ID.nl logo
Huis

Qi: Alles over de techniek achter draadloos opladen

Elke dag je smartphone of tablet op de netlader aansluiten? Het is veel makkelijker om je mobiele apparaat gewoon naast je op een oplaadmat te leggen. Ook Apple zet nu de schouders eronder en steunt de populairste Qi-standaard. Maar hoe werkt het draadloos opladen nu precies en hoe ziet de toekomst eruit?

Qi (spreek uit als ‘chi’) betekent in figuurlijke zin ‘levenskracht’ of ‘energiestroom’. Het is een open standaard van de Wireless Power Consortium voor het draadloos overbrengen van energie. In de eerste versie wordt het principe van inductie toegepast, de latere standaard gebruikt magnetische resonantie. Je komt draadloos opladen vooral tegen in de vorm van een plat laadstation of -mat waarop compatibele apparaten kunnen worden gelegd. Een vergelijkbare techniek wordt (in het groot) al gebruikt voor het opladen van elektrische auto’s.

Draadloos opladen past helemaal in de draadloze toekomst, maar echt nieuw is het niet. Al in de negentiende eeuw werd geëxperimenteerd met de draadloze overdracht van energie. In 1990 introduceerde Oral-B een elektrische tandenborstel die via een speciale houder draadloos werd opgeladen. Tegenwoordig kun je veel smartphones en tablets eveneens draadloos opladen, zoals recente toestellen uit de Samsung Galaxy-lijn.

Andere modellen kun je weer middels een accessoire geschikt maken. Laadstations zijn breed beschikbaar van de smartphonefabrikanten zelf of partijen als Belkin en Mophie. IKEA lanceerde in 2015 een reeks producten voor draadloos opladen, waaronder laadstations en bureaulampen of meubels met geïntegreerde lader.

Bovendien is draadloos opladen niet meer beperkt tot de wereld van Android: Apple sluit zich aan bij de Qi-standaard en gaf onlangs een sneak preview van AirPower, een accessoire dat in 2018 op de markt komt. Hiermee kunnen drie apparaten tegelijkertijd worden opgeladen.

Hoe werkt Qi?

De eerste Qi-standaarden (1.0 en 1.1) werken volgens het principe inductie, het verband tussen elektriciteit en magnetisme. Als stroom door een draad loopt, wordt een magnetisch veld opgewekt. En andersom werkt dat ook, ontdekte de Britse natuurkundige Michael Faraday al in 1831. Er kan stroom worden opgewekt door een magneet snel ten opzichte van een spoel te bewegen, zoals in een fietsdynamo. Zodoende kan energie worden overgebracht door twee spoelen bij elkaar te houden.

In een transformator wordt dit toegepast om een wisselspanning omhoog of omlaag te brengen. Omdat het magnetische veld niet wordt gehinderd door lucht, glas of een laag kunststof, kan het ook door de behuizing van je smartphone of tablet heen. Maar niet door metaal, zoals je bij koken op inductie merkt: het snel wisselende magnetisch veld zorgt hier voor wrijving in het metaal in de bodem van de pan, hetgeen resulteert in warmte.

©PXimport

Het laadstation bevat een spoel waarin een magnetisch veld wordt opgewekt. Een kleine spoel in een smartphone of tablet absorbeert het veld en gebruikt de opgewekte energie om de accu te vullen. Er wordt tegelijkertijd informatie uitgewisseld, zodat bijvoorbeeld de ontvanger meer of minder vermogen kan vragen. De overdracht is minder efficiënt dan met een kabel en het energieverlies is merkbaar: de smartphone wordt iets warmer.

Bovendien kan, net als bij koken op inductie, een metalen object in de buurt van het laadstation sterk verhit raken. Daar wordt overigens rekening mee gehouden: een laadstation herkent metalen objecten en past het vermogen erop aan. In Qi 1.1 is die detectie verder verbeterd. Een smartphone met metalen behuizing blijft echter problematisch. Door de korte afstand tussen laadstation en apparaat (ongeveer 5 mm) kun je bovendien geen dikke hoesjes gebruiken. Laden gaat daarnaast minder snel dan met moderne snelle laders. Het vermogen van 5 watt kun je vergelijken met ‘gewone’ netladers.

Magnetische resonantie

Naast het inductieladen met twee magnetische velden wordt steeds vaker magnetische resonantie gebruikt. Ook in versie 1.2 van de Qi-standaard zien we die technologie terug. Resonantie werkt volgens hetzelfde principe als inductie, maar met veel hogere frequenties. Bij Qi liggen die tussen 100 en 200 kHz, maar er zijn ook standaarden die met veel hogere frequenties werken (rond 7 MHz). De frequentie wordt middels het communicatiekanaal afgestemd tussen zender en ontvanger. De standaard is minder efficiënt, maar kan wel meer vermogen (15 watt) over grotere afstand (3 tot 4,5 cm) overbrengen.

Die 4,5 cm wordt gehaald als de ontvanger specifiek voor de nieuwe standaard is ontworpen. Verder kunnen meerdere apparaten tegelijkertijd worden opgeladen met hetzelfde laadstation. De hogere frequenties geven minder risico op warmteontwikkeling in metalen, zoals muntstukken.

AirFuel Alliance en A4WP

Naast het Wireless Power Consortium Qi zien we ook andere samenwerkingsverbanden. De belangrijkste is de AirFuel Alliance, een samensmelting van de Power Matters Alliance (PMA) en de Alliance for Wireless Power (A4WP). Maar er zijn ook verschillende kleinere groepen en bedrijven die hun soms unieke technologieën proberen te promoten, zoals WiTricity en Energous (WattUp). Bij alle initiatieven speelt magnetische resonantie een grote rol.

De startup Pi komt met een lader die magnetische resonantie over grotere afstanden (tot zo’n 30 cm) mogelijk maakt door het magnetische veld om te vormen en van hoek te veranderen. Ook zien we in de auto-industrie initiatieven om grotere vermogens over grotere afstanden over te brengen, wat nieuwe toepassingen voor het opladen van elektrische auto’s mogelijk maakt.

Het is vooral belangrijk dat er een universele, globaal geaccepteerde standaard komt – een beetje zoals wifi voor draadloze netwerken. Dat Apple zich (ook) sterk maakt voor Qi, is een belangrijke stap in die richting. Er zit bovendien nog rek in de huidige Qi 1.2-standaard: volgens het instituut kan 2.000 watt worden overgebracht, waardoor zelfs keukenapparatuur draadloos zou kunnen werken.

▼ Volgende artikel
Sleepdeur of deur-op-deursysteem: welk type keukendeur is het meest praktisch?
© ID.nl
Huis

Sleepdeur of deur-op-deursysteem: welk type keukendeur is het meest praktisch?

Als je een nieuwe inbouwkoelkast of -vriezer koopt, kom je voor een keuze te staan waar je misschien nog nooit eerder over hebt nagedacht: welk deursysteem kies je? Bij inbouwapparaten zijn er namelijk twee manieren waarop de keukendeur aan het apparaat vastzit. Welke dat zijn en hoe ze werken, lees je in dit artikel.

Voor inbouwapparaten zoals koelkasten en vriezers heb je de keuze uit twee verschillende deursystemen: deur-op-deur en sleepdeur. Beide systemen werken op een andere manier, maar zijn in de basis eenvoudig. In dit artikel leggen we je uit wat het verschil is, wat de voor- en nadelen zijn, en waar je op moet letten bij het kiezen van het juiste systeem.

Vaste deur

Bij een deur-op-deur-systeem wordt het keukenpaneel rechtstreeks vastgeschroefd op de deur van de koelkast of vriezer. De twee deuren vormen dus samen één geheel. Als je de keukendeur opent, gaat de deur van het apparaat automatisch mee. Het voordeel van dit systeem is dat het er strak en stevig uitziet. De deuren blijven goed op hun plek zitten en het geheel voelt degelijk aan. Ook kun je de keukendeur meestal helemaal openzetten, wat handig is als je grote spullen in of uit de koelkast wilt halen. Daarnaast is er minder kans op slijtage aan de scharnieren, omdat alles in één beweging meebeweegt. Bij een vaste deur heeft de inbouwkoelkast extra sterke scharnieren die zowel het gewicht van de koelkastdeur zelf moeten dragen alsmede de opbouw van de keukendeur.

©ID.nl

Geleide deur of sleepdeur

Bij het sleepdeursysteem is de keukendeur niet direct vastgeschroefd op de koelkastdeur. In plaats daarvan zit er een soort schuifsysteem tussen. Als je de keukendeur opent, ‘sleep’ je de koelkastdeur met je mee via een geleiderail. De twee deuren bewegen dus los van elkaar, maar wel tegelijk. Het voordeel is dat het makkelijker te vervangen is als je ooit een ander model koelkast neemt, omdat je niet alles opnieuw hoeft uit te lijnen. Ook kun je de deuren iets onafhankelijk van elkaar bewegen, wat soms handig is bij montage of onderhoud.

©ID.nl

Voorkeuren

Welk systeem je kiest, hangt af van je keuken én van je voorkeuren. Heb je een moderne keuken met een strakke afwerking? Dan is deur-op-deur vaak de beste keuze, omdat het er netter uitziet en steviger aanvoelt. Heb je een oudere keuken en wil je een inbouwapparaat vervangen zonder te veel gedoe? Dan kan een sleepdeur een praktische oplossing zijn.

Let wel op: je kunt niet zomaar een apparaat met deur-op-deur-systeem in een kast zetten die bedoeld is voor een sleepdeur, en andersom. De scharnieren en montagepunten zitten op een andere plek, en ook de manier waarop de deur opent verschilt. Controleer dus altijd goed welk systeem je nu hebt voordat je iets nieuws aanschaft. En kijk ook hoe je keuken is ingedeeld, zodat je ook weet of alles wel past.

Systeem monteren

Het installeren van zo’n systeem is iets wat je misschien niet zelf wilt doen, tenzij je handig bent. Vooral bij een deur-op-deur-systeem is het belangrijk dat alles precies recht hangt, anders gaat de deur niet goed dicht of krijg je scheve kieren. Veel mensen kiezen er daarom voor om de koelkast of vriezer te laten plaatsen door een vakman. Dan weet je zeker dat alles goed en netjes zit en heb je garantie op het werk.

©ID.nl

Onderhoud

Beide systemen zijn in principe onderhoudsvrij, zolang ze goed gemonteerd zijn. Toch kan het geen kwaad om af en toe te checken of de scharnieren nog stevig vastzitten of de sleepgeleiders soepel lopen. Gewoon wat eenvoudig keukenonderhoud.

Tot slot

Of je nu kiest voor een stevig deur-op-deur-systeem of het wat flexibelere sleepdeur-systeem: het is vooral belangrijk dat het past bij jouw keuken en jouw wensen. Vraag bij twijfel altijd om advies bij de winkel of installateur. Zo voorkom je verrassingen, en kun je weer jarenlang genieten van je ingebouwde koelkast of vriezer.

▼ Volgende artikel
Amazon Prime Video gaat advertenties tonen bij abonnement
Huis

Amazon Prime Video gaat advertenties tonen bij abonnement

Ben je lid van Amazon Prime? Dan krijg je vanaf 26 augustus 2025 te maken met advertenties tijdens films en series. Wil je geen advertenties zien? Dan moet je bijna 60 procent van de abonnementsprijs bijbetalen.

Volgens het bedrijf het tonen van reclames nodig om te blijven investeren in de content waar abonnees van genieten — en om dat ook op de lange termijn vol te houden. Ze gaan het tonen van advertenties volgens de e-mail die klanten deze week ontvingen, in 'beperkte mate' doen.

Lees ook: Zo bespaar je op streamingdiensten

Wie liever geen advertenties ziet, moet nu ook extra gaan betalen. Amazon biedt dan vanaf 26 augustus een advertentievrije optie aan. Voor een bedrag van 2,99 euro extra per maand kun je dan zonder advertenties kijken, waardoor een abonnement op Prime uitkomt op 7,98 euro per maand. Amazon Prime was eerder altijd al een van de goedkoopste streamingdiensten, maar als je geen advertenties wil zien, komt daar nu dus verandering in.

Er verandert volgens Amazon verder niets aan de prijs of inhoud van het standaard Prime-lidmaatschap, wat betreft functionaliteit. Ook heeft deze wijziging verder geen invloed op het bezorgen van producten van de webshop van Amazon.

Bestaande leden hoeven niets te doen om de nieuwe situatie met advertenties te krijgen; de standaardversie van Prime Video wordt automatisch aangepast. Wie liever overstapt op de advertentievrije versie, kan dat vanaf 26 augustus zelf regelen via zijn of haar accountinstellingen. Als je nog twijfelt of je je lidmaatschap wilt behouden, kun je je abonnement beheren of eventueel stopzetten via je Amazon-account. Je ontvangt dan (een deel van) het abonnementsgeld terug.