ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht
© Apple
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een fijne tablet waarmee je vlot kunt werken? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple iPad Air (2025)

In de zéér recent verschenen 2025-versie van de iPad Air zit Apples eigen M3-chip. Die telt acht rappe rekenkernen, zodat veeleisende apps vlot werken. Zo is het spelen van 3D-games geen enkel probleem. Volgens het Amerikaanse merk is de genoemde processor bijna twee keer zo snel als eerdere iPads met een M1-chip. Bovendien verbruikt deze chipset ook nog eens minder energie. Ondanks het ruime 11inch-scherm weegt de aluminium behuizing nog geen halve kilo. Ideaal voor wie een tablet graag meeneemt. De goedkoopste uitvoering heeft 128 GB interne opslagcapaciteit. Kies tussen de kleurstellingen grijs, beige, blauw en paars. Tegen een meerprijs kun je ook een exemplaar met 256 GB (grijs/paars), 512 GB (grijs/beige/blauw/paars) of 1 TB (grijs) opslag overwegen.

Met behulp van de geïntegreerde vingerafdrukscanner log je altijd en overal veilig in. Vanzelfsprekend is iPadOS 18 al op deze tablet aanwezig. Je hebt toegang tot allerlei AI-tools, waardoor je onder meer supersnel fotocorrecties toepast. Bovendien kun je vanuit de apps Siri en Schrijfhulp de bekende AI-dienst ChatGPT aanspreken. Het heldere 11inch-scherm leent zich met een respectabele resolutie van 2360 × 1640 pixels perfect voor het kijken van films, series en tv-programma's. Tot slot is er van de iPad Air ook een grotere versie met een 13inch-scherm te koop.

Apple iPad Pro (2024)

De 2024-versie van de iPad Pro is momenteel de snelste tablet van Apple. Dankzij de M4-chip voer je de meest complexe taken zonder enige vertraging uit, zoals AI-toepassingen en 3D-games. Deze processor bevat namelijk negen of tien (bij 1TB- en 2TB-uitvoering) vliegensvlugge rekenkernen. Verder zijn de beeldprestaties van het dubbellaagse 11inch-oledscherm indrukwekkend. Zowel foto's als video's ogen op een resolutie van 2420 × 1668 pixels haarscherp. Voor gamers en creatieve professionals komt de hoge vernieuwingsfrequentie van 120 hertz goed van pas. Bewegende beelden verschijnen vloeiend op het scherm. Daarnaast bedraagt de piekhelderheid maar liefst 1600 cd/m².

Naar eigen zeggen is deze iPad Pro tot dusver de dunste Apple-tablet (5,3 mm). De gerecyclede aluminium behuizing weegt bovendien maar 444 gram. Kortom, een handzame metgezel voor onderweg. Fijn is dat de selfiecamera Face ID ondersteunt. Hierdoor kun je via een gezichtsscan vlot inloggen. De betaalbaarste versie heeft 256 GB opslagruimte, waarbij je kunt kiezen tussen de kleurstellingen zwart en zilver. Als alternatief koop je deze tablet met 512 GB (zwart/zilver), 1 TB (zwart/zilver) of 2 TB (zwart/zilver) opslagcapaciteit. Verder is de iPad Pro ook met een groot 13inch-scherm te koop. Wil je meer weten? Lees dan deze uitgebreide review op ID.nl.

Samsung Galaxy Tab S10+

Zoek je een zéér rappe Android-tablet met een riant scherm? Kijk dan eens goed naar de eigenschappen van de Samsung Galaxy Tab S10+. Het 256 GB-model is in de kleurstellingen grijs en zilver beschikbaar. Vind je dat te krap, dan kies je voor 512 GB opslag (grijs/zilver). Overigens voeg je met een eigen microSD-kaart van maximaal 1,5 TB eenvoudig extra opslagruimte toe. Het ruime 12,4inch-amoledscherm telt 2800 × 1752 pixels, zodat je op een behoorlijke resolutie video's kunt streamen. Samsung heeft het scherm voorzien van een matte coating. Hierdoor kun je ook in sterk verlichte ruimtes comfortabel werken.

Voor de rekenprestaties is de MediaTek Dimensity 9300+-processor verantwoordelijk. Deze chipset heeft acht kernen, waarbij de rapste core goed is voor een kloksnelheid van 3,4 GHz. Voeg daar 12 GB werkgeheugen aan toe en je merkt nergens vertraging. Met behulp van een vingerafdrukscanner kun je veilig bij Android 14 inloggen. Nuttig om te weten is dat de fabrikant dit product tot 31 oktober 2031 ondersteunt. Je ontvangt dus voor de komende jaren volop (beveiligings)updates en upgrades van het besturingssysteem. Naast de besproken uitvoeringen is deze tablet ook met een 5G-simkaartslot verkrijgbaar. Samsung levert bij alle modellen een goede stylus mee.

Lees ook: Zo gaat je tablet (véél) langer mee!

Samsung Galaxy Tab S10 Ultra

Als je graag op een heel grote tablet werkt, is de Samsung Galaxy Tab S10 Ultra een logische keuze. Het amoledscherm heeft een indrukwekkend schermdiagonaal van 14,6 inch. Lees hierop bijvoorbeeld de digitale krant, speel 3D-videospelletjes of creëer eigen animaties. Dankzij een respectabele resolutie van 2960 × 1848 pixels verschijnen foto's, video's en webpagina's scherp in beeld. Ondanks de behoorlijke omvang valt het gewicht van 723 gram mee. De behuizing voldoet aan de IP68-norm en is dus waterdicht. Er is bij dit product een stylus inbegrepen.

De Galaxy Tab S10 Ultra heeft dezelfde processor als de eerder besproken Galaxy Tab S10+. Goed nieuws, want deze MediaTek Dimensity 9300+-chipset biedt prima prestaties. De versies met 256 GB (grijs/zilver) en 512 GB (grijs/zilver) opslag hebben 12 GB werkgeheugen. Doe je veel geavanceerde taken tegelijkertijd, dan haal je met het 1 TB-model (grijs) een tablet met 16 GB RAM in huis. De Galaxy Tab S10 Ultra is eventueel ook inclusief 5G-simkaartslot te koop. Lees hier een uitgebreide review op ID.nl.

Lenovo Idea Tab Pro (ZAE40020SE)

Voor alledaags gebruik is deze recent verschenen tablet prima geschikt. De scherp geprijsde Lenovo Idea Tab Pro heeft een groot 12,7inch-scherm met 2944 × 1840 pixels. Dat is een prettig formaat voor taken als webwinkelen, bankieren, video's streamen en natuurlijk internetten. Bovendien zijn de acht rekenkernen van de MediaTek Dimensity 8300-processor snel genoeg om spelletjes uit de Play Store soepel te verwerken. De snelste core is afgeregeld op een respectabele kloksnelheid van 3,35 GHz. Verder heeft de tablet 8 GB werkgeheugen.

Onder de motorkap bevindt zich een opslagdrager van 256 GB. Hierop is Android 14 voorgeïnstalleerd. Wil je meer lokale opslag, dan prik je een microSD-kaart van maximaal 1 TB in de behuizing. Ten opzichte van diverse andere tablets in deze prijsklasse onderscheidt de Idea Tab Pro zich met een behoorlijk geluid. Hiervoor zijn er vier speakers van de bekende audiofabrikant JBL ingebouwd. Lenovo levert bij dit product een stylus mee.

▼ Volgende artikel
Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt
© sawaratch
Huis

Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt

Steeds meer draadloze in-ears en koptelefoons bieden in hun app een test die de weergave aanpast aan je gehoor. "Maar ik ben helemaal niet slechthorend," denk je misschien. Toch is zo'n functie best handig. Waarom, dat lees je hier.

In dit artikel hebben we het over de gehoortests die veel fabrikanten tegenwoordig bieden in de apps van draadloze oordoppen en draadloze hoofdtelefoons. Dit ga je lezen: • Wat wordt er juist getest? • Waarom je gehoor toch niet zo goed is • Welke merken bieden zo'n functie aan? • Een andere aanpak: meten

Ook interessant: Welke draadloze oortjes passen bij mij?

Als je bij een gehoortest (formeel: een audiogram) denkt aan een bezoek aan de audioloog of gespecialiseerde arts, dan heb je natuurlijk niet ongelijk. Bij acute hoorschade of een sterke terugval van wat je kunt horen, kom je bij zo'n specialist terecht.

Het doel van zo'n onderzoek is bepalen welke frequenties iemand nog hoort. Het normale 'bereik' van een mens wordt vaak omschreven als lopende van 20 Hz (een zeer lage bastoon) tot een hele hoge 20.000 Hz of 20 kHz. Dit bereik is wel heel theoretisch. Er bestaan grote fysieke verschillen tussen mensen en hierdoor bestaat er een enorme variatie in wat iemand kan horen. 

©Denon

Grafische voorstelling van een gehoorcurve in de Denon-app.

Waarom je gehoor toch niet zo goed is

Bovendien is 20 tot 20.000 kHz het meestal optimale scenario. Volwassenen halen het bijna nooit, want al vanaf een jonge leeftijd neemt het gehoor af. Volgens sommige bronnen begin je zelfs vanaf 18-20 jaar frequenties te 'verliezen'. Het is een natuurlijk proces, dat vooral de hoogste en laagste frequenties aantast. Wel is die terugval aanvankelijk heel beperkt en subtiel.  

Het woord 'verliezen' is dus eigenlijk niet zo geschikt, want eerst word je minder gevoelig voor een bepaalde toon.  Je kunt die frequentie dus nog wel horen, als het maar luid genoeg weerklinkt. Maar omdat dit terugval meestal geleidelijk is, valt het minder op. Je beluistert ook zelden één geïsoleerde toon, maar complexer geluid, zoals muziek met veel instrumenten en gezang. Dan merk je niet op dat de hi-hat van de drum iets minder uit de mix springt.  

Als het gehoorverlies iets toeneemt, kan het wel zijn dat muziek minder ruimtelijk of driedimensionaal overkomt. Dat komt omdat heel hoge tonen geluidsinformatie bevatten die ons brein iets vertelt over de ruimte waarin gespeeld wordt. Wanneer je bassen minder goed hoort, kunnen stemmen of muziek dun klinken.

Wat doet een gehoorfunctie in een app?

Het geleidelijk minder gevoelig worden voor bepaalde frequenties is wat functies zoals Personi-Fi bij JBL of Geluidspersonalisatie van Teufel proberen aan te pakken. Via een test in een app wordt achterhaald welke frequenties je minder goed hoort. Veel fabrikanten vertrouwen hiervoor op een test afkomstig van een gespecialiseerd bedrijf, zoals AudioDo of Mimi. Dit Duits technologiebedrijf biedt ook een eigen app aan (enkel iOS) waarmee je jouw gehoor kunt testen. Bij Sennheiser vind je er eentje voor zowel iPhones als Android-apparaten.

©Jamie Biesemans

The Personi-Fi-test, in de JBL Headphones-app, neemt wat tijd in beslag.

Niet elke test is hetzelfde, maar meestal moet je in de app aangeven of je biepjes nog hoort die steeds stiller worden. Dat gebeurt bij sommige tests tegen een achtergrond van ruis. Dat maakt het net wat moeilijker, maar meet wel realistisch of je een bepaalde frequentie hoort als er ook ander geluid is.

Als het resultaat je niet bevalt maar je toch niet helemaal tevreden bent met de standaardklank, kun je de test opnieuw doen. Denk er daarbij aan dat je gehoor ook beïnvloed wordt door zaken als de pasvorm van je oortjes, vermoeidheid, omgevingsgeluid en zelfs je houding.

Op basis van de testresultaten wordt een geluidspreset gecreëerd die de frequenties die je minder goed hoort versterkt. Het doel is te zorgen dat je alle frequenties op hetzelfde niveau waarneemt. Na de test kun je meestal de preset in- en uitschakelen terwijl een track speelt. Dan pas hoor je goed wat je mist.

Welke merken bieden het aan?

Steeds meer merken bieden een soort gehoortest aan in hun app. JBL is er duidelijk een grote fan van, want JBL's eigen Personi-Fi en Personi-Fi 2 vind je op heel wat apparaten. Naast Teufel bieden onder meer Beyerdynamic, Creative, Focal, Nothing, Skullcandy een test van Mimi aan. Het 'personal sound' van AudioDo vind je onder meer bij de Clam Elite van Fresh 'n Rebel en bij PSB.

©Fresh 'n Rebel

De Audiodo-test helpt je een betere geluid te krijgen bij een Fresh 'n Rebel-hoofdtelefoon.

In de Sound Connect-app van Sony vind je een iets andere aanpak. Je speelt een lied naar keuze, waarbij je in de app vijf opties krijgt die een iets andere klank bieden. Kies je een van de vijf, dan krijg je opnieuw vijf opties om de weergave fijn af te regelen. Dit mag dan wel niet een echte gehoortest zijn, het brengt je wel bij een klankweergave die je misschien beter ligt. De Sound Connect-app gebruik je met bijna alle Sony-hoofdtelefoons en -oordoppen, waaronder de populaire WH-1000XM5 en WF-1000XM5.

Een andere aanpak: meten

Bij de tests waar het hierboven over ging, moet je zelf aangeven of je een bepaalde toon hoort. Er is echter ook een andere methode. Sommige fabrikanten hebben in hun oordoppen of koptelefoons een soort automatisch meetsysteem ingebouwd dat bepaalde zaken van het gehoor zelf kan meten. 

Bose bijvoorbeeld biedt de CustomTune-functie aan bij zijn draadloze oordoppen. Doe je de Bose-oortjes in, dan klinkt er heel even een geluid dat doet denken aan een krekel. Microfoons in de oordoppen meten de minireflecties in je oor, wat informatie geeft over hoe jouw fysieke gehooreigenschappen (zoals de grootte en lengte van de gehoorgang) bepalen wat je juist hoort. 

©Denon

De Denon Headphones-app creëert via een meting persoonlijk geluid.

Bij Denon's PerL-oordoppen wordt technologie van Nura ingezet om je oren aan een uitgebreide meting te onderwerpen. Dit is een test waarbij je gewoon moet luisteren. Net zoals bij Bose meten de oortjes zelf en wordt er een aangepaste geluidspreset gebouwd. Het interessante aan deze techniek is dat het niet enkel frequenties meet die je minder goed hoort, maar ook kan bepalen of je sommige tonen net te hard binnenkrijgt. 

Welke techniek er precies toegepast wordt is minder belangrijk. Wel loont het de moeite om een functie die je gehoor test uit te proberen, zelfs al denk je niet echt last te hebben van gehoorschade of -verlies. Onvermijdelijk mis je toch iets, al valt het misschien niet op. Een persoonlijk geluidsfunctie kan je echt helpen om een betere klankkwaliteit en ruimtelijkheid te ervaren.

Nieuwe oorkussens nodig

Voor je koptelefoon?