De meeste routers hebben slechts vier netwerkaansluitingen en dat kan al snel te weinig zijn. Gelukkig kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Switches zijn in allerlei soorten en maten te koop, en de goedkoopste exemplaren heb je al voor minder dan twee tientjes in huis.
In dit artikel laten we zien hoe je de juiste netwerkswitch kiest. Ga je voor een:
- Unmanaged of managed switch?
- Gigabit- of multigigabitswitch?
- Switch met Power over Ethernet (PoE)?
- Switch met 8, 16, 24 of 38 poorten?
Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router
Tip 1 Wat is een switch?
Een switch zorgt ervoor dat je meerdere netwerkapparaten met netwerkkabels met elkaar kunt verbinden en vormt dan ook de basis van je netwerk. Zonder switch heb je geen thuisnetwerk. Iedere consumentenrouter is daarom voorzien van een ingebouwde switch met doorgaans vier aansluitingen. Als je daar niet genoeg aan hebt, dan kun je kiezen voor een (extra) losse switch.
Switches zijn er in allerlei soorten en maten. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen unmanaged (onbeheerde) en managed (beheerde) switches. Er zijn compacte modellen met slechts vijf poorten voor thuis tot grote, professionele apparaten die in een serverrack thuishoren met wel 48 poorten. En alles ertussenin.
De keuze voor een switch is dus logisch als je netwerkaansluitingen tekort komt, maar kan ook handig zijn als je hooguit vier bedrade netwerkapparaten hebt die niet bij je router in de buurt staan. In plaats van vier lange kabels op je router aan te sluiten, heb je slechts één lange kabel nodig die je aansluit op je switch. Op die switch sluit je dan met kortere kabels je apparaten aan. Handig voor in je werkkamer of bij de televisie.
©metelevan - stock.adobe.com
De meeste routers zijn voorzien van een switch met slechts vier netwerkaansluitingen.
Betere wifi
Hoewel wifi handig is, kunnen de prestaties afnemen als er veel apparaten tegelijkertijd gebruikt worden. Door zo veel mogelijk apparaten via een netwerkkabel aan te sluiten, kun je de druk op je wifi-netwerk aanzienlijk verlagen. Zo reserveer je de wifi-bandbreedte voor apparaten die je alleen draadloos kunt gebruiken, zoals smartphones en tablets. Dit zorgt voor stabielere verbindingen en betere prestaties voor die draadloze apparaten.
Tip 2 Plug and play
De meeste switches voor thuisgebruik zijn unmanaged, wat betekent dat je ze zonder configuratie kunt gebruiken. Je sluit je apparaten aan en de switch doet de rest. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor wie geen zin heeft in ingewikkelde instellingen of technische aanpassingen. De switch verdeelt het netwerkverkeer automatisch en zorgt ervoor dat alles soepel blijft werken, of je nu aan het streamen, werken of gamen bent. Het is letterlijk een kwestie van aansluiten en al je apparaten zijn verbonden met je netwerk.
©leungchopan - stock.adobe.com
Switches zijn plug and play: sluit je apparaten aan en ze zijn met elkaar verbonden.
Tip 3 Managed switch
De tegenhanger van de unmanaged ofwel onbeheerde switch is de managed ofwel beheerde switch. Een managed switch heeft een webinterface en soms een configuratietool waarmee je instellingen van de switch kunt veranderen. Voor thuisgebruik heeft dat vooral nut voor het creëren van VLAN’s: virtuele netwerken waarmee je verkeer op je netwerk kunt scheiden. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld IoT-apparaten die je niet vertrouwt, maar veel routers en wifi-apparatuur voor consumenten bieden geen ondersteuning voor VLAN, waardoor je er dan alsnog weinig aan hebt.
Om je netwerk volledig te kunnen scheiden, moeten ook je router en eventuele extra wifi-accesspoints met VLAN kunnen omgaan. Wil je niet werken met VLAN’s, dan heb je een managed switch meestal niet nodig en kun je zonder problemen kiezen voor een unmanaged switch.
Wil je overigens werken met PoE (zie tip 5), dan raden we je ook als je geen VLAN wilt gebruiken juist toch een managed exemplaar aan. Je kunt dan namelijk in de webinterface aflezen hoeveel energie je PoE-apparaten gebruiken en dat kan handige informatie zijn om te weten. In de praktijk zijn veel goedkopere PoE-switches tot acht poorten ook managed, waardoor deze combinatie een logische aanschaf is. De meeste managed switches werken uit de doos hetzelfde als een unmanaged switch en kun je daarom zonder configuratie gebruiken.
Een managed switch heeft een webinterface waarmee je onder meer VLAN’s kunt beheren.
Tip 4 Multi-gigabit?
Switches zijn er in verschillende snelheidsklassen. Voor de meeste toepassingen is gigabit-ethernet nog steeds snel genoeg, zeker als je thuis nog geen multi-gigabitapparatuur of zelfs een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s hebt.
Er zijn wel steeds meer apparaten met multi-gigabitaansluitingen te koop, dus wellicht heb je al snellere apparatuur in huis. Zo zijn veel nieuwe moederborden en pc’s voorzien van netwerkaansluitingen met een snelheid van 2,5 Gbit/s en ook op NAS-apparaten zien we steeds vaker een snelle netwerkaansluiting.
Je hebt natuurlijk pas echt een multi-gigabitswitch nodig als je meerdere apparaten met een multi-gigabitaansluiting hebt die je daadwerkelijk op een hogere snelheid met elkaar wilt laten communiceren, denk aan een pc en een NAS. Vergeleken met gigabitswitches zijn multi-gigabitswitches nog altijd flink duurder. Volledig overstappen naar multi-gigabit kan in de papieren lopen, maar dat hoeft gelukkig niet. Je kunt prima switches met verschillende snelheden in één netwerk gebruiken. Zo kun je in een deel van je netwerk overstappen op multi-gigabitswitches, terwijl je in de rest van je netwerk gigabitswitches gebruikt. Wel moet je tussen twee apparaten met multi-gigabitaansluiting ervoor zorgen dat alle switches om kunnen gaan met de gewenste multi-gigabitsnelheid.
Multi-gigabitaansluitingen worden steeds normaler, zo is de QNAP TS216G NAS voorzien van een 2,5Gbit/s-aansluiting.
Tip 5 Power over Ethernet
Er is nog een eigenschap waar je op kunt letten als je een switch wilt kopen en dat is Power over Ethernet (PoE). De benodigde energie voor de voeding van een netwerkapparaat gaat dan over de netwerkkabel zelf, ideaal voor bijvoorbeeld accesspoints of beveiligingscamera’s. TP-Link verkoopt in de vorm van de Deco X50-PoE een wifi-mesh-set die je kunt voeden via PoE die de eenvoud van een mesh-systeem combineert met de voordelen van een netwerkkabel.
Uiteraard zorgt de toevoeging van PoE wel voor een hogere prijs, al hangt dat ook af van het gewenste vermogen. De belangrijkste standaarden zijn PoE of 802.3af, dat zo’n 15 watt per poort kan leveren, en Poe+ of 802.3at dat tot 30 watt per poort kan leveren. Nog hoger kan ook, zo kan PoE++ of 802.3bt minimaal 60 watt per poort leveren. Dat laatste is voor thuis echter zelden nodig en zulke switches zijn behalve prijzig doorgaans ook actief gekoeld.
Overigens hebben de meeste switches daarnaast ook een totaal maximaal vermogen voor alle poorten samen en dat kan (flink) lager liggen dan bijvoorbeeld vier keer 30 watt. Dat is niet heel erg, want veel PoE gevoede apparaten vragen veel minder dan 30 watt. Bij een gering aantal PoE-apparaten is een PoE-switch soms niet per se nodig. Bij sommige PoE-geschikte netwerkapparaten krijg je een zogeheten injector bijgeleverd: een voeding die je vlak voor de netwerkkabel kunt aansluiten en dan kunt doorlussen naar een switch zonder PoE. Heb je meerdere PoE-apparaten in gebruik, dan wordt dat wel al snel rommelig, al is het maar omdat iedere injector een stopcontact vereist, waardoor een PoE-switch dan een goede investering is.
Met een PoE-switch kun je wifi-accesspoints of ip-camera’s vanaf een centraal punt voorzien van data én voeding.
Tip 6 Aantal poorten
Het aantal poorten op een netwerkswitch is een van de belangrijkste dingen om in gedachten te houden bij de aanschaf. Switches beginnen bij vijf poorten, maar we raden aan om minimaal een model met acht poorten te kiezen. Je hebt altijd één poort nodig om de switch aan te sluiten op je netwerk, meestal via je router. Een switch met vijf poorten geeft je dus eigenlijk maar vier bruikbare extra aansluitingen. Omdat een achtpoorts-switch vaak nauwelijks duurder is, krijg je voor een kleine meerprijs veel meer flexibiliteit.
Verwacht je groei of heb je al een groter netwerk? Dan is een switch met 16, 24 of zelfs 48 poorten een betere keuze. Dit voorkomt dat je later meerdere switches moet inzetten, wat het netwerk overzichtelijker en efficiënter maakt. Voor thuisgebruik zijn de normale RJ45-poorten goed genoeg. Sommige duurdere switches zijn daarnaast ook voorzien van SFP+-sloten waarin je SFP+-modules kunt schuiven. Zulke aansluitingen worden vaak gebruikt voor glasvezelnetwerken of om twee snelle switches met elkaar te verbinden. Voor normaal gebruik heb je geen SFP+ nodig.
©Daria Sol - stock.adobe.com
Er zijn switches met vijf poorten te koop, maar een switch met acht poorten geeft je meer flexibiliteit.
Muurmontage
Desktopswitches kun je meestal aan de muur bevestigen doordat er op de onderkant twee montagegaten aangebracht zijn. Handig om een switch in bijvoorbeeld de meterkast te hangen. Als er geen boormal wordt meegeleverd, kun je er zelf een maken. Leg hiervoor een vel papier op de achterkant en strijk met de zijkant van een potloodpunt de plek van de gaten heen. De positie van de gaten staan nu duidelijk op het vel papier.
Veel desktopswitches zijn voorzien van bevestigingsgaten waarmee je de switch op de muur kunt bevestigen.
Tip 7 IGMP-snooping
De meeste internetproviders leveren televisiezenders tegenwoordig via een eigen settopbox, die je het best bedraad kunt aansluiten. Omdat je bij de televisie waarschijnlijk nog wel meer apparaten hebt die je bedraad kunt aansluiten, zoals een spelcomputer of andere mediaspeler, is een switch een handige toevoeging aan je televisiemeubel. Let er vooral op dat als je een settopbox van een provider gebruikt dat je eigen switch de functie IGMP-snooping ondersteunt. Dit voorkomt dat je switch en netwerk vertraagt wordt als je internetprovider multicast-verkeer gebruikt voor de televisiestreams.
IGMP-snooping is een functie die ervoor zorgt dat multicast-verkeer binnen je netwerk alleen wordt doorgestuurd naar apparaten die hierom vragen. Zonder IGMP-snooping wordt al het multicast-verkeer naar elk apparaat in het netwerk gestuurd, wat kan leiden tot onnodige belasting en verminderde prestaties.
Dit is vooral handig bij het gebruik van diensten zoals ip-televisie (IPTV) via een settopbox. Televisie-apps op Android TV maken gebruik van unicast-verkeer en vereisen daarom geen IGMP-snooping voor een goede werking. Overigens kan als je IGMP-snooping nodig hebt een managed switch handiger zijn, omdat je dan controle hebt om de functionaliteit daadwerkelijk in te schakelen. KPN verkoopt bijvoorbeeld managed switches met vijf poorten in de vorm van de Netgear GS105E en TP-Link TL-SG105E die goed samenwerken met hun ip-televisieplatform.
Op managed switches kun je IGMP-snooping doorgaans specifiek inschakelen.
Tip 8 Opbouw
Bij het werken met meerdere switches moet je rekening houden met de prestaties van je netwerk. Daarbij is het handig om te weten dat verkeer van apparaten die op dezelfde switch zijn aangesloten, binnen de switch blijft. Hierdoor kunnen deze apparaten op volledige snelheid met elkaar communiceren. Wanneer je switches op elkaar aansluit, dan gaat al het verkeer tussen die switches meestal over één aansluiting; thuis is dat doorgaans een gigabitverbinding en dat zou bij zwaar gebruik een bottleneck kunnen vormen.
Werk bij de opbouw van je netwerk daarom met zo min mogelijk switches en zo veel als mogelijk met één centrale switch. Apparaten die voor het hele netwerk op de optimale snelheid bereikbaar moeten zijn, kun je het best op de centrale switch aansluiten. Denk dan bijvoorbeeld aan een NAS. Je kunt uiteraard wel switches aansluiten achter je centrale switch, bijvoorbeeld een switch in het kastje bij je televisie voor zaken als je spelcomputer, mediaspeler of smart-tv.
Iets waar je je bewust van moet zijn bij het werken met meerdere switches, is dat ieder onderdeel in theorie de betrouwbaarheid van je netwerk verlaagt. Als de eerder genoemde switch in je televisiekastje kapot gaat, zijn in één keer al die apparaten onbereikbaar. En als je nog verder gelaagd gaat werken, dus bijvoorbeeld drie switches achter elkaar, dan wordt die kans natuurlijk alleen maar groter. Daarom is drie achter elkaar aangesloten switches het maximum wat we je voor thuis adviseren.
De switch is idealiter het middelpunt van je netwerk.
Tip 9 Beheerd systeem
Een stap verder dan een managed switch is een switch die onderdeel is van een beheerd netwerksysteem, zoals TP-Link Omada of Ubiquiti Unifi. Zowel de Omada- als de Unifi-productreeks omvatten behalve switches ook andere netwerkapparaten, zoals accesspoints en routers. Als je van plan was om een via PoE gevoed accesspoint in huis te installeren en dat accesspoint valt in bijvoorbeeld de Omada-reeks, dan is het handig om ook te kiezen voor een managed switch die in dezelfde reeks valt, zodat je alles centraal kunt instellen.
De genoemde systemen zijn eigenlijk wel bedoeld voor kleine bedrijven en daarom relatief ingewikkeld in te stellen. Het zijn dus wellicht niet direct geschikte producten voor jou, maar het is handig om van het bestaan te weten als je op zoek bent naar een PoE-switch. Een alternatief voor kleinzakelijke en centraal beheerde via PoE gevoede accesspoints is de eerdergenoemde TP-Link Deco X50-PoE. Dit wifi-mesh-systeem werkt net zo eenvoudig als andere Deco-systemen, maar kun je wel centraal voeden via een PoE-switch.
In een beheerd systeem als TP-Link Omada beheer je onder meer switches en accesspoints vanuit één interface.
Kooptips
Heb je niet genoeg aansluitingen en meer netwerkpoorten nodig? Wij hebben drie switches voor je uitgezocht
Managed met PoE: TP-Link TL-SG108PE
TP-link biedt met de TL-SG108PE veel functionaliteit voor een scherpe prijs. Deze switch met acht gigabitaansluitingen is niet alleen managed en te configureren via een webinterface, maar biedt ook vier poorten met PoE+ (maximaal 30 watt per poort) met een totaal vermogen van 64 watt. Dat is genoeg voor een paar camera’s of accesspoints. Deze switch ondersteunt IGMP-snooping en is dus te gebruiken in combinatie met IP-televisie. De voeding is extern en er is geen ventilator ingebouwd waardoor de TL-SG108PE geruisloos zijn werk doet. De switch zelf heeft een compacte metalen behuizing en is netjes gebouwd. Je kunt de switch eventueel ook aan de muur monteren.
Simpel met acht poorten: Netgear ProSafe GS108
Ben je op zoek naar een simpele, onbeheerde gigabitswitch met acht poorten? Dan is de Netgear ProSafe al jarenlang een populair model. Niet voor niets, want deze energiezuinige switch werkt prima en heeft een bijzonder stevige metalen behuizing die volgens Netgear zelf gebouwd is als een tank. Je sluit hem aan en je hebt er verder geen omkijken naar want configureren is niet nodig. Dankzij montagegaten aan de achterkant kun je hem eventueel ook aan de muur bevestigen. Netgear biedt levenslange garantie op deze switch, maar helaas is de voedingsadapter hierbij uitgesloten en dat is uit ervaring het kwetsbaarste onderdeel.
Multi-gigabit: TP-Link TL-SG108-M2
We zien steeds vaker multi-gigabit-aansluitingen op nieuwe apparaten, maar daar heb je niks aan zonder een geschikte switch. Multi-gigabitswitches zijn nog een flink stuk duurder dan de gewone 1Gbit/s-versies. De managed varianten zijn voor thuis wat ons betreft nog te duur, maar de unmanaged modellen beginnen wel in het bereik van de thuisgebruiker te komen. Zo heeft deze TP-Link TL-SG108.M2 maar liefst acht netwerkaansluitingen met ondersteuning voor 2,5 Gbit/s, de multi-gigabitstandaard die je op veel nieuwere pc’s en NAS-apparaten aantreft. Je kunt nog wat geld besparen door te kiezen voor een model met vijf aansluitingen, zoals de TP-Link TL-SG105-M2.