ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Usb 3.0: sneller dan ooit

De eerste gecertificeerde usb3.0-producten werden getoond op de CES in Las Vegas. Nu is een groot deel daarvan dan ook eindelijk beschikbaar. Tijd om de balans op te maken en met een overzicht te komen. Is usb 3.0 al absoluut noodzakelijk op uw volgende pc of zelfs een upgrade waard?

Er wordt al jaren over gepraat, maar nu zijn usb 3.0-producten eindelijk beschikbaar. En dat werd tijd, want usb 2.0 zag alweer tien jaar terug het levenslicht. Hoewel usb 2.0 ten opzichte van de oorspronkelijke standaard een revolutie was, was het tegelijkertijd een teleurstelling. De doorvoersnelheid ging dan wel omhoog van 11 Mbit/s naar een theoretische 480 Mbit/s, maar de praktijk wijst uit dat in veel gevallen minder dan de helft van deze snelheid daadwerkelijk gehaald wordt. Vaak kan er niet meer dan 20 tot 30 MB/s uit usb 2.0 worden geperst, wat neerkomt op een effectieve snelheid van 240 Mbit/s. Zelfs firewire zet met 400 Mbit/s nog betere resultaten neer. De tegenvallende snelheid is vooral nadelig voor apparaten die sterk afhankelijk zijn van rappe prestaties, zoals externe harde schijven en snel flashgeheugen. Ondanks deze nadelen werd usb 2.0 een gigantisch succes en verdween het snellere firewire, dat later nog met een 800 Mbit/s-uitvoering kwam, langzaam uit de consumentenmarkt. In het professionele circuit wordt firewire nog wel steeds veel gebruikt.

Nu we steeds meer en grotere bestanden gebruiken, bijvoorbeeld via mp3-spelers, foto- en videocamera's, wordt de snelheidslimiet van usb 2.0 een steeds grotere beperking. In 2007 kondigde Intel aan dat de usb 3.0-standaard - genaamd SuperSpeed - voltooid was en dat bedrijven via het USB Implementers Forum konden beginnen met het ontwerpen van nieuwe producten. Nu, drie jaar later, verschijnen de eerste producten op de markt.

Betere techniek

Er is geleerd van de eerdere 'fouten' en tekortkomingen van usb 2.0, waardoor usb 3.0 een veel efficiënter protocol is dan zijn voorganger. De usb 2.0-standaard stuurt alle data via de usb-bus naar alle aangesloten apparaten. Wanneer er meerdere usb-apparaten in gebruik zijn, daalt de beschikbare bandbreedte dus aanzienlijk. Dit omdat alle apparaten de theoretische 480 Mbit/s moeten delen. Usb 3.0 stuurt de data vanaf de host direct naar het ontvangende apparaat, wat natuurlijk veel efficiënter is. Ook gaat de nieuwe standaard veel efficiënter met energie om en verbruikt daardoor minder energie (wat vooral een pluspunt is voor mobiele apparaten).

Dit alles is echter nog niet genoeg om de snelheid aanzienlijk op te krikken, waardoor er ook aan de bekabeling het een en ander veranderd is. Naast twee draden voor niet-SuperSpeed-data (lees: usb 2.0) zijn er vier nieuwe draden voor SuperSpeed-data (usb 3.). De draden zijn bovendien volledig van elkaar afgeschermd. Door de extra draden is de usb-kabel een stuk dikker dan een usb 2.0-kabel. Omdat er meer draden in een usb 3.0-kabel zitten, zijn er ook afwijkende aansluitingen vereist. Deze aansluitingen zijn zo ontworpen, dat er nog steeds compatibiliteit met usb 1.1 en 2.0 is. De vier standaardcontacten zitten dus op dezelfde plek. Aan de bovenzijde zitten echter nog vijf contacten. Aangesloten op een usb-2.0-aansluiting doen die niets, waardoor dan alleen de usb 2.0-kabels functioneren. De usb 3.0-aansluitingen hebben wel corresponderende contacten, waardoor de kabel dan optimaal zal kunnen functioneren.

Omgekeerd geldt hetzelfde: een usb 2.0-kabel kan op een usb 3.0-poort worden gebruikt, maar functioneert dan op de 'oude' snelheid. Om duidelijk het verschil aan te geven zijn usb 3.0-kabels en connectors aan het uiteinde blauw gekleurd in plaats van het gebruikelijke zwart van usb 2.0. De kabel die wordt aangesloten op het usb 3.0-product heeft wel een iets andere aansluiting (type B). Bovenop is een extra uitkeping gemaakt waar de nieuwe contactpunten zitten. Voor mobiele producten is de micro-usb-connector ook aangepast. Deze was simpelweg te klein om de vijf nieuwe contacten toe te voegen. Naast de usb 2.0-connector zit een tweede - marginaal bredere - connector. Deze past dus niet op een usb 2.0-apparaat.

©PXimport

Hoewel usb 3.0-kabels fysiek verschillen van usb 2.0, zijn ze toch in grote mate compatibel.

Snelheid

De maximale theoretische snelheid is 4,8 Gbit/s (oftewel 600 MB/s), al moeten we dat met een flink korreltje zou nemen. De eerste generatie usb 3.0-harde schijven haalt een lees- en schrijfsnelheid van circa 110 en 140 MB/s. Dit is natuurlijk zowel afhankelijk van het usb-protocol als de harde schijf zelf, want schijven die 600 MB/s halen bestaat nog niet. Reken in eerste instantie op een verviervoudiging van de snelheid ten opzichte van usb 2.0. Dat is beduidend minder dan de beloofde 10x, maar winst is winst. Volgens de ontwerpers van de standaard zal 3,2 Gbit - oftewel - 400 MB/s in de praktijk haalbaar zijn. De voor de hand liggende vraag is welke producten gebaat zijn bij de nieuwe usb-standaard. Het antwoord ligt eveneens voor de hand: producten die afhankelijk zijn van snelheid. Denk in eerste instantie vooral aan externe harde schijven, ssd's en snelle usb-sticks. Ook foto- en videocamera's zijn gebaat bij snelheid, al voldoet usb 2.0 daar in veel gevallen nog wel. Maar met de opkomst van HD-video is het slechts een kwestie van tijd voor de eerste producten met usb 3.0-verschijnen. Voor veel andere randapparatuur, denk aan printers, scanners, toetsenborden en muizen ligt de nieuwe standaard niet erg voor de hand omdat deze nauwelijks afhankelijk zijn van snelheid en usb 2.0 of zelfs 1.1 hiervoor ruim voldoende is. Maar wellicht dat er in de toekomst toch redenen zijn om deze uit te rusten met usb 3.0, bijvoorbeeld vanwege het betere energiebeheer, het gemak van universele aansluitingen en nieuwe functionaliteiten die gebaat zijn bij meer snelheid.

Uitbreidingskaarten

Wilt u direct met usb 3.0-producten aan de slag, maar hebt u nog geen pc die voorzien is van usb 3.0, dan kunt u gelukkig ook upgraden. Voor zowel desktops als notebooks zijn er uitbreidingskaarten van diverse fabrikanten beschikbaar. Voor desktops is er een PCI Express x1-insteekkaart die twee nieuwe poorten toevoegt. Hiervoor moet uw moederbord wel een x1 PCIx-sleuf (beschikbaar) hebben. Voor notebooks is er een ExpressCard-versie. Er komen geen PCMCIA-versies (voor oudere notebooks), omdat deze standaard te langzaam is. Zowel de insteekkaart als de ExpressCard zijn te vinden voor minder dan 40 euro. U hoeft dus geen nieuwe pc te kopen om met usb 3.0-producten aan de slag te gaan.

©PXimport

Bestaande pc's (notebooks en desktops) zijn eenvoudig uit te breiden met usb 3.0

Nieuwe pc

Als u toch al van plan was een nieuwe pc te kopen, let er dan vooral op of deze ook over usb 3.0 beschikt. Momenteel betreft het nog maar een beperkt aantal producten, van een aantal fabrikanten waaronder ASUS, HP, Dell en Packard Bell. De nieuwe standaard zit nog niet op oudere modellen die vaak in de aanbiedingsfolders pronken. Omdat het om splinternieuwe producten gaat, is het prijskaartje dus nog relatief hoog. Wel is er een breed aanbod van verschillende soorten pc's, variërend van desktops en notebooks tot en met netbooks. Voor ieder wat wils dus.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Asus EEE pc 1018P (netbook)

• Asus N61Jq (notebook)

• Dell Precision M6500 (notebook)

• HP Envy 15 (notebook)

• Packard Bell iPower X3.0 (desktop)

Moederborden

Wie zelf graag een systeem bouwt, of laat bouwen bij een computerzaak, kan gelukkig al kiezen uit een redelijk aanbod moederborden met usb 3.0. Onder andere Asrock, Asus, EVGA, Gigabyte en MSI hebben al verschillende borden in het assortiment. In alle gevallen gaat het om een combinatie van reguliere usb 2.0-poorten en nieuwe 3.0-versies, herkenbaar aan de blauwe kleur. De verhouding is vaak zes tegenover twee. Zeker in dit beginstadium is dat ruim voldoende, omdat er nog maar een beperkt aanbod is van randapparatuur die usb 3.0 ondersteunt en deze standaard bovendien bedoeld is voor apparaten die zeer snelle dataoverdracht vereisen. Mochten de twee poorten later onvoldoende blijken, dan is een (usb 3.0-compatibele) usb-hub nog altijd een oplossing.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Asrock 870/880 Extreme3

• Asus M4A88TD-V EVO

• Asus P7H55D-M EVO

• EVGA Classified SR-2

• Gigabyte GA-890FXA-UD7

• Gigabyte GA-790XT

• Gigabyte H55 (mini-ITX)

• MSI XPower X58

• MSI 870A-GD60

• MSI H55M-ED55 wifi

Externe schijven

De voornaamste producten die profiteren van de hogere snelheid van usb 3.0 zijn externe harde schijven. Zoals gezegd was het prestatieverschil tussen een interne en een externe schijf tot voor kort vrij groot, omdat usb 2.0 simpelweg niet genoeg bandbreedte bood. Mede daardoor werd eSATA(2) een beter alternatief voor usb als het om harde schijven ging. Met usb 3.0 zal dat waarschijnlijk snel weer veranderen. Veel fabrikanten van externe harde schijven, zoals Western Digital, Freecom, Seagate en Buffalo, hebben inmiddels usb 3.0-versies van hun producten aangekondigd. Het wachten is nu nog op betaalbare zelfbouwkits (zoals die van AC Ryan), zodat u zelf een externe schijf kunt samenstellen. Er zijn momenteel zowel 3,5 als 2,5 inch schijven met usb 3.0 beschikbaar.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Freecom XS 3.0 (1, 1,5, 2 TB)

• Western Digital My Book 3.0 (1, 2 TB)

• Buffalo DriveStation HD-HXU3 (1, 1,5, 2 TB)

• PQI H566 (320, 500, 640 GB - 2,5 inch)

• Seagate BlackArmor PS 110 (500 GB - 2,5 inch)

Sharkoon

Een speciale vermelding is weggelegd voor de Sharkoon Quickport, die nu ook in usb 3.0-uitvoering verkrijgbaar is. Vooral voor de techneuten onder ons is dit product een uitkomst, omdat u hiermee een losse harde schijf snel kunt aansluiten op een pc. Via een usb 3.0-kabel sluit u hem aan op de pc, waarna er simpelweg een losse harde schijf in geklikt kan worden. De Quickport ondersteunt zowel 2,5- als 3,5-inch (sata) harde schijven en kan er zelf twee tegelijkertijd aan. Met een dergelijk product kunt u nieuwe of oude harde schijven heel simpel (her)gebruiken om back-ups te maken, zonder dat u ze in een externe behuizing hoeft te proppen. En dankzij usb 3.0 is de snelheid van de schijf vrijwel net zoals snel als de interne harde schijf.

©PXimport

Voor wie een stapeltje losse harde schijven heeft liggen is de Sharkoon Quickport ideaal. Helemaal nu hij ook beschikbaar is in usb 3.0-uitvoering.

Usb-stick

Een nieuwe usb-standaard vraagt ook op een nieuwe serie usb-sticks. Een gemiddelde usb-stick heeft weinig baat bij usb 3.0, omdat de lees- en schijfsnelheid niet boven de 30 MB/s uitkomt. Maar de nieuwste generatie flashchips kan overweg met lees- en schrijfsnelheden tot en met 170 MB/s en is derhalve alleen effectief in combinatie met usb 3.0. Op dit moment is het aanbod van dergelijke usb-sticks nog heel beperkt. Onder andere A-Data, PQI en SuperTalent hebben dergelijke stickjes aangekondigd, maar voor de rest is het nog wat stil. Volgens SuperTalent biedt hun USB 3.0 Express Drive een lees- en schrijfsnelheid van respectievelijk 125 en 50 MB per seconde, waardoor volgens de fabrikant een bestand van 600 MB in 12 seconden op de stick staat. Er zijn momenteel versies van 16 en 32 GB (met richtprijzen van circa 80 en 130 euro). PQI en A-Data hebben ook al een 64 GB stick aangekondigd.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• A-Data (16, 32, 64 GB)

• Active Media (16, 32 GB)

• PQI (64 GB)

• SuperTalent (16, 32 GB)

Usb-hub

Een nieuwe usb-standaard vereist (helaas) ook nieuwe usb-hubs. Oude hubs kunt u wel gebruiken, maar u verliest dan alle snelheidswinst. Zijn de twee of drie usb 3.0-poorten op uw pc niet genoeg, dan kunt u altijd nog een usb-hub overwegen. Op moment van schrijven hebben we alleen een usb 3.0-hub van Buffalo ontdekt, die weliswaar aangekondigd, maar nog niet te koop is. Gezien het schaarse productaanbod is het ook wel logisch dat we nog niet overspoeld worden met hubs, te meer omdat twee usb 3.0-poorten in de meeste gevallen wel voldoende zijn. Maar de grootverbruiker kan in ieder geval uitkijken naar dit product.

©PXimport

Wie niet genoeg heeft aan twee of drie usb 3.0-poorten kan een usb-hub overwegen. Oude usb 2.0-hubs zijn weliswaar compatibel, maar niet optimaal geschikt.

Kaartlezer

We hebben het hele internet afgespeurd en bij fabrikanten geïnformeerd, maar tot op heden hebben we nog geen usb 3.0-kaartlezer kunnen spotten. Zowel externe als interne kaartlezers zijn momenteel alleen voor de usb 2.0-standaard beschikbaar en een enkeling voor firewire 800. Heel vreemd is dit overigens niet. Vrijwel alle flashkaarten gaan momenteel niet verder dan 30 MB/s, wat de usb 2.0-standaard prima aankan. Alleen CompactFlash-kaarten zijn beduidend sneller (tot 100 MB/s), maar deze worden momenteel alleen gebruikt in professionele camera's die dergelijke snelheidswinst ook echt nodig hebben. Voor deze professionals zijn er dus FireWire 800-kaartlezers, al zullen deze uiteindelijk ook opgevolgd worden door usb 3.0. Overigens staan de nieuwste generatie SD-kaartjes op het punt de snelheidsbarrière van 30 MB's te doorbreken, net zoals hun grotere CompactFlash-broers. Het is dus geen vraag of maar wanneer de eerste usb 3.0-kaartlezers zullen verschijnen.

©PXimport

Helaas hebben we tot op heden nog geen usb 3.0-kaartlezers gespot en moeten we het nog even doen met usb 2.0 - al duurt dat vast niet lang.

▼ Volgende artikel
Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten

Laat je niet misleiden door de naam van de Ring Buitencamera Plus, want dit model is ook gewoon binnen te gebruiken. Het is daarmee een van de meest veelzijdige beveiligingscamera's van dit moment, en dat voor een prijs van nét geen 100 euro.

Goed
Conclusie

Ring heeft met de Buitencamera Plus een typisch product neergezet. De beelden ogen scherp en kleurrijk (ook 's avonds), al is de HDR-stand net iets te veel van het goede. Je bent goed verstaanbaar door de speakers, terwijl de stemmen van andere mensen prettig opgepikt worden door de microfoon op het apparaat. De installatie is daarnaast ontzettend flexibel, voor zowel binnen als buiten, en de app-opties zijn zoals altijd een sterk punt. Echter, om volledig toegang te krijgen tot alles wat de Ring Buitencamera Plus biedt, dien je toch echt dat abonnement af te sluiten.

Plus- en minpunten
  • Hoge resolutie
  • Kleurrijke beelden
  • Gemakkelijke installatie
  • Overzichtelijke app
  • Groot kijkveld
  • Nachtzicht in kleur
  • Niet compleet zonder abonnement
  • Stand in HDR wat heftig

Wat de Ring Buitencamera Plus zo veelzijdig maakt, is het feit dat je hem zowel bedraad als op batterij kunt gebruiken. Je kunt hem daardoor vrijwel overal neerzetten of ophangen, ongeacht de locatie, ongeacht het stopcontact en ongeacht het oppervlak. Je plaatst hem moeiteloos op een plank, kast of vensterbank en kunt hem ook ophangen aan een muur of plafond. Het voetstuk van de camera kun je namelijk loskoppelen en aan de achterkant bevestigen. Plus: je kunt hem helemaal om z'n as draaien en in een gewenste hoek positioneren.

Dat is echter niet de belangrijkste boodschap van Ring. De grootste aanpassing heeft namelijk te maken met de resolutie. Die is verhoogd van 1920 bij 1080 pixels bij het vorige model (ooit de Stick Up Cam 3rd Gen, maar nu Buitencamera) naar 2560 bij 1440 pixels. De marketingafdeling van menig camerabedrijf maakt je wijs dat dit een 2K-resolutie is, maar niets is minder waar. De officiële term is Quad-HD, maar dat bekt minder lekker. Plus: 2K doet denken aan de helft van 4K. Dat is een positieve connotatie waar veel bedrijven gretig gebruik van willen maken.

©Wesley Akkerman

Ziet meer dan de voorganger

Het vervelende is echter dat je onterecht kunt denken dat 2K een verdubbeling is van 1080p. Maar ook dat klopt niet: voor 1080p kijken we naar het cijfer achter de x, terwijl we voor de marketingterm 2K naar het cijfer vóór x kijken. Dat is dus appels met peren vergelijken. Maar dat betekent niet dat er geen beeldwinst is. Horizontaal gezien zijn er 360 en verticaal 640 pixels bij gekomen. Dat verschil valt vooral op wanneer je bijvoorbeeld inzoomt op een persoon. Gezichten komen een stuk scherper in beeld, al moet je natuurlijk niet té ver inzoomen.

De kijkhoek is er daarnaast ook op vooruitgegaan. De Ring Buitencamera Plus ziet net iets meer dan zijn voorganger, met hoeken van 140 graden horizontaal, 80 graden verticaal en 160 graden diagonaal. De voorganger heeft respectievelijk 115, 59 en 143 graden. Daarnaast is er zowel nachtvisie in zowel kleur als in grijs-wit – net wat je prettiger vindt. In alle gevallen hebben we gemerkt dat we de omgeving hier goed hebben kunnen volgen. De beelden ogen duidelijk en scherp. In de HDR-modus ogen kleuren wel iets té verzadigd, maar die kun je uitschakelen.

©Wesley Akkerman

Ring Vision

De Ring Buitencamera Plus beschikt over Ring Vision, een nieuw onderdeel dat het merk begin 2025 aankondigde. Vision combineert verschillende hardwarecomponenten (zoals antireflecterend glas) met software-optimalisatie (zoals dynamische beeldverwerking) en de expertise van het team om de beste beelden te presenteren. Natuurlijk klinken dit soort dingen vaak mooier dan ze zijn, maar de beelden liegen er niet om. Zowel in het donker als overdag ogen de beelden rustig, kleurrijk en scherp. Precies zoals je zou willen.

Omdat dit geen high-end of dure camera is van Ring, mis je misschien wel een aantal zaken. Denk dan aan het vogelperspectief en de 3D-bewegingsdetectie. Eerlijk is eerlijk: die hebben we tijdens het testen niet echt gemist. Dat is wellicht ook afhankelijk van hoe je het systeem inzet en welke mate van beveiliging je zoekt. Daar staat dan wel weer een flexibele installatie tegenover. Zoals gezegd kun je de camera op allerlei manieren installeren; je kunt er ook voor kiezen om een zonnepaneel op aan te sluiten, zodat je er helemaal geen omkijken meer naar hebt.

©Wesley Akkerman

Met of zonder zonnepaneel

Als je de Ring Buitencamera Plus niet direct op het stroomnet aansluit, mis je een belangrijke functie: pre-roll in 1080p. Dat is een korte video waarin je ziet wat er gebeurde vlak vóór een bewegingsmelding of het aanbellen. Deze functie werkt alleen als de camera via een stekker op netstroom is aangesloten.

Goed om te weten: de Buitencamera Plus met zonnepaneel kost 159 euro. Een losse batterij kost meestal tussen de 20 en 30 euro. Je kunt de camera zowel met als zonder batterij aanschaffen, maar in beide gevallen betaal je 99,99 euro voor de basisversie.

Verder werkt deze camera zoals je van Ring gewend bent. Via de app kun je van alles instellen: van bewegingszones en het zwartmaken van delen van het beeld (zodat de camera daar geen beweging detecteert) tot het aanpassen van de gevoeligheid. Je kunt de bewegingssensor ook helemaal uitschakelen of alleen de meldingen dempen. Met een handig tijdschema bepaal je bovendien precies wanneer de camera actief moet zijn. Op dat vlak doet de Ring Buitencamera Plus zeker niet onder voor andere Ring-modellen.

Met of zonder abonnement?

De Ring Buitencamera Plus ondersteunt ook slimme meldingen. Daarmee bepaal je zelf waarvoor je een notificatie ontvangt – bijvoorbeeld bij detectie van een voertuig, persoon of pakket. De opgenomen beelden worden standaard in de cloud opgeslagen, maar die kun je alleen terugkijken als je een abonnement afsluit. Dat is typisch voor Ring: zonder abonnement fungeert de camera vooral als live meekijk-apparaat met microfoon en speaker, maar kun je geen opnames terugzien.

Heb je meerdere Ring-camera's en maak je er intensief gebruik van, dan kan een abonnement wel de moeite waard zijn. Met het duurdere pakket krijg je bijvoorbeeld toegang tot de beeld-in-beeldmodus en kun je meerdere camera's tegelijk volgen. Kies je voor het meest uitgebreide abonnement, dan worden ook 24/7-opnames mogelijk – al betaal je daar wel 19,99 euro per maand voor. De goedkoopste variant kost 3,99 euro per maand en geeft toegang tot basisfuncties in de cloud, die veel andere aanbieders tegenwoordig kosteloos leveren. Daardoor vallen de totale kosten van een Ring-camera uiteindelijk toch wat hoger uit.

©Ring

Ring Buitencamera Plus kopen?

Over de installatie hebben we in deze review bewust weinig gezegd – die is namelijk simpel en snel. Met de Buitencamera Plus levert Ring opnieuw een typisch Ring-product af: de videobeelden zijn scherp en kleurrijk, ook 's avonds. Wel is de HDR-modus wat aan de overdreven kant. De ingebouwde speaker zorgt ervoor dat je goed verstaanbaar bent, terwijl de microfoon stemmen van anderen helder oppikt. De installatie is bovendien flexibel en geschikt voor zowel binnen- als buitentoepassing, en de app biedt zoals altijd uitgebreide instelmogelijkheden.

Toch blijft het bekende pijnpunt: om alles uit de Ring Buitencamera Plus te halen, heb je een abonnement nodig. Dat is al vaker een zwakke plek geweest bij Ring, en voorlopig lijkt daar geen verandering in te komen. Als eenvoudige deurcamera is dit model aan de prijzige kant – er zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Maar heb je al een Ring-abonnement of ben je bereid daarin te investeren, dan is deze camera zeker het overwegen waard. Nu is het alleen nog wachten tot Ring ook echt werk maakt van lokale opslag.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs

De Google Pixel 9a is een prettige en complete smartphone die zeven jaar softwareupdates krijgt. Heel wat mensen zijn met dit toestel daarom jaren onder de pannen, denken we. In deze review lees je onze bevindingen met de Google Pixel 9a na twee weken intensief testen.

Uitstekend
Conclusie

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.

Plus- en minpunten
  • Zeven jaar updates
  • Heel compleet
  • Lange accuduur
  • Houdt minder lekker vast
  • Basismodel slechts 128 GB opslagcapaciteit

De Pixel 9a is het nieuwste model in de Pixel 9-serie, die in augustus is uitgebracht in de vorm van de 9, 9 Pro, 9 Pro XL en 9 Pro Fold. Toestellen van bijna duizend euro tot bijna tweeduizend euro voor de vouwbare 9 Pro Fold. Toptoestellen, zo bleek uit onze reviews. Maar er zijn ook genoegen redenen om géén hele dure telefoon te nemen. Als jij maximaal 550 euro wilt uitgeven aan je volgende nieuwe smartphone, is de Pixel 9a het overwegen waard.

Google's Pixel 9a verschijnt in vier kleuren, waaronder knalroze, het fraaie geteste lila en meer zakelijke zwart en wit. Wij zijn enthousiast over de lila kleur van de smartphone en vinden het toestel premium genoeg overkomen. De matte kunststof achterkant toont nauwelijks vingerafdrukken, waardoor de telefoon er netjes blijft uitzien. Al kunnen we ons ook goed voorstellen dat je een hoesje om de Pixel 9a stopt voor de nodige bescherming. Een hoesje kan ook helpen om de ergonomie van de telefoon te verbeteren. De Pixel 9a is namelijk nogal vlak en ligt daarom wat minder prettig in de hand dan telefoons die een meer gebold ontwerp hebben. Google weet in ieder geval hoe dat moet, want de Pixel 8a van een jaar geleden had zo'n boller ontwerp en lag daarom ook zonder hoesje lekker in de hand.

©Rens Blom

Als we het nog even over bescherming hebben: de Pixel 9a heeft een iP68-certificering en kan daarom tegen (zoet) water en stof.

Je kunt de Pixel 9a redelijk goed met één hand bedienen, doordat het scherm met 6,3 inch relatief compact is. De 186 gram wegende smartphone is even breed als de Samsung Galaxy S25 en Apple iPhone 16, en een fractie hoger. Het Full-HD-oledscherm ziet er erg mooi uit en heeft een hoge verversingssnelheid van 120 Hz. Op zonnige lentedagen is het beeldscherm prima af te lezen.

©Rens Blom

Complete specificaties

Van een smartphone die 550 euro kost, verwachten we tegenwoordig een complete en soepele gebruikservaring. Zo'n toestel moet in principe jaren meekunnen. De Pixel 9a lijkt aan die verwachtingen te voldoen. Hij draait op dezelfde snelle Tensor G4-processor als zijn duurdere Pixel 9-broers, heeft 8 GB werkgeheugen en een 5100 mAh-accu die zonder zorgen een lange dag meegaat. Opladen kan vlot genoeg via usb-c (je dient zelf een adapter te regelen) of langzamer bij draadloos opladen.

Minder blij zijn we met Google's keuze om het instapmodel van de Pixel 9a uit te rusten met 128 GB opslagcapaciteit. Daar kun je in de praktijk namelijk geen 128 GB van gebruiken en als je jaren met het toestel wilt doen, is 128 GB voor veel mensen op de langere termijn onvoldoende. De opslag uitbreiden via een microSD-kaartje is niet mogelijk. Het loont daarom waarschijnlijk om eenmalig meer te betalen voor de 256 GB-variant van de Pixel 9a. Die kun je langer met een gerust hart gebruiken. Veel concurrerende smartphones hebben overigens standaard 256 GB.

©Rens Blom

Camera's

Achterop de Pixel 9a zitten twee camera's. Die zijn goed, maar in de meeste situaties niet beter dan de camera's van de Pixel 8a. Dat geeft weinig en in het donker doet de Pixel 9a het wél beter dan zijn voorganger. Snel bewegende huisdieren blijven lastig om scherp vast te leggen. Dat zie je ook op onderstaande foto: de kat is nét niet lekker scherp.

©Rens Blom

Met de groothoekcamera leg je een wijder deel van de omgeving vast. De Pixel 9a kan ook inzoomen, via de hoofdcamera. Op onderstaande serie zie je de verschillen in de praktijk.

©Rens Blom

De hoofdcamera, groothoekcamera en 2x zoom.

7 jaar updates

Google's bezuiniging om de Pixel 9a van slechts 128 GB opslagcapaciteit te voorzien, maakt dat er op andere vlakken meer ruimte is voor een premium ervaring. Een goed voorbeeld is de softwareondersteuning. Google geeft de smartphone liefst zeven jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is even lang als de veel duurdere Pixel 9-toestellen en ook even lang als Samsungs Galaxy-topsmartphones en Apple iPhones. Veel concurrenten van de Pixel 9a krijgen vier tot zes jaar updates. De Pixel 9a kan dus langer mee. Of je daadwerkelijk zeven jaar met een smartphone doet, is een tweede.

Ook fijn is dat Google de software lekker schoon levert en allerlei eigen AI-functies toevoegt. Die worden steeds handiger en zijn gratis beschikbaar.

©Rens Blom

Conclusie: Google Pixel 9a kopen?

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.