ID.nl logo
Maak een slimme camera met je Raspberry Pi 4
© PXimport
Zekerheid & gemak

Maak een slimme camera met je Raspberry Pi 4

Kunstmatige intelligentie toepassen in je eigen projecten is niet vanzelfsprekend. De software is doorgaans vrij lastig en je hebt ook heel wat data nodig om je algoritme mee te trainen. Edge Impulse is én gebruiksvriendelijk én laat je heel eenvoudig data verzamelen voor je project. Dit alles werkt in een eenvoudige webinterface. In dit artikel tonen we je hoe je met Edge Impulse van een ip-camera een slimme camera maakt.

Bij kunstmatige intelligentie wil je dat een computer (en dat kan ook je smartphone zijn, een Raspberry Pi of je domoticacontroller) zelf kan leren om taken uit te voeren. Dat aanleren gebeurt vaak onder ‘supervisie’. Neem het voorbeeld van personen herkennen in een camerabeeld: dan neem je foto’s van alle personen die je wilt herkennen, schrijft er hun naam bij (het ‘label’) en geeft als invoer aan het programma de lijst met foto’s en bijbehorende labels. Dat zijn de trainingsdata.

Het algoritme probeert nu patronen te herkennen in foto’s die hetzelfde label hebben, en dat is heel wat rekenwerk. Uiteindelijk heb je dan een ‘model voor machinaal leren’ getraind. Dat model (wat ook een algoritme is) herkent diezelfde patronen in andere foto’s die het nog nooit gezien heeft, en kent aan die foto’s een label toe. Het heeft dus zo geleerd om die specifieke personen te herkennen in foto’s. De prestaties van je model kun je testen door een nieuwe lijst met foto’s aan het model te voeren en te kijken of het label dat het aan die foto’s toekent overeenkomt met het label dat jij daaraan toegekend hebt. Dat zijn de testdata.

01 Gebruiksvriendelijke AI

Dat trainen van een model is veel rekenwerk, maar ook het verzamelen en het toevoegen van labels aan de trainingsdata is een tijdrovend proces. Zijn je trainingsdata niet talrijk en divers genoeg, dan presteert je model niet goed, en ligt je herkenningspercentage veel te laag om in de praktijk bruikbaar te zijn.

In de praktijk schieten heel wat oplossingen voor AI (artificial intelligence) tekort in de ondersteuning van het trainen. Er is een hoge instapdrempel en daardoor werken heel wat AI-toepassingen van hobbyisten niet optimaal. Ook voor dit soort toepassingen wil je dat het algoritme zo goed mogelijk werkt en niet slechts in grote lijnen.

02 Aan de slag met Edge Impulse

Een van die oplossingen die zich focust op het democratiseren van AI en vooral op het gebruiksvriendelijk maken van het trainen, is Edge Impulse. Je kunt hier gratis een account aanmaken, en na de activatie van je account klik je op Click here to build your first ML model!.

Je krijgt nu de wizard van Edge Impulse te zien voor een nieuw project. Je kunt kiezen uit drie standaardtypen, afhankelijk van het type data dat je wilt verwerken: sensordata van een accelerometer, audio of foto’s. Voor gevorderden is er ook de mogelijkheid om een ander type sensor te kiezen, want de architectuur van Edge Impulse is generiek: je kunt er elk type data mee verwerken. Voor dit artikel kiezen we Images.

©PXimport

03 Beeldclassificatie of objectherkenning

In de eerste stap koos je het type data, nu moet je kiezen wat je ermee wilt doen. Voor foto’s zijn er twee mogelijkheden: beeldclassificatie of objectherkenning. Beeldclassificatie is het eenvoudigste: je toont een foto en het algoritme herkent hier één object in. Zo kun je een algoritme trainen dat kan herkennen of er zich een kat, hond of kip in de foto bevindt. Als er zich meerdere objecten tegelijk op een foto bevinden, werkt de herkenning minder goed of wordt er maar één van de objecten herkend, en soms raakt het algoritme zelfs helemaal in de war en herkent het niets meer. Het voordeel van beeldclassificatie is wel dat het ook op apparaten met minder rekenkracht werkt, zoals microcontrollers.

Als je krachtiger hardware hebt, zoals een Raspberry Pi, dan kun je ook meerdere objecten en zelfs hun locatie herkennen in een foto. Rond de herkende objecten op de foto wordt dan een kadertje getekend. Dan spreken we niet meer van classificatie, maar van objectherkenning. Edge Impulse ondersteunt objectherkenning op de Raspberry Pi 4 en de Nvidia Jetson Nano. In deze masterclass gaan we objecten herkennen met een Raspberry Pi 4, dus klik op Classify multiple objects (object detection).

©PXimport

Andere toepassingen

In deze masterclass doen we objectherkenning in camerabeelden, maar Edge Impulse ondersteunt ook andere toepassingen. Je kunt ook geluiden herkennen of patronen in sensordata, zoals van een temperatuursensor of accelerometer. De globale aanpak is hetzelfde, alleen train je het model op een ander type data. Zo kun je in een audiosignaal dierengeluiden herkennen of zelfs woorden, en in een stroom van accelerometerdata van je telefoon kun je herkennen welke bewegingen je telefoon maakt.

©PXimport

04 Bereid je Raspberry Pi 4 voor

Edge Impulse ondersteunt van de Raspberry Pi’s alleen de Raspberry Pi 4. Installeer Raspberry Pi OS op een microSD-kaartje, bijvoorbeeld met behulp van Raspberry Pi Imager. Kies bij voorkeur Raspberry Pi OS Lite, want je hebt geen desktopomgeving op je Raspberry Pi nodig.

Volg daarna de instructies van de Raspberry Pi Foundation om wifi op je Raspberry Pi headless op te zetten. Maak bovendien een leeg bestand genaamd ssh (zonder extensie) in de bootpartitie van de microSD-kaart aan. Ontkoppel daarna het microSD-kaartje en steek het in je Raspberry Pi. Sluit dan eventueel een ethernetkabel aan en indien nodig de Raspberry Pi Camera Module (zie het kader ‘Raspberry Pi Camera Module aansluiten’) of een usb-webcam. Steek tot slot de voedingskabel in je Raspberry Pi en wacht tot je hij is opgestart.

©PXimport

05 Installeer Edge Impulse

Na enkele minuten zou je Raspberry Pi via het netwerk bereikbaar moeten zijn. Log dan via een opdrachtregel met de opdracht ssh in op je Raspberry Pi met hostname raspberrypi.local of het ip-adres dat je in de lijst met DHCP-leases van je DHCP-server (vaak je router) te zien krijgt:

ssh pi@raspberrypi.local

Log in met het wachtwoord raspberry. Upgrade vervolgens alle pakketten:

sudo apt update && sudo apt upgrade

En installeer dan Edge Impulse met de volgende serie opdrachten:

curl -sL https://deb.nodesource.com/setup_12.x | sudo bash -

sudo apt install -y gcc g++ make build-essential nodejs sox gstreamer1.0-tools gstreamer1.0-plugins-good gstreamer1.0-plugins-base gstreamer1.0-plugins-base-apps

npm config set user root && sudo npm install edge-impulse-linux -g --unsafe-perm

Als je met de Raspberry Pi Camera Module wilt werken, dan moet je die eerst nog inschakelen. Zie daarvoor het kader ‘Raspberry Pi Camera Module aansluiten’. Bij een ondersteunde usb-webcam is die extra stap niet nodig.

©PXimport

Raspberry Pi Camera Module aansluiten

De Raspberry Pi heeft een CSI-poort (Camera Serial Interface), waarop je de officiële cameramodule kunt aansluiten. Die poort bevindt zich op de Raspberry Pi 4 tussen de analoge audio-uitvoer en een van de twee micro-HDMI-aansluitingen. Trek het zwarte klepje op de poort voorzichtig naar boven. Schuif de lintkabel er voorzichtig in, met de blauwe strook naar de kant van de analoge audio-uitvoer gericht. Druk het klepje voorzichtig weer in, zodat de kabel vastzit. Start je Raspberry Pi op en voer de opdracht sudo raspi-config uit op de opdrachtregel. Navigeer met de cursortoetsen naar Interfacing Options, druk op Enter, selecteer P1 Camera en bevestig met Yes dat je de camera wilt inschakelen. Ga dan met de tabtoets naar Finish en bevestig dat je je Raspberry Pi wilt herstarten.

©PXimport

06 Verbind met Edge Impulse

Nu je Raspberry Pi klaar is, kun je het camerabeeld met Edge Impulse verbinden. Start daarvoor de wizard van Edge Impulse:

edge-impulse-linux

De wizard helpt je om de Edge Impulse-software op je Raspberry Pi te verbinden met je account bij Edge Impulse. Vul dus je gebruikersnaam en wachtwoord bij Edge Impulse in en geef je apparaat een naam waarmee je het in de webinterface wilt zien.

Wanneer de wizard zegt dat je Raspberry Pi 4 met je project verbonden is, klik je in de webinterface van Edge Impulse (de wizard toont je ook de url) links op Devices. Als alles goed is verlopen, zie je hier je Raspberry Pi 4 met als sensors de microfoon en camera.

De opdracht edge-impulse-linux moet overigens blijven draaien zolang je met de cameramodule foto’s wilt nemen via Edge Impulse. Met Ctrl+C sluit je de opdracht (en dus ook de verbinding met Edge Impulse) af.

©PXimport

07 Verzamel foto’s

Dan is het nu tijd om foto’s te verzamelen. Dat kan in het tabblad Data acquisition. Klik je daarop, dan zie je rechts al je Raspberry Pi 4. Je hoeft alleen maar bij Sensor in het uitklapmenu Camera (640x480) te kiezen, een label in te vullen en op Start sampling te klikken. Positioneer de camera nu tot je een collectie hebt van minstens dertig foto’s per type te herkennen object vanuit allerlei gezichtspunten. Fotografeer overigens niet alleen objecten die je wilt herkennen, maar ook onbekende objecten.

Staat je Raspberry Pi 4 wat onhandig om voldoende foto’s te nemen, dan kun je ook je telefoon als apparaat toevoegen. Je hoeft daarvoor zelfs geen app te installeren. Klik in het tabblad Devices van Edge Impulse op Connect a new device en klik dan bij Use your mobile phone op Show QR code. Scan die QR-code op je telefoon en open de url. Tik dan op Collecting images? en geef de webapplicatie toegang tot je camera. Je kunt nu een label invullen en foto’s maken. Maak je geen zorgen als de labels niet altijd kloppen of als er twee typen objecten in het camerabeeld staan: je kunt dit later nog aanpassen.

Een laatste manier om foto’s te verzamelen, is bestaande foto’s uploaden. Klik daarvoor in het tabblad Data acquisition op Show options en dan Go to the uploader.

©PXimport

08 Label foto’s

Nadat je voldoende foto’s hebt, klik je in het tabblad Data acquisition bovenaan op Labeling queue. Je krijgt nu een voor een alle foto’s te zien. Sleep een kader volledig rond het object en vul een label in. Edge Impulse gist overigens al naar de locatie, zodat je na een tijdje alleen maar de getoonde kaders hoeft te bevestigen of iets moet verplaatsen. Klik op Save labels en herhaal het proces voor de volgende foto.

Als je klaar bent, vind je in Training data de gelabelde foto’s waarop je het AI-model traint en in Test data de gelabelde foto’s die Edge Impulse opzij heeft gezet om nadien het getrainde model mee te testen. Standaard splitst Edge Impulse je dataset automatisch op in 80% trainingsdata en 20% testdata.

©PXimport

09 Balanceer je datasets

Edge Impulse toont bovenaan enkele cijfers over de verzamelde data: hoeveel items (foto’s) je hebt en hoeveel labels. Naast het aantal labels zie je ook een taartdiagram van de verschillende labels. Als de verdeling duidelijk onevenwichtig is, maak dan extra foto’s met het label dat minder voorkomt. Als je foto’s met twee labels traint, moet je uiteindelijk voor elk label ongeveer de helft van de foto’s hebben.

Kijk ook nog eens na of ongeveer 20% van je data bij Test data staan. Zo niet, bijvoorbeeld als je die optie om dat automatisch te doen niet had gekozen, klik dan in Dashboard op Rebalance dataset.

©PXimport

10 Maak een impuls

Nu je de data hebt, is het tijd om het algoritme te definiëren. Edge Impulse noemt dit een ‘impuls’. Klik op het tabblad Impulse design. Je krijgt dan enkele blokken te zien die na elkaar worden uitgevoerd. Het eerste blok, Image data, mag je onveranderd houden: je werkt met afbeeldingen van 320 × 320 pixels.

Klik daarna op Add a processing block en klik bij Image op Add. De naam en invoeras (Input axes) mag je onveranderd laten. Klik daarna op Add a learning block en kies Object Detection (Images). Ook hier kun je de standaardinstellingen behouden. Je ziet al dat de labels in je dataset getoond worden onder Output features. Klik tot slot op Save Impulse.

©PXimport

11 Verwerk de data

Klik nu in de linkerzijbalk onder Impulse design op Image. Dit toont de ruwe data en hoe die door de verwerkingsstap van je impuls worden verwerkt. Klik op Save parameters. In het volgende scherm klik je op Generate features, dan wijzigt Edge Impulse de grootte van alle afbeeldingen naar de standaardgrootte, verwerkt de data en maakt het een 3D-visualisatie van je hele dataset.

Zodra je Job completed ziet staan, zie je de 3D-visualisatie in Feature explorer. Die reduceert de dimensies van je data tot drie en toont vergelijkbare foto’s in de buurt van elkaar. In ons voorbeeld van twee objecten zie je geen duidelijke afscheiding tussen beide labels. We kunnen dus al verwachten dat het algoritme moeite zal hebben om de objecten van elkaar te onderscheiden. In het ideale geval had je duidelijk twee afzonderlijke groepjes datapunten gezien. Als je op een bolletje klikt, krijg je overigens de foto te zien die dat punt voorstelt.

©PXimport

12 Start het leerproces

Voor de laatste stap klik je bij Impulse design op Object detection. Voor objectherkenning biedt Edge Impulse één algoritme aan: MobileNetV2 SSD FPN-Lite 320x320. Dit is een bestaand algoritme, dat we deels gaan hertrainen met onze eigen data. Dat gaat sneller dan helemaal van nul een nieuw algoritme te trainen. Probeer eerst of de standaardinstellingen volstaan en klik dan onderaan op Start training.

Je kunt nu rechts alle stappen van de training volgen. Uiteindelijk wordt het model op basis van de trainingsdata gemaakt en krijg je te zien hoe precies het model werkt. Een score van 90% is heel goed. In ons geval haalden we maar 56%. Het model had dus grote moeite om onze twee objecten te herkennen.

©PXimport

13 Verbeter het model

Dit is het moment om de instellingen te finetunen. Het eerste wat je kunt aanpassen, is het aantal trainingscycli. Bij Number of training cycles staat standaard de waarde 25, maar verhoog die naar 100. Dat leverde ons een score van 61% op. Niet zoveel beter dan de eerste poging.

Je kunt ook rechts onderaan een andere Model version kiezen. Standaard toont Edge Impulse de score van een geoptimaliseerd model, Quantized (int8). Kijk eens wat de prestaties van het ongeoptimaliseerde model Unoptimized (float32) zijn. In ons geval was dat minder, maar in andere gevallen kan het weleens meer zijn. Dit model gebruikt meer opslag, maar op onze Raspberry Pi 4 is dat geen probleem.

In een ultieme poging om een beter model te verkrijgen, startten we een training met 200 cycli. Dat leverde maar een minimale verbetering op: 62%. We kunnen dit waarschijnlijk alleen nog significant verhogen door meer data te trainen.

14 Draai op de Raspberry Pi

Start op je Raspberry Pi je impuls:

edge-impulse-linux-runner

Deze opdracht downloadt het model en begint continu naar objecten te zoeken in het camerabeeld. Op de opdrachtregel krijg je de objecten en hun locatie te zien die het algoritme herkent. Als je naar http://raspberrypi.local:4912 surft, krijg je live het camerabeeld te zien met kadertjes voor de herkende objecten.

©PXimport

15 Python-code

Als je nu het model van Edge Impulse in je eigen code wilt gebruiken, kan dat met de Edge Impulse Linux SDK voor Python. Installeer eerst Pythons pakketbeheerder pip, Git en enkele afhankelijkheden die we nodig hebben met de volgende opdracht:

sudo apt install python3-pip git libopenjp2-7 libilmbase23 libopenexr23 libavcodec58 libavformat58 libswscale5 libgtk-3-0 liblapack3 libatlas3-base libportaudio2

Installeer dan de Edge Impulse SDK:

pip3 install edge_impulse_linux

Download het model van Edge Impulse met:

edge-impulse-linux-runner --download model.eim

Download daarna de repository met voorbeeldcode:

git clone https://github.com/edgeimpulse/linux-sdk-python

En voer het voorbeeldprogramma voor objectdetectie uit om te zien of alles werkt:

python3 linux-sdk-python/examples/image/classify.py /home/pi/model.eim

Je zou nu op de opdrachtregel weer de labels en hun locatie moeten te zien krijgen voor het camerabeeld.

©PXimport

16 Slimme ip-camera

Deze voorbeeldcode in Python kun je nu naar hartenlust uitbreiden. We gaan de code aanpassen zodat het beeld niet komt van een lokaal aangesloten Raspberry Pi Camera Module, maar van een willekeurige ip-camera op je netwerk. Op deze manier kun je met Edge Impulse van elke ip-camera een slimme camera maken.

De wijzigingen aan de code daarvoor blijven beperkt, maar vragen wel wat aandacht. De functie get_webcams() die de aangesloten webcams herkent, mag weg. We hoeven ook niet te controleren of er één of meer camera’s aangesloten te zijn. Daarvoor in de plaats interpreteren we het tweede argument dat je aan het script doorgeeft op de opdrachtregel als een RTSP-url (Real Time Streaming Protocol). En het camera-object voor OpenCV maken we niet aan op basis van de device-ID, maar op basis van de url:

camera = cv2.VideoCapture(videoCaptureDeviceUrl)

Het enige wat lastige is dat de methode classifier van de klasse ImageImpulseRunner uit de SDK van Edge Impulse een device-ID van een lokaal aangesloten camera verwacht. Maar dat lossen we op door zelf een functie rtsp_classifier aan te maken waaraan we het runner-object en de RTSP-url doorgeven:

def rtsp_classifier(runner, rtsp_url):

runner.videoCapture = cv2.VideoCapture(rtsp_url)

while not runner.closed:

success, img = runner.videoCapture.read()

if success:

features, cropped = runner.get_features_from_image(img)

res = runner.classify(features)

yield res, cropped

Dit roepen we dan als volgt aan:

for res, img in rtsp_classifier(runner, videoCaptureDeviceUrl):

De rest van de code blijft zo goed als ongewijzigd.

17 Beeldherkenning op afstand

Je kunt de Python-code met deze aanpassingen opslaan onder de naam smart_ipcam.py. Omdat het overtikken van code vaak lastig is, hebben wij de code in een zip-bestand gestopt, dat je kunt downloaden via www.bit.ly/picamcode. Voer de code als volgt uit op je Raspberry Pi:

python3 smart_ipcam.py model.eim rtsp://IP:PORT/PATH

Raadpleeg voor de volledige url de instellingen of documentatie van je ip-camera. Scherm je de toegang af met een gebruikersnaam en wachtwoord, dan heeft de url de vorm rtsp://USER:PASSWORD@IP:PORT/PATH.

Als alles goed gaat, zul je na het verbinden met je ip-camera zien dat het programma weer continu objecten in het beeld probeert te herkennen.

Dit kun je nu nog uitbreiden, zodat je programma bij het herkennen van een label een bericht stuurt via MQTT of realtime een foto met de aangeduide kaders en labels naar je e-mailt. Dat laten we als oefening over aan de lezers. Kijk voor inspiratie eens naar het project van Edge Impulse dat waarschuwingen via Twilio stuurt.

18 En verder

Edge Impulse heeft nog heel wat meer mogelijkheden voor AI. Bekijk zeker de documentatie. Die biedt bijvoorbeeld tips om de prestaties van je model te verbeteren. En als je mobielere toepassingen wilt, dan kun je Edge Impulse ook op je mobiele telefoon draaien. In de webapplicatie schakel je dan over van datacollectie naar classificatie. Ook microcontrollers zoals de Arduino Nano 33 BLE Sense zijn interessant, bijvoorbeeld om patronen in audio of sensordata te herkennen.

©PXimport

Test je data

De splitsing in trainingsdata en testdata betekent dat je na het trainen van je data kunt uitproberen of het model je testdata correct herkent. Dat kun je in Edge Impulse doen door links op Model testing te klikken en dan op Classify all. Van elk van de foto’s in je testdata kijkt Edge Impulse welk object je model erin herkent en vergelijkt dat met het label dat je eraan hebt toegekend. Uiteindelijk krijgt het model een nauwkeurigheidsscore: het percentage foto’s waaraan het model met meer dan 80% precisie het juiste label toekent. In ons geval haalde ons model in de test een nauwkeurigheid van 78%.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon
© Wesley Akkerman
Huis

Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon

In hoeverre kun je een simpele dweil eigenlijk nog verbeteren? Die vraag stelden we onszelf hardop – tot we opeens de Philips OneUp in handen kregen: een elektronische dweil die verrassend goed weet mee te draaien in een wereld vol dweilende robots en nat-droogstofzuigers. Wat vinden wij van deze opvallende nieuwkomer?

Uitstekend
Conclusie

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

Plus- en minpunten
  • Dweilen zonder strepen
  • Flexibele kop
  • Afneembare dweilpad
  • Goed voor minimaal 50 vierkante meter
  • Meegeleverd schoonmaakmiddel
  • Geen extra dweilpad
  • Schoonmaakmiddel is duur
  • Schoonmaakmiddel heeft geen lekkere geur

Dankzij robots en andere slimme apparaten wordt het steeds makkelijker om het huishouden uit handen te geven of de vervelende taken te láten uitvoeren. De Dreame H15 Pro en anders wel de X50 Ultra zijn daar goede voorbeelden van. Maar Philips laat met de OneUp zien dat regelmatig dweilen helemaal geen vervelende taak hoeft te zijn. Dit is namelijk een elektrische dweil die je in staat stelt de taak sneller uit te voeren. Hij is er in twee uitvoeringen, namelijk eentje van 109 en eentje van 159 euro. Het enige verschil is de accu: die gaat respectievelijk 50 of 70 minuten mee.

Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen die je allemaal aan de steel bevestigt. Om te beginnen zijn dat een schoonwaterreservoir (van 280 ml) en een vuilwaterbak (van 180 ml), die je aan de onderkant van het midden aantreft. In de bak met schoon water klik je daarnaast een speciaal ontwikkelde module met daarin het schoonmaakmiddel. Dat is een door Philips ontwikkeld middel, dat naar verluidt drie maanden moet meegaan. De kantelbare kop kan 360 graden draaien en is voorzien van afneembare dweilpads, die ook los te koop zijn (voor 23 euro).

©Wesley Akkerman

Evenredig nat en schoon

Bij dit soort apparaten is het gewicht en flexibiliteit in de bediening erg belangrijk. De Philips OneUp weegt 1,75 kilo en is dus niet bepaald zwaar, zeker niet in vergelijking met draadloze steelstofzuigers. Wij hebben er in elk geval moeiteloos mee door het huis gelopen. En dankzij die draaibare kop kom je heel makkelijk in verschillende hoeken, onder tafels en stoelen en langs poten en ander meubilair. De knoppen voor de bediening zitten daarnaast helemaal boven op de dikke steel, waardoor die eveneens goed bereikbaar zijn.

In de basis lijkt er dus goed nagedacht te zijn over de werking en praktische inzetbaarheid van de Philips OneUp. Maar hoe maakt-ie schoon? Dankzij een gemotoriseerde aandrijving kan het systeem de dweilpad continu voorzien van een schone stroom water met zeep. Ondertussen zuigt de dweil het vieze water op, waardoor de grond niet lang nat blijft en het droogproces drastisch verkort. Je moet de dweilpad van tevoren nog wel eerst natmaken, dus de eerste vloeraanraking kan wat te vochtig zijn. Maar daarna wordt de harde vloer evenredig nat en schoon.

©Wesley Akkerman

Voordelen ten opzichte van gewoon dweilen

Het gebruik van de Philips OneUp brengt een aantal duidelijke voordelen met zich mee. Vergelijk je het met traditioneel dweilen, dan vallen er meteen een paar dingen op. Je hoeft geen grote emmer water klaar te zetten, laat staan ermee door het huis te slepen. Je verbruikt minder water en schoonmaakmiddel, en je voorkomt dat je halverwege met een vieze dweil over de vloer gaat. Ook het schoon- en droogmaken van de dweilkop is een stuk eenvoudiger – daar heeft Philips slim over nagedacht.

De dweilpad is afneembaar en kun je simpelweg te drogen leggen, bijvoorbeeld in de zon. Is die er even niet, dan duurt het ongeveer twee à drie dagen voordat hij helemaal droog is. Je kunt de pad bovendien in de wasmachine gooien om hem weer fris en schoon te krijgen. Omdat het drogen soms wat tijd kost, is een extra dweilpad geen overbodige luxe – maar die moet je wel los aanschaffen. Het apparaat wordt geleverd met één pad, maar verder zit alles wat je nodig hebt gewoon in de doos. De basis is dus goed op orde.

©Wesley Akkerman

Meegeleverd schoonmaakmiddel

Philips raadt natuurlijk aan om het speciaal voor dit systeem ontwikkelde schoonmaakmiddel te gebruiken. Twee flesjes kosten 20 euro en zijn volgens de fabrikant goed voor evenveel sessies als drie flessen gewone vloerreiniger. Per schoonmaakbeurt druk je één keer op de knop om het schoonwaterreservoir van de juiste hoeveelheid zeep te voorzien, zodat je altijd de optimale verhouding hebt. Toch vragen we ons af of je echt aan die Philips-flesjes vastzit. In de praktijk werkt het systeem ook prima met je eigen schoonmaakmiddel.

Wat wel opvalt aan het meegeleverde reinigingsmiddel, is dat het nauwelijks geur afgeeft. Het ruikt niet vies, maar er zit ook geen fris of aangenaam geurtje aan. Wel zorgt het voor een streeploos resultaat, en dat is natuurlijk waar het uiteindelijk om draait. Heb je echter zelf een goede vloerreiniger die speciaal geschikt is voor jouw type vloer, dan kun je die ook prima gebruiken. Het enige wat je dan even moet uitzoeken, is de juiste verhouding met het schoonwaterreservoir van 280 ml. De elektrische dweil presteert er in elk geval niet minder door als je de (best prijzige) Philips-flesjes links laat liggen.

©Wesley Akkerman

Philips OneUp kopen?

Ook goed om te weten: met de variant die 50 minuten meegaat, kun je ongeveer 50 vierkante meter dweilen. De versie met een accuduur van 70 minuten komt tot 70 vierkante meter. Daarmee is de OneUp een ideaal product voor kleinere huishoudens, zoals een appartement of flat. In ons testhuishouden hield de OneUp het zelfs vol om op een volle accu 56 vierkante meter schoon te maken – ruim boven de beloofde prestatie. Natuurlijk moet je er rekening mee houden dat accu's na verloop van tijd wat capaciteit verliezen, maar daar was in dit geval nog geen sprake van.

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

▼ Volgende artikel
Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger
© Miele
Huis

Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger

Maak kennis met de Miele Guard-serie: drie stofzuigers die elk uitblinken in hun eigen klasse. Van de lichtgewicht en wendbare S1 tot de veelzijdige M1 en de luxe L1 met geavanceerde filtersystemen – Miele combineert innovatieve technologie met doordacht design. Ontdek hieronder welke Guard-stofzuiger het best bij jou past!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Of je nu dagelijks door een druk gezinshuis beweegt of in alle rust een minimalistische studio onderhoudt, een goede stofzuiger maakt het verschil. Met de Guard-serie biedt Miele drie modellen die elk op hun eigen manier uitblinken in comfort, gebruiksgemak en duurzaamheid. De compacte Guard S1, de veelzijdige M1 en de luxe L1 zijn stuk voor stuk uitgerust met doordachte technologie en hoogwaardige materialen. Wat ze met elkaar delen? De kwaliteit en betrouwbaarheid die je van Miele mag verwachten.

Guard S1: verrassend sterk, opvallend compact

De Guard S1 is het instapmodel binnen de serie, maar zeker geen lichtgewicht als het op prestaties aankomt. Met een krachtige 890 watt-motor, vier zuigstanden en een universele zuigmond reinigt hij moeiteloos diverse vloertypen. Dankzij het lichte gewicht en het compacte ontwerp is hij ideaal voor kleinere woningen of mensen die op zoek zijn naar een wendbare stofzuiger. De bediening is intuïtief via twee knoppen en een centrale draaischakelaar, en met zijn grijs gemarkeerde elementen is hij zelfs zonder handleiding volledig logisch in gebruik.

©Miele

De S1 maakt gebruik van de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem zorgt voor een hygiënisch klikmechanisme: geen ontsnappend stof, wel een gerust gevoel. En met standaard accessoires zoals een meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel (bevestigd via de VarioClip) heb je alles bij de hand.

Waarom de sledestofzuiger nog altijd onverslaanbaar is

Hoewel draadloze steelstofzuigers tegenwoordig de toon lijken te zetten, bewijst de klassieke sledestofzuiger keer op keer zijn waarde. Niet alleen bieden sledemodellen doorgaans een krachtigere en constantere zuigkracht, ze hebben ook een aanzienlijk grotere stofcapaciteit. Je hoeft dus minder vaak te legen of zakken te vervangen. Bovendien zijn ze stiller, ergonomischer in gebruik en betrouwbaarder op de lange termijn. En waar steelstofzuigers vaak na een paar jaar al kuren vertonen, gaan sledestofzuigers zoals die van Miele gerust twintig jaar mee. Soms is klassiek gewoon beter.

Guard M1: veelzijdige krachtpatser met slimme opbergruimte

Een stapje luxer is de Guard M1, ontworpen voor elk type ondergrond en elk type huishouden. Deze stofzuiger beschikt over een verstelbare zuigkracht met vier vermogensniveaus, die je met de voet bedient – handig als je tussendoor niet wilt bukken. De 4,5 liter-stofzak (HyClean Pure CO) gaat extra lang mee en het ComfortFit-systeem garandeert maximale hygiëne én prestaties, zelfs bij een lagere zuigkracht.

©Miele

Ook het design spreekt aan: fris, modern en met een geïntegreerd accessoirevak waarin je de meegeleverde meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel netjes opbergt. De universele draaibare zuigmond is geschikt voor tapijt, hout en tegels, en volgt soepel elke beweging.

Guard L1: comfort, stilte en duurzaamheid in één

De Guard L1 is het topmodel binnen de serie en is ontworpen voor mensen die geen concessies willen doen aan comfort, prestaties of uitstraling. Met een fluisterstil geluidsniveau van slechts 75 dB en een royale actieradius van 12 meter is dit model klaar voor elke schoonmaakklus, hoe groot of klein ook. Het robuuste ontwerp is niet alleen stijlvol, maar ook uitzonderlijk duurzaam: de L1 is getest op een levensduur van maar liefst 20 jaar.

©Miele

Net als de M1 beschikt ook de L1 over de draaibare universele zuigmond, maar onderscheidt zich met slimme details. Zo is de 2-in-1-zuigmond (voor meubels en kieren) geïntegreerd in de achterkant van het toestel en is de reliëfborstel ingebouwd in de ergonomische handgreep. Ook deze L1 werkt met de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem, waardoor hygiëne en gebruiksgemak gegarandeerd zijn.

Voor wie nóg een stap verder wil gaan, is er de Guard L1 Comfort. Deze luxere uitvoering voegt enkele premium extra's toe. Het geïntegreerde LCD-kleurendisplay toont in één oogopslag de reinigingsmodus, de vullingsgraad van de stofzak en de status van het uitblaasfilter. Zo heb je altijd direct inzicht in de prestaties van je stofzuiger. Daarnaast ondersteunt de L1 Comfort Miele@home, waarmee je het apparaat via wifi kunt verbinden met je smarthome-netwerk. Bediening via app, spraak of slimme automatisering? Met Miele is het slechts een kwestie van instellen.

Ga voor meer witgoeddeals naar Bemmel & Kroon!