Beveilig je netwerk met pfSense: Downloaden en installeren

Je wilt je thuisnetwerk beter afschermen en beveiligen én je hebt nog ergens een oudere computer staan. Dat komt mooi uit, want dat is een ideale combinatie om met pfSense aan de slag te gaan. pfSense is namelijk een ijzersterke firewall, die tevens als router, draadloos toegangspunt, DMZ, DHCP- , DNS- en VPN-server – én meer – kan fungeren.

Je NAT-router zorgt weliswaar al voor enige afscherming van je netwerk en natuurlijk heb je ook een softwarematige firewall (al is het die van Windows) draaien op je pc’s en/of laptops. Maar als enthousiast computeraar heb je toch graag meer flexibiliteit en regel je alles het liefst zoveel mogelijk zelf. In dit artikel vertellen we je over pfSense en hoe je het installeert. In een tweede artikel nemen we de verschillende mogelijkheden van het programma met je door.

Wat is pfSense?

pfSense is een uitstekende beveiliging van je systeem, vooral omdat het een opensource-project is. Wat inhoudt dat iedereen de broncode kan inspecteren en er dus minder kans is op achterdeurtjes. Het pfSense-project is gestart in 2004 en intussen uitgegroeid tot erg populair pakket voor netwerkbeveiliging. 

Het begon als een afsplitsing van m0n0wall, een embedded firewall-distributie op basis van freeBSD. De ‘core business’ van pfSense draait ook nog steeds om ‘firewalling’ (de letters ‘pf’ staan trouwens voor packet filtering). De functionaliteit van het pakket is gaandeweg uitgebreid, zoals je kunt lezen op de site van pfSense. Bovendien is de tool met een pakketbeheerder uitgerust waarmee je moeiteloos allerlei externe modules kunt toevoegen. 

pfSense downloaden

Op het moment van schrijven is pfSense 2.3.2 de meest recente versie, en meteen ook één van de laatste die nog de 32bits-architectuur zal ondersteunen. Op pfsense.org/products kun je alvast terecht voor heel wat apparaten met een ingebouwde versie van pfSense, maar in deze workshop kiezen we voor de gratis community-editie van pfSense, die we op een wat oudere computer gaan installeren. 

De systeemeisen voor pfSense zijn erg laag

Voor je hiermee zelf aan de slag gaat, controleer eerst of je eigen hardware aan de systeemeisen voldoet. Maar met bescheiden aanbevelingen als een 1GHz-cpu, 1 GB RAM en 1 GB schijfruimte kan dat haast niet anders. In dit hele verhaal spelen de netwerkadapters natuurlijk ook een cruciale rol en de makers zelf adviseren netwerkadapters van Intel, hoewel dat niet noodzakelijk is.

Hier vind je de recente community-editie van pfSense, waar je het gewenste image via de uitklapmenu’s selecteert. Wij kozen hier Install, AMD64 (64-bit), Frankfurt als mirrorsite en dan de versie met memstick in de bestandsnaam. Maar je kunt ook kiezen voor een cd-image, kijk voor de details van wat de bestandsnamen inhouden onder het kopje Filename Guide op de downloadpagina.

pfSense installeren via usb

Ons downloadbestand, iets meer dan 300 MB groot, was een gz-archief dat zich snel liet uitpakken met een gratis tool als 7-Zip. Het resulterende img-bestand schrijf je naar je usb-stick (2 GB volstaat) met een gratis programma als Rufus of Imageusb. Selecteer in deze tool de juiste usb-stick, selecteer de optie Write image to USB drive en bevestig met de knop Write.

© PXimport

Stop je opstartmedium (cd/dvd of usb-stick) in je – oude – pc en start het toestel van dat medium op. Mogelijk moet je hiervoor het bootmenu van je systeem oproepen of desnoods de bootvolgorde aanpassen in het BIOS. Als alles goed is, verschijnt even later het installatiemenu van pfSense, waar je de eerste optie (Boot Multi User) selecteert.

Een venster verder zet je met de I-toets de installer in gang. Controleer vervolgens via Change Keymap of de toetsenbordindeling correct staat ingesteld, dat is bijvoorbeeld dutch.iso.acc.kbd of be.iso.acc.kbd. De opties Video Fonts en Screenmap mag je normaliter ongemoeid laten. Bevestig met Accept these Settings.

© PXimport

Vervolgens krijg je de keuze tussen Quick/Easy Install en Custom Install. Deze laatste is met name interessant wanneer je meerdere schijven of partities hebt. In ons geval mag pfSense onze (enige) schijf compleet in beslag nemen en dus kiezen we voor Quick/Easy Install. Nog een stap verder kies je voor Standard Kernel (en dus niet embedded).

Uiteindelijk rond je de installatie af met een herstart van het systeem. Zodra de pc is opgestart, kom je in het hoofdmenu van pdSense terecht. En dan begint de pret pas echt. Ga daarvoor door naar deel 2 van deze workshop: ip-adressen uitdelen en firewall instellen in pfSense.

Tekst: Toon van Daele

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten