ID.nl logo
Keuzehulp camera's: Digitale camera of smartphone?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Keuzehulp camera's: Digitale camera of smartphone?

Digitale spiegelreflex, superzoom of systeemcamera – zie jij door de bomen het bos ook niet meer? Dan ben je niet de enige. Veel websites gebruiken bovendien andere termen en er is op het moment gewoon ontzettend veel keus op het gebied van digitale camera’s. Wij helpen je daarom een handje op weg!

Tip 01: Smartphone

De gemiddelde smartphone is tegenwoordig voorzien van een prima smartphone-camera. Sommige recente modellen, zoals de iPhone Xs en Samsung Galaxy S10, hebben meerdere camera’s aan boord die samenwerken om betere foto’s te kunnen maken. Omdat deze camera’s in de behuizing van een smartphone beperkt ruimte hebben, kennen ze wel wat beperkingen. Zo is de sensor doorgaans extreem klein en kun je in de meeste gevallen niet erg veel functies handmatig instellen. Een smartphone-camera heeft vrijwel nooit optische zoom, waardoor je het moet doen met een digitale variant. Een derde nadeel van de camera op je smartphone is dat je er geen andere objectieven of accessoires op kunt aansluiten.

Als je merkt dat je te weinig kwaliteit uit je smartphone kunt halen, is het tijd om een échte camera aan te schaffen. Een snelle blik op een willekeurige website van een fotospeciaalzaak leert echter dat er veel verschillende soorten camera’s op de markt zijn. Wil je een klassieke spiegelreflex, ga je voor een compactcamera of is een superzoom-camera meer geschikt voor jouw doelen? Of is het misschien logischer om over te stappen op een systeemcamera? Wat ook niet meehelpt, is dat verschillende fabrikanten en winkels andere namen voor dezelfde camera’s gebruiken.

©PXimport

Compactcamera

De compactcamera is de digitale camera die je waarschijnlijk het best kent. Vrijwel iedereen heeft er ooit wel eentje gehad. Zeker in het tijdperk vóór de smartphone zat de compactcamera op vakantie standaard in de handbagage. Omdat smartphone-camera’s steeds beter zijn geworden, is de noodzaak voor een compactcamera er voor veel mensen echter niet meer. Veel oudere compactcamera’s kenden doorgaans weinig instelmogelijkheden en werden eigenlijk alleen in autofocusmodus gebruikt voor het snel schieten van een foto. Dat kun je tegenwoordig met een goede smartphone ook.

Tip 02: Spiegelreflexcamera

De ouderwetse spiegelreflexcamera is bij iedereen wel bekend. In de behuizing van de camera zit een spiegel tussen de lens en de sensor (of de film in het geval van een analoge spiegelreflexcamera). Een spiegelreflexcamera wordt ook wel aangeduid als slr (single lens reflex), de digitale variant ken je wellicht als dslr. Met een spiegelreflexcamera ben je zelf de baas over je lenzen/objectieven. Een echte dslr is namelijk te gebruiken met meerdere objectieven om voor elke situatie de optimale foto te kunnen maken. Afhankelijk van het model kun je met een spiegelreflexcamera ook goede video’s maken en heb je een enorme keus aan accessoires. De grootste nadelen van een dslr zijn uiteraard het formaat en de prijs. Voor een spiegelreflexcamera betaal je gemakkelijk een paar honderd euro.

©PXimport

Een systeemcamera heeft geen spiegelsysteem, maar je kunt wél lenzen verwisselen

-

Tip 03: Systeemcamera

De meest voor de hand liggende upgrade als je uitgekeken bent op je smartphone-camera is een systeemcamera, een populaire categorie die de laatste jaren steeds meer in trek is. Een systeemcamera heeft geen spiegelsysteem, maar in tegenstelling tot een compactcamera kun je op zo’n toestel wél lenzen verwisselen. Denk er echter aan dat de lenzen niet uitwisselbaar zijn tussen verschillende merken. Een Canon-objectief kun je niet zomaar op een Nikon-camera zetten en vice versa, al bestaan er wel adapters om lenzen van andere fabrikanten op je camera te kunnen zetten. Een systeemcamera is een stuk slanker dan een spiegelreflex. Een voordeel van een systeemcamera ten opzichte van een compactcamera is de sensor, die vaak veel groter is dan die van een compactcamera. Een systeemcamera heet in het Engels ook wel een ‘mirrorless camera’.

©PXimport

Tip 04: Superzoomcamera

De naam zegt het eigenlijk al: met een superzoomcamera kun je enorm ver inzoomen. We hebben het in dit geval bovendien over optische zoom. Een smartphone-camera kan weliswaar ook inzoomen, maar doet dat digitaal. Het resultaat is dat het ingezoomde deel alleen maar korreliger wordt. Vergelijk het met het openen van een foto in Photoshop, selecteer een gedeelte en zoom in met het programma. Het resultaat van je actie is dat het ingezoomde deel korrelig/gepixeld wordt. Een superzoomcamera kan daarentegen mechanisch inzoomen doordat er een echte zoomlens in zit. Je ziet bij sommige modellen dan ook dat de zoomlens ver uit het apparaat kan schuiven. Superzoom houdt in dat een camera een optische zoom van in elk geval 24x heeft, maar dat kan oplopen tot wel 125x – genoeg om de maan bedrieglijk groot vast te kunnen leggen. Mooi meegenomen is bovendien dat de lens gewoon in de camera vastzit; je hoeft dus geen aparte lenzen aan te schaffen.

©PXimport

Vrijwel alle camera’s op de markt hebben genoeg megapixels om knappe foto’s te kunnen maken

-

Tip 05: Sensor

Het is lastig om bij de aanschaf van een camera louter af te gaan op specificaties; je moet de apparaten echt zélf uitproberen om te kijken wat het best bij je past. Er zijn wel een paar wetmatigheden die kunnen aangeven of een bepaalde camera beter is dan een ander model. Wellicht een open deur, maar over het algemeen kun je stellen dat een camera met een grotere sensor betere foto’s maakt dan een toestel met een kleine sensor. Dat komt onder meer doordat een grotere sensor meer licht kan opvangen en hierdoor dus beter presteert in situaties met weinig licht. Er zijn echter ook situaties te bedenken waarin een kleinere sensor handiger is dan een grote. Een camera kan bijvoorbeeld sneller informatie uit een kleinere sensor lezen; dat kan handig zijn als je veel video opneemt. Bovendien zijn camera’s met een kleinere sensor vaak een stuk betaalbaarder.

©PXimport

Tip 06: Megapixels

Als je weet wat voor soort camera je wilt aanschaffen, is het tijd om naar de functies en specificaties van het toestel te kijken. Mensen zijn altijd geneigd om eerst naar het aantal megapixels te kijken. Op zich helemaal niet zo vreemd, maar vrijwel alle camera’s op de hedendaagse markt hebben genoeg megapixels om knappe foto’s te kunnen maken. De meeste compactcamera’s zijn al in staat foto’s van 18 megapixels of meer te schieten, met een high-end spiegelreflexcamera is het maken van een 40megapixel-foto geen enkel probleem. Daarbij komt dat het vergelijken van megapixels lastig is: een compactcamera met 20megapixel-sensor maakt immers vrijwel altijd minder goede foto’s dan een spiegelreflexcamera met een 16megapixel-sensor. Het aantal megapixels van een camera is bovendien ondergeschikt aan de kwaliteit en de grootte van de sensor, het autofocus-systeem én andere opties, zoals beeldstabilisatie. De kortste sluitertijd is tegenwoordig ook veel minder van belang dan vroeger. Elke camera is vandaag de dag wel in staat om een sluitertijd van 1/1000-seconde te realiseren.

©PXimport

Het aantal megapixels van een camera is ondergeschikt aan de kwaliteit en grootte van de sensor

-

Tip 07: Objectieven

Als je kiest voor een spiegelreflex- of systeemcamera, heb je opeens enorm veel keus wat betreft objectieven. Een objectief is het cilindervormige opzetstuk vóór op je camera met daarin de lenzen (de termen objectieven en lenzen worden vaak overigens kriskras door elkaar gebruikt). Elk objectief heeft een bepaalde aansluiting, ook wel mount genoemd: de Canon EOS-reeks gebruikt bijvoorbeeld de EF-mount, en de Sony systeemcamera’s hebben een E-mount. Vind je andere afkortingen bij de naam van het objectief, dan is dat meestal een afkorting voor een bepaalde eigenschap van die lens. EZ betekent bij Olympus bijvoorbeeld dat het objectief is uitgerust met elektromagnetische zoom.

©PXimport

Tip 08: Objectief kiezen

Voor verschillende fotografiedoelen kun je verschillende objectieven gebruiken. Een zoom-objectief met een brandpuntsafstand van 18 tot 55 mm is bijvoorbeeld zeer geschikt voor landschapsfotografie en portretten. Wil je verder kunnen inzoomen, bijvoorbeeld voor het fotograferen van dieren, dan kies je een lens met een grote brandpuntsafstand, bijvoorbeeld 55 tot 200 mm. Onthoud: hoe kleiner de brandpuntsafstand, des te meer je van de omgeving in beeld kunt krijgen (ook wel groothoek).

Als je hebt bepaald wat voor soort objectief je voor jouw foto’s nodig hebt, dan heb je nog altijd de keus uit tientallen opties. Een belangrijk aspect van een objectief is het diafragma, dat wordt aangeduid met f/ of F. Een lage waarde, bijvoorbeeld f/1,8, staat voor een grote diafragma-opening, wat zorgt dat er veel licht op de sensor van de camera kan vallen. Hoe lager de waarde, hoe duurder meestal het objectief.

©PXimport

De meeste moderne camera’s hebben tegenwoordig wifi ingebouwd

-

Tip 09: Draadloos

Als je snel foto’s van je camera naar je computer wilt kunnen kopiëren, doe je dat via een sd-kaartje. Vrijwel alle camera’s hebben een sd-sleuf. Soms is het ook handig om foto’s direct naar je e-mail of een clouddienst te kunnen uploaden. Hiervoor heeft een camera uiteraard wifi nodig. De meeste moderne camera’s hebben die optie tegenwoordig gelukkig. Over het algemeen kunnen veel modellen je foto meteen online delen op bijvoorbeeld Flickr, Instagram of Facebook. Ook is het mogelijk om foto’s via wifi naar je smartphone of tablet te sturen; hiervoor moet je dan een app van de fabrikant downloaden.

Let wel: niet alle wifi-opties werken bij elk model. Het is dus aan te raden om even te kijken wat je precies met het toestel dat je op het oog hebt op het gebied van wifi wilt doen. Naast wifi hebben sommige camera’s ook nfc (near field communication) en bluetooth aan boord voor draadloze uitwisseling of besturing met bijvoorbeeld een afstandsbediening. Sommige camera’s beschikken bovendien over een gps-module. Zo kun je in je fotobewerkingsprogramma later eenvoudig zien waar een foto precies is genomen.

©PXimport

Video

Wil je met je digitale camera ook video’s kunnen opnemen, dan moet je op zoek naar een camera met een goede autofocus, zodat het object of de persoon die je filmt altijd in de voorgrond blijft. Wil je semiprofessioneel met video aan de slag, dan is het slim om te kijken naar speciale videofuncties van een camera. Zo is het een voordeel als de camera in 4K kan filmen en hij ondersteuning biedt voor verschillende framerates.

©PXimport

Kooptips

Hieronder vind je onze keus aan digitale camera’s. Zie je jouw favoriete model er niet bij staan? Geen probleem: er zijn zo veel camera’s op de markt dat het eigenlijk ondoenlijk is een selectie van drie te maken.

Canon EOS 2000D

Prijs: € 359,- Voor nog geen 400 euro heb je al een knappe spiegelreflexcamera in je bezit. De 2000D heeft verwisselbare lenzen en standaard wordt al een 18-55mm f/4.0-5.6 IS STM-objectief meegeleverd. De 24,1megapixel-camera heeft bovendien wifi aan boord, is uitgerust met een 3inch-display en heeft een interne flitser.

©PXimport

Nikon Coolpix P1000

Prijs: € 1095,- Wil je extreem ver kunnen inzoomen met je nieuwe camera? Ga dan voor de Nikon Coolpix P1000 met een absurd grote zoom van 125x. Hij kan van een brandpuntsafstand van 24,3 mm tot wel 3000 mm. De camera biedt raw-ondersteuning. Met deze camera kun je bovendien 4K-video schieten.

Panasonic Lumix DC-GH5

Prijs: € 1669,- Met de GH5-systeemcamera kun je niet alleen perfecte foto’s maken, je neemt er ook 4K-video mee op; het apparaat heeft daarvoor zelfs geavanceerde beeldstabilisatie. Het display is kantelbaar en daarom ook geschikt voor vloggers. Onderwater kun je er niet mee fotograferen, maar spatwaterdicht is het toestel wel.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!