ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is
© Logitech
Huis

Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is

De Logitech MX Master 4 is de nieuwste telg in de populaire MX-serie. De muis belooft meer controle, precisie en comfort dan ooit, met haptische feedback en een 8K-sensor die zelfs op glas moeiteloos werkt. Maar is hij de stevige prijs van 129,99 euro waard?

Fantastisch
Conclusie

De Logitech MX Master 4 is een verfijnde evolutie van een klassieker. Supersnel, stil en uitzonderlijk precies, met slimme haptische feedback en een batterij die weken meegaat. Kleine schoonheidsfoutjes – zoals de gevoelige duimknop en iets verplaatste navigatietoetsen – weerhouden hem niet van een bijna perfecte score. Ideaal voor wie dagelijks uren achter het scherm zit en het beste gereedschap wil.

Plus- en minpunten
  • Precieze, stille en razendsnelle bediening
  • Slimme Gesture Button met vijf instelbare acties
  • Comfortabel ontwerp
  • Batterij houdt het lang vol
  • Prijzig
  • Geen oplaadkabel meegeleverd
  • Herplaatsing knoppen vergt gewenning

De MX Master 3S was al een dikke publieksfavoriet, maar met de MX Master 4 legt Logitech de lat opnieuw een tikkie hoger. Dit is een echte powerhouse voor wie dagelijks veel met tekst, beeld of code bezig is. Of gewoon voor wie een heel lekkere muis wil. Alles draait om controle, snelheid en comfort. Daar betaal je met een krappe 130 euro weliswaar een premiumprijs voor, maar deze muis is dan ook duidelijk bedoeld voor mensen die hun werk serieus nemen. De MX Master 4 is verkrijgbaar in Graphite en Pale Gray, en wordt standaard geleverd met een Logi Bolt-ontvanger. Wij hebben voor de test de Pale Gray-variant voor de Mac mogen bepotelen.

©ER | ID.nl

Muizen met gevoel

Het opvallendste snufje is de toevoeging van haptische feedback. Elke klik, sneltoets of melding voel je subtiel onder je vingers trillen. Niet als gimmick, maar als tastbare feedback: je voelt letterlijk wat je doet. En dat werkt echt prettig, vooral omdat je iets dergelijks ook gewend bent van bijvoorbeeld je smartphone. Via Logi Options+ bepaal je zelf hoe intens die feedback is en kun je verschillende acties aan specifieke apps knopen. Dat geeft de muis een persoonlijk tintje. Zeker bij precisiewerk (foto- en tekstbewerking of het schrijven van code) merk je hoe natuurlijk dat aanvoelt.

De grote toets onder de duim, waarmee je het Haptic Sense-paneel oproept, is wel vrij gevoelig. Tijdens de paar weken dat we de muis hebben getest, drukten we die knop af en toe per ongeluk in, wat even storend kan zijn. Toch is dat gelukkig een kwestie van gewenning, want het idee achter de functie is sterk.

Snelheid zonder haast

De befaamde MagSpeed-scroll is gelukkig gebleven en is zelfs nog iets verfijnd. Eén draai aan het stalen wiel en je schiet door lange documenten of spreadsheets. Nieuw is de Actions Ring, een rond menu dat rond je cursor verschijnt. Daarmee open je favoriete tools of snelkoppelingen zonder je toetsenbord aan te raken. Logitech beweert dat je hierdoor tot 63 procent minder muisbewegingen maakt. Dat is misschien wat optimistisch, maar het systeem werkt verrassend intuïtief en snel. Hieronder een overzichtje van de mogelijkheden.

MogelijkheidWat je ermee doetOpmerking
Snel toegang tot Photoshop-toolsFilters/aanpassingen direct in ring (bubbles)Handig voor vaste tools
Video-apps (bijv. Premiere)Trimmen/navigatie/transport vanuit ringScheelt muisbewegingen
Map/folder in ringSubmenu's met meerdere acties per bubbleTot 72 knoppen per app (via folders)
ToepassingsprofielenAndere ring per appAutomatisch wisselen
Plugin-integratieExtra functies via Logi MarketplaceHaptics/extra commands
Haptische feedbackTrillingen bij navigatie/selectieTactiele bevestiging
Apparaat-switch/Easy SwitchWissel tussen gekoppelde devicesMulti-device gemak
Timer/klok/widgetsStopwatch/tijdweergave in ringVia plug-ins

Werkt zelfs op glas

De Darkfield-sensor met 8000 dpi is extreem nauwkeurig en werkt op vrijwel elk oppervlak, zelfs op glas of gelakt hout. Je kunt de gevoeligheid aanpassen in stappen van 50 dpi, maar de meeste mensen zullen vermoedelijk gewoon de standaard afstelling gebruiken: hij voelt van nature al prima aan. Dankzij een nieuwe radiochip en antenne is de verbinding bovendien rotsvast. Je kunt de muis gebruiken via bluetooth low energy of de meegeleverde Logi Bolt-ontvanger, die een bereik van zo'n 10 meter garandeert.

©ER | ID.nl

Comfortabel stil

Qua vorm blijft Logitech dicht bij zijn succesformule. De muis ligt daarom nog altijd als gegoten in de hand, met een lichte hellingshoek, een vertrouwde duimpositie en een extra horizontaal scrolwiel. De klikgeluiden zijn nu 90 procent stiller dan bij de vorige generatie, meldt Logitech. En met 150 gram voelt de MX Master 4 solide aan zonder zwaar te worden.

Kleine kanttekening: de twee navigatieknoppen voor browsergebruik (vooruit en terug) zijn iets naar achteren verplaatst om ruimte te maken voor de Gesture Button (zie kader hieronder). Dat zorgt er soms voor dat je per ongeluk op de verkeerde knop drukt, vooral als je gewend bent aan een van de MX Master-voorgangers. Misschien een detail, maar wel merkbaar bij dagelijks gebruik.

Via Logi Options+ stel je sneltoetsen, app-profielen en automatiseringen in. De software werkt het best binnen Windows en macOS, maar ook in Linux, ChromeOS, Android en iPadOS doet de muis wat hij moet doen, al zijn daar minder functies beschikbaar.

Één knop, vijf superkrachten

Alsof de MX Master 4 nog niet genoeg trucs kende, heeft Logitech ook de Gesture Button opnieuw uitgedacht. Deze knop, verstopt onder je duim, verandert je muis in een soort afstandsbediening voor je besturingssysteem. Houd hem ingedrukt en beweeg de muis naar boven, beneden, links of rechts om razendsnel tussen bureaubladen te wisselen, je bureaublad te tonen of het startmenu te openen. In macOS roep je met dezelfde bewegingen Mission Control of App Exposé aan. Met de Logi Options+-software kun je deze gebaren bovendien volledig aanpassen: van mediabediening en zoom tot eigen sneltoetsen of macro's. In totaal zijn er vijf acties toe te wijzen aan één knop, en wie wil kan de gestures zelfs verplaatsen naar andere knoppen, zoals het scrolwiel.

©Logitech

Batterij die blijft gaan

Logitech zegt dat de ingebouwde 650 mAh-accu het tot 70 dagen op één lading moet kunnen volhouden. Dat hebben we nog niet kunnen testen, maar we kregen de muis met 55 procent van de lading binnen en daar is na een weekje driftig muizen slechts 2 procent van af. Bovendien levert één minuut snelladen drie uur gebruik op, mocht je haast hebben. Opladen gebeurt via usb-c, al levert Logitech geen kabeltje mee. Jammer, maar je hebt er vast nog eentje rondslingeren thuis.

Al met al

De Logitech MX Master 4 is een muis die wat ons betreft zijn eigen categorie verdient. Hij is snel, stil, precies en slimmer dan ooit. De paar kleine schoonheidsfoutjes doen daar weinig aan af. Voor ontwerpers, programmeurs, schrijvers en andere intensieve gebruikers is dit een investering die zich op den duur terugbetaalt in comfort en efficiëntie. Casual gebruikers zullen hem misschien een beetje overkill vinden, maar wie hem eenmaal in de hand heeft, wil niets anders meer.

▼ Volgende artikel
Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken
Huis

Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken

Zelf een toetsenbord samenstellen is niet voor iedereen weggelegd, maar één ding is duidelijk: een goed toetsenbord maakt een groot verschil. In deze test bekijken we de beste kant-en-klare toetsenborden van dit moment. Of je nu op zoek bent naar het snelste toetsenbord voor gaming of een comfortabel model voor kantoorwerk: we helpen je bij het maken van de juiste keuze.

Onze laatste vergelijkende test van toetsenborden is inmiddels alweer meer dan vijf jaar oud. Toen draaide alles om het concept ‘mechanisch’, praktisch elke fabrikant maakte toen gebruik van de switches van het Duitse Cherry of een goedkopere Chinese afgeleide daarvan, de Kailh-switch.

Inmiddels is het aanbod versplinterd en zien we enkele van de elementen die custom borden populair maken doorsijpelen naar de kant-en-klare producten. Zo zien we veel meer lay-out-opties en een veel breder scala aan switchopties. Stillere varianten, zwaardere varianten voor een stevigere aanslag en lubed-varianten voor een soepelere aanslag. De opvallendste stap de afgelopen jaren is de introductie van een magnetisch, optische switch, waarbij de aanslag niet digitaal is (ingedrukt ja of nee), maar analoog. Zie ook het kader ‘Analoge switches?’ voor meer hierover.

Andere ontwikkelingen

Een positieve ontwikkeling is dat menig toetsenbord inmiddels voorzien is van zogeheten hot-swap switches. Mocht je per ongeluk een switch stukmaken (bijvoorbeeld door het morsen van drinken), dan kun je nu veelal enkele knoppen vervangen in plaats van meteen een nieuwe model te moeten kopen. Daarnaast hebben verbeteringen in accutechniek en draadloze protocollen ervoor gezorgd dat draadloze high-endtoetsenborden tegenwoordig een realistische optie zijn zonder constant het toetsenbord bij te hoeven laden.

Testselectie

Voor deze vergelijkende test hebben we tientallen toetsenborden overwogen. Hieruit hebben we een voorselectie gemaakt van toetsenborden die degelijk gebouwd zijn, aan de minimale eisen voor een serieuze gamer of kantoorwerker voldoen (denk aan n-key rollover, zodat je meerdere toetsen tegelijkertijd in kunt drukken, anti-ghosting en een lage latency) en die minimaal goed beoordeeld waren.

Endorfy Celeris 1800

Endorfy is een relatieve nieuwkomer in de markt, maar liet eerder met de Thock-toetsenborden al zien dat het bedrijf veel waar voor je geld kan bieden. Het nieuwste model, de Celeris 1800, doet dat wederom. Het bord kan wat gevoel en bouwkwaliteit betreft aardig concurreren met flink duurdere modellen in deze test. Als je hem probeert te buigen zie je wel wat verschil, maar op tafel bij normaal gebruik merk je daar niets meer van.

Het opvallendst is het relatief compacte ontwerp, terwijl er toch een numeriek toetsenbord op zit. Dat deel is vergeleken met de meeste andere toetsenborden wat naar links geschoven, wat ergonomisch fijn is voor mensen die niet alleen gamen, maar ook vooral veel in Excel werken. Sommige gebruikers, primair programmeurs, moeten er rekening mee houden dat de plaatsing van de Home-, End- en Page-toetsen mogelijk niet voor iedereen ideaal is. Ook liggen de toetsen relatief hoog, ook iets wat niet iedereen zal liggen.

De Celeris 1800 is gloednieuw en heeft een adviesprijs van 99 euro. Dat maakt hem al een van de goedkoopste toetsenborden in deze test. Prijzen zakken normaliter nog wat na de lancering. Grofweg 100 euro voor een fijn toetsenbord dat ook nog eens draadloos (dongel voor gaming, bluetooth voor laptopwerkers) kan functioneren en Mac-ondersteuning heeft, is een uitstekende deal.

©Endorfy

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 99,-

Website: www.endorfy.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Compact met numeriek veld


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Lay-out afwijkend

Corsair K65 Plus Wireless

Corsair kennen we vooral van grote mechanische toetsenborden met veel extra's, maar het is de compacte K65 Plus Wireless waar we de laatste tijd het meest gecharmeerd van waren. De constructie is enorm degelijk en het toetsenbord is voorzien van fijne, soepel voelende switches die niet te luid zijn. Dat zorgt vrijwel direct voor een heel fijne ervaring onder de vingers.

Of de compacte vormgeving fijn is, is uiteraard subjectief. Compact is fijner voor gamers en andere gebruikers die het numerieke toetsenbord niet nodig hebben, het bespaart ruimte op je bureau (of in je rugtas) en laat meer ruimte over voor je muis. Excel-gebruikers zullen dit toetsenbord natuurlijk direct diskwalificeren.

Toen het bord uitkwam voor 160 euro was onze voornaamste kritiek dat het eigenlijk iets te duur was vergeleken andere toetsenborden die voor 100 euro grofweg hetzelfde boden. Of juist net niet uitgebreid genoeg vergeleken met borden van 200 euro. Inmiddels is de prijs gezakt tot 137 euro en op dat punt kun je, mits de compacte vormgeving bij je past, eigenlijk niet om deze Corsair heen. Net wat chiquer dan nauwelijks goedkopere modellen, voorzien van draadloze functionaliteit en vooral het feit dat het een relatief laag bord is (voor een model met hoge switches) maakt dit een makkelijke aanrader en onze redactietip.

©Corsair

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 137,-

Website: www.corsair.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Zeer degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Voor sommigen te compact

Razer Joro

Razer staat vooral bekend om hun grote modellen met alle toeters en bellen, maar biedt met de Joro ook wat anders. De Razer Joro is extreem compact en verreweg het lichtste bord in deze test. De doelgroep bestaat hier overduidelijk uit gamers die hun toetsenbord vooral veel meeslepen. Puur op basis van afmetingen en gewicht ligt deze Razer voor dat doeleind natuurlijk voor de hand. Ondanks het lage gewicht ligt de Joro toch stevig op tafel en zit de bouwkwaliteit van de constructie erg goed in elkaar. De aluminium behuizing voelt ook chic aan, de lage positie is toegankelijk voor velen en aangesloten via de kabel is het ook een snel competitief bord voor gamers.

Razer laat ook wel wat steekjes vallen, vooral voor hun gamende doelgroep. De afwezigheid van een dongel voor een snelle draadloze verbinding en het feit dat de switches nog wel wat speling vertonen, maakt enkele goedkopere alternatieven in deze test in onze optiek fijner. Voor de harde werkers onder ons vinden we de MX Keys ook wat beter voor minder geld.

Daarmee is de Joro in onze optiek niet de meest voor de hand liggende optie, zeker niet voor 130 euro. Als je echt op zoek bent naar het compactste en lichtste toetsenbord, dan is de Joro wel een prima optie.

©Razer

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 129,-

Website: www.razer.com


Pluspunten:

  • Licht en compact

  • Degelijke bouw

  • Uitstekende accuduur


Minpunten:

  • Geen dongel

  • Switches mogen scherper

  • Relatief duur

ASUS ROG Azoth X

ASUS en dan met name de ROG-producten staan niet bepaald bekend om hun bedaagde ontwerp. De fabrikant doet daar met hun Azoth X nog een flinke schep bovenop. Wat je er ook van vindt, uniek is het kleurrijke design met half doorzichtige keycaps (voor meer RGB-effect) zeker. Kwalitatief valt er heel weinig op dit bord aan te merken. Het is oerdegelijk en heeft een uitstekende aanslag; het is zelfs een van de fijnste borden in deze test. Het bord heeft ook handige eigenschappen. Draadloos krijg je bijvoorbeeld zowel een snelle als een bluetoothoptie. Daarnaast heeft het bord een goede accuduur, een mooie stevige polssteun plus nog wat minder cruciale extra’s, zoals een aanpasbaar oled-scherm in de bovenhoek. Kost wat, maar dan krijg je ook wat.

Ons voornaamste bezwaar gaat over de definitie van het woord ‘wat’. Want voor 200 euro hadden we het bij het bovenstaande gelaten. Een prijs van 250 euro zouden we wel erg pittig noemen, maar de adviesprijs van 329 euro is wel echt extreem. Daarvoor zouden we bijvoorbeeld toch wel analoge switches willen zien of een echt extreem luxe afwerking. Wellicht dat de prijs nog wat zakt, maar ondanks onze hoge inhoudelijke waardering is de exorbitante prijs vooralsnog het argument om het hoogste eremetaal achterwege te laten.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 329,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Oerdegelijk

  • Zeer fijne switches

  • Veel mogelijkheden

  • Unieke uitstraling


Minpunten:

  • Uitstraling

  • Extreem duur

SteelSeries Apex Pro TKL Gen 3

De SteelSeries Apex Pro TKL is ook geen goedkoop bord en is misschien nipt wat minder chic dan de ROG. In tegenstelling tot die concurrentie weet SteelSeries wel een gezonde balans te vinden tussen de kwaliteit van het product, het toevoegen van extra mogelijkheden en het alsnog een beetje temmen van de prijs.

De bouw is uitstekend en de analoge, volledig instelbare switches zijn zowel aangenaam onder de vingers als zeer stabiel met minimale speling. Het strakke ontwerp is ook iets toegankelijker, zeker als je naast gamen ook nog een beetje zakelijk voor de dag wilt komen. Daarnaast is het ook nog een relatief stil toetsenbord, wat fijn is voor de omgeving. Al hangt de stilte natuurlijk altijd af van hoe hard je zelf op de knoppen slaat.

Ook hier is een oled-schermpje van de partij en Steelseries heeft als voordeel dat als je de door ons geteste compacte TKL-versie niet aantrekkelijk vindt, dat er ook een volledige en een nog compactere variant van bestaat.

Nadelen zijn er ook. Zo vinden we het volumewiel net wat te klein in gebruik, is het bord relatief hoog en ontbreekt draadloze functionaliteit. Maar als je je bord toch niet meeneemt is de meerwaarde daarvan te klein om daar meer geld aan uit te geven. Als draadloos niet nodig is, dan is dit in onze optiek het beste bord van dit moment.

©SteelSeries

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 211,-

Website:www.steelseries.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Analoge functionaliteit

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Niet draadloos

Analoge switches?

De meeste toetsenborden maken gebruik van mechanische switches, waarbij het mechanisme voor een bepaald typegevoel (en kwaliteit) zorgt. Een analoge switch is technisch gezien ook een mechanisch product, maar maakt gebruik van een magneet en een hall effect-sensor in plaats van een metalen contact en plastic mechanisme. Hierdoor kan de switch extreem nauwkeurig zien hoe ver een toets wordt ingedrukt, waarbij je dan zelf kunt instellen op welk moment de toetsaanslag daadwerkelijk plaatsvindt, of je een joystickachtige drukgevoelige controle kunt krijgen over een bepaalde actie in een game of applicatie. En, in theorie althans, zijn deze switches ook nagenoeg niet kapot te krijgen. Verschillende merken gebruiken verschillende namen voor dit concept, maar in de basis zijn ze grotendeels hetzelfde. Voor simpel typewerk maakt het niet heel veel verschil, maar voor de veeleisende toetsenbordgebruikers zijn analoge switches op dit moment dé hype.

©SteelSeries

Met een analoge switch zoals de OmniPoint van SteelSeries kun je verschillende acties met een toets uitvoeren zoals lopen en rennen in een spel.

ASUS ROG Falchion Ace HFX

Net als SteelSeries maakt ook ASUS op de ROG Falchion Ace HFX gebruik van magnetische analoge switches. Het bord heeft een nog wat compactere 65%-lay-out, waarbij je dus goed moet opletten of het ontbreken van de functietoetsen een bezwaar voor je is. Functioneel is hij grotendeels gelijkwaardig aan het toetsenbord van SteelSeries en de toevoeging van 8000 Hz polling geeft in theorie nog een klein voordeel in reactiesnelheid boven de SteelSeries.

Voor de originele prijs van 200 euro laat ASUS wel punten liggen. De bouw en de afwerking van de 100 euro kostende Endorfy is zelfs wat beter. Je merkt dat de Falchion iets meer doorveert dan andere borden wanneer je stevig tikt en dat is onacceptabel in het hogere segment. Het bord kost bij de meeste aanbieders 209 euro, maar was tijdens de testperiode ook verkrijgbaar voor 119 euro. Ook voor dat lagere bedrag weet de Corsair K65 Plus Wireless iets meer indruk te maken met zijn bouwkwaliteit en aanslag. Maar als je toch graag een analoge switch wilt waarbij je de aanslagdiepte kunt instellen, dan is dit als de lagere prijs structureel blijft één van de goedkopere opties die als bonus ook nog eens visueel leuk voor de dag komt.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 209,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Analoge switches

  • 8000Hz-modus

  • Aantrekkelijke uitstraling

  • Prijs


Minpunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Formaat niet voor iedereen

Logitech G Pro X TKL

Logitech is met afstand marktleider op gebied van toetsenborden en heeft dan ook een enorm aanbod aan borden. Het bedrijf heeft praktisch elke populair formaat in huis en er zijn ook nog eens een flink aantal kleurstellingen. Waar Logitech wat minder goed in is, is de naamgeving van de producten. Zo is er ook een G Pro X muis en headset, en zelfs de G Pro X TKL-toetsenborden bestaan in flink wat verschillende uitvoeringen. De reguliere variant wordt ook wel de Lightspeed genoemd, wat staat voor de toevoeging van een snelle draadloze werking. De Rapid-variant is juist voorzien van magnetische switches, maar is die weer volledig bedraad.

Logitech doet op zich weinig fout met deze producten. De bouw, de switches en de mogelijkheden met onder andere mediaknoppen zijn prima. Combineer dat met het feit dat ze veel zullen verkopen omdat ze het bekendste merk zijn, en de meeste kopers zullen tevreden zijn. De realiteit is wel dat er andere modellen zijn die (minimaal) hetzelfde bieden voor minder geld, of een overtreffende prestatie weten te bieden voor iets meer. Voor 160 euro zouden we toch iets meer dan ‘prima’ willen zien, wat extra’s zoals een polssteun of een betere accuduur.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 159,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Prima bouwkwaliteit

  • Prima switchgevoel

  • Genoeg mogelijkheden


Minpunten:

  • Meerdere varianten

  • Matige accuduur

  • Relatief duur

be quiet! Dark Mount

De Dark Mount is het eerste toetsenbord van be quiet!, dat we vooral van de stille behuizingen kennen. Die focus wordt meteen duidelijk zodra je gaat tikken; het is namelijk het stilste toetsenbord in deze test. De focus op stilte gaat helaas wel wat ten koste van switchstabiliteit en tikgevoel.

Qua mogelijkheden zet het bord zich door een modulaire opbouw erg af van de rest. Naast een rechttoe rechtaan compact TKL-bord krijg je ook een afneembaar numeriek veld met macrotoetsen voorzien van een schermpje dat je ook nog eens zowel links als rechts kunt plaatsen. Ook krijg je een opzetmodule met schermpje en mediatoetsen en polssteunen. Zo transformeert de Dark Mount binnen een paar seconden naar een overcompleet XL-monsterbord.

Was de Dark Mount scherp geprijsd geweest, dan hadden we enkele kanttekeningen door de vingers kunnen zien. Maar als je de hoofdprijs vraagt, dan verwachten we dat alles top is. Dat is niet helemaal het geval. De polssteun is kwalitatief treurig, de switches voelen minder chic dan borden die de helft kosten en de software voor de macrotoetsen laat te wensen over. Voor hetzelfde geld kun je ook een prima toetsenbord en een los macrotoetsenbord als de Elgato Stream Deck kopen. Een aanbieding en een software-update kan wel genoeg zijn om van dit goede idee een serieuze concurrent te maken.

©be quiet

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Prijs: € 259,-

Website: www.bequiet.com


Pluspunten:

  • Zeer stil

  • Degelijke bouw (bord)

  • Modulair

  • Macrotoetsen


Minpunten:

  • Relatief duur

  • Polssteun ondermaats

  • Software kan beter

Logitech MX Keys S

De Logitech MX Keys S is een beetje het buitenbeentje in deze vergelijking. In tegenstelling tot de ander toetsenborden is het namelijk géén bord waar fanatieke gamers blij van zullen worden. De keerzijde is dat het voor iedereen die een high-endbord zoekt voor alle andere doeleinden een model is waar je praktisch niet omheen kunt. Ook bestaat er naast de door ons geteste full size-versie een minivariant waarop het numerieke veld ontbreekt.

Dit bord is uitstekend gebouwd, voorzien van fijne switches en het heeft een low profile-ontwerp dat ook erg toegankelijk is voor iedereen die nog niet eerder een high-endbord gebruikt heeft. Als je nu een goedkoper toetsenbord hebt, dan voelt dit als een verademing en een ervaring waar je niet meer zonder wilt. Je kunt hem met meerdere apparaten verbinden, de accuduur is uitstekend en de software van Logitech is volwassen en biedt tal van extra mogelijkheden die voor kantoorwerkers relevant zijn.

Zolang gamen geen eis is, is dit een fijn bord zonder dat je echt de hoofdprijs betaalt. Houd alleen even de verschillende formaten in de gaten, en het feit dat er verpakkingen met en zonder polssteun worden verkocht.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Prijs: € 99,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Fijne low-profile switch

  • Prijs-prestatieverhouding


Minpunten:

  • Niet voor gamers

Conclusie

Echt slechte borden hebben we reeds uit onze selectie gefilterd, dus geen van de geteste toetsenborden is een miskoop. Het belangrijkst is om duidelijk in kaart te brengen welk formaat en indeling je nodig hebt en aan welke extra eigenschappen je waarde hecht. Het merk is normaliter bijzaak, maar er valt iets voor te zeggen om al je randapparatuur in één softwarepakket te beheren.

Toch zien we wel enkele uitblinkers. Zoek je louter een toetsenbord zonder fratsen voor kantoorwerk, dan is de Logitech MX Keys S onze eerste keus, met als bonus dat de lage toetsen voor praktisch iedereen fijn tikken. We geven Logitech daarom een redactietip. Wil je wel gamen, dan biedt Endorfy een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor minder dan 100 euro, al vinden we de Corsair K65 Plus Wireless zijn paar tientjes meer wel waard voor de iets betere bouw en de lagere constructie. Beide borden zetten veel druk op de concurrenten, waarbij je veel meer betaalt voor een bescheiden impact op de daadwerkelijke ervaring. Uiteindelijk krijgt ook Corsair een redactietip. In het hogere segment zien we wel degelijk waarde worden toegevoegd. Zo biedt de ASUS ROG Azoth X een van de beste ervaringen, maar vinden we de prijs van meer dan 300 euro niet helemaal in verhouding staan. De Steelseries Apex Pro TKL vinden we ook een uitblinker die wel een iets redelijkere balans weet te vinden in dat segment: degelijke bouw en aanslag, zeer compleet qua mogelijkheden en de instelbare analoge switches bieden ook echt iets nieuws en unieks. Als zo'n 200 euro voor een toetsenbord geen bezwaar is, zou dat onze eerste keuze zijn.