ID.nl logo
Huis

Wat is de prijs voor het vinden van zero-days?

Je bent een white-hat hacker en hebt een zero-day gevonden in de software van een groot techbedrijf als Google of Facebook. Wat kun je daarvoor vragen? PCM duikt in verscheidene bugbounty-programma's.

Software is altijd lek. Het is een illusie dat je als bedrijf een besturingssysteem of programma kunt maken zonder gaten, maar hoe je daarmee omgaat is een andere vraag. Het is een probleem dat steeds dringender om een oplossing vraagt, maar een eenduidig antwoord is er niet.

Wat een zero-day is

Een gat in software dat door de fabrikant nog niet is ontdekt, heet een ‘zero-day’, iets dat ‘pas 0 dagen’ bekend is bij de softwareleverancier. Zero-days moeten zo snel mogelijk worden opgelost, want iedereen die de software gebruikt zonder een patch is potentieel kwetsbaar voor hackers. Daarbij draait het er echter wel om wie er allemaal weet van een lek, en wat daarmee gedaan wordt.

Inmiddels erkennen de meeste bedrijven wel dat hun software niet perfect is. In plaats van dat onder het tapijt te schuiven is het beter daar verantwoord mee om te gaan. Een aantal jaar geleden kwamen de eerste grote softwarebedrijven dan ook met bug-bountyprogramma’s, die inmiddels zo ingeburgerd zijn dat ieder serieus bedrijf er wel eentje heeft.

Bug bounty

Een bug bounty-programma is de openbare jacht naar lekken in software. In plaats van hopen dat niemand ze vindt, zetten veel bedrijven een eigen programma op om hackers aan te moedigen actief te gaan zoeken naar zwakke plekken in programma’s, websites of servers.

Menig bedrijf heeft nu hele divisies opgezet om datalekken te vinden

Op die manier worden hackers gestimuleerd zelf actief op zoek te gaan naar lekken en om daar op een verantwoordelijke manier mee om te gaan. Bij veel bedrijven gebeurt dat op de achtergrond. Het bug-bountybeleid zit ergens verstopt op de site, alleen te vinden voor wie er specifiek naar zoekt op Google.

Er zijn echter ook genoeg bedrijven te vinden die het anders doen. Neem Google, of Facebook. Die hebben namelijk hele divisies opgezet voor het vinden van datalekken. Facebook staat erom bekend cryptoparties te houden, feestelijke avonden waarin hackers bij elkaar komen om een avond lang firewalls door te breken, te pentesten en het systeem zoveel mogelijk kapot te maken. 

Verdienen aan zero-days

De ‘bounty’ in het programma verschilt van bedrijf tot bedrijf. Veel kleine bedrijven bieden bijvoorbeeld slechts een bedankje, een vermelding op de website met een uitleg van het lek en misschien een klein presentje zoals een powerbank of een usb-stick. 

Dat is voor veel ethische hackers ook genoeg. Whitehat-onderzoekers speuren naar zero-days voor de roem, niet voor het grote geld. Als zij dat willen verdienen, kunnen ze in dienst van bijvoorbeeld het Team High Tech Crime of bij multinationals als Shell veel sneller rijk worden. 

Deze praktijk verandert de laatste jaren echter wel, en dat levert inmiddels frictie op. Waarom zou je nog genoegen nemen met ‘erkenning’ als een miljardenbedrijf zoals Google, Facebook, of Apple beter wordt van jouw ontdekkingen? Steeds vaker vinden hackers dat een bedankje niet genoeg meer is.

Apple was het laatste bedrijf dat daarop insprong. Het programma bood gelijk één van de hoogste beloningen aan van alle bedrijven voor het melden van bugs. Onderzoekers kunnen tot wel 200.000 dollar verdienen met het programma – al zijn minder grote lekken een stuk minder waard.

Verschil in prijs

De prijs van een melding verschilt per bedrijf, maar ook per lek zelf. Daarbij wordt gekeken naar de ernst van het lek, wat je daarmee kunt doen, en hoeveel mensen er potentieel slachtoffer van worden. Ook de uitbetaling is vaak afhankelijk van hoe het lek wordt gepatcht - of juist niet.

Apple looft de hoogste beloning uit: 200.000 dollar

De kwartmiljoen dollar van Apple is bijvoorbeeld de hoogste prijs die het bedrijf betaalt voor een lek, maar dat is alleen voor een exploit waarmee je malafide applicaties kunt installeren. Vind je een lek waarmee je bijvoorbeeld ‘slechts’ malafide code kunt injecteren vanuit de kernel, dan krijg je 50,000 dollar.

De hoogte van de beloning heeft ook te maken met hoeveel mensen mogelijk geraakt worden door de bug. Zo is een lek in Windows meer waard dan een lek in macOS, en een exploit in Chrome meer dan een lek in Firefox. Je moet daarna ook kijken naar hoe makkelijk een lek is uit te buiten. Een lek in Flash is bijvoorbeeld makkelijker te vinden en daarom minder waard. Maar een lek in het zeer goed beveiligde iOS, daar zit wel veel geld in.

Bug bounty prijzen

Ter afronding en om een idee te geven over de bedragen waaraan je kunt denken bij enkele van de bekendste techfirma's, even een kort overzicht van de prijzen die gehanteerd worden.

De (dollar)prijzen verschillen in hoogte, afhankelijk van de ernst van het lek.

Adobe (Flash): 5000 - 30.000
macOS: 20.000 - 50.000
Android: 30.000 - 60.000
Word: 50.000 - 100.000
Windows: 60.000 - 120.000
Firefox: 60.000 - 150.000
Chrome: 80.000 - 200.000

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.