ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Koopadvies Moederbord

Koopadvies moederbord. Een nieuw moederbord kopen? Het valt niet mee om uit de stortvloed aan informatie en tientallen fabrikanten het juiste moederbord te kiezen. Met dit Koopadvies helpen wij u op weg.

Fabrikanten van moederborden zijn er genoeg, daarentegen zijn er maar enkele fabrikanten van de chipset op deze borden. De chipset zorgt voor de koppeling tussen de processor, het geheugen en de pci-sloten, maar verzorgt ook de usb-poorten en aansluitingen voor harde schijf en floppy. Intel is al jaren een belangrijke fabrikant van chipsets - die natuurlijk alleen geschikt zijn voor Intel-processoren. Andere fabrikanten zijn sinds jaar en dag de Taiwanezen VIA en SiS, sinds enige tijd Nvidia (van de Geforce videokaarten) en Ati (van de Radeon videokaarten). ALi is inmiddels van deze markt verdwenen, wat gezien de prestaties niet echt een verlies is. Van videokaart naar chipset Een belangrijk onderscheid bij chipsets, behalve uiteraard het onderscheid naar AMD- of Intel-processor, is of de chipset een ingebouwde videofunctie heeft. Voor de niet of nauwelijks in zware 3D-games ge'nteresseerde lezers is dat interessant, omdat tegen inlevering van alleen wat werkgeheugen het beeldscherm aangestuurd kan worden zonder aparte videokaart. Er verschijnen sinds kort zelfs moederborden met zulke krachtige ge'ntegreerde grafische mogelijkheden, dat hiermee ook zonder aparte videokaart mee gegamed kan worden. Dit is ook niet zo gek als Nvidia en Ati - fabrikanten van videokaarten - zich op de chipsetmarkt storten. Geheugensteuntjes Processoren met kloksnelheden van gigahertzen hebben een enorme gegevenshonger en moeten de bewerkte gegevens ook snel weer kwijt kunnen. Dat is op dit moment een grote uitdaging en de voornaamste taak van de chipset. Op moderne moederborden gaat ddr-geheugen van 333 of 400 MHz. Dit geheugen is door zijn double data rate twee keer zo snel als conventioneel geheugen. Moderne chipsets maken het mogelijk dit geheugen zelf ook weer twee keer zo snel uit te lezen of te beschrijven, door gebruik te maken van hetzelfde principe als bij harde schijven in raid-0. Door dit principe kunnen twee geheugenmodules tegelijkertijd via twee aparte kanalen (dual channel) aangesproken worden, waardoor de snelheid verdubbelt. Voorwaarde is wel dat hierbij twee dezelfde geheugenmodules gebruikt moeten worden. Net als bij raid-0 harde schijven hebt u dan wel de hele capaciteit van beide geheugenmodules tot uw beschikking. Serieel en parallel Veel nieuwe moederborden hebben de serial-ata standaard aan boord die 150 MByte/s doorvoersnelheid kan halen. Niet dat dat nu meteen een koopargument is, want bij de meeste toepassingen hebt u genoeg aan de ide-ata-grens van 100 of 133 MByte/s. Maar het is wel prettig als u kunt werken met de lekker dunne serial-ata-kabeltjes die tot een meter lang mogen zijn, in plaats van de luchtstroomblokkerende, altijd te korte en stugge ide-lintkabels. Geluidsberekeningen De moederborden voorzien bijna allemaal in geluid. Soms zit dit al in de chipset gebakken en soms wordt er een extra chipje toegevoegd. De meest gebruikte zijn de Realtek ALC650 en de C-Media CMI8738 chips, maar deze doen voor al het rekenwerk een beroep op de processor. Als we een spel spelen zonder geluid en dit vergelijken met hetzelfde spel mét geluid, blijkt dat het prestatieverlies bij deze chips regelmatig oploopt tot 15 procent! De ingebouwde geluidsberekeningen van de Nvidia chipset springen hier met slechts 2 tot 5 procent verlies aan processorcapaciteit gunstig bij uit. Dit is zelfs weinig ten opzichte van de losse Creative Audigy 2 geluidskaart, waarbij ook regelmatig 7 tot 8 procent prestatieverlies optreedt. Deze percentages gelden natuurlijk alleen bij het volledig gebruiken van de processorcapaciteit tijdens een game, maar de prestatieverschillen zijn groter dan u misschien verwachtte. AMD Athlon chipsets De Athlon XP processor kent niet alleen modellen met verschillende kloksnelheden, maar ook met verschillende frontsidebus (fsb) snelheden. Dit is de snelheid waarmee de processor met de chipset overlegt. De fsb is dubbel bij AMD, wat inhoudt dat 333 MHz betekent dat we op het moederbord 166 MHz moeten kunnen instellen. De oudste Athlon XP-processoren - tot aan model 2400+ - zijn altijd 133 MHz. Van model 2600+ bestaan zowel 133 als 166 MHz modellen. Alle hogere modellen lopen met een snelheid van 166 MHz, behalve het topmodel 3200+ dat tot 200 MHz is opgepompt. De 166 MHz modellen heten ook wel Barton, en hebben een tot 512 KB verdubbelde cache. Voor deze processoren bestaan chipsets van VIA, Nvida en SiS. Hierbij heeft SiS met de 746FX of 748 chipset goede prestaties, maar er zijn nog maar weinig moederbordfabrikanten die de chipset toepassen. De versie met ingebouwde video is SiS 741 en presteert heel redelijk. VIA levert zelfs nog iets betere prestaties bij de KT600. Beide prima chipsets voor de prijsbewuste koper. Voor ingebouwde video van VIA moet u een stapje terug naar de VIA KM400, die eigenlijk te weinig presteert: zelfs voor kantoortoepassingen zijn de videomogelijkheden aan de lage kant. Echt leuk maar ook duurder wordt het met de Nvidia Nforce2 chipset, die bestaat in de smaken Nforce2 400 met single channel en Nforce2 Ultra 400 met dual channel geheugenondersteuning. Van deze chipset roemden we al de geluidsprestaties, maar pas wel op, want er zijn fabrikanten die er alsnog een gewoon geluidschipje naast zetten. De Nforce2 Ultra 400 is het maximaal presterende platform voor de Athlon XP-processor. De variant met dual channel en ingebouwde video heet Nforce2 IGP, en levert videoprestaties die iets onder een Geforce4 MX 440 videokaart liggen. Prima voor kantoor en internet dus. Pentium 4 chipsets De Pentium 4 is begonnen met een fsb van 400 MHz, bestaande uit een 100 MHz frequentie die 4 maal over de kop ging. De moderne Pentium 4's hebben minimaal 133 MHz nodig, leidend tot een 533 MHz fsb. Intel heeft vervolgens de stap naar 166 maar overgeslagen en is meteen doorgegaan met een fsb 800 op 200 MHz. Van de 2,6, de 2,8 en de 3 GHz-processoren zijn zowel 533 als 800 MHz versies te koop. Daaronder zie je eigenlijk alleen nog de op 100 MHz draaiende Celerons die zo weinig presteren dat u ze beter kunt mijden. De processoren die een 800 MHz fsb gebruiken hebben ook hyper-threading, een techniek waarbij het besturingssysteem virtueel meerdere processoren kan aansturen. Dit levert enkele procenten snelheidswinst op als meerdere applicaties tegelijk heftig rekenen of een applicatie zijn rekentaken kan splitsen. De 3 GHz Pentium met 533 MHz fsb ondersteunt deze techniek ook. P4 instappers Voor de Pentium 4 begint Intel met de 845PE chipset, een prima instapper waarvan de 845GE met ingebouwde graphics nog nét kan voor kantoor, maar het houdt niet over. De 848 voegt aan de 845 een 800 MHz fsb toe. De 845PE wordt door een enkele fabrikant met 800 MHz fsb aangeboden, maar dat is eigenlijk overklokken en dus vragen om moeilijkheden. SiS is hier goed bezig met de 648FX chipset, die alweer weinig kost. VIA heeft het moeilijk omdat er een tijdlang licentie-ruzie met Intel is geweest, maar de P4X400 chipset bordjes die maximaal 533 FSB ondersteunen zijn goedkoop. De VIA chipset die 800 MHz fsb ondersteunt heet PT800, en doet het prima voor zijn prijs. P4 middenklassers Bij de middenklassers horen de chipsets die dual channel geheugen ondersteunen. Dat zijn behalve Intels 865PE ook de VIA PT880, en de SiS 655FX. Weer is SiS de goedkoopste zonder in prestatie al te veel onder te doen voor de anderen, de VIA krijgt in deze klasse pas voet aan de grond, maar Intels 865PE krijgt alle handen op elkaar. Niet goedkoop maar uitstekende prestaties en stabiliteit. Mocht u aan ingebouwde video willen dan is er eigenlijk maar één optie: de nieuwe en goed presterende Ati Radeon 9100 IGP. Hiermee is het Ati gelukt een prima chipset neer te zetten die ook nog eens video-prestaties levert die een Radeon 9200 videokaart benaderen. Uitstekend werk! De 865G chipset met ingebouwde videokaart van Intel zelf mag dan 'extreme graphics 2' als marketingkreet hebben meegekregen, de prestaties van het videogedeelte blijven triest. P4 Toppers? Volgens Intel is de 875P chipset door zijn Performance Acceleration Technology de topper voor het Pentium 4-platform. De geheugentoegang is door deze technologie beduidend sneller dan via de standaardmethode, wat uiteindelijk zo'n 3 tot 5 procent verbetering in prestaties oplevert. Helaas voor Intel hebben veel moederbordfabrikanten dit via een truc ook toegepast op de 865-moederborden, want de 865 en 875 chipsets zijn - op het al dan niet toelaten van de PAT-techniek na - gelijk aan elkaar. Er is dus geen reden om de duurdere 875 te kopen. Maar wat blijkt? SiS brengt een gloednieuwe SiS655TX chipset uit met min of meer dezelfde technieken! De SiS655TX is dan ook een absolute aanrader, omdat deze gelijk presteert aan de Intel 865 en 875 en minder kost. Conclusie Voor topprestaties bij AMD Athlon XP processoren is de Nvidia Nforce2 Ultra 400 chipset de beste keuze, maar VIA en SiS doen er weinig voor onder en zijn veel goedkoper. Met ingebouwde grafische mogelijkheden kunt u het voor strikt kantoorgebruik met SiS doen, maar eigenlijk raden we alleen de Nvidia Nforce2 IGP aan. Voor de Intel Pentium 4 is de enige aanrader met ingebouwde videomogelijkheden de nieuwe Ati Radeon 9100 ICP. Zonder video is de SiS 655FX een voordelige keuze, maar voor de beste prestaties kiest u de Intel 865PE chipset of SiS 655TX, waarbij de laatste duidelijk goedkoper is. Weet u inmiddels de chipset u wilt hebben? Dan helpt het kader Kooptips u verder. ***kader Kooptips Weet u welke chipset u wilt, dan kunt u een moederbordfabrikant zoeken die deze chipset gebruikt. Let bij het kiezen op de volgende punten: - Aanwezige extra's op het bord. Highspeed usb en een netwerkaansluiting zijn vrij standaard, een tweede netwerkaansluiting, firewire-poort en dergelijke zijn extra. - Serial-ata is een pluspunt als u erover denkt nieuwe schijven te kopen. Alle borden hebben daarnaast tot nu toe ook ide-poorten. Serial-ata aansluitingen zijn in alle chipsets van raid voorzien, dus raid is hierbij geen verkoopargument. - Meegeleverde slotplaatjes om de firewire en extra usb-poorten te kunnen gebruiken. Vergeet ook niet te kijken of er een slotplaatje voor eventuele extra audio-uitgangen (mocht u daar behoefte aan hebben). - Zijn er één of twee ide-kabels meegeleverd? Dat scheelt weer wat euro's. - Sommige merken leveren een aansluitingskastje mee waarmee u de extra poorten en geluidsaansluitingen in de kast kunt plaatsen. U kunt dit ook oplossen door een kast te kiezen waar deze aansluitingen al zijn ingebouwd. - De prijs! Voor een moederbord van een topmerk als Intel of Asus betaalt u meer dan voor een ander merk, terwijl echt slechte moederborden niet meer worden gemaakt. - Begrijpt u de bios-updateprocedure zoals de fabrikant die op zijn website omschrijft? Zo niet, kies een andere fabrikant. ***/kader

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.