ID.nl logo
Huis

ESXi-server: virtualisatie op oude pc

Wanneer je nog een oude pc hebt staan, kun je er in een paar stappen een ESXi-server van maken. Daarop kun je gelijktijdig meerdere besturingssystemen gebruiken met behulp van virtualisatie. Behalve leuk is dat ook heel handig, bijvoorbeeld om vanaf de tablet dingen op je pc te doen.

Virtualisatie op oude hardware (in plaats van via een bestaand OS op je huidige pc) noemen we bare-metal-virtualisatie, en de bekendste software is ESXi van VMware. Alle grote bedrijven gebruiken het en ook nog in hun meest kritische omgevingen. ESXi is namelijk zeer robuust en toch eenvoudig te gebruiken.

Bovendien is ESXi gratis, wat het ook aantrekkelijk maakt om thuis te gebruiken. Er is eigenlijk maar één belangrijk kenmerk om goed te onthouden en te overwegen voor je jouw eigen pc ombouwt tot ESXi-server: op een ESXi-server kun je niet gewoon computeren! Je hebt áltijd een ander apparaat nodig (een andere pc of een tablet) om de virtuele machines op de ESXi-server te gebruiken.

Systeemeisen ESXi

De minimale systeemeisen van ESXi zijn bescheiden: een harde schijf of SSD van 256 GB, een 64-bit-dualcore-processor en 4 GB RAM-geheugen. Maar: vooral meer geheugen is welkom. Verder moet je in het BIOS twee technieken inschakelen. Druk bij de start van de pc op DEL of F2 (of welke toets dat ook is op jouw systeem) om het BIOS te openen. Ga naar de processorinstellingen en zoek naar termen als NX Technology, XD Support of Execute Disable Bit. Zet die opties op Enabled. Ook een optie getiteld Intel (Intel VT) Virtualization Technology of AMD (AMD-V) Virtualization Technology moet op Enabled staan.

Voordat je ESXi installeert, raden we met klem aan om een back-up te maken van de hele pc. In elk geval wordt de harde schijf waarop je ESXi installeert tijdens de installatie gewist. Voor het geval er nog meer schijven aan hangen: bij een installatie als deze is een totale back-up (image) altijd beter. 

©PXimport

ESXi downloaden

Om ESXi te downloaden bij VMware, moet je een account aanmaken. Ga naar de site van VMware en klik op Download Now. Log in of maak een nieuw account via Create an Account. Ben je ingelogd, dan kom je direct op de pagina License en Download. Neem de licentiecode over, die heb je later nodig. Klik bij ESXi ISO image (Includes VMware Tools) op Manually Download en doe hetzelfde bij VMware vSphere Client.

Bewaar beide bestanden op de pc. Plaats een lege cd in de cd-brander en open Windows Verkenner. Blader naar het iso-bestand en klik erop met de rechtermuisknop, kies Schijfkopiebestand branden. Zet een vinkje bij Schijf controleren na branden en bevestig met Branden. Haal de cd eruit als die klaar is en schrijf er met een cd-markeerstift op dat dit de VMware ESXi 6.0-installatieschijf is.

Boot de pc vanaf de ESXi-installatieschijf en wacht even, na zes seconden start automatisch de installatie. Wacht tot je bij het scherm Welcome to the VMware ESXi Installation bent, druk dan op Enter om verder te gaan en daarna op F11 om de licentie te accepteren.

Selecteer in de volgende stap de harde schijf om ESXi te installeren. Als er meerdere schijven zijn ontdekt, kun je met de pijltjestoetsen wisselen. Druk op Enter als bevestiging en doe dit daarna nogmaals om de standaard toetsenbordindeling te accepteren.

©PXimport

De volgende stap is erg belangrijk. Hier bepaald je het root-wachtwoord voor de server. Deze heb je later vaker nodig. Typ het wachtwoord bij Root password en herhaal het bij Confirm password. Druk dan op Enter om verder te gaan. Druk tot slot op F11 om de installatie nu echt uit te voeren. ESXi wist nu de installatieschijf en kopieert er de eigen bestanden naartoe. Zodra je de melding ESXi has been succesfully installed ziet, verwijder je de installatie-cd en druk je op Enter om het systeem opnieuw te starten.

De server opstarten

Wacht tot de ESXi-server is opgestart, je kunt het verloop onderin het scherm volgen. In het grijze deel van het openingsscherm zie je wat systeeminformatie, belangrijker is de informatie in het geelgekleurde deel. Daar staan twee url’s voor het downloaden van tools plus enkele functietoetsen waarmee je ESXi kunt beheren. Bij de bovenste url kun je het huidige IP-adres van de server aflezen. Neem de url over in de adresbalk van de browser. Je maakt nu verbinding met de webservice op de ESXi-server en ziet er wat verdere informatie.

IP-adres toewijzen

Het belangrijkste om nu te doen is de server een vast IP-adres te geven. Zoals je op de voorpagina kunt zien, is het huidige IP-adres uitgegeven via DHCP en dat kan dus zo maar veranderen. Bepaal welk IP-adres de server het beste kan krijgen en neem anders het IP-adres over dat deze nu heeft. Druk op F2 om de configuratieopties te starten. Druk op Enter om te bevestigen dat je als root inlogt en typ daarna het wachtwoord, bevestig met Enter.

Ga met de pijltjestoets op het toetsenbord omlaag naar Configure Management Network / IPv4 Configuration. Ga naar Set status IPv4 adress and network configuration. Druk op de spatiebalk om deze configuratieoptie te kiezen. Druk weer op het pijltje omlaag en pas bij IPv4 Address het IP-adres aan en eventueel ook Subnet Mask en Default Gateway, al moet je die laatste twee alleen aanpassen als je de ESXi-server ook echt naar een heel ander netwerk verplaatst. Druk op Enter om de aanpassingen te bevestigen. Druk daarna op Esc om de managementconsole te verlaten en bevestig met Y dat je de configuratiewijziging wilt doorvoeren.

Lees verder op de volgende pagina.

©PXimport

Wil je de ESXi-server uitschakelen, dan kan dat vanuit de vSphere Client via een rechtsklik op de server in de linkerkolom van het programma. Bevestig via Ja dat de server niet in maintenance mode staat, geef een korte reden voor het uitschakelen en schakel de server uit via OK. Je kunt het ook doen rechtstreeks op de server. Druk op F12, bevestig dat je de root bent door op Enter te drukken en typ dan het wachtwoord. Druk dan op Enter en F2. Zorg er wel voor dat vooraf alle actieve virtuele machines of gepauzeerd zijn of uitgeschakeld.

Uitschakelen

Het gebruik van Windows of Linux als virtuele machine op ESXi is niet anders dan wanneer het op de pc zelf zou staan. Je kunt onderdelen toevoegen, applicaties installeren, je eigen achtergrondje erop zetten. Maar ook beveiliging blijft nodig, zoals de installatie van een antivirusprogramma, en het regelmatig updaten van het besturingssysteem en de geïnstalleerde programma’s.

Voor de virtuele machine maakt het niet uit dat hij virtueel is, hij weet het niet eens. Heb je eens een probleem met een virtuele machine, de bekende toetscombinatie Ctrl+Alt+Del geef je via het menu VM / Guest / Send Ctrl + Alt + Del. En een virtuele machine hard uitzetten gaat via de rode stopknop op het console: Shutdown Guest.

VMware Tools

Om de prestaties en het gebruiksgemak van een virtuele machine te verbeteren, zijn er de VMware Tools. Deze installeer je in de virtuele machine. De tools zijn er voor zowel Windows als Linux. Start de virtuele machine en open de console. Klik dan op VM / Install/Upgrade VMware Tools. De installatie loopt dan verder vanzelf. Heel handig, met de VMware Tools geïnstalleerd is het niet meer nodig telkens toetsenbord en muis los te maken van de virtuele machine. Beweeg de muis naar buiten de virtuele machine en je kunt direct de pc weer gebruiken.

Behalve met vSphere Client kun je ook op andere manieren verbinding maken met één van de virtuele machines. Je kunt TeamViewer installeren in een virtuele machine of de standaard Remote Desktop (Extern Bureaublad) gebruiken. Voor beide zijn er apps voor iOS, Android en Windows Phone. Verder heeft VMware enkele ESXi-apps zoals de vSphere Client voor iOS en WatchList voor Android, maar beide kunnen wel een goede update gebruiken want erg uitgebreid zijn ze niet. Als alternatief download je het gratis vmwViewer of koop je voor een paar euro de app vmwPAD (beide gebruiken onder water VNC).

©PXimport

ESXi-server afsluiten

Wil je de ESXi-server uitschakelen, dan kan dat vanuit de vSphere Client via een rechtsklik op de server in de linkerkolom van het programma. Bevestig via Ja dat de server niet in maintenance mode staat, geef een korte reden voor het uitschakelen en schakel de server uit via OK. Je kunt het ook doen rechtstreeks op de server. Druk op F12, bevestig dat je de root bent door op Enter te drukken en typ dan het wachtwoord. Druk dan op Enter en F2. Zorg er wel voor dat vooraf alle actieve virtuele machines of gepauzeerd zijn of uitgeschakeld.

Tekst: Edmond Varwijk

 vSphere Client

De server is nu klaar voor gebruik. Om virtuele machines aan te maken, gebruiken we de vSphere Client die we eerder al bij VMware hebben gedownload. Installeer het programma en start het op. Vul bij IP address/Name het IP-adres van de ESXi-server in, bij User name vul je root in en bij Password het bijbehorende wachtwoord. Klik dan op Login. Er verschijnt een waarschuwing dat de server een onbekend certificaat gebruikt om de verbinding te beveiligen. Zet een vinkje bij Install this certificate and do not display any security warnings en klik op Ignore. Even later ben je ingelogd op de vSphere Client en kun je de ESXi-server gaan gebruiken.

ESXi licentie

ESXi is gratis, maar je hebt wel een licentie nodig. De licentie heb je eerder al genoteerd of kun je alsnog aanvragen door te klikken op Assign a license to the ESXi host en daarna met je VMware-account in te loggen. Kopieer de licentiesleutel naar de pc. Klik dan in vSphere Client op het tabblad Configuration en selecteer links in de lijst met opties Software / Licensed Features. Klik op Edit en daarna op Assign a new license key to this host. Klik op Enter key en plak hier de licentiesleutel. Bevestig met twee keer OK.

©PXimport

Datastores

Voordat je een eerste virtuele machine maakt, is het handig het daarvoor benodigde installatie-iso-bestand naar de ESXi-server te kopiëren. Klik op Configuration / Storage en daarna met de rechtermuisknop op datastore1. Kies Browse datastore. De opslag op de ESXi-server wordt nu geopend in een soort Verkenner-venster. De centrale storage op de ESXi-server is nog leeg.

Klik op Create a new folder en maak een map aan met de naam ISOs. De map komt rechts in het Verkenner-venster te staan. Dubbelklik op de map. Maak een map met de naam van het besturingssysteem dat je wilt installeren. Dubbelklik dan weer op die map en klik daarna op Upload files to this folder / Upload file. Selecteer nu het iso-bestand en bevestig dat je het wilt uploaden naar de ESXi-server.

Virtual machine aanmaken

Zijn de iso’s geüpload, klik dan op Getting started / Create a new virtual machine. Doorloop de stappen van de wizard, meestal voldoet de standaardkeuze. Geef de virtuele machine de naam van het besturingssysteem en selecteer datastor1 als plek om deze te bewaren. Selecteer bij Guest Operating System het besturingssysteem dat je gaat installeren, ESXi kiest dan automatisch de juiste instellingen. Is alles klaar, klik dan op Finish.

In de linkerkolom van vSphere Client staat nu de nieuwe virtuele machine. Klik erop met de rechtermuisknop en kies Edit settings. Klik op CD/DVD drive 1 en selecteer rechts eerst Datastore ISO file, en selecteer daarna via Browse het installatie-iso-bestand. Zet dan een vinkje bij Connect at power on. Bevestig met OK. Klik nu opnieuw met de rechtermuisknop op de virtuele machine en kies Open console. Klik op Power on, de groene driehoek bovenin de console. Even later zal de virtuele machine beginnen met de installatie van het besturingssysteem.

©PXimport

Om iets in de virtuele machine te kunnen doen met toetsenbord of muis, klik je met de muis in het venster van de virtuele machine. Wil je weer terug naar de pc, dan wil dat niet. Daarvoor moet je eerst toetsenbord en muis weer loskoppelen van de virtuele machine. Dit doe je door gelijktijdig de Ctrl-toets en Alt-toets in te drukken op het toetsenbord.

Driverproblemen ESXi

Het meest voorkomende probleem wanneer ESXi op een pc wordt geïnstalleerd, is het ontbreken van drivers. Vaak gaat het dan om een netwerkkaart (vaak Realtek of Marvell) of de SATA/AHCI-controller. Dit probleem los je op door de drivers aan de ESXI-ISO toe te voegen en daarmee de installatie te herhalen. Controleer eerst welke hardware niet wordt ondersteund. Zoek daarna online de ontbrekende driver. Dit moet een Linux-driver zijn, veel ervan zijn ook bij VMware te downloaden. Daarna gebruik je een Powershell-script om de drivers aan de ISO toe te voegen. Uitleg en tools vind je hier

Lees verder op de volgende pagina.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.