ID.nl logo
Huis

Blockchain-toepassingen buiten cryptovaluta om

‘De blockchain’ is een hippe term waar sommige toekomstdenkers veel potentie in zien. Maar wanneer worden de daden nou eens bij de woorden gevoegd? Steeds meer blockchain-toepassingen lijken nu op het punt te staan hun beloftes waar te maken.

Door: Tijs Hofmans en Jasper Bakker

‘We moeten iets met de blockchain’ is misschien wel de meest gehoorde uitspraak bij innovatieve bedrijven (meestal met het woord ‘fintech’ ergens in de naam), maar wát er dan precies met de blockchain moet gebeuren is niet altijd even duidelijk. Sommige bedrijven organiseren hackathons waarin wordt geprobeerd een goede toepassing voor blockchains te vinden, vaak zonder concrete aanleiding.

Als het gaat om blockchains lijkt er weinig middenweg te bestaan. Er zijn sceptici die nog te veel beren op de weg zien als het om de technologie gaat, maar er is een grote groep (vocale) goeroes die zweert dat de blockchain op termijn een revolutie kan ontketenen in de financiële wereld. Het is anno 2017 echter nog steeds lastig om concrete toepassingen te vinden voor de technologie, ondanks de grote hoeveelheid bedrijven en instellingen die inmiddels zegt ‘interesse’ in de blockchain te hebben en ermee te experimenteren. Toch verschijnen er langzaam signalen dat blockchains toepassingen vinden in de echte wereld.

Voor je verder gaat: Lees hier meer over de werking van blockchain.

Blockchain bij banken

Omdat de blockchain zo wezenlijk verbonden is aan cryptovaluta, is het niet gek dat veel banken en andere financiële instellingen daar op de een of andere manier mee experimenteren. Maar in de financiële sector staat de technologie ook nog in de kinderschoenen. Veel bedrijven en instellingen hebben experimenten lopen waarmee ze kijken óf er iets te doen is met blockchains, ook al weten ze niet precies wat.

Een belangrijke reden daarvoor is dat zulke instellingen zich vast willen voorbereiden op de toekomst. Neem De Nederlandsche Bank, de nationale toezichthouder voor de banksector. Die begon een paar jaar geleden met een experiment, de DNBCoin. Dat is een eigen digitale munt die de toezichthouder zelf creëerde om ‘meer inzicht te krijgen in de werking en het nut van blockchains’. De eerste fase van dat experiment moest de vroege dagen van de bitcoin emuleren. Er werden vijf laptops op elkaar aangesloten, die onderling een eigen cryptovaluta begonnen te ‘minen’. Net als bij de eerste bitcoins werd er een ‘genesis-block’ gemined, en werd er gekeken naar hoe de evolutie van een nieuwe munt verliep.

Maar het was vooral de tweede test waar DNB veel van leerde. In dat nieuwe experiment werden de extremen rondom de bitcoin bekeken: een simulatie van het jaar 2140, als de laatste van de 21 miljoen beschikbare bitcoins worden gemined. “Blockchaintechnologie kan mogelijk een nieuwe dimensie betekenen in de interactie tussen financiële instituten”, vertelde één van de teamleden in een presentatie. Daar moet een toezichthouder op in kunnen spelen.

Bitcoins zijn ongereguleerd geld, en banken zijn juist heel erg gereguleerd

-

De Nederlandsche Bank lijkt bij het opzetten van het project niet goed te hebben gekeken naar wat de grote banken ook daadwerkelijk van plan zijn. Die zijn weliswaar wel met blockchains bezig, maar zien de technologie over het algemeen niet geschikt voor monetaire toepassingen zoals bitcoins of andere cryptovaluta.

“Bitcoins zijn ongereguleerd geld, en banken zijn juist heel erg gereguleerd”, legt een woordvoerder van ABN Amro uit. “Dus wij kijken helemaal niet naar een eigen cryptomunt of hoe we bitcoins kunnen integreren.” ABN Amro heeft veel blockchain-projecten en -pilots lopen. Die richten zich allemaal op ondersteuning van het bedrijfsleven en komen meestal neer op vormen van zogeheten ‘smart contracts’. Ook Djuri Baars van de Rabobank beaamt dat regulatie een obstakel is. “De blockchain is ontworpen voor peer-to-peer-betalingen, maar een bank moet juist controleren wie er achter een betaling zit. Dat staat haaks op elkaar.”

Blockchain in de logistiek

Daarom richten de banken zich vooral op blockchain in de handel en logistiek. ABN Amro heeft bijvoorbeeld een project lopen dat werd geboren vanuit een hackathon (op die manier zien dus de meeste andere blockchainprojecten ook het levenslicht). Het project richt zich op zeetransport en kijkt naar de mogelijkheden om alle aspecten van containervervoer in blockchainformaat te zetten.

“Een zeecontainer uit China doet er zo’n 24 dagen over om hier te komen”, legt een woordvoerder uit. “Maar alle administratie om die reis heen duurt wel 40 dagen. Dat komt voornamelijk omdat er zoveel partijen betrokken zijn bij een reis: de financierder, douane, de rederij, de vervoerder, de fabrikant.” Het probleem van een groot aantal betrokken partijen komt bij veel blockchain-adepten terug als één van de belangrijkste problemen die met een blockchain kan en zelfs moet worden opgelost. “Alle partijen hebben op andere momenten informatie nodig over zo’n reis, en dat moet informatie zijn waarvan je zeker moet weten dat die klopt. Op dit moment wordt veel van die informatie zelfs met de fax verstuurd. Dat kun je met een blockchain makkelijk oplossen.”

Uiteindelijk draait die oplossing natuurlijk wel ook om geld. “Als het administratieve proces minder lang duurt, heeft de vervoerder ook minder kosten. En omdat het proces verkort wordt, betekent dat ook dat die tijd weer voor nieuwe reizen kan worden ingezet.”

Identiteit vaststellen

Ook ING heeft een paar belangrijke proeven lopen in een speciale blockchain-afdeling die uit twaalf personen bestaat. De meeste experimenten begonnen begin dit jaar en hoewel sommige ervan zich richtten op financiële transacties, draaide het merendeel van de proeven rondom ‘trade finance’ (het vastleggen van beursgerelateerde transacties), maar ook om ‘smart identities’. Dat laatste is een hippe term voor het vastleggen van de identiteit van een klant van de bank en diens financiële situatie, wat handig is als je kijkt naar alle betrokken afdelingen binnen een bank die zich met een klant bezig houden. Denk maar aan een klant die een hypotheek wil afsluiten, een eigen zaak heeft of een pensioen opbouwt en met meerdere van die afdelingen te maken krijgt.

Waar een transactie normaliter 3 uur duurt, wist het team dat dankzij blockchain terug te brengen naar slechts 25 minuten

-

Er worden echter wel wat voorzichtige stapjes gezet op transactiegebied. Een eerste echte proef werd in februari van dit jaar uitgevoerd toen ING een overschrijving naar China deed. Waar zo’n transactie normaal gesproken 3 uur duurt, wist het team dat – door de onderliggende blockchaintechnologie – terug te brengen naar slechts 25 minuten. De Rabobank wil ook een project opzetten om microtransacties te kunnen uitvoeren. “Een transactie kost nu bijvoorbeeld 35 cent, maar dat kan met blockchaintechnologie terug worden gebracht naar 1 cent”, vertelt Djuri Baars van de bank.

Als basis voor arbeidscontract

er in het bedrijfsleven al praktische voorbeelden te vinden waarin blockchain-technologie op dit moment wordt ingezet –en met veel zelfverzekerdheid. Zo is er Flexentral, een bedrijf dat een systeem maakt waarin ‘alle aspecten van een arbeidscontract’ worden bijgehouden. In dat systeem kunnen bijvoorbeeld alle transacties worden vastgelegd, alle betalingen aan een werknemer, het werk dat moet gebeuren én het werk dat wordt uitgevoerd.

Volgens Onno Hektor, medeoprichter van het bedrijf, is zo’n systeem een absolute vereiste in ‘het oerwoud van mensen en instanties die betrokken zijn bij werving, selectie en betalingen’. “Als je al die tussenpersonen weghaalt, bespaar je zo 20 procent van je kosten op bijvoorbeeld payroll, en die taken van de tussenpersonen kunnen makkelijk worden overgenomen door een blockchain.” Zeker bedrijven die veel gebruikmaken van flexmedewerkers en externe partijen, kunnen veel tijd en geld kwijt zijn aan tussenpersonen.

Stadjerpas

In Groningen loopt al een tijdje één van de weinig écht concrete projecten met blockchaintechnologie van Nederland. Met de ‘Stadjerspas’ kunnen inwoners van Groningen sinds 2016 met een laag inkomen korting krijgen op verschillende faciliteiten in de stad, zoals sporthallen en musea. De onderliggende blockchain-software loopt de goedkeuring van de korting na. Ook bij dit project zijn veel instanties betrokken, zoals ambtenaren én de betreffende instellingen, en al die informatie van gebruikers komt terecht in een database via blockchain-techologie.

©PXimport

Microsoft en blockchain

Een bekende naam die ook ver is met experimenteren met de inzet van de blockchain-technologie is Windows-maker Microsoft. In de zomer heeft Microsoft een open ontwikkelraamwerk voor blockchain uitgebracht. Dit is geen concreet bruikbaar softwareproduct voor bedrijven, maar een basishulpmiddel voor developers. Dit zogeheten Coco Framework belooft een oplossing voor bepaalde beperkingen van huidige blockchain-netwerken, zoals het maximale aantal transacties dat ze per seconde kunnen verwerken. Microsofts Coco is platformonafhankelijk en generiek wat blockchains betreft, waardoor het dus werkt met verschillende implementaties van die technologie. Het is de bedoeling dat dit stuk software begin 2018 opensource beschikbaar komt op ontwikkelaarssite Github. De broncode is dan voor iedereen openlijk in te zien en te gebruiken.

Een ander blockchain-initiatief van Microsoft is Project Manifest, voor de complexe vertrouwenszaak van toeleveringsketens. Zulke ketens worden gevormd door bedrijven die grondstoffen, halffabricaten, componenten, onderdelen en producten aan elkaar leveren.

Controleerbaarheid

En ook in een andere branche duikt de blockchain op. Is deze chocopasta écht nootvrij geproduceerd? Zijn de opslagchips in deze nieuwe Samsung- of Huawei-smartphone van de ene soort of van de andere, snellere soort? Elk van deze smartphonemakers is recent ‘betrapt’ op het gebruik van verschillende chips in ogenschijnlijk hetzelfde toestel. Snelle antwoorden op vragen over de herkomst van componenten en ingrediënten zijn niet alleen nuttig voor milieubewuste consumenten en tech-fijnproevers.

Fabrikanten en winkels hebben ook veel te winnen bij inzichtelijkheid en controleerbaar vertrouwen. Denk aan vlamvattende accu’s in sommige smartphones en giftige stoffen in bepaalde voedingsmiddelen. Welke toestellen of etenswaar moeten rap uit de markt gehaald worden? En van welke ladingen valt de veiligheid aantoonbaar te garanderen?

Voedselbedrijven Unilever, Nestlé en Walmart werken hiervoor samen met computerveteraan IBM aan een blockchainnetwerk. Zij willen de traceerbaarheid van ingrediënten verbeteren en versnellen. Zo kan er binnen enkele minuten in plaats van dagen worden bepaald wat er wanneer in welke voedingsproducten is verwerkt en met welke herkomst. Bijvoorbeeld welke ladingen eieren wel of niet zijn besmet met het giftige bestrijdingsmiddel fipronil, waar afgelopen zomer een internationale rel over was.

De mogelijkheden voor toeleveringsketens hebben ook de warme aandacht van de Duitse firma SAP, die planningssoftware maakt voor bedrijfsvoering, supply chains en klantenrelaties. En automaker Porsche heeft zelfs een innovatiewedstrijd georganiseerd om blockchain in te zetten voor data-analyse in zijn industriële productieketen.

Voedselbedrijven willen de traceerbaarheid van ingrediënten verbeteren en versnellen

-

Blockchain bij de overheid

Naast vele bedrijven, groot en klein, doet ook de Nederlandse overheid mee. In het kader van het Digitale Agenda 2020-initiatief draaien er binnen de hele overheid projecten, inclusief dezelfde hackathons en een eigen ‘blockchain-speeltuin’ als banken houden. “Het doel is om tijdens de pilots in kaart te brengen op welke wijze blockchain kan helpen om overheidsprocessen te vernieuwen en verbeteren”, schrijft de overheid zelf.

Er draait een pilotproject van de Kamer van Koophandel (KvK), waarin de mogelijkheden worden verkend voor het snel opzetten van nieuwe organisaties met een beperkte houdbaarheid. Zulke ‘flash-stichtingen’ zijn bijvoorbeeld nuttig voor het inzamelen van donaties aan goede doelen die van tijdelijke aard zijn. En er wordt in gemeentes geëxperimenteerd met het digitaal identificeren van gebruikers. De projectleiders reageerden helaas niet op ons verzoek om commentaar over de projecten. Wel zeggen experts zoals Van Loosbroek dat de overheid ook veel samenwerkt met bedrijven, en krijgen die soms ook overheidssteun.

Dutch Blockchain Hackathon

Groningen pioniert met blockchain en bouwt zijn reputatie op dat gebied uit. Begin dit jaar zijn andere blockchain-toepassingen gerealiseerd op de Dutch Blockchain Hackathon. Die ontwikkelwedstrijd voor blockchain is geopend door de Nederlandse startup-ambassadeur Prins Constantijn. Organisator van de hackathon is de Groningse startup DutchChain, dat de techniek achter de Stadjerspas (zie eerder in dit artikel) heeft verzorgd. Betrokken partners waren ING Bank, accounting- en adviesbedrijf Deloitte, naast de financiële toezichthouders AFM (Autoriteit Financiële Markten) en DNB (De Nederlandsche Bank).

Ondanks de financiële aard van die betrokken organisaties was de hackathon zelf gericht op meer dan alleen (virtueel) geld. Meer dan vierhonderd developers uit ruim tien landen hebben in een grote Groningse loods in 48 uur hun innovatieve ideeën tot werkelijkheid gemaakt. Deze hackwedstrijd met vijfenvijftig deelnemende teams heeft zeven winnaars opgeleverd. Zij zetten blockchain in voor sparen met pensioengeld, voor directe energiehandel tu, voor internationaal freelancerswerk, voor identificatieproblemen rondom vluchtelingen, en voor gemeentelijke diensten aan inwoners. Laatstgenoemde winnaar was een team van de gemeente Zuidhorn.

Toekomst

‘De lijst blockchain-bouwers is lang en groeiende. Al deze bedrijven, instanties, developers en gemeenten geloven dat blockchain de wereld ingrijpend gaat veranderen. Zij werken aan het realiseren van die verandering. De blockchain’ is inmiddels het niveau van ‘interessant concept’ ontstegen, en er zijn diverse projecten waar dergelijke technologie in een vroeg stadium wordt ingezet. Daarmee is de blockchain niet langer een oplossing waarvoor een probleem wordt gezocht – zoals dat een paar jaar geleden nog het geval was.

Maar of de technologie nu echt de revolutie ontketent die blockchain-evangelisten sinds het begin van dit decennium voorspellen, is ook nog steeds maar de vraag. Voorlopig lijkt de blockchain hier en daar wel wat geld te kunnen besparen, zeker in processen waar normaal veel verschillende partijen bij zijn betrokken, maar het ‘buitenspel zetten van de banken’, zoals Onno Hektor het noemt, lijkt nog ver weg.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.