ID.nl logo
Huis

ESXi-server: virtualisatie op oude pc

Wanneer je nog een oude pc hebt staan, kun je er in een paar stappen een ESXi-server van maken. Daarop kun je gelijktijdig meerdere besturingssystemen gebruiken met behulp van virtualisatie. Behalve leuk is dat ook heel handig, bijvoorbeeld om vanaf de tablet dingen op je pc te doen.

Virtualisatie op oude hardware (in plaats van via een bestaand OS op je huidige pc) noemen we bare-metal-virtualisatie, en de bekendste software is ESXi van VMware. Alle grote bedrijven gebruiken het en ook nog in hun meest kritische omgevingen. ESXi is namelijk zeer robuust en toch eenvoudig te gebruiken.

Bovendien is ESXi gratis, wat het ook aantrekkelijk maakt om thuis te gebruiken. Er is eigenlijk maar één belangrijk kenmerk om goed te onthouden en te overwegen voor je jouw eigen pc ombouwt tot ESXi-server: op een ESXi-server kun je niet gewoon computeren! Je hebt áltijd een ander apparaat nodig (een andere pc of een tablet) om de virtuele machines op de ESXi-server te gebruiken.

Systeemeisen ESXi

De minimale systeemeisen van ESXi zijn bescheiden: een harde schijf of SSD van 256 GB, een 64-bit-dualcore-processor en 4 GB RAM-geheugen. Maar: vooral meer geheugen is welkom. Verder moet je in het BIOS twee technieken inschakelen. Druk bij de start van de pc op DEL of F2 (of welke toets dat ook is op jouw systeem) om het BIOS te openen. Ga naar de processorinstellingen en zoek naar termen als NX Technology, XD Support of Execute Disable Bit. Zet die opties op Enabled. Ook een optie getiteld Intel (Intel VT) Virtualization Technology of AMD (AMD-V) Virtualization Technology moet op Enabled staan.

Voordat je ESXi installeert, raden we met klem aan om een back-up te maken van de hele pc. In elk geval wordt de harde schijf waarop je ESXi installeert tijdens de installatie gewist. Voor het geval er nog meer schijven aan hangen: bij een installatie als deze is een totale back-up (image) altijd beter. 

©PXimport

ESXi downloaden

Om ESXi te downloaden bij VMware, moet je een account aanmaken. Ga naar de site van VMware en klik op Download Now. Log in of maak een nieuw account via Create an Account. Ben je ingelogd, dan kom je direct op de pagina License en Download. Neem de licentiecode over, die heb je later nodig. Klik bij ESXi ISO image (Includes VMware Tools) op Manually Download en doe hetzelfde bij VMware vSphere Client.

Bewaar beide bestanden op de pc. Plaats een lege cd in de cd-brander en open Windows Verkenner. Blader naar het iso-bestand en klik erop met de rechtermuisknop, kies Schijfkopiebestand branden. Zet een vinkje bij Schijf controleren na branden en bevestig met Branden. Haal de cd eruit als die klaar is en schrijf er met een cd-markeerstift op dat dit de VMware ESXi 6.0-installatieschijf is.

Boot de pc vanaf de ESXi-installatieschijf en wacht even, na zes seconden start automatisch de installatie. Wacht tot je bij het scherm Welcome to the VMware ESXi Installation bent, druk dan op Enter om verder te gaan en daarna op F11 om de licentie te accepteren.

Selecteer in de volgende stap de harde schijf om ESXi te installeren. Als er meerdere schijven zijn ontdekt, kun je met de pijltjestoetsen wisselen. Druk op Enter als bevestiging en doe dit daarna nogmaals om de standaard toetsenbordindeling te accepteren.

©PXimport

De volgende stap is erg belangrijk. Hier bepaald je het root-wachtwoord voor de server. Deze heb je later vaker nodig. Typ het wachtwoord bij Root password en herhaal het bij Confirm password. Druk dan op Enter om verder te gaan. Druk tot slot op F11 om de installatie nu echt uit te voeren. ESXi wist nu de installatieschijf en kopieert er de eigen bestanden naartoe. Zodra je de melding ESXi has been succesfully installed ziet, verwijder je de installatie-cd en druk je op Enter om het systeem opnieuw te starten.

De server opstarten

Wacht tot de ESXi-server is opgestart, je kunt het verloop onderin het scherm volgen. In het grijze deel van het openingsscherm zie je wat systeeminformatie, belangrijker is de informatie in het geelgekleurde deel. Daar staan twee url’s voor het downloaden van tools plus enkele functietoetsen waarmee je ESXi kunt beheren. Bij de bovenste url kun je het huidige IP-adres van de server aflezen. Neem de url over in de adresbalk van de browser. Je maakt nu verbinding met de webservice op de ESXi-server en ziet er wat verdere informatie.

IP-adres toewijzen

Het belangrijkste om nu te doen is de server een vast IP-adres te geven. Zoals je op de voorpagina kunt zien, is het huidige IP-adres uitgegeven via DHCP en dat kan dus zo maar veranderen. Bepaal welk IP-adres de server het beste kan krijgen en neem anders het IP-adres over dat deze nu heeft. Druk op F2 om de configuratieopties te starten. Druk op Enter om te bevestigen dat je als root inlogt en typ daarna het wachtwoord, bevestig met Enter.

Ga met de pijltjestoets op het toetsenbord omlaag naar Configure Management Network / IPv4 Configuration. Ga naar Set status IPv4 adress and network configuration. Druk op de spatiebalk om deze configuratieoptie te kiezen. Druk weer op het pijltje omlaag en pas bij IPv4 Address het IP-adres aan en eventueel ook Subnet Mask en Default Gateway, al moet je die laatste twee alleen aanpassen als je de ESXi-server ook echt naar een heel ander netwerk verplaatst. Druk op Enter om de aanpassingen te bevestigen. Druk daarna op Esc om de managementconsole te verlaten en bevestig met Y dat je de configuratiewijziging wilt doorvoeren.

Lees verder op de volgende pagina.

©PXimport

Wil je de ESXi-server uitschakelen, dan kan dat vanuit de vSphere Client via een rechtsklik op de server in de linkerkolom van het programma. Bevestig via Ja dat de server niet in maintenance mode staat, geef een korte reden voor het uitschakelen en schakel de server uit via OK. Je kunt het ook doen rechtstreeks op de server. Druk op F12, bevestig dat je de root bent door op Enter te drukken en typ dan het wachtwoord. Druk dan op Enter en F2. Zorg er wel voor dat vooraf alle actieve virtuele machines of gepauzeerd zijn of uitgeschakeld.

Uitschakelen

Het gebruik van Windows of Linux als virtuele machine op ESXi is niet anders dan wanneer het op de pc zelf zou staan. Je kunt onderdelen toevoegen, applicaties installeren, je eigen achtergrondje erop zetten. Maar ook beveiliging blijft nodig, zoals de installatie van een antivirusprogramma, en het regelmatig updaten van het besturingssysteem en de geïnstalleerde programma’s.

Voor de virtuele machine maakt het niet uit dat hij virtueel is, hij weet het niet eens. Heb je eens een probleem met een virtuele machine, de bekende toetscombinatie Ctrl+Alt+Del geef je via het menu VM / Guest / Send Ctrl + Alt + Del. En een virtuele machine hard uitzetten gaat via de rode stopknop op het console: Shutdown Guest.

VMware Tools

Om de prestaties en het gebruiksgemak van een virtuele machine te verbeteren, zijn er de VMware Tools. Deze installeer je in de virtuele machine. De tools zijn er voor zowel Windows als Linux. Start de virtuele machine en open de console. Klik dan op VM / Install/Upgrade VMware Tools. De installatie loopt dan verder vanzelf. Heel handig, met de VMware Tools geïnstalleerd is het niet meer nodig telkens toetsenbord en muis los te maken van de virtuele machine. Beweeg de muis naar buiten de virtuele machine en je kunt direct de pc weer gebruiken.

Behalve met vSphere Client kun je ook op andere manieren verbinding maken met één van de virtuele machines. Je kunt TeamViewer installeren in een virtuele machine of de standaard Remote Desktop (Extern Bureaublad) gebruiken. Voor beide zijn er apps voor iOS, Android en Windows Phone. Verder heeft VMware enkele ESXi-apps zoals de vSphere Client voor iOS en WatchList voor Android, maar beide kunnen wel een goede update gebruiken want erg uitgebreid zijn ze niet. Als alternatief download je het gratis vmwViewer of koop je voor een paar euro de app vmwPAD (beide gebruiken onder water VNC).

©PXimport

ESXi-server afsluiten

Wil je de ESXi-server uitschakelen, dan kan dat vanuit de vSphere Client via een rechtsklik op de server in de linkerkolom van het programma. Bevestig via Ja dat de server niet in maintenance mode staat, geef een korte reden voor het uitschakelen en schakel de server uit via OK. Je kunt het ook doen rechtstreeks op de server. Druk op F12, bevestig dat je de root bent door op Enter te drukken en typ dan het wachtwoord. Druk dan op Enter en F2. Zorg er wel voor dat vooraf alle actieve virtuele machines of gepauzeerd zijn of uitgeschakeld.

Tekst: Edmond Varwijk

 vSphere Client

De server is nu klaar voor gebruik. Om virtuele machines aan te maken, gebruiken we de vSphere Client die we eerder al bij VMware hebben gedownload. Installeer het programma en start het op. Vul bij IP address/Name het IP-adres van de ESXi-server in, bij User name vul je root in en bij Password het bijbehorende wachtwoord. Klik dan op Login. Er verschijnt een waarschuwing dat de server een onbekend certificaat gebruikt om de verbinding te beveiligen. Zet een vinkje bij Install this certificate and do not display any security warnings en klik op Ignore. Even later ben je ingelogd op de vSphere Client en kun je de ESXi-server gaan gebruiken.

ESXi licentie

ESXi is gratis, maar je hebt wel een licentie nodig. De licentie heb je eerder al genoteerd of kun je alsnog aanvragen door te klikken op Assign a license to the ESXi host en daarna met je VMware-account in te loggen. Kopieer de licentiesleutel naar de pc. Klik dan in vSphere Client op het tabblad Configuration en selecteer links in de lijst met opties Software / Licensed Features. Klik op Edit en daarna op Assign a new license key to this host. Klik op Enter key en plak hier de licentiesleutel. Bevestig met twee keer OK.

©PXimport

Datastores

Voordat je een eerste virtuele machine maakt, is het handig het daarvoor benodigde installatie-iso-bestand naar de ESXi-server te kopiëren. Klik op Configuration / Storage en daarna met de rechtermuisknop op datastore1. Kies Browse datastore. De opslag op de ESXi-server wordt nu geopend in een soort Verkenner-venster. De centrale storage op de ESXi-server is nog leeg.

Klik op Create a new folder en maak een map aan met de naam ISOs. De map komt rechts in het Verkenner-venster te staan. Dubbelklik op de map. Maak een map met de naam van het besturingssysteem dat je wilt installeren. Dubbelklik dan weer op die map en klik daarna op Upload files to this folder / Upload file. Selecteer nu het iso-bestand en bevestig dat je het wilt uploaden naar de ESXi-server.

Virtual machine aanmaken

Zijn de iso’s geüpload, klik dan op Getting started / Create a new virtual machine. Doorloop de stappen van de wizard, meestal voldoet de standaardkeuze. Geef de virtuele machine de naam van het besturingssysteem en selecteer datastor1 als plek om deze te bewaren. Selecteer bij Guest Operating System het besturingssysteem dat je gaat installeren, ESXi kiest dan automatisch de juiste instellingen. Is alles klaar, klik dan op Finish.

In de linkerkolom van vSphere Client staat nu de nieuwe virtuele machine. Klik erop met de rechtermuisknop en kies Edit settings. Klik op CD/DVD drive 1 en selecteer rechts eerst Datastore ISO file, en selecteer daarna via Browse het installatie-iso-bestand. Zet dan een vinkje bij Connect at power on. Bevestig met OK. Klik nu opnieuw met de rechtermuisknop op de virtuele machine en kies Open console. Klik op Power on, de groene driehoek bovenin de console. Even later zal de virtuele machine beginnen met de installatie van het besturingssysteem.

©PXimport

Om iets in de virtuele machine te kunnen doen met toetsenbord of muis, klik je met de muis in het venster van de virtuele machine. Wil je weer terug naar de pc, dan wil dat niet. Daarvoor moet je eerst toetsenbord en muis weer loskoppelen van de virtuele machine. Dit doe je door gelijktijdig de Ctrl-toets en Alt-toets in te drukken op het toetsenbord.

Driverproblemen ESXi

Het meest voorkomende probleem wanneer ESXi op een pc wordt geïnstalleerd, is het ontbreken van drivers. Vaak gaat het dan om een netwerkkaart (vaak Realtek of Marvell) of de SATA/AHCI-controller. Dit probleem los je op door de drivers aan de ESXI-ISO toe te voegen en daarmee de installatie te herhalen. Controleer eerst welke hardware niet wordt ondersteund. Zoek daarna online de ontbrekende driver. Dit moet een Linux-driver zijn, veel ervan zijn ook bij VMware te downloaden. Daarna gebruik je een Powershell-script om de drivers aan de ISO toe te voegen. Uitleg en tools vind je hier

Lees verder op de volgende pagina.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.