ID.nl logo
Wordt Linux beter voor gaming dan Windows?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Wordt Linux beter voor gaming dan Windows?

Windows is op pc’s qua marktaandeel nog altijd heer en meester, maar er wordt aan de stoelpoten gezaagd: Chromebooks zijn al jaren een goedkope (en veilige!) optie. Ook Valve, het bedrijf achter game-platform Steam en games als DOTA en Counter-Strike, zit niet stil. Op de achtergrond is Valve hard bezig om Linux klaar te stomen voor gaming. Heeft dit de potentie om de pc-markt op zijn kop te zetten, of is dit weer een van de vele floptheorieën onder de noemer ‘20XX wordt het jaar van Linux op de desktop’?

De discussie over het beste gaming-platform gaat vrijwel altijd over de verschillen tussen de bekende consoles (Microsoft Xbox, Sony PlayStation, Nintendo Switch etc.) en een computer met Windows. Linux is, als we de Steam Hardware Survey mogen geloven, voor gamers een niche besturingssysteem waar amper een procent gebruik van maakt. Het opensource-besturingssysteem heeft duidelijke voordelen, maar waarom slaat het dan nog niet aan? En zou daar binnenkort verandering in kunnen komen?

01 Linux leren gebruiken

Eén van de meest gebruikte argumenten om Linux links te laten liggen, is het gebruiksgemak van Windows of macOS. De workflow van Windows en macOS is verschillend, maar deze besturingssystemen zijn ondertussen geëvolueerd naar een systeem waarvan de basisfuncties duidelijk en gebruiksvriendelijk zijn. Linux daarentegen, zorgt al voor vragen vóór de installatie begint: welke distributie moet ik gebruiken? Ubuntu is het populairst met veel direct beschikbare tutorials, maar voor beginnende Linux-gamers is SteamOS een goed alternatief. Ubuntu heeft, ondanks de mooie interface, toch nog een kleine leercurve voordat gamers aan de slag kunnen. Hoewel dit sommigen zal afschrikken, is het voor de meer ervaren computergebruikers de moeite waard. SteamOS is een stuk simpeler in gebruik. Er kunnen, na het inloggen, direct games geïnstalleerd worden en alles dat op het platform beschikbaar is, zal zonder problemen werken.

©PXimport

Gamen op macOS

Naast Linux en Windows, is natuurlijk ook macOS een populair besturingssysteem. Helaas is dit OS alleen beschikbaar voor Apple-computers, waardoor de keuze in hardware flink wordt gelimiteerd. Het huidige aanbod van Apple is weinig interessant voor de fervente gamer. De Mac Pro is uitgerust met AMD FirePro: grafische kaarten gericht op professioneel gebruik. Ook de AMD Radeon Pro-kaarten in de iMacs en MacBooks zijn niet bedoeld voor games. Daar komt nog eens bij dat het game-aanbod erg klein is en de compacte apparaten niet gebouwd zijn voor langdurige gamesessies.

©PXimport

02 Hardware-support

Linux heeft lang een slechte naam gehad om z’n beperkte hardware-support en beroerde drivers, maar die tijden zijn voorbij. Zowel AMD als Nvidia komen regelmatig met updates en ook de nieuwste hardware is nu vanaf dag één te gebruiken op Linux. Laptopgebruikers met een Intel i-gpu kunnen genieten van moderne drivers, maar pas wel op met slaapstand en hibernate bij het sluiten van de laptop. Veel distributies en hardware-combinaties gaan niet goed samen met de hibernate-functie, waardoor er data verloren kunnen gaan.

De audiodrivers die vroeger nog weleens voor problemen zorgden, zijn tegenwoordig uitstekend. Sterker nog, door het gebruik van opensource-audiodrivers, zijn er veel meer mogelijkheden dan in Windows. Echoreductie en vergelijkbare features kunnen nog weleens voor problemen zorgen, maar voor de populaire Linux-distributies is er online genoeg informatie te vinden om dat op te lossen.

©PXimport

03 De correcte drivers

Na het installeren van een Linux-distributie, zijn er nog een aantal zaken die moeten gebeuren voordat je kunt gamen. Linux is een opensource-besturingssysteem en daar horen eigenlijk opensource-drivers bij, maar of dit verstandig is, is afhankelijk van de gebruikte hardware. AMD geeft officiële ondersteuning aan de opensource-drivers en de prestaties daarvan zijn ook uitstekend, maar dit is bij Nvidia niet het geval. Er zijn opensource-drivers beschikbaar van Nouveau, maar deze zijn reverse-engineered van de closedsource Nvidia-driver. Ondanks het goede werk van de Nouveau-community, ligt het prestatieniveau van de closedsource- drivers een stuk hoger. Zeker bij nieuwe grafische kaarten is het verschil groot, maar ook de grafische kaarten van een paar generaties terug doen het beter op de officiële Nvidia-drivers.

Ubuntu installeert automatisch de opensource-drivers van beide merken, maar om zeker te zijn van de laatste updates kun je gebruikmaken van het volgende commando voor AMD:

sudo add-apt-repository ppa:oibaf/graphics-drivers

sudo apt update

De makkelijkste manier om officiële Nvidia-drivers te installeren is met de volgende commando’s:

sudo apt-get purge nvidia*

sudo add-apt-repository ppa:graphics-drivers

sudo apt-get update

sudo apt-get install nvidia-driver-410

©PXimport

04 Native Linux-games

Het game-aanbod voor Linux was tot enkele jaren geleden zeer beperkt, maar Valve zet grote stappen om het aanbod te verbeteren. Steam, het digitale distributieplatform van Valve, biedt op dit moment ruim 4.000 games aan die geschikt zijn voor Linux. Hier zitten de bekende games tussen als Counter-Strike: Global Offensive en Sid Meier’s Civilization, maar ook honderden indie-games van kleine ontwikkelaars. Als een game eerder is aangeschaft voor Windows, dan hoeft deze niet opnieuw aangeschaft te worden voor Linux.

GOG.com is een andere grote aanbieder van games beschikbaar voor Linux. Anders dan Steam is GOG.com volledig gebaseerd op een website. Er hoeft dus geen extra programma geïnstalleerd te worden naast de gekochte games. Tevens is het mogelijk om games die zijn aangeschaft in Steam, over te zetten naar GOG via GOG Connect.

Veel bekende Linux-distributies hebben ook hun eigen software-repositories waar ook games worden aangeboden. Zo heeft Ubuntu een eigen Ubuntu Software Center waarin een groot aantal bekende en minder bekende games beschikbaar is. Hetzelfde geldt voor andere distributies zoals Linux Mint.

©PXimport

05 Windows-games in Linux

Het aanbod van Linux-games mag dan rap groter worden, de meeste grote titels zijn alleen beschikbaar voor Windows. Wederom komt Valve ons redden met een nieuwe functie binnen de Linux-variant van Steam: Steam Play. Steam Play gebruikt een aangepaste versie van Wine: een opensource-programma waarmee Windows-software gebruikt kan worden in een Linux-omgeving. Deze functie is alleen nog beschikbaar in bèta en zal dus apart geactiveerd moeten worden. Om het te activeren klik je in Steam op Steam en ga naar Settings. In het tabblad Account kun je onder het kopje Beta participation klikken op Change. Een nieuw venster zal openen, kies voor Steam BetaUpdate. Nadat je op OK hebt geklikt zal Steam opnieuw moeten opstarten en updaten voordat Steam Play beschikbaar komt. Om Steam Play te activeren open je weer Settings, waar je onder het nieuwe tabblad Steam Play een vinkje zet bij Enable Steam Play for supported titles. Hiermee worden de Windows-games beschikbaar die door Valve zijn getest. Met het vinkje bij Enable Steam Play for all titles komen alle Windows-games in Steam beschikbaar, maar kun je regelmatig tegen bugs of zeer lage framerates aanlopen.

©PXimport

Wine

Wine (Wine Is Not an Emulator) is een opensource-programma waarmee software voor Windows gebruikt kan worden in Linux en macOS. Het werkt met de Win16-, Win32- en Win64-api en kan ook ingezet worden voor DirectX-games. DirectX 12-support zal nog even op zich laten wachten, maar voor alle voorgaande varianten is Wine een effectieve oplossing. Wine is echter niet de oplossing voor alle games, want in veel gevallen zul je een hoop bugs en problemen tegen komen. Als de game werkt, dan is de kans groot dat de framerate 10 tot 80 procent lager is dan in Windows. Er zijn online veel databases beschikbaar waar gebruikers de werking van Wine per game bijhouden, maar verschillende hardware-configuraties kunnen tot verschillende resultaten leiden.

©PXimport

06 Lagere framerate

Helaas is er niet alleen maar goed nieuws voor Linux. Hoewel drivers steeds beter worden, distributieplatformen voor meer aanbod zorgen en games vaker ontwikkeld worden voor Linux, zijn de prestaties nog steeds een probleem. Benchmarks met een systeem met een Nvidia Geforce GTX 1070 en een AMD Radeon RX 480 tonen een duidelijk beeld: games draaien in Windows (veel) beter, zie de tabel. In alle gevallen zijn de games getest met de hoogste grafische instellingen en een resolutie van 1440 × 2560 pixels. Van de geteste games deed Sid Meier’s Civilization VI het slechtst, in Ubuntu kwamen beide grafische kaarten nog niet op de helft van de framerate in Windows. Metro Last Light Redux en Counter-Strike: Global Offensive deden het uitstekend, de RX 480 wist in Metro zelfs een hogere framerate te behalen in Ubuntu. Helaas waren er wel andere gebreken aan de Linux variant van Metro Last Light Redux. Zo zijn de grafische instellingen beperkt tot één algemene low-high keuze en is het in-game zelfs niet mogelijk om de resolutie aan te passen. Voor uitgebreide instellingen moet het user.cfg-bestand aangepast worden met cryptische variabelen voor elke optie.

07 Toch maar gewoon Windows?

Microsoft Windows heeft een breder aanbod van games, is makkelijker in het gebruik en presteert vrijwel altijd beter … waarom zijn er dan toch mensen die voor Linux kiezen? Het makkelijkste antwoord is natuurlijk de prijs: Linux is gratis, terwijl een Windows-licentie minimaal 100 euro kost per computer. Dat is echter niet het enige: er valt iets te zeggen voor opensource-software, die – in theorie – een betere ervaring kan opleveren. Closedsource-software wordt immers puur met winstoogmerk uitgebracht, terwijl opensource staat voor vrijheid en veelzijdigheid.

Betalen voor extra ‘downloadable content’ (dlc) bij de lancering van een game zit er niet bij, want een slimme knaap zou direct een variant uitbrengen zonder de betaalmuur. Daarbij leidt opensource-software veel sneller tot nieuwe innovaties. Programmeurs hoeven voor basisfunctionaliteit het wiel niet opnieuw uit te vinden en kunnen hun eigen ideeën toevoegen aan een bestaand project. Hierdoor kunnen simpele ideeën sneller in de praktijk worden toegepast, met als resultaat betere software.

08 Opensource is de toekomst

Met zo’n grote opensource-community wordt het voor technologie-bedrijven met hun closedsource-software in de toekomst onmogelijk om nog te kunnen concurreren. Nu al zijn er nog maar weinig start-ups die closedsource-software op de markt proberen te brengen. Er zal immers altijd een opensource-variant uitgebracht worden die, met behulp van de community, de closedsource-software voorbijstreeft. Bedrijven zullen dus op zoek moeten gaan naar een nieuw businessmodel waarbij opensource wordt omarmd en technologische vooruitgang voorop staat.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.