ID.nl logo
Zekerheid & gemak

5 Imaging programma's

Misschien herkent u dit wel: Windows doet niets meer en een harde klap op de kast helpt deze keer niet. Reden tot paniek? Nee hoor, met een schijfimage hebt u de boel binnen vijf minuten weer aan de praat. Wij testen vijf pakketten waarmee u zo'n image kunt maken.

" Is het u ook al eens overkomen? Uw pc is crasht en u hebt geen backup gemaakt. Dat gebeurt u geen tweede keer! Bij het maken van een backup kunt u er voor kiezen om alleen van uw belangrijke documenten een kopie te maken, want Windows kunt u immers opnieuw installeren. Óf u maakt een backup van uw hele systeem, dus een exacte kopie van de harde schijf of partitie, inclusief bootsectoren, bestandstabellen en systeem- en registerbestanden. Zo'n kopie noemen we een image of beeldbestand. Het grote voordeel van zo'n compleet beeldbestand is dat u de boel sneller weer draaiend hebt als er iets fout gaat. Bovendien is het stukken veiliger dan het ingebouwde systeemherstel van XP zelf, want als Windows weigert, doet systeemherstel het ook niet meer. Ook in andere gevallen kan een image uitkomst bieden. Denk bijvoorbeeld aan een virus, corrupte partitietabellen en bootsectoren, en zelfs corrupte of per ongeluk gewiste bestanden. In minder ernstige situaties kan een image eveneens goed van pas komen, bijvoorbeeld als u de harde schijf in uw pc wilt vervangen. U maakt dan van de oude harde schijf een image en schrijft deze meteen weg op de nieuwe schijf. Simpeler kan haast niet. Om een image te maken en terug te zetten hebt u speciale imagingsoftware nodig. Wil deze goed werken, dan zijn een aantal punten van belang. Voordat we de pakketten bekijken, bespreken we eerst aan welke eisen goede imagingsoftware moet voldoen. Eisen aan images maken Bij imagingsoftware is het vooral belangrijk dat het gemaakte beeldbestand naderhand probleemloos kan worden teruggezet. Maar ook andere factoren spelen een rol bij de kwaliteit van een imagingpakket, bijvoorbeeld de snelheid waarmee de image wordt gemaakt, en of de software zuinige - lees gecomprimeerde - images creëert. Bijna onmisbaar vinden we de mogelijkheid om een imagebestand in hapklare brokken op te splitsen, zodat we hem over verschillende cd's kunnen verdelen. Eveneens belangrijk is welke apparaten de software ondersteunt; kan het pakket bijvoorbeeld overweg met ide- en scsi-harde schijven, externe schijven via usb en firewire, zip- en jaz-schijven, cd-r(w) en dvd-r(w) en netwerkschijven (ook in peer-to-peer)? Heb je een systeem met een wat exotischere volume-indeling zoals een ext2-, ext3- of een ReiserFS-Linux-indeling, dan moet het uiteraard ook mogelijk zijn om daar een image van te maken - bij voorkeur op een slimme manier, zodat bijvoorbeeld alleen de sectoren die daadwerkelijk gegevens bevatten in de image opgenomen worden. Is gemak een criterium, dan zijn ook images die je vanuit je vertrouwde (Windows-)omgeving kunt maken best handig. Nog leuker wordt het als je de software vanuit Windows kunt 'schedulen', zodat het systeem op gezette tijden zelf een veiligheidskopie maakt. Eisen aan images terugzetten Ook voor het terugzetten van een image hebben we ons verlanglijstje: zo verwachten we van een flexibel imagingpakket dat we vanuit Windows afzonderlijke bestanden kunnen selecteren die we al dan niet willen terugzetten; gaat het om een herstelopdracht van de volledige systeempartitie, dan kunnen we leven met een herstart in een special (MS-dos)omgeving. Ook praktisch: de mogelijkheid om de partitiegrootte aan te passen als je de image op een andere partitie of schijf wilt installeren. In bepaalde gevallen komt zelfs een omschakeling naar een ander bestandssysteem van pas: bijvoorbeeld als je een partitie met fat16 naar een partitie groter dan 4 GB wilt overhevelen - een omzetting naar fat32 is in dat geval erg handig. Drive Image 7.0 Drive Image 7.0 heeft enkele nuttige vernieuwingen ten opzichte van de vorige versie, maar een nadeel is dat het pakket alleen werkt onder Windows 2000 en Windows XP. Gebruikt u een andere Windows-versie, dan moet u genoegen nemen met de bijgeleverde 2002-versie. De software ondersteunt verschillende doelapparatuur: u kunt uw images kwijt op dvd-r(w)'tjes en op usb- en firewire-schijven. Ook netwerklocaties worden ondersteund, maar daarvoor moet u zich wel aanmelden bij de V2i-protector service (een minder fraai ge'ntegreerd onderdeel van Drive Image). Verder pakt deze nieuwe versie uit met 'hot imaging', een andere benaming voor de rechtstreekse aanmaak van images (en van de actieve systeempartitie) onder Windows. Images restoren kan ook vanuit Windows, op de systeempartitie na; daarvoor hebt u de opstart-cd van Drive Image nodig. Deze loodst u door een speciale pqre-opstartomgeving. Pqre is een uitgeklede versie van Windows XP, aangevuld met enkele handige tools als ping, ipconfig, chkdsk en eigen tooltjes om informatie over partities op te vragen en partitietabellen aan te passen. Drive Image zelf start nogal traag op, maar met de vernieuwde interface is niets mis. U kunt kiezen uit een basisweergave en een venster voor geavanceerdere opdrachten. De wizards kunnen in gebruiksvriendelijkheid niet direct tippen aan die van True Image (zie verderop), maar voor de gemiddelde pc-gebruiker zijn ze meer dan voldoende. Ook over de opties zijn we te spreken; zo kunt u zelf de maximale imagegrootte bepalen en de image na creatie laten checken, een wachtwoord aan de image hangen, slechte sectoren van de bronschijf tijdens de backup negeren en de SmartSector-technologie uitschakelen. Overigens is het verstandig deze laatste optie in te schakelen, anders worden er lege sectoren mee gekopieerd - zonde van de ruimte! Het is ook mogelijk om selectief bestanden uit een image terug te halen: dat gaat het makkelijkst door de image aan een schijf(letter) te koppelen, zodat u de nodige bestanden vanuit de Verkenner kunt ophalen. Met de ingebouwde taakplanner kunt u de aanmaak van images ook automatiseren. Klein slordigheidje van Drive Image: blijkbaar zoekt het pakket in een onbestaande /NL-map naar de (Engelstalige) hulpbestanden, zodat u die map zelf moet aanmaken én de helpbestanden daar naartoe moet slepen om de help-functie te kunnen gebruiken. ImageMaker 1.1 ImageMaker is een gratis programma - tenminste, als u tevreden bent met de iets oudere en bijzonder magere 1.1-versie. De installatie verloopt simpel, evenals de interface: veel meer dan twee knoppen (Make image en Restore image) biedt de software niet. Maakt u een image, dan beperkt dat zich tot het aanduiden van de gewenste partitie en een locatie waarop u de image wilt bewaren. Van compressie (dit zit wel in de betaalde versie 1.2) en bestanden met een maximumgrootte opsplitsen is dan ook geen sprake. Lastig is dat ImageMaker ook alle lege sectoren meeneemt in de image, waardoor u al snel enorme images krijgt. En dan hebben we het nog niet gehad over hoeveel tijd dit alles kost. Een ander nadeel van dit programma is dat het alleen overweg kan met harde schijven en geen andere randapparatuur ondersteunt. Het terugzetten van de image verloopt net zo rechtlijnig als het maken ervan: u geeft de image en de doelpartitie aan en het programma gaat aan de slag. Bestanden selectief herstellen is niet mogelijk en een image doorzoeken kan evenmin. Het grote voordeel is natuurlijk wel dat u uw image-opdrachten rechtstreeks vanuit Windows kunt uitvoeren. Norton Ghost 2003 Norton Ghost is misschien wel het bekendste imagingprogramma, maar begint toch de eerste tekenen van ouderdom te vertonen. Versie 2003 mag dan bijna alle mogelijke randapparatuur én bestandsindelingen ondersteunen, voor de eigenlijke creatie of het terugzetten van een image start Ghost de pc nog steeds in een MS-dosomgeving op. Dat is niet meteen duidelijk vanuit Windows NT/2000/XP, maar daarin komt het programma je tegemoet in de vorm van een kleine virtuele opstartpartitie, waarin PC Dos 7.1 huist. Niettemin blijkt Ghost binnen die omgeving bijzonder snel in het maken en terugzetten van images. De opdrachten en parameters voor zo'n image gaan gelukkig wél via een Windows-module - en die lijkt bedrieglijk eenvoudig: kiest u het basisvenster, dan verschijnen alleen de opties Backup, Restore en View Log. Schudt u daarmee een wizard wakker, dan moet u al snel kiezen: óf u gaat akkoord met de basisinstellingen en kunt alleen maar hopen dat alles naar wens gaat, óf u opent het tabblad met geavanceerde opties en stort zich in een behoorlijk technisch avontuur vol usb-, scsi- en cd-stuurperikelen. Jammer dat ook relatief eenvoudige en interessante opties als 'compressie' in datzelfde tabblad verborgen zitten. Hebt u bijvoorbeeld liever een 'high' compressie dan de 'fast0'-variant die standaard geselecteerd staat, dan moet u dat hier zelf aanpassen. Ook kunt u zelf een maximumgrootte voor de images instellen, maar die optie zit nóg dieper verborgen. Uiteraard heeft Norton Ghost 2003 ook de nodige extra's aan boord: zo kunt u schijven rechtstreeks klonen en met een handige browser selectief bestanden uit een image terug zetten. Een bootdiskette hoort er natuurlijk bij, maar ook hier verschijnt het MS-dos-spook: u moet de diskette zelf van de gewenste stuurprogramma's voorzien en ook eventuele parameters voor het eigenlijke MS-dos Ghost-programma moet u zelf zien te ontdekken. Van een ingebouwde taakplanner voor automatische images ontbreekt helaas elk spoor. True Image 6.0 True Image van Acronis is met een serieuze inhaalslag bezig en daar heeft de gebruiksvriendelijkheid van het pakket zeker mee te maken; zowel bij het aanmaken, terugzetten als doorbladeren van een image schieten wizards u te hulp. De makers adviseren om vooraf sowieso een opstartdiskette of -cd aan te maken, die hebt u hard nodig als uw systeem weigert op te starten en u alsnog toegang tot een eerder gemaakte image wilt krijgen. Wij hadden echter één probleem: de 'reddings-cd' weigerde tijdens onze test op te starten. Een image maken gaat gelukkig wel van een leien dakje: er verschijnt eerst een overzicht van de aanwezige partities en/of schijven die je alleen hoeft aan te klikken. Handig is dat je de actieve systeempartitie kunt selecteren en dat je ook zelf de compressiegraad van de image en een maximumgrootte voor het imagebestand kunt bepalen. Enige controle was echter wel op zijn plaats geweest: tik je bijvoorbeeld een ongeldige waarde in, dan maakt True Image daar imagebestanden van 1 byte van! Over de restore-opties zijn we dan weer wél te spreken: zo kunt u rechtstreeks vanuit Windows individuele bestanden terughalen. True Image koppelt dan een tijdelijke schijf(letter) aan de gemaakte image, zodat u via de Verkenner de nodige bestanden naar de doelschijf kunt slepen. Uiteraard kunt u ook hele partities - zelfs verschillende tegelijk - herstellen. Ook prettig is de optie om de grootte van de doelpartitie aan te passen door de visuele voorstelling met de muis te vergroten en te verkleinen. Het doelvolume mag dan niet in gebruik zijn - True Image zal in dat geval de pc opnieuw opstarten. Toch blijft voorzichtigheid geboden: onze test-pc blijft op dat onderdeel namelijk geregeld hangen. True Image 7.0 Wij hebben de bètaversie van True Image 7.0 getest, maar bij publicatie van deze PCM ligt het pakket waarschijnlijk al in de winkels. Onze testversie is in ieder geval behoorlijk stabiel en rekent definitief af met de tekortkomingen van zijn voorganger. Zo werkt de reddings-cd nu wel - maar alleen als we de optie Safe version aanvinken (dat wil zeggen zonder stuurprogramma's voor usb-, pc card- en scsi-schijven). In eerste instantie lijkt het alsof de drie hoofdmodules uit versie 6.0 (creëren, terugzetten en bekijken van een image) slechts zijn opgepoetst, maar wie beter kijkt, zal zien dat er aardig is gesleuteld. Bij ons verloopt de creatie van een image in de hoogste compressie dertig procent sneller dan bij versie 6.0. Opvallend is het gloednieuwe New disk deployment, waarmee je met behulp van een paar handige wizards voortaan rechtstreeks (dus zonder tussenstap van een image) partities van de ene schijf naar de andere kunt klonen. Ook handig is de ingebouwde taakplanner, waarmee we zelfs incrementele backups kunnen inplannen: True Image zal dan alleen de achteraf aangepaste sectoren aan de image toevoegen. Als extra zekerheid heeft het pakket nu ook een module ingebouwd waarmee je de gemaakte images kunt controleren. Het neusje van de zalm is de Acronis Secure Zone: een verborgen partitie op je harde schijf waarop je een image van een partitie kunt bewaren die voor andere toepassingen - dus ook virussen - ontoegankelijk is. Nog voor u Windows opnieuw opstart, kunt u de image over de partitie terugzetten en draait alles weer. Conclusie In deze test kunnen we in ieder geval een duidelijke verliezer aanwijzen, ImageMaker 1.1 - hoewel we niet moeten vergeten dat het hier om een gratis programma gaat. Een winnaar aanduiden is wat moeilijker. Experimenteert u graag, dan hebt u aan Norton Ghost een leuk speeltje, maar de onhandige MS-dos-omwegen spreken ons minder aan. Wilt u snel aan de slag met dat pakket, dan hebt u de handleiding echt wel nodig. Heel wat gebruiksvriendelijker vinden we True Image 6.0 - op enkele slordigheidjes na. De bètaversie van opvolger 7.0 rekent niet alleen af met wat oude tekortkomingen, maar biedt tegelijk een aantal extraatjes als een taakplanner, incrementele back-ups en een veilige zone. Daardoor wint True Image 7.0 het met een neuslengte voorsprong van de gedoodverfde favoriet Drive Image 7.0 (dat overigens alleen onder Windows 2000 en Windows XP draait) en krijgt het pakket het predikaat PCM Keuze Beste Product. De PCM Keuze Beste Koop gaat naar True Image 6.0. Dat Easy Computing het pakket in een Nederlandstalige uitvoering voor een zacht prijsje aan de man brengt, heeft daar veel mee te maken. Begin 2004 komt Easy Computing met een Nederlandstalige variant van versie 7.0. ***Kader Structuur! Imagingpakketten lijken gebruiksvriendelijk, wat de verleiding om lukraak te beginnen erg groot maakt. Toch is het verstandig om gestructureerd te werken: voer bij voorkeur eerst een schijfcontrole uit op het volume waarvan u een image wilt maken. U voorkomt dan dat het imagingprogramma er door een schijffout mee uitscheidt. Verder is het handig om vooraf het volume te defragmenteren. Dat werkt niet alleen sneller, uw image behoudt die optimalisatie ook bij het terugzetten. Wat uiteraard ook niet mag ontbreken is een up-to-date antivirusprogramma. Maar let op: tijdens het wegschrijven van de image kunt u het beste geen anti-viruspakket actief laten draaien en ook het gebruik van low-level schijftools is dan niet aan te raden. Verder is de precieze locatie(s) van uw image van belang. Het heeft immers geen zin om de image op dezelfde partitie te zetten - geeft die partitie er de brui aan, dan bent u meteen ook uw image kwijt! Een andere partitie kan uiteraard wel, maar ook dat is fataal als uw harde schijf crasht of uw pc gestolen wordt. Kiest u voor een extra veilige aanpak, dan kunt u de image in brokken van 650 MB naar een andere partitie wegschrijven en die vervolgens op cd of dvd zetten. Vergeet niet te controleren of de schijfjes werken en bewaar ze op een veilige plaats. Een handig - zij het iets duurder - alternatief vormen externe usb 2.0- en firewire-schijven; die werken niet alleen sneller, maar staan tegelijk een volautomatische imagingprocedure toe - mits uw imagingpakket daarvoor ondersteuning biedt. ***/kader "

▼ Volgende artikel
Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen

De Ring Outdoor Cam Pro is een redelijk prijzige, slimme beveiligingscamera voor buiten die flink wat in zijn mars heeft. Het apparaat kost 199,99 euro en daar komt – waarschijnlijk – nog maandelijks een abonnement bovenop.

Goed
Conclusie

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de camera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen even handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

Plus- en minpunten
  • Goede beeldkwaliteit
  • Nachtzicht met of zonder kleur
  • Installatie zo gepiept
  • Beschermd tegen weer en wind
  • Geen invloed op beeldkwaliteit
  • Abonnement voelt bijna nodig
  • Mist smarthomefuncties
  • Geen lokale opslagopties

De nieuwe Ring Outdoor Camera Pro heeft een compact, stabiel en minimalistisch ontwerp waardoor je hem direct als een Ring-apparaat herkent. Dankzij de compacte afmetingen kun je hem subtiel aan de muur ophangen. Je bent verzekerd van bescherming tegen weer en wind (een IP-rating is niet bekend) en er is een extra afdekking voor de kabelaansluitingen. Ring levert de camera daarnaast met een kogel-gelagerde muurbeugel en montagemateriaal. De stroomvoorziening verloopt via de usb-c-kabel achterop; dit is helaas geen model met eigen batterij.

De installatie is, zoals gebruikelijk bij Ring, snel en ongecompliceerd. Je maakt verbinding via wifi na het scannen van de QR-code en over het algemeen is de verbinding stabiel. We hebben gedurende de testperiode geen storingen opgemerkt. Mocht je de camera willen ophangen, dan moet je wel zelf even een gaatje boren; daar zit voornamelijk het werk in. In de doos zit overigens alles wat je nodig hebt om dat te doen. Denk dan aan die eerdergenoemde muurbeugel, maar ook aan alle schroeven en dergelijke. Je hoeft alleen de boor er zelf bij te pakken.

©Wesley Akkerman

Weinig zeggenschap over het beeld

De Ring Outdoor Cam Pro heeft een 4K-resolutie en een brede kijkhoek van 140 graden. Overdag zorgen natuurlijke kleuren en HDR-ondersteuning ervoor dat details en gezichten duidelijk herkenbaar blijven, zelfs bij tegenlicht. 's Nachts schakelt de camera automatisch over op helder zwart-witbeeld dankzij infrarood. Het systeem is bovendien in staat nachtvisie in kleur te leveren, maar daarvoor is er wel voldoende licht nodig. Hij schakelt automatisch van stand op basis van de hoeveelheid licht; je kunt helaas niet zelf bepalen of je in kleur of zwart-wit filmt.

Ring maakt verder gebruik van betrouwbare bewegingsdetectie, waarbij je via de app zones kunt instellen om vals alarm te voorkomen. De Ring Outdoor Cam Pro heeft 3D-bewegingsdetectie en Bird's Eye View (een typische Ring-uitvinding) voor nauwkeurige afstandsmetingen en het volgen van bewegingen. Met een Ring Protect-abonnement krijg je toegang tot geavanceerde herkenning van personen, dieren en voertuigen. Voor zaken als tweewegcommunicatie en de live-feed hoef je gelukkig niet in de buidel te tasten.

Het gebrek aan kleur komt door de mist.

Verplichte cloudopslag

Over het abonnement gesproken: daarmee krijg je ook nog toegang tot een uitgebreide videohistorie. Dat kost je wel minimaal 3,99 euro per maand. De opgenomen beelden blijven dan voor 180 dagen bewaard. Een belangrijk punt blijft echter de cloud-exclusiviteit; Ring maakt het nog steeds niet mogelijk om beelden lokaal op te slaan. Je bent dus verplicht een abonnement af te nemen als je je huisbeveiliging een beetje serieus neemt. De app faciliteert wel een overzichtelijk rechtenbeheer voor gezinsleden en waarschuwt bij allerlei ongeregeldheden.

De Ring-camera integreert tot slot met Alexa (de slimme assistent van Amazon) en IFTTT (een gratis en eenvoudige service voor smarthome-automatiseringen), maar mist helaas ondersteuning voor Google Home en Apple HomeKit (zoals dat al jaren het geval is). Via de Ring-app, beschikbaar voor Android en iOS, heb je de controle over de instellingen, inclusief het in- of uitschakelen van de sirene en bewegingsdetectie. De app toont een overzicht van gebeurtenissen en maakt het mogelijk voorgeprogrammeerde berichten af te spelen voor je bezoekers.

Van links naar rechts: infraroodnachtzicht, nachtzicht met kleur en nachtzicht zonder infrarood.

Lees ook onze review van de Ring Floodlight Cam Pro (2e gen)

Ring Outdoor Cam Pro kopen?

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de beveiligingscamera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen heel handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.