ID.nl logo
10 misverstanden over domotica
© PXimport
Huis

10 misverstanden over domotica

Er leven veel misverstanden rondom domotica. Het zou veelomvattend en vooral ingewikkeld zijn. Tot voor kort waren die twee ideeën ook zeker waar. Wij proberen tien misverstanden uit de wereld te helpen.

Misverstand 1 Domotica kan alleen in een nieuw huis.

In het geval van een bedraad systeem zoals KNX is dat inderdaad het geval. Voor een dergelijk systeem moeten er communicatiedraden getrokken worden vanuit een centraal punt naar alle schakelaars, lichtpunten, stopcontacten etc. Dat is vrijwel onmogelijk in een bestaand huis met een al aangelegde elektrische installatie. Gelukkig is er tegenwoordig draadloos heel veel mogelijk. Lees ook: Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen.

Dankzij draadloze standaarden als wifi, bluetooth, KlikAanKlikUit, Z-Wave en ZigBee ben je niet afhankelijk van een bedrade infrastructuur om slimme apparatuur door heel je huis te plaatsen. Een kleine uitdaging is natuurlijk nog steeds dat bijvoorbeeld een lamp niet vanzelf draadloos te besturen is. In het geval van lampen kun je kiezen voor lampen die zelf draadloze technologie hebben ingebouwd zoals Hue, of je kunt draadloze ontvangers van bijvoorbeeld KlikAanKlikUit of Z-Wave inbouwen of koppelen aan je lampen. Bedrading door je muren trekken is in ieder geval niet meer nodig.

Misverstand 2 Je kunt met domotica niet klein beginnen.

Domotica klinkt groots en vanuit het verleden kennen we vooral indrukwekkende systemen waarbij een huis in één keer volledig geautomatiseerd is. Gelukkig is dat dankzij de opkomst van smarphones niet langer nodig. Je kunt precies bepalen wat jij wel en niet wilt. Zo kun je alleen je verlichting, je thermostaat of je multiroom-muzieksysteem automatiseren.

Een slimme thermostaat is bijvoorbeeld een eenvoudige oplossing om de temperatuur ook vanaf buiten je huis in te stellen. Zo kom je altijd in een warm huis thuis. Ook voor andere oplossingen zoals slimme verlichting hoef je niet per se een alomvattend domoticasysteem te creëren. Dankzij apps op de smartphone is je smartphone al een centrale bediening. Wel zul je dan voor ieder product een andere app moeten gebruiken. Heb je wat losse oplossingen, dan is het later vaak wel mogelijk om deze producten alsnog te koppelen in een alomvattend domoticasysteem.

Misverstand 3 Domotica is simpel.

Er zijn allerlei startpakketten te koop, bestaande uit bijvoorbeeld een controller, sensoren en stekkerschakelaars. Dergelijke pakketten kosten al snel een paar honderd euro, maar echt veel kun je er nog niet mee. Je kunt hooguit enkele lampen (automatisch) bedienen. Je ontkomt er dan ook bijna niet aan om er componenten zoals stekkerschakelaars, wandschakelaars, sensoren enzovoort bij te kopen en aan te sluiten op je domotica-systeem. Het begin lijkt dus simpel, maar om écht iets met een domotica-systeem te kunnen doen, moet je een goed plan maken om te weten wat je nodig hebt om de door jou gewenste situatie aan te sturen. Ook als je qua hardware alles voor elkaar hebt, ben je er nog niet. Je zult ieder domotica-systeem moeten programmeren. Hoewel dat dankzij scenario's gebaseerd op IFTTT (als dit ... dan dat) niet heel moeilijk is, zul je wel goed moeten nadenken over hoe je dingen aan elkaar koppelt.

Misverstand 4 Domotica is gevaarlijk.

Domotica brengt een hoop gemak in je huis, maar de keerzijde is dat veel zaken verbonden zijn met internet. In potentie kan iedereen dat verkeer afluisteren. In het geval van kant-en-klare oplossingen loopt het verkeer bovendien over servers (de cloud) van de aanbieder van het product. Fabrikanten beloven dat deze communicatie veilig en versleuteld verloopt en dat gegevens niet geanalyseerd worden. Je kunt bijna niet anders dan daarop vertrouwen, want dit nagaan is erg lastig. Toch is al gebleken dat bepaalde domotica-producten slecht beveiligd waren. Belkins WeMo-producten bleken bijvoorbeeld relatief eenvoudig te hacken. Nu is het vervelend als iemand je lampen kan bedienen, het is erger als je bespioneerd kunt worden. Dat is geen onrealistisch scenario. Veel IP-camera's zijn berucht om hun vaak niet al te veilige installatieprocedure, waardoor beelden eenvoudig vanaf internet voor iedereen te bekijken zijn. Let bij IP-camera's dus zeker goed op of in ieder geval de beveiliging van de fabrikant wel ingeschakeld is.

©PXimport

Zorg altijd voor een wandschakelaar, bediening met alleen een app wordt al snel vervelend.

Misverstand 5 Bediening van verlichting is omslachtig.

Het leuke van slimme verlichting is dat je via een app precies kunt bepalen welke lampen hoe branden. Om te spelen is dat superleuk, maar we kunnen maar één ding zeggen en dat is dat een lamp die je alleen met je smartphone kunt bedienen, heel onhandig is. Je moet de smartphone eerst unlocken, waarna je de lamp pas kunt bedienen. Dat is al omslachtig als je je smartphone in je zak hebt. Als je je smartphone eerst ook nog moet zoeken, wordt het al snel onwerkbaar. Zorg dus zeker voor lichtschakelaars als je slimme verlichting hebt. Philips' Hue dat wij thuis gebruiken, werd pas echt handig nadat we ook schakelaars op de muur bevestigden. Zo gaat met één druk op de knop alle verlichting aan en kunnen we de app vervolgens gebruiken voor alle leuke dingen zoals speciale scènes met kleuren of gedimd licht.

Misverstand 6 Dankzij een slimme thermostaat kan ik overal in huis de temperatuur bepalen.

Een slimme thermostaat kun je dankzij een app overal bedienen, dus ook vanaf de zolder kun je je thermostaat bedienen. Het lijkt dan ook logisch om te veronderstellen dat je met een slimme thermostaat voortaan overal in huis de temperatuur kunt regelen. Helaas is dat niet het geval en kun je niet voor iedere kamer de temperatuur afzonderlijk bepalen.

De slimme thermostaat hangt - net als een normale thermostaat - nog steeds op één plek, en het neemt die ruimte als uitgangspunt. Wat natuurlijk wel kan, is op het moment dat je het koud hebt in je slaapkamer, de thermostaat in de woonkamer via je smartphone hoger zetten. De radiator in je slaapkamer wordt dan uiteraard warm, maar in de woonkamer wordt het heel warm. Een oplossing is een geavanceerder systeem met zoneverwarming zoals Honeywells EvoHome dat met aanstuurbare thermostaatkranen per ruimte werkt.

Misverstand 7 Een slimme thermostaat bespaart energie.

Een slimme thermostaat is doorgaans niet goedkoop, maar volgens de fabrikanten kun je hem terug verdienen door de energiebesparing. Maar is dat wel zo? Dat hangt erg van je huidige gedrag af. Voor de geclaimde energiebesparing gaan thermostaatfabrikanten ervan uit dat je nu een klokthermostaat gebruikt die een niet optimaal programma afloopt. Hierdoor kan de verwarming bijvoorbeeld vaak aanstaan als je niet thuis bent. Zet je de verwarming 's nachts en als je niet thuis bent handmatig of met een programma lager, dan zul je geen energie gaan besparen. Sterker nog: je zou met je slimme thermostaat juist weleens iets meer energie kunnen gaan gebruiken omdat je huis al warm is als je thuiskomt.

Wat ons betreft is een slimme thermostaat primair dan ook bedoeld voor meer comfort. Sommige thermostaten proberen je, al dan niet met realtime verbruiksgegevens, wel bewust te maken van je energieverbruik. En dat besef kan er wel voor zorgen dat je zuiniger wordt.

Misverstand 8 Een slimme thermostaat denkt zelf.

Omdat thermostaten met een app doorgaans slimme thermostaten genoemd worden, ga je er misschien vanuit dat de thermostaat de temperatuur helemaal zelf bepaalt. Dat is (gelukkig?) niet zo. In de basis is de slimme thermostaat een klokthermostaat die je kunt bedienen en programmeren met een app. Sommige thermostaten gaan wel een stapje verder en proberen te bepalen of je van huis bent. Merkt de thermostaat dat je niet thuis bent, dan zal de temperatuur automatisch verlaagd worden. Sommige thermostaten hebben hiervoor een bewegingssensor, andere maken gebruik van geofencing via hun app. De Nest probeert wel zelf te denken en zal het klokprogramma aanpassen aan de hand van jouw gewoontes. Of dat echt handig is, zul je in de praktijk moeten ervaren. Je kunt dit zelf leren gelukkig ook uitzetten, waarmee de Nest net als iedere andere slimme thermostaat een door jou bepaald programma uitvoert.

©PXimport

Je kunt bij een slimme thermostaat ook zonder internet nog steeds 'ouderwets' de temperatuur via de muur instellen.

Misverstand 9 Als internet uitvalt, valt ook de verwarming uit.

De grootste verandering van een slimme thermostaat ten opzichte van een normale klokthermostaat is dat je hem via internet overal met een app of webportal kunt bedienen. Veel mensen vragen zich daarom af of de thermostaat zonder internet uitvalt en je dan in de kou zit. Dat is gelukkig niet het geval. Een slimme thermostaat is in je huis rechtstreeks verbonden met de verwarmingsketel en kan hierdoor handmatige opdrachten via de fysieke thermostaat zelf doorgeven aan de ketel. Zo kun je de temperatuur wijzigen of de thermostaat uitzetten. Soms loopt ook het ingestelde klokprogramma gewoon door.

Wat niet kan zonder internet, is het klokprogramma wijzigen. Ook bediening via de app of de webportal is niet meer mogelijk omdat de apps via servers van de fabrikant communiceren met de thermostaat. Kortom, zonder internet heb je nog wel warmte, maar geen slimme mogelijkheden meer.

Misverstand 10 Iedere thermostaat past op iedere ketel.

Hoewel het niet heel moeilijk is om een thermostaat te vervangen, is het niet zo dat iedere slimme thermostaat zomaar op jouw verwarmingsketel past. Er zijn sowieso twee manieren om een verwarmingsketel aan te sturen: aan/uit of modulerend. Een modulerende ketel maakt meestal gebruik van het OpenTherm-protocol waarmee de thermostaat kan communiceren met de ketel. Een thermostaat die alleen aan/uit ondersteunt - zoals de Nest - past meestal wel op een modulerende ketel, maar andersom is dat niet het geval. Een slimme thermostaat die alleen kan moduleren, past dus niet op een ketel die alleen aan/uit ondersteunt.

Heb je normale radiatoren, dan is het geen probleem om de thermostaat te gebruiken zolang je verwarmingsketel de standaard van de thermostaat ondersteunt. Je kunt dus gerust een OpenTherm-thermostaat vervangen door de Nest met aan/uit-schakeling. Heb je vloerverwarming, dan zouden we niet zomaar de thermostaat vervangen zonder advies van een verwarmingsinstallateur.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.