlijk efficiënter dan zijn voorganger. Aangezien de meeste gebruikers niet elk jaar, maar eens in de paar jaar, een nieuwe videokaart kopen is de kans dus groot dat jouw nieuwe kaart veel minder stroom verbruikt dan je huidige videokaart. Je kunt je bestaande voeding waarschijnlijk behouden. Twijfel je, of ga je van een instapvideokaart naar een veel krachtiger model, overweeg dan een nieuwe voeding. Een A-kwaliteit 550 Watt-voeding is voldoende voor bijna alle videokaarten die we in dit artikel bespreken. Voor de Nvidia GeForce RTX 2080 en RTX 2080 Ti is een A-kwaliteit 650 Watt-voeding geschikt.

©PXimport

Quad HD-, 1440p- of 2560 x 1440 pixels-monitoren winnen al enige tijd aan populariteit bij spelers die op zoek zijn naar een wat luxere game-ervaring. Zeker als je een wat grotere monitor hebt, komt de extra scherpte van deze resolutie goed van pas. Voorheen betaalde je minimaal 500 euro voor een leuke 1440p-monitor, maar ze zijn er inmiddels voor minder dan 200 euro en zelfs een snelle 1440p-monitor met een refreshrate van 144 Hz hoeft je niet meer dan 300 euro te kosten. Gamen op een 1440p-monitor is best pittig voor je computer. Deze schermen hebben namelijk 78 procent meer pixels die aangedreven moeten worden, en dat vereist veel meer grafische rekenkracht. De Nvidia GeForce GTX 1660 Ti, die op 1080p een chique ervaring biedt, voldoet hier helaas niet.

©PXimport

Instapvideokaart 1440p-gamen

AMD’s nieuwe Radeon RX 5700 is de aantrekkelijkste instapchip om op 1440p te gamen. Veel games zijn er speelbaar mee met hoge grafische settings, en ook de zwaarste games komen nog soepel voor de dag als je genoegen neemt met gemiddelde grafische instellingen. Met een prijskaartje van 370 euro concurreert deze AMD direct met de Nvidia GeForce RTX 2060, die net wat trager is.

Het probleem van AMD’s videokaart is dat de luxere varianten met een betere koeling, die dus stiller zijn en een leuke overklok bieden, aanzienlijk duurder zijn. De uitgebreide AMD zit qua prijs zo dicht tegen de Nvidia RX 5700 XT aan, dat we de AMD niet kunnen adviseren.

Als je wilt gamen op 1440p, maar onder de 400 euro wilt blijven, zul je moeten kiezen: een relatief luid referentiemodel Nvidia RX 5700 met één fan, of een zo’n 6 procent tragere, maar aanzienlijk stillere Nvidia RTX 2060, bijvoorbeeld de Gigabyte RTX 2060 Windforce OC. Er zijn ook luxere modellen op de markt: de MSI GeForce RTX 2060 Gaming Z en de ASUS ROG Strix 2060 OC zijn zowel fluisterstil als fysiek indrukwekkend, maar omdat die (ruim) boven de 400 euro uitkomen, vinden we die niet interessant. Eerder dit jaar testte we al 18 RTX-videokaarten.

©PXimport

Streamers opgelet!

Stream je of wil je streamen, dan zul je je systeem daarop af moeten stemmen. Als je geen high-end CPU hebt (zoals de AMD Ryzen 7 3700X, Intel Core i9-9900K of sneller) ben je beter af met een Nvidia-videokaart dan een AMD-videokaart. De huidige generatie Nvidia-videokaarten (GTX 1660 en hoger, RTX 2060 en hoger) kunnen in zeer hoge kwaliteit streamen met marginaal prestatieverlies. Voor streamers telt wel dat een iets duurdere kaart dan die wij aanbevelen voor gamers, zeker geen kwaad kan. Dus kies een kaart die wij als premium bestempelen voor jouw resolutie, of een nog betere.

Doe maar gewoon 1440p

Betaal je liever niet meer dan nodig? Dan is AMD’s Radeon RX 5700 XT het ideale product voor deze resolutie. Hoge tot zeer hoge instellingen met goede framerates in elke game. In zijn prijsklasse van rond de 450 euro heeft hij weinig concurrentie te vrezen. AMD’s eigen RX 5700 is zo’n 11 procent trager, en zelfs een overgeklokte RTX 2060 zit daar nog onder. Een Nvidia RTX 2070 is zo’n 4 procent trager, maar kost zelfs meer. Dus totdat die in prijs zakt, is die niet bijster interessant.

Radeon RX 5700 XT-kaarten met AMD’s referentiekoeler met enkele fan kun je beter vermijden. Hoewel AMD met de nieuwe videokaarten op efficiëntie goed kan concurreren met Nvidia, blijft de referentiekoeler matig. De chip wordt warm en hij maakt veel herrie. Veel alternatieven zijn er nog niet voorhanden, maar Gigabytes RX 5700 XT Gaming OC volgt de positieve trend van zijn ‘broertjes’ en zet ook met deze chip de aantrekkelijkste totaalscore neer: niet te duur, goede koelprestaties, en deze koeler is wel lekker stil.

©PXimport

Premium 1440p gamen: raytracing

Voor 1440p-schermen met hoge refreshrates (144Hz of meer) zijn duurdere kaarten het best. Premium 1440p en hogere resoluties zijn het domein van Nvidia, AMD heeft hierbij niets in te brengen. Nvidia’s paradepaardje is raytracing. Raytracing is de techniek waarbij een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op de omgeving. Het is een benadering van hoe wij de wereld zien. GeForce RTX-kaarten, verwar ze niet mer GTX-kaarten, hebben specifieke RT-cores aan boord om deze techniek toe te passen. Niet veel games ondersteunen raytracing nog, maar veel aangekondigde games wel en de paar games waarin raytracing al bruikbaar is, zoals Control, zien we toch wel mooie dingen.

Nvidia-chips hebben een aantal duidelijke voordelen die de hogere prijs rechtvaardigen. Denk aan extra prestaties voor nog hogere framerates en detailinstellingen, waarmee de Nvidia GeForce RTX 2070 Super een mooie upgrade van de RX 5700 XT is. Deze kaart is nog maar net gelanceerd en op dit moment is het aanbod nog sterk beperkt. Toch weet Gigabyte zich wederom goed in de kijker te spelen: de Gigabyte GeForce RTX 2070 Super Gaming OC is met 549 euro goedkoop, koel en stil, en komt met één extra jaar garantie, wat hem een prachtige premiumvideokaart maakt. MSI’s gigantische RTX 2070 Super Gaming X Trio is nog stiller en met 33 centimeter een beest om te zien, maar houd de prijs in de gaten.

Goedkoop is duurkoop

Veel van de kaarten die we aanraden, kosten net iets meer dan de allergoedkoopste alternatieven. Dat doen we bewust, want bij de goedkoopste kaarten wordt heel sterk bezuinigd op de koeloplossing. Met een tientje meer win je vaak heel wat terrein op het dit vlak en op het gebied van geluidsproductie. Een tientje besparen op een videokaart van 300 euro of meer? Dat zouden wij niet doen.

Een andere categorie monitoren die snel populairder wordt, is de 3440 x 1440 pixels Ultrawide, ook bekend als ultrawide Quad HD-monitoren. Geliefd bij productiviteitsfanaten vanwege de extra 50 procent nettowerkruimte boven een (ook niet verkeerd) 2560 x 1440 pixels-scherm. Dat houdt wel in dat je videokaart 50 procent extra pixels moet produceren voor een soepele ervaring.

©PXimport

Instapkaarten ultrawide gamen

Om goed uit de voeten te kunnen op deze resolutie, biedt een Nvidia GeForce RTX 2070 Super het minimale dat je nodig hebt. Maar hij is prijzig. Zelfs de vanaf 550 euro beschikbare RTX 2070 Super-modellen halen bij de zwaarste games de hoogste grafische instellingen niet. Ervan uitgaand dat je enkele jaren vooruit wilt met je ultrawide monitor én nieuwe videokaart, is de Nvidia GeForce RTX 2070 Super de logische keuze. Gigabytes RTX 2070 Super Gaming OC is op dit moment de aantrekkelijkste videokaart, maar houd MSI’s Gaming X Trio ook in de gaten.

Ultiem ultrawide

Eigenlijk bereiken we met 1440p ultrawide het punt waarop elk stukje extra grafische kracht goed tot zijn recht komt. De vanaf 1149 euro beschikbare GeForce RTX 2080 Ti is wellicht een waanzinnige suggestie, maar komt hier toch echt uitstekend tot zijn recht. We nemen aan dat niet iedereen zulke bedragen aan zijn videokaart uit wil geven, en het beste advies voor gamers met dit soort schermen is dan ook om te kopen wat wel financieel haalbaar is. Is de 1149 euro van de RTX 2080 Ti je te gortig, maar kun je wel iets meer uitgeven dan de 539 euro van de RTX 2070 Super? Dan is er een duidelijke kanshebber: de RTX 2080 Super, een kaart waar je zo’n 749 euro zal voor moeten neertellen. Maar ook deze kaart is niet altijd krachtig genoeg voor de allerhoogste instellingen op snelle schermen.

Net als bij eerdere adviezen toont Gigabyte dat het de zaken op orde heeft met de Gaming OC-modellen. De RTX 2080 Super Gaming OC is prima koel, stil genoeg, betaalbaar voor zijn klasse en komt met een extra jaar garantie. ASUS’ ROG Strix-model en MSI’s Gaming X Trio zijn weliswaar nog koeler en stiller, maar je betaalt er een stuk meer voor. Desondanks zijn dat modellen om goed in de gaten te houden.

©PXimport

4K, uhd, ultra hd. Ooit toekomstmuziek, maar inmiddels is het bijna lastiger om een full hd-televisie in de winkel te vinden dan een 4K-model. 4K-gamen is nog altijd toekomstmuziek. Ja, een PS4 Pro lijkt 4K met hdr te tonen, maar in de praktijk worden veel games alsnog op lagere resolutie weergegeven.

©PXimport

Alle beetjes helpen

Wil je serieus 4K-gamen, dan is er eigenlijk maar één oplossing: koop de krachtigste videokaart van dit moment, de Nvidia GeForce RTX 2080 Ti. Het is de enige kaart die in het gros van de geteste games op deze resolutie nog 60 beelden per seconde weet te behalen, al zijn er inmiddels al titels waarbij ook dat te hoog gegrepen is.

Welke uitvoering de beste koop is, laten we in het midden. Als je niet op een tientje wilt kijken, dan zijn de MSI GeForce RTX 2080 Ti Gaming X Trio en de ASUS ROG Strix RTX 2080 Ti de beste kaarten op de markt: koel, stil, en fysiek indrukwekkend. Liever een paar tientjes besparen? MSI’s RTX 2080 Ti Duke en Gigabytes Gaming OC-uitvoering zijn iets minder efficiënt, maar wel een stukje goedkoper. Op prestaties lever je dan in elk geval niet in.

©PXimport

Slimme oplossingen

Wel een 4K-monitor, maar is een RTX 2080 Ti te duur? Geen paniek, want er zijn verschillende oplossingen om toch redelijk te gamen op 4K. Een ‘ouderwetse’ manier is om je games op 1920 x 1080 pixels te draaien. Dat ziet er vaak nog redelijk uit, althans zolang je monitor niet te groot is, en dan kun je ook met de videokaartadviezen van 1080 pixels uit de voeten. De ‘moderne’ oplossing is om gebruik te maken van AMD’s Image Sharpening of Nvidia’s DLSS. Beide technieken werken anders, maar komen op hetzelfde neer: je videokaart probeert dan op basis van een lagere resolutie (1440p) er toch een aantrekkelijk 4K-beeld van te maken. Je ziet dan uiteraard niet alle details van een echte 4K-presentatie, maar je hebt wel genoeg aan de videokaarten die we voor 1440p adviseerden: een AMD Radeon RX 5700 XT of een RTX 2070 Super.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?
© wayhome.studio
Energie

Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?

Onophoudelijke niesbuien, branderige ogen en een niet te tackelen vermoeidheid: voor hooikoortspatiënten is de lente lang niet altijd een pretje. Gelukkig zijn er apparaten die je klachten kunnen verlichten. Wij vertellen je wat het beste werkt: een luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger.

In het kort: Een luchtbevochtiger voegt vocht toe aan een ruimte. Dat is nuttig bij hooikoorts, zou je denken, want door vocht komen pollen naar beneden. Maar een luchtontvochtiger voorkomt schimmel en huisstofmijt in huis, wat ook nuttig kan zijn bij allergische klachten. En dan is er nog de luchtreiniger, die onzuiverheden uit de lucht haalt. Dus: welk van de drie apparaten moet je nu in huis halen? In dit artikel leggen we dat allemaal uit.

Lees ook: Hatsjoe! 💦 Last van hooikoorts? Deze apparaten kunnen je klachten verminderen

Hooikoorts is een allergische reactie op pollen, oftewel stuifmeel van grassen, planten of bomen. Wanneer de temperaturen beginnen te stijgen en de natuur na een koude winter tot bloei komt, verspreiden deze pollen zich via wind in een rap tempo door de lucht. Wie dan op een zonnige dag de deuren en ramen open zet, kan rekenen op een ontelbare hoeveelheid ronddwarrelende pollen in huis. Dat zorgt niet alleen overdag voor vervelende hooikoortsklachten binnenshuis, maar ook je nachtrust kan er flink onder lijden.

Om allergische klachten in huis te verlichten, kun je een aantal dingen doen. Horren plaatsen voor deuren en ramen bijvoorbeeld: die houden een deel van de pollen tegen, maar helaas niet alle. Ook met regelmatig stofzuigen haal je een deel van de pollen weg, al geldt dat alleen voor de pollen die al op de grond liggen. Om pollen uit de lucht te verwijderen, kun je een luchtreiniger overwegen. Dit apparaat trekt stof en pollen uit de lucht en blaast vervolgens schone lucht de ruimte in. Ook een luchtbevochtiger of luchtontvochtiger kan helpen bij hooikoortsklachten, afhankelijk van de luchtvochtigheid in je woning en jouw specifieke allergieën.

Luchtbevochtiger

Te droge lucht in huis is absoluut niet fijn bij hooikoorts. Droge lucht veroorzaakt irritatie aan de slijmvliezen, waardoor deze minder goed in staat zijn om stofdeeltjes en allergenen te weren. Bestaande hooikoortsklachten, zoals droge ogen, een kriebelkeel en benauwdheid, kunnen daardoor erger aanvoelen. Bovendien kunnen pollen in een droge ruimte makkelijker blijven rondzweven dan in een goed bevochtigde ruimte. Ga maar na: hoe minder regen er valt, hoe heviger je hooikoortsklachten (waarschijnlijk) zijn. Dat komt omdat pollen er zonder regen langer over doen om naar beneden te komen en je ze dus makkelijker blijft inademen.

©HN Works

Het voordeel van een luchtbevochtiger lijkt dus tweeledig: het vermindert klachten door geïrriteerde slijmvliezen én het voorkomt dat pollen in huis blijven circuleren. Toch zijn luchtbevochtigers meestal niet de eerste keuze als het om hooikoorts gaat. Hun vermogen om pollen daadwerkelijk uit de lucht te halen lijkt beperkt, en bovendien zijn huizen in de lente en zomer – wanneer hooikoortsklachten het ergst zijn – vaak eerder te vochtig dan te droog. Plaats je een luchtbevochtiger in een al vochtig huis, dan kunnen allergische klachten door een toename van schimmels juist verergeren. Een luchtbevochtiger heeft alleen zin bij hooikoortsklachten als de luchtvochtigheid in je woning lager is dan 40 procent. Met een hygrometer kun je dit eenvoudig meten. 

Luchtontvochtiger

Omdat warme lucht vocht vasthoudt, hebben veel huizen in de lente en zomer last van een te hoge luchtvochtigheid. Huisstofmijt en schimmels zijn dol op vochtige omgevingen, wat bijvoorbeeld verklaart waarom je in de zomer doorgaans meer schimmelplekken in huis opmerkt. Voor hooikoortspatiënten is dat helaas (extra) slecht nieuws. Vaak reageert hun overgevoelige immuunsysteem niet alleen op pollen, maar ook op schimmelsporen, mijten en dierenharen. Die combinatie van allergenen zorgt dan voor een extra belasting van het immuunsysteem, waardoor hooikoortsklachten kunnen verergeren. 

Een luchtontvochtiger onttrekt vocht uit de lucht en lijkt dus een goede keuze als je met hooikoorts én een te vochtige woning kampt. Toch kent ook dit apparaat zijn beperkingen als het om hooikoorts gaat. Zo filtert een luchtontvochtiger geen pollen uit de lucht zoals een luchtreiniger dat doet. Daarnaast werkt een luchtontvochtiger alleen als de luchtvochtigheid in huis daadwerkelijk te hoog is, oftewel meer dan 60 procent. Is dat niet het geval, dan loop je het risico dat de lucht in huis juist te droog wordt, waardoor klachten als benauwdheid en een droge keel alleen maar verergeren.

©Sue Tansirimas

Luchtreiniger

Er is één apparaat waar vrijwel iedere hooikoortspatiënt baat bij heeft: de luchtreiniger. Luchtreinigers zijn speciaal ontwikkeld om stof, pollen en andere allergenen uit de lucht te halen. Dat doen ze door verontreinigde lucht aan te zuigen, deze te filteren en vervolgens weer schone lucht uit te blazen. Er zijn verschillende soorten luchtreinigers met elk hun eigen werking, dus als hooikoortspatiënt is het goed om extra aandacht te besteden aan wat voor type luchtreiniger je in huis haalt.

Kies in elk geval een luchtreiniger met HEPA-filter. Dit type filter haalt zelfs de kleinste stofdeeltjes en pollen uit de lucht én voorkomt dat deze opnieuw de lucht in worden geblazen. Ook nuttig bij hooikoortsklachten is een luchtreiniger met ionisator: die voegt negatief geladen deeltjes toe aan de lucht, waardoor pollen onschadelijk worden gemaakt en naar beneden vallen. Met een ionisator is de kans heel klein dat er toch nog pollen in de lucht blijven zweven.

Of kies beide

Soms is een combinatie van apparaten het beste om je hooikoortsklachten aan te pakken. Is de lucht in jouw woning te droog? Zet dan een luchtreiniger én luchtbevochtiger neer. Bij een te hoge vochtigheid kies je voor een luchtreiniger en luchtontvochtiger. Zo pak je het probleem aan twee kanten aan en zul je waarschijnlijk de meeste verlichting merken.

▼ Volgende artikel
Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?

Als je gezonde verse sapjes wilt maken, heb je een sapcentrifuge of slowjuicer nodig. Hoewel deze apparaten op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn ze zeker niet hetzelfde. Weet je niet welk van de twee je moet kiezen? Wij helpen je op weg! 

In het kort: twijfel je tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer? Beide apparaten maken gezonde sapjes, maar werken heel anders. Daardoor is het sap uit het ene apparaat gezonder dan het sap uit het andere. Ook het soort ingrediënten dat je in sapcentrifuges en slowjuicers kunt verwerken, verschilt. In dit artikel leggen we het allemaal uit.

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen sapjes en smoothies. Smoothies maak je met een blender en bestaan meestal uit gepureerd fruit met een vloeistof, zoals water, melk of yoghurt. Omdat in een blender hele stukken fruit of groenten worden verwerkt, is de structuur van een smoothie wat dikker. Een sapje is daarentegen vloeibaar en vaak helder. Je maakt het met een sapcentrifuge of slowjuicer. Het verschil tussen die twee? Een sapcentrifuge creëert helder sap met weinig vezels, een slowjuicer maakt geconcentreerd sap waarin de vezels behouden blijven. Daardoor is het sap uit een slowjuicer iets gezonder, maar een slowjuicer is ook duurder. Daarnaast vindt niet iedereen het sap uit een slowjuicer vanwege de vezelige structuur even lekker. 

Benieuwd naar de grootste verschillen tussen sapcentrifuges en slowjuicers? Dit zijn ze! 

Werking

Sapcentrifuges en slowjuicers persen beide op een andere manier. In een sapcentrifuge zit een rasp die snel ronddraait. Gooi je een stuk fruit in de vulopening, dan begint de rasp te draaien en wordt het sap uit het fruit geperst. De natte pulp die daarbij overblijft, wordt van het sap gescheiden. Het resultaat is een helder gekleurd sapje waar je bijna doorheen kunt kijken. Een sapcentrifuge werkt heel snel; binnen enkele seconden tot een minuut staat er een heerlijk vitaminebommetje voor je klaar. En dankzij de brede vulopening hoef je je fruit en groenten niet eerst te snijden – ook wel zo makkelijk. 

©279photo

Een slowjuicer is, zoals de naam al zegt, een stuk minder snel. In dit apparaat worden ingrediënten heel langzaam gekneusd met een vijzel. Op die manier komt er tijdens het persen minder warmte en oxidatie vrij, waardoor vitaminen, vezels en antioxidanten zo goed mogelijk behouden blijven. Daardoor blijft er ook iets meer pulp in het sap van een slowjuicer achter dan in het sap van een sapcentrifuge. Een slowjuicer vergt door zijn kleine vulopening daarnaast iets meer voorbereidend werk; je moet je groenten en fruit eerst in grove stukken snijden voordat je ze in het apparaat stopt. Maar daar krijg je dus wel wat voor terug: een sapje bomvol vitaminen en vezels. 

Soorten groenten en fruit 

Een ander voordeel aan slowjuicers is dat je er heel veel kanten mee op kunt. De vijzel in een slowjuicer werkt namelijk zo krachtig en zorgvuldig dat hij zelfs uit de meest vochtarme groenten en fruit sap weet te persen. Je kunt met een (goede) slowjuicer dus ook sap maken uit bladgroenten en bananen. Als je wilt, kun je er zelfs notenpasta mee maken. Een sapcentrifuge krijgt door zijn snelle en lichtere werking alleen sap uit groenten en fruit met een hoog vochtgehalte, zoals appels, sinaasappelen en bleekselderij. 

Gezondheid

Zoals gezegd is het sap uit een slowjuicer iets gezonder dan het sap uit een sapcentrifuge. Dat komt omdat in het sap uit een slowjuicer naast de vitaminen ook de vezels beter behouden blijven. Vezels zijn goed voor de spijsvertering en zorgen voor een langzamere opname van de natuurlijke suikers in fruit, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Maar dat betekent niet dat het sap uit een sapcentrifuge helemaal niet gezond is. Je profiteert immers nog steeds van de vele vitaminen en antioxidanten. En zolang je niet te veel fruit ten opzichte van groente in je sapje verwerkt, zal het met die schommelende bloedsuikerspiegel wel meevallen. Een goede verhouding is 70 procent groenten, 30 procent fruit. 

©Maridav

Prijs 

Aan de krachtige pers van een slowjuicer en de supergezonde sapjes die daaruit komen, hangt wel een flink prijskaartje. Voor een goede slowjuicer leg je namelijk al snel zo'n 200 tot 400 euro neer. Er zijn ook slowjuicers van slechts een paar tientjes, maar het risico van deze goedkopere modellen is dat ze vaak minder efficiënt persen en sneller stukgaan. Een goede sapcentrifuge heb je daarentegen al voor nog geen 100 euro of iets meer dan dat. Maar laat het prijskaartje nooit leidend zijn: uiteindelijk gaat het erom wat je wilt met het apparaat. Het zou zonde zijn als een sapcentrifuge voor jou uiteindelijk toch te beperkt blijkt en je alsnóg een dure slowjuicer moet aanschaffen. 

Dus: wat kies je? 

Een sapcentrifuge is fijn als je van helder sap houdt, je alleen fruit en groenten met een hoog vochtgehalte gaat persen en je niet te veel geld wilt uitgeven. Een slowjuicer kies je als je extra gezonde, vezelrijke sapjes wilt en je ook van plan bent bladgroenten, vochtarm fruit en eventueel noten te gaan persen. Kies je voor een sapcentrifuge, maar wil je toch af en toe vochtarme ingrediënten in je sapjes verwerken? Maak dan eerst sap met je sapcentrifuge en doe dit vervolgens samen met de vochtarme ingrediënten in een blender. Heeft een slowjuicer jouw voorkeur, maar houd je niet zo van vezelige sapjes? Zeef je sapje na het juicen nog eens door een fijne zeef of theedoek. Zo heb je alsnog een helder sapje zonder pulp.