ID.nl logo
Slimme verlichting: wat kun je met de lichtknop?
Zekerheid & gemak

Slimme verlichting: wat kun je met de lichtknop?

Leuk, die slimme verlichting, maar wat doe je vervolgens met de wandschakelaar? Kun je deze nog gewoon gebruiken, of moet je de lichtknop toch vervangen of zelfs verwijderen? In dit artikel leggen we je uit wat de opties zijn.

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit wat je mogelijkheden zijn als het aankomt op de bestaande lichtknop aan de muur in combinatie met slimme verlichting.

Dankzij slimme verlichting ga je op een andere manier om met de lichten in (en om) het huis. Je hoeft niet langer het lichtknopje in te drukken. Je bedient je verlichting juist door deze op gezette tijden te programmeren (bijvoorbeeld wanneer het donker wordt), met spraakbediening of via je smartphone of tablet. Sterker nog, als je een lichtschakelaar gebruikt, haal je de stroom van de slimme lamp, waardoor die z'n connectie en mogelijkheden verliest. Het lijkt erop dat een lichtschakelaar zoals je die gewend bent niet meer volstaat. Gelukkig zijn daar oplossingen voor, en dat hoeft niet per se te betekenen dat je je lichtschakelaar moet verwijderen.

Watch on YouTube

Wil e meer video's zien, abonneer je op het YouTube-kanaal van ID.nl.

Slimme lichtknop

Als je toch je lampen door slimme alternatieven vervangt, waarom dan niet meteen ook even naar de lichtschakelaars kijken? Er zijn schakelaars beschikbaar die zelf ook over een chipje beschikken. Als je de knop indrukt, wordt de stroom niet van de lamp gehaald, maar geeft de wandschakelaar een signaaltje naar de lamp dat deze moet worden uitgeschakeld. Fijn is ook dat je met een slimme lichtschakelaar zelf kunt bepalen welke lichten ermee verbonden zijn. Heb je bijvoorbeeld vier lampen in de woonkamer en meerdere schakelaars? Je kunt dat zo programmeren dat alle lampen met één knop te bedienen zijn.

Handig is ook dat lampen die aan het stopcontact verbonden zijn via een smart plug óók slim kunnen worden gemaakt. Via zo’n smart plug zijn ze te koppelen in de app en dus ook te koppelen aan de slimme lichtknop.

Een slimme lichtknop van IKEA.

Omdat de lamp wel nog gewoon stroom krijgt, blijft deze verbonden en blijven slimme functies behouden. Heb je bijvoorbeeld een tijdschema ingesteld waarbij de lamp wordt in- en uitgeschakeld, dan blijft dat dus gewoon werken.

Het is wel van belang dat je een wandschakelaar kiest die overweg kan met jouw slimme verlichting. De wereld van de domotica is nog altijd een behoorlijk onoverzichtelijk zooitje met verschillende protocollen en lampen van diverse merken die niet met elkaar samenwerken. Kijk daarom goed of een lichtknop samenwerkt met jouw lichtplan, zoals ZigBee of Z-Wave. Philips Hue heeft ook een speciale serie: Friends of Hue. Bij deze schakelaars weet je in elk geval zeker dat ze met je Hue-systeem samenwerken.

De installatie van een schakelaar is afhankelijk van het type lichtknop dat je koopt. In de meeste gevallen is het gewoon een kwestie van aansluiten zoals je een gewone wandschakelaar zou installeren, en vervolgens kun je met je smarthome-app de schakelaar aan je systeem toevoegen. 

Huidige lichtschakelaar ombouwen

Er zijn ook setjes beschikbaar die je kunt gebruiken om je lichtschakelaar om te bouwen. De Hue Wall Switch is de bekendste en werkt (helaas) alleen nog met verlichting van dit merk. Desondanks is het een prima oplossing voor als je je lichtknop niet wilt vervangen, maar wel aan je slimme huis wilt koppelen.

De installatie van de Hue Wall Switch is eenvoudiger dan je denkt. Nadat je de stroom van de groep in de meterkast hebt gehaald, verwijder je de knop met een platte schroevendraaier van de muur. De stroomkabeltjes koppel je aan een meegeleverd tussenstukje, dat ervoor zorgt dat de lamp continu stroom krijgt. Dat aangesloten tussenstukje plaats je weer terug in de wand.

Het is belangrijk om te weten dat de Wall Switch zelf op een batterijtje werkt dat (aldus het merk) vijf jaar meegaat. Je sluit het apparaatje dus niet aan op de stroom. Wel sluit je de Wall Switch aan op de lichtknop met twee draadjes die op de plek zaten waar aanvankelijk de spanning van het lichtnet op zat. Na het koppelen van de Wall Switch met de schakelaar plaats je de Wall Switch er in de wand bij en zet je vervolgens de wandschakelaar weer terug aan de muur. Als je de stroom er in de meterkast weer op zet, gaat het licht aan en doet de wandschakelaar ogenschijnlijk niks. Wanneer je de Wall Switch in de app koppelt en de juiste lamp(en) eraan toevoegt, kun je je wandschakelaar weer gewoon gebruiken.

De Hue Wall Switch bestaat uit de switch (links), een koppelstukje (midden) en een kabeltje om de Wall Switch aan de wandschakelaar te koppelen.

De Wall Switch werkt met een batterijtje en hoef dus niet aan het spanningsnet gekoppeld te worden.

Lichtschakelaar verwijderen

Dankzij slimme verlichting heb je tal van manieren erbij gekregen om je licht te bedienen. Bijvoorbeeld met je spraakassistent, automatisering met tijdschema’s of op basis van je locatie, gekoppelde bewegingssensoren… óf gewoon met je smartphone of tablet. Hierdoor kun je je afvragen of je wel zo’n wandschakelaar nodig hebt. Dankzij slimme verlichting kun je ze achterwege laten of zelfs van de wand halen. Hoewel je bij die laatste optie moet nagaan wat er moet gebeuren met het overgebleven gat in de wand.

Een handig alternatief is een afstandsbediening voor je verlichting. Deze plaats je in een magnetische houder die op de plek van de wandschakelaar zit. Zo heb je een lichtknop die je in feite kunt verplaatsen. Ikea verkoopt deze bijvoorbeeld voor de Tradfri-lampen, als snelkoppelknop of Styrbar-afstandsbediening. Ook zijn dit soort knoppen beschikbaar voor andere systemen, zoals de Tap Dial Switch van Philips Hue of Z-Wave-schakelaars.

Een bewegingssensor is ook een handig alternatief voor een lichtknop. Vergeet alleen niet in de app in te stellen dat het licht op een gegeven moment ook weer uit moet.

Lichtschakelaar laten zitten

Je kunt er tenslotte ook voor kiezen de lichtknop te laten zitten. Wanneer je het licht uitschakelt, zijn de lampen niet meer verbonden met het netwerk en zijn er ook geen slimme functies meer beschikbaar. Het is echter wel de meest zuinige manier. Hoewel slimme verlichting gebruikmaakt van energiezuinige ledlampen, kost het continu actief houden van een wifi- of bluetoothverbinding ook energie.

▼ Volgende artikel
Van stadswandeling tot bergtocht: zo bereken je alle afstanden in Google Maps
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Van stadswandeling tot bergtocht: zo bereken je alle afstanden in Google Maps

Iedereen weet dat je Google Maps kunt gebruiken om van punt A naar B te komen. Minder bekend in deze navigatie-app is de functie om de afstand tussen twee willekeurige plekken op aarde te meten. Bovendien kun je de afstand bepalen van een pad met verschillende locatiepunten en zelfs oppervlakten berekenen kost geen enkele moeite.

In dit artikel laten we zien hoe je in Google Maps afstanden, oppervlaktes en hoogteprofielen meet:

  • Meet de afstand tussen twee punten op je smartphone of desktop
  • Voeg extra meetpunten toe en bereken de totale afstand van een route
  • Schakel tussen afstandseenheden
  • Meet oppervlaktes door punten rond een gebied te plaatsen en het pad te sluiten
  • Toon hoogtelijnen in bergachtig terrein

Geen fan van Google? Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

Wanneer je een locatie in Google Maps bekijkt, wil je uiteraard ook weten hoe ver het is. Dan kun je beslissen of je te voet, met de fiets of met de auto gaat. Die afstand is geen probleem, want Google Maps meet altijd. Heb je de routebeschrijving opgevraagd op een mobiel toestel, dan lees je niet alleen de geschatte reistijd, ernaast staat ook de afstand tussen de huidige locatie en de bestemming. Je kunt hierbij tussen vervoermiddelen wisselen en dan passen de reistijden en afstanden zich automatisch aan. Soortgelijke details over de afstand tot de bestemming kun je ook op de pc bekijken. Net als bij de mobiele versie zoek je de bestemming of klik je erop op de kaart en klik je op de knop Route om de vervoermiddelen en afstanden te vergelijken.

Afstand tussen twee punten

Om een afstand tussen twee punten te meten op een Android-toestel of iPhone zoek je eerst de locatie op de kaart. Daarna houd je de vinger ingedrukt totdat de rode pin verschijnt. Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm om de aanvullende informatie over de locatie te zien. Selecteer de optie Afstand meten. Hiermee lees je de afstand in vogelvlucht.

Er verschijnt een zwart cirkeltje met blauwe stippellijn die deze locatie met het rode punt verbindt. Wanneer je de vinger naar rechts op het scherm veegt, bewegen de stippen naar links. Je verschuift dus de kaart om de tweede locatie vast te leggen. Telkens verschijnt de afstand linksonder op het scherm.

Plaats een locatiepunt en de afstand verschijnt linksonder.

Meer punten toevoegen

Het is mogelijk om het aantal punten waartussen Google Maps de afstanden meet, uit te breiden. Dit doe je door te tikken op de optie Punt toevoegen rechtsonder en dan begin je op dezelfde manier met het toevoegen van een nieuwe locatiepunten. Nadat je deze optie hebt geselecteerd, plaats je een zwarte cirkel op de derde locatie. De som van de afstanden tussen alle punten die je op die manier hebt toegevoegd, wordt onderaan weergegeven.

Door punten toe te voegen, worden de tussenliggende afstanden opgeteld.

Terug naar af

Nadat je een reeks punten hebt geplaatst, is het mogelijk om telkens het laatste toegevoegde punt te verwijderen door bovenaan het scherm op de knop Ongedaan maken te tikken. Dat is een terugwijzend pijltje. Om in één keer alle tussenliggende punten te verwijderen, gebruik je rechtsboven de menuknop. Dat zijn de drie puntjes en dan kies je Wissen. Ben je klaar, dan gebruik je bovenaan de knop Terug en zo beland je opnieuw in de gewone Google Maps-weergave.

Met de opdracht Wissen verwijder je één keer alle tussenliggende punten.

Op de desktop

In de webversie op je laptop kun je de afstand nog nauwkeuriger meten. Om punt A te markeren klik je met de rechtermuisknop op het beginpunt en kies je de optie Afstand meten. Daarna beschik je over een zwarte markeercirkel om het volgende punt aan te duiden. Voeg zoveel extra meetpunten toe als je wilt. Je hoeft alleen maar op de volgende plek op de kaart te klikken om de afstand te zien vanaf het laatste punt waarop je hebt geklikt. En de totale afstand lees je weer onderaan.

Met de rechtermuisknop kun je op de desktop een meting wissen.

Afstandseenheden

De afstanden worden weergegeven in kilometers en meters, maar je kunt dit wijzigen door naar het hoofdscherm van Google Maps te gaan. Daar tik je op je profielfoto in de rechterbovenhoek zodat je de Instellingen kunt openen. Scrol tot je bij het item Afstandseenheden komt. Wanneer je de instelling Automatisch kiest, zal Maps vanzelf de afstandseenheid kiezen die in het vertrekpunt wordt gebruikt.

Oppervlakte meten

Verkopers van zonnepanelen en robotmaaiers weten het maar al te goed. Met Google Maps kun je ook heel snel oppervlakten meten. Zoek eerst het adres op Google Maps zodat je in vogelperspectief het eigendom ziet. Klik dan met de rechtermuisknop op het punt waar je wilt starten en kies Afstand meten. Klik na klik kun je nu met de linkermuisknop de dakrand, de perceelsgrens of het grasveld volgen tot je weer bij het startpunt bent om het pad te sluiten. Voor een nog nauwkeuriger resultaat kun je later nog extra markeringen toevoegen. Klik daarvoor op een willekeurig punt op de meetlijn en sleep de markering naar de locatie waar je die wilt hebben. Je leest dan niet alleen de lengte van de getekende lijn, maar ook de oppervlakte.

Sluit het pad en de totale oppervlakte lees je onderaan.

 Hoogtelijnen

Google Maps toont niet zomaar de hoogtes voor alle locaties. Deze informatie is voornamelijk beschikbaar voor bergachtig terrein. Als je gaat hiken in zo’n gebied is het natuurlijk wel verstandig om een idee van de hoogte te krijgen. Voer eerst een locatie in de zoekbalk in. Daarna beweeg je op de desktop de muisaanwijzer over het pictogram Lagen in de linkerbenedenhoek van de kaart.

Op een smartphone tik je op Lagen in de rechterbenedenhoek van de kaart. Op beide manieren kun je dan in het pop-upmenu de optie Terrein selecteren, tik op de X om dit menu te sluiten. Daarna moet je inzoomen tot je de contouren van de hoogtelijnen ziet verschijnen. De getallen komen pas bij een bepaald zoompercentage in beeld en als je te veel inzoomt verdwijnen ze opnieuw. Het is dus even zoeken naar het juiste zoompercentage.

Je moet goed kijken om de hoogtelijnen te zien.

Helling

Als je de hoogtelijnen hebt gevonden dan kun je ook de helling van een pad kennen. Maar je moet wel even rekenen. Om de verticale helling van punt A naar B te kennen, moet je eerst het verschil tussen de hoogte van A en B berekenen. Dit resultaat moet je delen door de horizontale afstand tussen de twee punten. De formule is dus: Helling = verticaal hoogteverschil : horizontale afstand. Als je je dus bijvoorbeeld van een hoogte van 20 meter boven de zeespiegel verplaatst naar 1500 meter over een afstand van 8 kilometer, geeft dit (1500-20): 8 = 185 meter per kilometer.

Afstanden in Google Earth

Nog duidelijker zijn de afstanden en het hoogteprofiel in Google Earth, het slimmere broertje van Google Maps. Om deze mogelijkheden aan te spreken heb je de Pro-versie nodig, die trouwens gratis is. Er is een webversie, een mobiele versie en een desktop-variant. We gebruiken in dit voorbeeld de laatste. Na de installatie open je het programma en zoek je de locatie waar je een route wilt tekenen en meten. Je kunt de kaart verschuiven en inzoomen tot je het traject dat je wilt aanbrengen duidelijk in beeld krijgt. Je kunt zo’n pad op twee manieren tekenen: door middel van de knop Pad toevoegen of met de knop Liniaal tonen. We kiezen in dit voorbeeld voor de laatste. In deze optie verschijnt er een pop-up waar je het tabblad Pad kiest. Laat deze pop-up openstaan. Vervolgens klik je op de plaats waar het pad begint en daarna ga je verder door te klikken. Google Earth plaatst rode locatiepunten bij iedere muisklik en het pad zelf is getekend in een gele lijn. In het pop-upvenster volg je de afstanden.

Met iedere muisklik breid je het pad uit en volg je de lengte in de pop-up.

Hoogteprofiel

Het wordt pas helemaal mooi als je in dit pop-venster de optie Hoogteprofiel tonen aanvinkt. Hierdoor krijg je onderaan een grafische weergave van de hoogteverschillen op het getekende pad. Wanneer je ergens op het pad klikt, verschijnt een rode pijl op deze locatie. Je kunt dan in het profiel volgen hoe hoog het daar is. Dat werkt ook andersom. Veronderstel dat je in het hoogteprofiel ergens een opvallend hoogteverschil ziet, dan selecteer je deze locatie in de grafiek en bovenaan zal de rode pijl deze plaats op de kaart aanduiden.

De rode pijl op de kaart komt overeen met de selectielijn in het hoogteprofiel.

Meetwaarden

Klik in het pop-upvenster op de knop Opslaan zodat je dit pad een naam en een beschrijving kunt geven. In dit venster bepaal je in het tabblad Stijl de kleur en de lijndikte van het pad. Bij Hoogte kun je kiezen hoe de hoogte wordt gemeten. Hou het hier bij de standaardoptie Vast aan de grond. En in het tabblad Meetwaarden kies je de meeteenheid die wordt gebruikt voor de lengtemeting: meter, kilometer, inch, voet, mijl, …

Bepaal de kleur en de dikte van het pad.

▼ Volgende artikel
Waarom je vaatwasser zout en glansspoelmiddel nodig heeft (zelfs als je all-in-one tabletten gebruikt)
© Davizro Photography
Huis

Waarom je vaatwasser zout en glansspoelmiddel nodig heeft (zelfs als je all-in-one tabletten gebruikt)

Gebruik je een vaatwasser, dan heb je vast wel eens het lampje voor zout of glansspoelmiddel zien oplichten. Maar wat doen die toevoegingen eigenlijk precies? En zijn ze nog nodig als je all-in-one tabletten gebruikt? We vertellen je alles wat je weten moet over dit doeltreffende duo.

Zout en glansspoelmiddel in de vaatwasser: zo zit het

In dit artikel lees je:

  • Waarom vaatwaszout nodig is
  • Wat de rol van glansspoelmiddel is
  • Wanneer je moet bijvullen
  • Hoe het zit het met all-in-one tabletten
  • Hoe je de juiste dosering instelt

Lees ook: Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?

Waarom vaatwaszout nodig is

In Nederland bevat kraanwater bijna overal calcium en magnesium: mineralen die zorgen voor hard water. Hoe harder het water, hoe meer kans op kalkaanslag. Vaatwaszout helpt dit te voorkomen. Het zout doe je in een reservoir in de vaatwasser dat verbonden is met een zogenaamde ionenwisselaar. Die haalt calcium en magnesium uit het water voordat het je vaat bereikt. Het resultaat: geen witte aanslag op glazen, en een langere levensduur van je vaatwasser.

Zonder zout werkt het onthardingssysteem op den duur niet meer goed, en zal je vaatwasser slechter gaan presteren. Het verwarmingselement kan verkalken en glazen kunnen dof uit de machine komen. Ook filters, sproeiarmen en leidingen kunnen verstopt raken door kalkresten.

©Nadezhda

De rol van glansspoelmiddel

Glansspoelmiddel komt pas op het einde van het programma in actie. Het verlaagt de oppervlaktespanning van water, waardoor druppels sneller van je vaat aflopen. Dat voorkomt opgedroogde druppels en doffe plekken. Vooral bij glazen is het effect goed zichtbaar: ze drogen mooier op en blijven helder.

Daarnaast helpt glansspoelmiddel om de droogtijd te verkorten. Omdat het water sneller verdampt, is je vaat aan het einde van het programma meestal al zo droog dat het meteen de kast in kan.

Wanneer moet je bijvullen?

De meeste moderne vaatwassers hebben een waarschuwingslampje voor zowel zout als glansspoelmiddel. Gaat dat branden, dan is het tijd om bij te vullen. Je kunt ook zelf af en toe het reservoir controleren.

Het zoutreservoir zit meestal onderin, naast het filter. Schroef de dop los en vul het bij met speciaal vaatwaszout tot het waterpeil zichtbaar stijgt. Let op dat je er geen afwasmiddel of keukenzout in gooit: dat verstoort het systeem.

Het glansspoelmiddel vul je via een klepje in de deur, vlak naast het vakje voor het vaatwasmiddel. Gebruik een trechtertje om knoeien te voorkomen.

©Davizro Photography

Hoe zit het met all-in-one tabletten?

Veel vaatwastabletten bevatten tegenwoordig zout, glansspoelmiddel en reiniger in één. Handig, maar dat betekent niet dat je altijd zonder extra zout of glansspoelmiddel kunt.

Heb je zacht water (onder de 8 °dH), dan is de hoeveelheid in zo'n tablet meestal voldoende. Maar bij gemiddeld of hard water (vanaf 8 dH en hoger) kan het toch slim zijn om extra zout toe te voegen. Je vaatwasser kan dat vaak zelf meten en bijsturen.

Hetzelfde geldt voor glansspoelmiddel. Komt je vaat nog nat of dof uit de machine? Dan is bijvullen alsnog nodig, zelfs als je een alles-in-één tablet gebruikt.

Zo stel je de juiste dosering in

In het menu van je vaatwasser kun je meestal de hardheid van het water instellen. De machine bepaalt dan automatisch hoeveel zout nodig is. Om dit goed in te stellen, moet je weten hoe hard het water in jouw regio is. Je vindt deze informatie via de website van je waterleverancier. Bijvoorbeeld:

Waternet

Vitens

Zodra je de waarde weet, kun je in de handleiding van je vaatwasser terugvinden hoe je de instellingen aanpast. Bij sommige modellen stel je dit met druktoetsen in, bij andere via het display. Koop je je vaatwasser bij een witgoedspecialist? Vraag dan of zij kunnen demonstreren hoe je dit precies doet.

Voor glansspoelmiddel kun je de dosering meestal ook handmatig instellen. Laat je glazen nog strepen zien, of zitten er vlekken op je bestek? Dan staat de dosering misschien te laag. Zie je een blauwe waas of regenboogachtige strepen? Dan gebruik je waarschijnlijk te veel.

Tot slot

Zout en glansspoelmiddel lijken misschien niet direct essentieel, maar ze zijn belangrijk voor het goed functioneren van je vaatwasser. Zeker in gebieden met harder water zijn ze onmisbaar om kalkaanslag te voorkomen en om je vaat glanzend en droog te krijgen. All-in-one tabletten zorgen al voor een deel van de dosering, maar dat betekent niet dat je nooit meer zout of glansspoelmiddel hoeft toe te voegen. Controleer dus regelmatig de niveaus, pas de instellingen aan op het water in jouw regio, en houd je vaatwasser in topconditie.