ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Tweede ronde voor toptech: ontdek onze nieuwe Vinted-pagina
Huis

Tweede ronde voor toptech: ontdek onze nieuwe Vinted-pagina

Op ID.nl en op het TikTok-kanaal Power Unlimited Tech zie je geregeld tests van de nieuwste gadgets en apparaten. Daarnaast worden op Review.nl (dat ook bij ons moederbedrijf hoort) allerlei producten getest door gewone consumenten. Alles wat na afloop terugkomt, krijgt een tweede kans bij ons. Correctie: bij júllie. Want de Pu Tech Tweedehands-Vintedstore is nú geopend!

View post on TikTok

🧪Wat Review.nl precies doet

Review.nl is ons platform waar consumenten nieuwe producten testen. Want die kijken toch anders naar producten dan professionele reviewers. Hoe iets bevalt in de praktijk, in het dagelijks leven, ook bij langer gebruik: dat is wat veel mensen willen weten voordat ze zelf naar de (web)winkel lopen.

Vaak willen deze consumentenreviewers het product dat ze getest hebben overnemen, omdat ze eigenlijk niet meer zonder kunnen. Maar soms komen er ook spullen terug, bijvoorbeeld omdat testers al iets vergelijkbaars hebben. Die producten zijn vaak maar een paar weken gebruikt. Zo goed als nieuw dus – en daarom verdienen ze een tweede leven.

🎯Tweede ronde op Vinted

De beste exemplaren bieden we nu aan via onze nieuwe Vinted-pagina. Daar vind je tweedekans elektronica die er nog prima uitziet, maar niet meer als nieuw verkocht wordt. Denk aan smartwatches, koptelefoons, muizen en toetsenborden. Het aanbod wordt regelmatig aangevuld, dus het loont om af en toe even te kijken.

Toptechtweedehands!

Check de Pu Tech Tweedehands-Vintedstore
▼ Volgende artikel
❄️ Ook in december kun je lekker tuinieren: van snoeien tot een tweede leven voor je kerstboom
© ID.nl
Huis

❄️ Ook in december kun je lekker tuinieren: van snoeien tot een tweede leven voor je kerstboom

December is een drukke, bomvolle maand met al die feestdagen. Grote kans dus dat je niet direct denkt aan tuinieren. Toch is het wél belangrijk. Door nu een paar uurtjes te besteden aan blad harken, snoeien en kwetsbare planten beschermen tegen de vorst, kun je volgend voorjaar weer volop van je tuin genieten!

Dit artikel in het kort

  • Geef de tuin kleur (ook vooral in de winter)

  • Blad van het gazon halen en tussen de planten leggen

  • Planten tegen vorst beschermen

  • (Fruit)bomen snoeien

  • Kerst voorbij? Kerstboom de tuin in!

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Geef de tuin kleur (ook vooral in de winter)

In veel tuinen oogt het nu wat flets en leeg, maar met een paar simpele ingrepen breng je meteen meer leven in het geheel. Een skimmia doet het bijvoorbeeld goed in dit seizoen. Deze groenblijver houdt van een plek met halfschaduw en geeft direct wat kleur aan de tuin. Je kunt ook kiezen voor een winterbloeiende sneeuwbal. Die plant je, net als andere bladverliezende struiken en bomen, gewoon in deze periode. Een wintergroene haag zorgt er ook voor dat je tuin levendiger blijft. Druk de aarde rondom nieuwe aanplant stevig aan. Dat voorkomt dat wortels loskomen door harde wind. En wacht met planten als de grond bevroren is.

Wil je in het voorjaar graag sneeuwklokjes, narcissen, krokussen of blauwe druifjes ziet opkomen, dan heb je nog even de tijd om die te planten: doe dit uiterlijk half december en vóór de vorst. Wil je juist nu nog vrolijke plantjes? Ga dan voor winterharde viooltjes. Die zijn verkrijgbaar in allerlei kleuren. Omdat ze tot het eind van het voorjaar doorbloeien, heb je daar de komende maanden veel plezier aan.

©Evgeniya - stock.adobe.com

Skimmia japonica 'Rubella' zorgt voor een toefje rood in je tuin.

Nu planten, in de lente kleur in je tuin

Bloembollen shop je ook

Blad van het gazon halen en tussen de planten leggen

De bomen worden nu echt kaal, en dat betekent dat je tuin waarschijnlijk vol ligt met blad. Tijd om weg te halen. Begin met je terras en eventuele paadjes; laat je het blad daar liggen, dan kan het glad worden. Haal ook het blad weg rond rots- en vetplanten: deze planten doen het namelijk beter in een droge omgeving en het blad zorgt ervoor dat de grond vochtig blijft. Gebruik tot slot een bladblazer of een hark om je gazon bladvrij te krijgen. Laat je het blad op het gras liggen, dan krijgt het geen zonlicht meer, waardoor je in het voorjaar daar lelijke of kale plekken krijgt.

Gooi de bladeren niet meteen op de composthoop of in de afvalbak, maar gebruik het om de grond tussen de planten ermee af te dekken: zo bescherm je je planten tegen vorst. Ook zorgen de verterende bladeren ervoor dat er meer voedingsstoffen in de grond komen. Win-win dus voor je planten!

Lees ook: Composteren kun je leren: de beginnersgids voor compost

Bladblazer kopen? Let dan hier op

Een bladblazer kies je op basis van het type aandrijving, de kracht en het gemak tijdens gebruik. Een elektrische blazer met snoer is geschikt voor kleine tuinen. Een accublazer geeft meer bewegingsvrijheid en werkt prettig voor middelgrote tuinen. Voor grote tuinen of zwaar werk, zoals nat blad, werkt een benzinemodel krachtiger. Let daarnaast op blaaskracht en luchtvolume, want dat bepaalt hoe effectief je bladeren wegblaast. Gewicht speelt ook mee: hoe lichter het model, hoe langer je er comfortabel mee kunt werken. Sommige blazers kunnen naast blazen ook zuigen en versnipperen. Verder is het goed om te kijken naar geluidsniveau en onderhoud, omdat benzinemodellen vaker geluid maken en meer verzorging vragen dan elektrische varianten.

Drie bekende merken bladblazers

Einhell

Einhell staat bekend om toegankelijke prijzen en praktische machines voor alledaags tuinonderhoud. Het merk richt zich op gebruikers die een degelijk gereedschap zoeken zonder hoge kosten. De apparaten zijn vaak licht, makkelijk in gebruik en geschikt voor gemiddelde tuinen. Een breed verkrijgbaar model is de Einhell GC-EL 3000 E, een elektrische bladblazer met genoeg vermogen voor standaard tuinklussen.

Black+Decker

Black+Decker heeft een lange geschiedenis in elektrisch gereedschap en tuinmachines. Het merk staat bekend om gebruiksvriendelijke, veelzijdige oplossingen voor huis en tuin. De focus ligt op comfort, eenvoudige bediening en brede beschikbaarheid. Een veelgekozen model is de Black+Decker BEBLV300SB-QS, een elektrisch model dat handig is voor kleinere tuinen en snelle opruimklussen.

Makita

Makita is een Japans merk dat bekendstaat om duurzame bouwkwaliteit, een groot accuplatform en machines die soepel en prettig werken. Vooral de accublazers zijn populair, omdat ze kracht combineren met wendbaarheid. Een veelgekozen model is de Makita DUB185Z, een lichte accublazer die ideaal is voor terrassen, oprijlanen en kleinere tuinen.

Planten tegen vorst beschermen

Wordt er vorst verwacht? Dat is hét moment om je planten te beschermen tegen de kou. Gebruik noppenfolie of vliesdoek en pak daarmee planten in bakken en potten goed in. Kuipplanten die je binnen hebt gezet om te overwinteren, geef je water als de aarde droog is. Haal ook twee keer per maand dor blad bij de kuipplanten weg. Is het weer zacht? Zet dan een raampje of deur open in de ruimte waar je de kuipplanten hebt gezet; zo krijgen ze wat frisse lucht.

Is het een lange periode droog buiten? Geef dan de planten in potten en bloembakken in de tuin ook water. En heb je een buitenkraan? Sluit die dan nu af, zodat je geen vorstschade krijgt.

©Olga Seyfutdinova

(Fruit)bomen snoeien

Tussen december en februari kun je de leilinde weer netjes in vorm te snoeien. In deze rustige wintermaanden reageert de boom het best op een snoeibeurt. Bij druif, berk en esdoorn ligt het anders. Die hebben een andere sapstroom en moet je daarom uiterlijk voor half december snoeien. Doe dat op een dag zonder vorst, zodat de snoeiwonden rustig kunnen sluiten.

Ook kleinfruit kun je nu aanpakken. Haal bij de braam de takken weg die dit jaar vruchten droegen, zodat jonge scheuten alle ruimte krijgen. De zomerframboos snoei je door de jonge scheuten te verwijderen. Bij de herfstframboos knip je de takken die vrucht gedragen hebben juist helemaal tot aan de grond af. Daarmee geef je de struiken een sterke start in het nieuwe seizoen.

Kerst voorbij? Kerstboom de tuin in!

Een kerstboom met kluit kun je eenvoudig een tweede leven geven in de tuin. Vooral kleinere exemplaren slaan goed aan. Fijnspar, Servische spar en fraserspar zijn soorten die herplanten doorgaans goed verdragen. Laat de boom eerst wennen aan koelere temperaturen door hem tijdelijk op een lichte, onverwarmde plek te zetten.

Daarna kan hij in een pot naar buiten, waar hij verder kan herstellen. Pas als de vorst uit de grond is, plant je hem in de volle grond. Kies een zonnige of halfschaduwrijke plek waar de boom de ruimte heeft om te groeien. Volgend jaar kun je hem dan weer binnenhalen als kerstboom. Of je laat hem buiten staan en versiert hem – zo breng je meteen wat kerststemming in de tuin.

©ID.nl