ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Usb 3.0: sneller dan ooit

De eerste gecertificeerde usb3.0-producten werden getoond op de CES in Las Vegas. Nu is een groot deel daarvan dan ook eindelijk beschikbaar. Tijd om de balans op te maken en met een overzicht te komen. Is usb 3.0 al absoluut noodzakelijk op uw volgende pc of zelfs een upgrade waard?

Er wordt al jaren over gepraat, maar nu zijn usb 3.0-producten eindelijk beschikbaar. En dat werd tijd, want usb 2.0 zag alweer tien jaar terug het levenslicht. Hoewel usb 2.0 ten opzichte van de oorspronkelijke standaard een revolutie was, was het tegelijkertijd een teleurstelling. De doorvoersnelheid ging dan wel omhoog van 11 Mbit/s naar een theoretische 480 Mbit/s, maar de praktijk wijst uit dat in veel gevallen minder dan de helft van deze snelheid daadwerkelijk gehaald wordt. Vaak kan er niet meer dan 20 tot 30 MB/s uit usb 2.0 worden geperst, wat neerkomt op een effectieve snelheid van 240 Mbit/s. Zelfs firewire zet met 400 Mbit/s nog betere resultaten neer. De tegenvallende snelheid is vooral nadelig voor apparaten die sterk afhankelijk zijn van rappe prestaties, zoals externe harde schijven en snel flashgeheugen. Ondanks deze nadelen werd usb 2.0 een gigantisch succes en verdween het snellere firewire, dat later nog met een 800 Mbit/s-uitvoering kwam, langzaam uit de consumentenmarkt. In het professionele circuit wordt firewire nog wel steeds veel gebruikt.

Nu we steeds meer en grotere bestanden gebruiken, bijvoorbeeld via mp3-spelers, foto- en videocamera's, wordt de snelheidslimiet van usb 2.0 een steeds grotere beperking. In 2007 kondigde Intel aan dat de usb 3.0-standaard - genaamd SuperSpeed - voltooid was en dat bedrijven via het USB Implementers Forum konden beginnen met het ontwerpen van nieuwe producten. Nu, drie jaar later, verschijnen de eerste producten op de markt.

Betere techniek

Er is geleerd van de eerdere 'fouten' en tekortkomingen van usb 2.0, waardoor usb 3.0 een veel efficiënter protocol is dan zijn voorganger. De usb 2.0-standaard stuurt alle data via de usb-bus naar alle aangesloten apparaten. Wanneer er meerdere usb-apparaten in gebruik zijn, daalt de beschikbare bandbreedte dus aanzienlijk. Dit omdat alle apparaten de theoretische 480 Mbit/s moeten delen. Usb 3.0 stuurt de data vanaf de host direct naar het ontvangende apparaat, wat natuurlijk veel efficiënter is. Ook gaat de nieuwe standaard veel efficiënter met energie om en verbruikt daardoor minder energie (wat vooral een pluspunt is voor mobiele apparaten).

Dit alles is echter nog niet genoeg om de snelheid aanzienlijk op te krikken, waardoor er ook aan de bekabeling het een en ander veranderd is. Naast twee draden voor niet-SuperSpeed-data (lees: usb 2.0) zijn er vier nieuwe draden voor SuperSpeed-data (usb 3.). De draden zijn bovendien volledig van elkaar afgeschermd. Door de extra draden is de usb-kabel een stuk dikker dan een usb 2.0-kabel. Omdat er meer draden in een usb 3.0-kabel zitten, zijn er ook afwijkende aansluitingen vereist. Deze aansluitingen zijn zo ontworpen, dat er nog steeds compatibiliteit met usb 1.1 en 2.0 is. De vier standaardcontacten zitten dus op dezelfde plek. Aan de bovenzijde zitten echter nog vijf contacten. Aangesloten op een usb-2.0-aansluiting doen die niets, waardoor dan alleen de usb 2.0-kabels functioneren. De usb 3.0-aansluitingen hebben wel corresponderende contacten, waardoor de kabel dan optimaal zal kunnen functioneren.

Omgekeerd geldt hetzelfde: een usb 2.0-kabel kan op een usb 3.0-poort worden gebruikt, maar functioneert dan op de 'oude' snelheid. Om duidelijk het verschil aan te geven zijn usb 3.0-kabels en connectors aan het uiteinde blauw gekleurd in plaats van het gebruikelijke zwart van usb 2.0. De kabel die wordt aangesloten op het usb 3.0-product heeft wel een iets andere aansluiting (type B). Bovenop is een extra uitkeping gemaakt waar de nieuwe contactpunten zitten. Voor mobiele producten is de micro-usb-connector ook aangepast. Deze was simpelweg te klein om de vijf nieuwe contacten toe te voegen. Naast de usb 2.0-connector zit een tweede - marginaal bredere - connector. Deze past dus niet op een usb 2.0-apparaat.

©PXimport

Hoewel usb 3.0-kabels fysiek verschillen van usb 2.0, zijn ze toch in grote mate compatibel.

Snelheid

De maximale theoretische snelheid is 4,8 Gbit/s (oftewel 600 MB/s), al moeten we dat met een flink korreltje zou nemen. De eerste generatie usb 3.0-harde schijven haalt een lees- en schrijfsnelheid van circa 110 en 140 MB/s. Dit is natuurlijk zowel afhankelijk van het usb-protocol als de harde schijf zelf, want schijven die 600 MB/s halen bestaat nog niet. Reken in eerste instantie op een verviervoudiging van de snelheid ten opzichte van usb 2.0. Dat is beduidend minder dan de beloofde 10x, maar winst is winst. Volgens de ontwerpers van de standaard zal 3,2 Gbit - oftewel - 400 MB/s in de praktijk haalbaar zijn. De voor de hand liggende vraag is welke producten gebaat zijn bij de nieuwe usb-standaard. Het antwoord ligt eveneens voor de hand: producten die afhankelijk zijn van snelheid. Denk in eerste instantie vooral aan externe harde schijven, ssd's en snelle usb-sticks. Ook foto- en videocamera's zijn gebaat bij snelheid, al voldoet usb 2.0 daar in veel gevallen nog wel. Maar met de opkomst van HD-video is het slechts een kwestie van tijd voor de eerste producten met usb 3.0-verschijnen. Voor veel andere randapparatuur, denk aan printers, scanners, toetsenborden en muizen ligt de nieuwe standaard niet erg voor de hand omdat deze nauwelijks afhankelijk zijn van snelheid en usb 2.0 of zelfs 1.1 hiervoor ruim voldoende is. Maar wellicht dat er in de toekomst toch redenen zijn om deze uit te rusten met usb 3.0, bijvoorbeeld vanwege het betere energiebeheer, het gemak van universele aansluitingen en nieuwe functionaliteiten die gebaat zijn bij meer snelheid.

Uitbreidingskaarten

Wilt u direct met usb 3.0-producten aan de slag, maar hebt u nog geen pc die voorzien is van usb 3.0, dan kunt u gelukkig ook upgraden. Voor zowel desktops als notebooks zijn er uitbreidingskaarten van diverse fabrikanten beschikbaar. Voor desktops is er een PCI Express x1-insteekkaart die twee nieuwe poorten toevoegt. Hiervoor moet uw moederbord wel een x1 PCIx-sleuf (beschikbaar) hebben. Voor notebooks is er een ExpressCard-versie. Er komen geen PCMCIA-versies (voor oudere notebooks), omdat deze standaard te langzaam is. Zowel de insteekkaart als de ExpressCard zijn te vinden voor minder dan 40 euro. U hoeft dus geen nieuwe pc te kopen om met usb 3.0-producten aan de slag te gaan.

©PXimport

Bestaande pc's (notebooks en desktops) zijn eenvoudig uit te breiden met usb 3.0

Nieuwe pc

Als u toch al van plan was een nieuwe pc te kopen, let er dan vooral op of deze ook over usb 3.0 beschikt. Momenteel betreft het nog maar een beperkt aantal producten, van een aantal fabrikanten waaronder ASUS, HP, Dell en Packard Bell. De nieuwe standaard zit nog niet op oudere modellen die vaak in de aanbiedingsfolders pronken. Omdat het om splinternieuwe producten gaat, is het prijskaartje dus nog relatief hoog. Wel is er een breed aanbod van verschillende soorten pc's, variërend van desktops en notebooks tot en met netbooks. Voor ieder wat wils dus.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Asus EEE pc 1018P (netbook)

• Asus N61Jq (notebook)

• Dell Precision M6500 (notebook)

• HP Envy 15 (notebook)

• Packard Bell iPower X3.0 (desktop)

Moederborden

Wie zelf graag een systeem bouwt, of laat bouwen bij een computerzaak, kan gelukkig al kiezen uit een redelijk aanbod moederborden met usb 3.0. Onder andere Asrock, Asus, EVGA, Gigabyte en MSI hebben al verschillende borden in het assortiment. In alle gevallen gaat het om een combinatie van reguliere usb 2.0-poorten en nieuwe 3.0-versies, herkenbaar aan de blauwe kleur. De verhouding is vaak zes tegenover twee. Zeker in dit beginstadium is dat ruim voldoende, omdat er nog maar een beperkt aanbod is van randapparatuur die usb 3.0 ondersteunt en deze standaard bovendien bedoeld is voor apparaten die zeer snelle dataoverdracht vereisen. Mochten de twee poorten later onvoldoende blijken, dan is een (usb 3.0-compatibele) usb-hub nog altijd een oplossing.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Asrock 870/880 Extreme3

• Asus M4A88TD-V EVO

• Asus P7H55D-M EVO

• EVGA Classified SR-2

• Gigabyte GA-890FXA-UD7

• Gigabyte GA-790XT

• Gigabyte H55 (mini-ITX)

• MSI XPower X58

• MSI 870A-GD60

• MSI H55M-ED55 wifi

Externe schijven

De voornaamste producten die profiteren van de hogere snelheid van usb 3.0 zijn externe harde schijven. Zoals gezegd was het prestatieverschil tussen een interne en een externe schijf tot voor kort vrij groot, omdat usb 2.0 simpelweg niet genoeg bandbreedte bood. Mede daardoor werd eSATA(2) een beter alternatief voor usb als het om harde schijven ging. Met usb 3.0 zal dat waarschijnlijk snel weer veranderen. Veel fabrikanten van externe harde schijven, zoals Western Digital, Freecom, Seagate en Buffalo, hebben inmiddels usb 3.0-versies van hun producten aangekondigd. Het wachten is nu nog op betaalbare zelfbouwkits (zoals die van AC Ryan), zodat u zelf een externe schijf kunt samenstellen. Er zijn momenteel zowel 3,5 als 2,5 inch schijven met usb 3.0 beschikbaar.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• Freecom XS 3.0 (1, 1,5, 2 TB)

• Western Digital My Book 3.0 (1, 2 TB)

• Buffalo DriveStation HD-HXU3 (1, 1,5, 2 TB)

• PQI H566 (320, 500, 640 GB - 2,5 inch)

• Seagate BlackArmor PS 110 (500 GB - 2,5 inch)

Sharkoon

Een speciale vermelding is weggelegd voor de Sharkoon Quickport, die nu ook in usb 3.0-uitvoering verkrijgbaar is. Vooral voor de techneuten onder ons is dit product een uitkomst, omdat u hiermee een losse harde schijf snel kunt aansluiten op een pc. Via een usb 3.0-kabel sluit u hem aan op de pc, waarna er simpelweg een losse harde schijf in geklikt kan worden. De Quickport ondersteunt zowel 2,5- als 3,5-inch (sata) harde schijven en kan er zelf twee tegelijkertijd aan. Met een dergelijk product kunt u nieuwe of oude harde schijven heel simpel (her)gebruiken om back-ups te maken, zonder dat u ze in een externe behuizing hoeft te proppen. En dankzij usb 3.0 is de snelheid van de schijf vrijwel net zoals snel als de interne harde schijf.

©PXimport

Voor wie een stapeltje losse harde schijven heeft liggen is de Sharkoon Quickport ideaal. Helemaal nu hij ook beschikbaar is in usb 3.0-uitvoering.

Usb-stick

Een nieuwe usb-standaard vraagt ook op een nieuwe serie usb-sticks. Een gemiddelde usb-stick heeft weinig baat bij usb 3.0, omdat de lees- en schijfsnelheid niet boven de 30 MB/s uitkomt. Maar de nieuwste generatie flashchips kan overweg met lees- en schrijfsnelheden tot en met 170 MB/s en is derhalve alleen effectief in combinatie met usb 3.0. Op dit moment is het aanbod van dergelijke usb-sticks nog heel beperkt. Onder andere A-Data, PQI en SuperTalent hebben dergelijke stickjes aangekondigd, maar voor de rest is het nog wat stil. Volgens SuperTalent biedt hun USB 3.0 Express Drive een lees- en schrijfsnelheid van respectievelijk 125 en 50 MB per seconde, waardoor volgens de fabrikant een bestand van 600 MB in 12 seconden op de stick staat. Er zijn momenteel versies van 16 en 32 GB (met richtprijzen van circa 80 en 130 euro). PQI en A-Data hebben ook al een 64 GB stick aangekondigd.

©PXimport

Enkele voorbeelden:

• A-Data (16, 32, 64 GB)

• Active Media (16, 32 GB)

• PQI (64 GB)

• SuperTalent (16, 32 GB)

Usb-hub

Een nieuwe usb-standaard vereist (helaas) ook nieuwe usb-hubs. Oude hubs kunt u wel gebruiken, maar u verliest dan alle snelheidswinst. Zijn de twee of drie usb 3.0-poorten op uw pc niet genoeg, dan kunt u altijd nog een usb-hub overwegen. Op moment van schrijven hebben we alleen een usb 3.0-hub van Buffalo ontdekt, die weliswaar aangekondigd, maar nog niet te koop is. Gezien het schaarse productaanbod is het ook wel logisch dat we nog niet overspoeld worden met hubs, te meer omdat twee usb 3.0-poorten in de meeste gevallen wel voldoende zijn. Maar de grootverbruiker kan in ieder geval uitkijken naar dit product.

©PXimport

Wie niet genoeg heeft aan twee of drie usb 3.0-poorten kan een usb-hub overwegen. Oude usb 2.0-hubs zijn weliswaar compatibel, maar niet optimaal geschikt.

Kaartlezer

We hebben het hele internet afgespeurd en bij fabrikanten geïnformeerd, maar tot op heden hebben we nog geen usb 3.0-kaartlezer kunnen spotten. Zowel externe als interne kaartlezers zijn momenteel alleen voor de usb 2.0-standaard beschikbaar en een enkeling voor firewire 800. Heel vreemd is dit overigens niet. Vrijwel alle flashkaarten gaan momenteel niet verder dan 30 MB/s, wat de usb 2.0-standaard prima aankan. Alleen CompactFlash-kaarten zijn beduidend sneller (tot 100 MB/s), maar deze worden momenteel alleen gebruikt in professionele camera's die dergelijke snelheidswinst ook echt nodig hebben. Voor deze professionals zijn er dus FireWire 800-kaartlezers, al zullen deze uiteindelijk ook opgevolgd worden door usb 3.0. Overigens staan de nieuwste generatie SD-kaartjes op het punt de snelheidsbarrière van 30 MB's te doorbreken, net zoals hun grotere CompactFlash-broers. Het is dus geen vraag of maar wanneer de eerste usb 3.0-kaartlezers zullen verschijnen.

©PXimport

Helaas hebben we tot op heden nog geen usb 3.0-kaartlezers gespot en moeten we het nog even doen met usb 2.0 - al duurt dat vast niet lang.

▼ Volgende artikel
Review Philips Baristina met Bean swap – Veel gemak, weinig glamour
© Philips
Huis

Review Philips Baristina met Bean swap – Veel gemak, weinig glamour

Koffiedrinkers met verschillende smaak in bonen waren tot nu toe aangewezen op twee apparaten of gehannes met verwisselen van koffiebonen. De Philips Baristina is een koffiemachine waarmee je snel wisselt tussen twee soorten bonen. ID.nl testte hem uit.

Uitstekend
Conclusie

De Philips Baristina met bean swap is een uitstekende keuze voor koffiedrinkers die graag variëren in smaak en dit zo eenvoudig mogelijk willen doen. De kernfunctionaliteit is sterk, de koffie is van goede kwaliteit en het gebruiksgemak is hoog. Kleine gemiste details in afwerking en ontwerp doen niets af aan de praktische waarde, maar zorgen er wel voor dat het apparaat minder premium aanvoelt dan sommige concurrenten in dezelfde prijsklasse.

Plus- en minpunten
  • Bean swap-functie is handig
  • Gebruiksvriendelijk ontwerp
  • Razendsnel koffiezetten
  • Geschikt voor bonen én gemalen koffie
  • Goede koffiekwaliteit
  • Matige afwerking
  • Lastig te openen bonenklep
  • Kleine reservoirs

Eerste indruk: compact en eenvoudig

De Philips Baristina met bean swap is een relatief compacte, niet al te zware machine met een grotendeels kunststof afwerking. Hij biedt de opties om twee verschillende soorten koffiebonen in twee afgescheiden reservoirs boven op het apparaat te doen. Je maakt daarmee naar keuze espresso of lungo met een van beide bonensoorten, of een mix ervan. De bedoeling is dat iedereen makkelijk een koffietje naar zijn eigen smaak maakt. Er is een standaardinstelling voor beide typen dranken, maar het is ook mogelijk om de espresso of lungo sterker te maken met een druk op de knop. Klinkt als een overzichtelijke hoeveelheid functies.

©Saskia van Weert

Verpakking en materiaalgebruik

Zoals bij alle eerder geteste Philips-apparaten zit de Baristina stevig verpakt. Ditmaal niet in een 'gewone' kartonnen doos, maar in een opvallende verpakking waarbij je het karton openklapt om de machine als een soort cadeautje te onthullen. Direct valt op dat het een apparaat zonder veel toeters en bellen is: een eenvoudige grijze body met een uitlekbakje onder het tuitje, een apart verpakte portafilter en een waterreservoir achterop. De behuizing bestaat voor 50 procent uit gerecycled kunststof, waardoor hij helaas wel wat goedkoop oogt gezien de adviesprijs van 349 euro (inmiddels een stuk in prijs gedaald).

Handleiding en voorbereiding

De bediening bestaat uit drie knoppen die met iconen aangeven waarvoor ze bedoeld zijn. Uiteraard is er ook een snoer om hem aan te sluiten, een garantieboekje en een flyer met een QR-code om de handleiding te bekijken en te downloaden. Philips heeft er ditmaal gelukkig voor gekozen niet alle EU-talen in één pdf te zetten, zoals bij de airfryer met stoomfunctie, maar beperkt zich tot een handvol talen. Want hoe eenvoudig een apparaat er ook uitziet, de handleiding even doornemen is altijd een goed idee. Zeker omdat koffiemachines vaak wat handelingen vereisen voordat ze klaar zijn voor gebruik. In dit geval zijn de voorbereidingen overzichtelijk: even doorspoelen met schoon water en uiteraard het portafilter en waterreservoir goed uitspoelen en afdrogen.

©Saskia van Weert

Bonen erin, water erbij

Dan aan de slag. De bonen zijn van bovenaf in het reservoir te gieten. Daarvoor moet wel eerst het bovenklepje open, wat niet zo heel gemakkelijk gaat – ik moet er mijn nagel tussen zetten. Iets van een randje of flapje was handig geweest. Het vullen zelf is een kwestie van de bonen ofwel links ofwel rechts in het reservoir gieten, en dan het klepje weer goed aandrukken. Het waterreservoir haal je gelukkig wel makkelijk uit de behuizing en vul je gewoon onder de kraan. Er zit geen Min-Max-aanduiding op, maar dat is verder geen probleem; er is geen vlondertje om in de gaten te houden.

©Philips

Koffie zetten: zo werkt het

Om koffie te zetten, draai je eerst de knop bovenop naar de gewenste koffiebonensoort. Er zijn drie mogelijkheden: links, rechts of de knop naar onderen draaien. Dat laatste zorgt voor een mix van beide bonensoorten. Druk op de knop voor de espresso of lungo en eventueel de knop voor een extra sterke variant. Vervolgens duw je het portafilter in de opening boven de schenktuit en beweeg je hem naar rechts. Hij komt schuin in een hoek vast te zitten en de machine gaat meteen malen. Dat maakt behoorlijk veel lawaai, en dat is natuurlijk inherent aan het proces van bonen malen. Direct na het malen schiet het portafilter terug naar de beginpositie en begint het water door te lopen. Tijdens dit alles knippert de knop van de gekozen drank.

©Philips

Drab en dosering

Stopt het knipperen, dan is de koffie klaar. Het portafilter kan eruit en moet worden leeggegooid. Direct na het zetten is de koffiedrab erg nat en waterig, dus meteen in de vuilnisbak is geen handige optie. Beter werkt het om de koffie even te laten opdrogen en de drab later alsnog weg te gooien. Er zit een soort uitwerpknopje aan de onderzijde van het portafilter, en dat werkt prima om alles weg te gooien zonder de koffieresten aan te hoeven raken.

Standaard komt er 110 ml lungo of 40 ml espresso uit de machine. Zeker dat eerste is wat krap aan voor een 'Hollandse bak', maar de Baristina kan worden geprogrammeerd om meer koffie te produceren. Dat gaat aan de hand van de drukknoppen en is heel eenvoudig uit te voeren, net als het herstellen van de fabrieksinstellingen.

Consistente smaak

Ook bij meerdere koppen koffie achter elkaar blijft de temperatuur stabiel, wat belangrijk is voor een consistente smaak. Gemalen koffie wordt ondersteund via het portafilter. Dat is ideaal voor speciale single origin-koffies of cafeïnevrije varianten die je niet altijd in bonenvorm kunt krijgen. Het proces is simpel: je voegt de gemalen koffie toe, drukt de juiste knop in en de machine doet de rest.

©Philips

Wat opvalt, is dat de machine zijn werk razendsnel doet. Vanaf het indrukken van de keuzeknop is de koffie in luttele seconden klaar. Qua koffiekwaliteit levert de Baristina een volle, ronde smaak. De cremalaag is mooi egaal en de extractie verloopt zonder spetters of lekkages. Bij de Extra Sterk-stand is de smaak overigens merkbaar krachtiger, dus die voegt zowaar iets toe.

Houd je koffiebonen lang vers!

Met een luchtdicht bewaarblik bijvoorbeeld

Plus- en minpunten

De belangrijkste pluspunten zijn de snelheid en het gemak van de bean swap-functie, de programmeerbare koffiematen, het gebruiksvriendelijke ontwerp en de veelzijdigheid dankzij de ondersteuning voor zowel bonen als gemalen koffie. Minpunten zijn de minder luxe afwerking, het ontbreken van een klepje op het bonenreservoir en de kleinere inhoud van de dubbele bonencontainers.

Alles bij elkaar is de Philips Baristina met bean swap een uitstekende keuze voor koffiedrinkers die graag variëren in smaak en dat zo eenvoudig mogelijk willen doen. De kernfunctionaliteit is sterk, de koffie is van goede kwaliteit en het gebruiksgemak is hoog. Kleine gemiste details in afwerking en ontwerp doen niets af aan de praktische waarde, maar zorgen er wel voor dat het apparaat minder premium aanvoelt dan sommige concurrenten in dezelfde prijsklasse. Voor wie flexibiliteit belangrijker is dan luxe, is dit echter een zeer geslaagde machine.

▼ Volgende artikel
Shokz OpenDots ONE: hippe clip-on oordopjes met open-ear audio
© Shokz
Huis

Shokz OpenDots ONE: hippe clip-on oordopjes met open-ear audio

Shokz heeft de OpenDots ONE aangekondigd, een setje draadloze clip-on oordopjes met open-ear ontwerp en ondersteuning voor Dolby Audio. De ultralichte dopjes moeten een strak design met krachtig geluid combineren en zijn per direct verkrijgbaar.

In dit artikel lees je:
  • Wat de OpenDots ONE onderscheidt van gewone oordopjes
  • Hoe Shokz JointArc-technologie zorgt voor comfort en flexibiliteit
  • Wat je kunt verwachten van het compacte maar krachtige geluid
  • Hoe de bediening en accuduur in de praktijk werken
  • Wanneer de OpenDots ONE verkrijgbaar zijn en wat ze kosten

©Shokz

Shokz heeft de OpenDots ONE aangekondigd, een nieuwe set draadloze clip-on oordopjes. Het model combineert de open-ear technologie waar het merk om bekendstaat met een compact ontwerp. De fabrikant richt zich met dit product niet alleen op sporters of zakelijke gebruikers, maar ook op een bredere groep consumenten die hun oordopjes de hele dag door willen gebruiken, zowel onderweg als thuis. Daarmee breidt Shokz zijn assortiment uit naast de bestaande bone conduction-koptelefoons.

Voor langdurig comfort

De OpenDots ONE maken gebruik van JointArc-technologie, een ultradunne titaniumlegering die zich automatisch aanpast aan de vorm van het oor. In combinatie met een siliconen afwerking moeten de dopjes licht en flexibel aanvoelen. Dit ontwerp moet ervoor zorgen dat de oordopjes stevig blijven zitten zonder drukpunten te veroorzaken, wat vooral bij langdurig gebruik van belang is. Shokz benadrukt dat de OpenDots ONE ontworpen zijn voor uiteenlopende situaties, van een werkdag achter de computer tot lange treinreizen of een wandeling buiten.

©Shokz

De oortjes zitten dus niet in de gehoorgang, maar hangen daar vlak vóór, zodat je een deel van de omgevingsgeluiden gewoon meekrijgt.

Ruimtelijk geluid

Voor de geluidsweergave heeft Shokz gekozen voor een dual-driver systeem. Dit moet prestaties leveren die vergelijkbaar zijn met die van een 16 mm driver, maar in een compacter formaat. Daarnaast zijn Bassphere- en OpenBass 2.0-technologie geïntegreerd, die zorgen voor extra nadruk op de lage tonen. Samen met de ondersteuning voor Dolby Audio moet dit leiden tot een ruimtelijk geluid dat beter tot zijn recht komt bij muziek, podcasts en films. De fabrikant positioneert de OpenDots ONE hiermee als een alternatief voor traditionele in-ear of over-ear hoofdtelefoons, maar dan met een open-ear ontwerp.

©Shokz

Bediening en accuduur

De bediening verloopt via tik- en knijpbewegingen op de oordopjes zelf. Zo kunnen gebruikers het volume aanpassen, nummers overslaan of telefoongesprekken aannemen zonder hun smartphone erbij te pakken. Een extra functie is Dynamic Ear Detection: ongeacht welk dopje als eerste wordt opgepakt, start de audio automatisch zodra het in het oor wordt geplaatst. De accuduur bedraagt maximaal 10 uur op één lading. Met de meegeleverde oplaadcase kan dat worden verlengd tot 40 uur. Voor korte laadmomenten biedt de snellaadfunctie twee uur speeltijd na tien minuten opladen, wat handig kan zijn als je een drukke dag voor de boeg hebt.

Geschikt voor dagelijks gebruik

Omdat oordopjes vaak worden gebruikt in uiteenlopende omstandigheden, heeft Shokz de OpenDots ONE voorzien van een IP54-certificering. Dat maakt ze bestand tegen zweet en spatwater, waardoor ze ook inzetbaar zijn tijdens sport of bij nat weer. De oplaadcase ondersteunt draadloos opladen, wat natuurlijk wel zo handig is als je even geen kabels en stroom in de buurt hebt. Verder zijn er vier ingebouwde microfoons met ruisonderdrukking aanwezig. Deze moeten ervoor zorgen dat telefoongesprekken helder blijven, ook in omgevingen met veel achtergrondgeluid, zoals in het openbaar vervoer of op straat.

De Shokz OpenDots ONE zijn zoals hierboven al vermeld per direct verkrijgbaar in de kleuren grijs en zwart. De adviesprijs is vastgesteld op 199 euro. Met deze introductie wil de fabrikant een nieuw segment binnen zijn productlijn aanboren: compacte, open-ear oordopjes die zowel als audioproduct als stijlvol dagelijks accessoire gebruikt kunnen worden.