ID.nl logo
Hoe algoritmes onze levens beheersen
© Reshift Digital
Huis

Hoe algoritmes onze levens beheersen

Aan algoritmes die allerlei zaken voor ons bepalen, valt in onze gedigitaliseerde wereld niet te ontkomen. Het bekendste voorbeeld zijn de algoritmes van Facebook, Google en YouTube, die bepalen wat wij te zien krijgen en welke aanbevelingen we krijgen. Ook de toeslagenaffaire ging mis op algoritmes. Hoe worden zaken voor ons bepaald? En kun je deze algoritmes ontduiken of temmen?

Als we Wikipedia erbij pakken voor de definitie van een algoritme, dan vertelt de encyclopedie ons: ‘Een algoritme is een recept om een wiskundig of informaticaprobleem op te lossen. Wiskundig geformuleerd is het een eindige reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd doel leidt.’

Marit Hoefsloot, master student Philosophy of Science, Technology and Society bij UTwente en werkzaam bij het Future Lab Waag in Amsterdam weet het net even helderder uit te leggen: “Een algoritme is simpel gezegd een stappenplan. Hoewel je ook een recept al een algoritme kunt noemen, wordt het woord voornamelijk gebruikt voor stappenplannen voor het uitvoeren van wiskundige berekeningen.”

Wiskundige Hannah Fry noemt in haar boek ‘Algoritmes aan de macht’ vier functies van algoritmes: prioriteren, classificeren, associëren en filteren. Hoefsloot vult dit graag aan met een vijfde functie: identificeren. Hierbij noemt ze het praktijkvoorbeeld van gezichtsherkenning om je smartphone te ontgrendelen, waar bewegend beeldmateriaal vergeleken wordt met een opgeslagen plaatje van jouw gezicht, met het doel om je identiteit vast te stellen.

Een algoritme is simpel gezegd een stappenplan. Hoewel je ook een recept al een algoritme kunt noemen

-

Alledaagse algoritmes

Algoritmes komen natuurlijk veelvuldig voor in de digitale wereld en zitten ingebakken in de meest basale functies die we gebruiken. Hoefsloot geeft hierbij het voorbeeld van de zoekfunctie in pdf-documenten (classificeren): “Ik kan mijn leven nauwelijks voorstellen zonder zoekfuncties!”

De bekendste voorbeelden van manieren waarop we in aanraking komen met algoritmes in de digitale wereld, zijn de algoritmes van Facebook en Google. Het sociale netwerk gebruikt deze om een tijdlijn samen te stellen met inhoud die je maximaal prikkelt. Googles algoritmes bepalen (prioriteren) de zoekresultaten die op jou afgestemd zijn en YouTube-videosuggesties die jou moeten verleiden.

Deze algoritmes lijken een vrij onschuldig middel om een commercieel doel te verwezenlijken: jouw aandacht vasthouden om meer advertentie-inkomsten te werven en nóg meer data te verzamelen om de algoritmeformules te voeden. Toch kunnen de algoritmes minder onschuldige gevolgen hebben en zelfs samenleving ontwrichtende gevolgen hebben.

©PXimport

Algoritmes in de praktijk

Eigenlijk bij alles waar een computer aan te pas komt, komen algoritmes om de hoek kijken. Supermarktketen Albert Heijn kent persoonlijke aanbiedingen, die koopgedrag combineert met meerdere variabelen om je met op jouw gerichte voordeeltjes naar de winkel te lokken. Dating apps als Tinder gebruiken algoritmes die bepalen hoe vaak je profiel getoond wordt en aan wie. Zo’n bedrijf heeft er immers niks aan als je na één onbetaalde swipe de liefde van je leven tegenkomt. Ingewikkelder wordt het als we kijken naar zelfrijdende auto’s. Hier vertrouwen we op algoritmes die binnen een fractie van een seconde soms heftige ethische kwesties oplossen. Prioriteer je bij een mogelijke aanrijding inzittenden of voetgangers? Wijk je bij een onverwacht overstekende hond wel of niet uit richting de kat die op de stoep zit?

Toeslagenaffaire

Om een goed voorbeeld te noemen van de ingrijpende gevolgen waar zwaar leunen op algoritmes toe kunnen leiden, hoeven we niet alleen naar techgiganten te kijken.

De toeslagenaffaire, die leidde tot grote (financiële) problemen bij slachtoffers en de val van het kabinet-Rutte III, kwam voort uit algoritmes. Mensen werden onterecht gekort op hun toeslagen. De wiskundige formule waarmee het algoritme werd bepaald, woog verschillende factoren mee. Dubbele nationaliteit? Een specifieke etnische achtergrond? Het werd allemaal als risicofactor aangemerkt voor mogelijke fraude in het algoritme. Waren er te veel risicofactoren aangevinkt? Dan werden op basis daarvan mensen (vaak onterecht) gekort. Met alle gevolgen van dien.

Algoritmes bij Google-zoekresultaten

Je zou denken dat zoekmachines neutraal zijn en iedereen dezelfde zoekresultaten voorschotelen. Dat is bij Google absoluut niet het geval. Zoekresultaten worden beïnvloed op basis van verzamelde gegevens van Google. Niet alleen in de vorm van gepersonaliseerde zoekresultaten, die je overigens in de zoekinstellingen kunt uitschakelen, maar ook algemener. Afhankelijk van je locatie, zoals het land waar je je bevindt, worden zoekresultaten anders weergegeven. Bijvoorbeeld om de zoekresultaten van pagina’s in een gangbare taal weer te geven, maar ook voor lokaal gevoelige onderwerpen. De algoritmes die bepalen wat Google jou toont, zijn een groot geheim en geven Google enorm veel macht om te bepalen waar jij, of een hele bevolkingsgroep, mee geconfronteerd mag worden. In potentie kan hiermee publieke opinie worden beïnvloed, wat vanuit democratisch oogpunt onwenselijk is. Niet Google, maar Facebook – dat eveneens bepaalt wat jij te zien krijgt – is (en wordt) regelmatig misbruikt om publieke opinie en zelfs verkiezingen te manipuleren: het recente Cambridge Analytica-schandaal is hier een voorbeeld van.

©PXimport

Wiskundige discriminatie

Hoewel algoritmes niet de enige misstand waren die tot de toeslagenaffaire leidden, stelde Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP): “Het hele systeem was op een discriminerende manier ingericht en werd ook als zodanig gebruikt.”

Het algoritme werd hierbij aangewend om statistieken tot vooroordelen om te toveren. Als een soort cijfermatige onderbouwing om onrecht toe te passen. Zo benoemde de AP het voorbeeld dat Nederlanders met een dubbele nationaliteit tot eind 2018 strenger gecontroleerd werden als ze kinderopvangtoeslag aanvroegen dan andere Nederlanders. Die dubbele nationaliteit was een van de waarden waar het geautomatiseerde algoritme op aansloeg en bepaalde dat er extra controle nodig was. Volgens de AP was er hierdoor sprake van discriminatie op basis van nationaliteit.

Bij de toeslagenaffaire werd pijnlijk duidelijk dat de uitkomst van het stappenplan die we als algoritme bestempelen niet altijd een eerlijk resultaat is. Hoefsloot: “algoritmes zijn per definitie gebouwd op historische data, dus het is niet makkelijk om dit soort problemen te omzeilen.”

In deze kwestie lijkt het dus alsof algoritmes gebruikt zijn om onze vooroordelen te bevestigen. “Wat een optie zou zijn”, vervolgt Hoefsloot, “is het erkennen dat algoritmes dit soort vooroordelen kunnen hebben en dus niet per definitie ‘neutraal’ zijn. De resultaten uit de algoritmes moeten worden gezien als kansen en aanbevelingen en niet als de waarheid of als de enige optie. We moeten kritisch blijven op die aanbevelingen en die aanbevelingen ook leren negeren. De mensen die werken met dit soort algoritmes moeten onderwezen worden in de werking ervan en in het feit dat de resultaten enkel kansen en aanbevelingen zijn, en dat die aanbevelingen ook fout kunnen zijn. De beslissende kracht komt dan weer bij de mens te liggen en niet bij het algoritme. Het algoritme wordt enkel gebruikt om complexe berekeningen uit te voeren.”

©PXimport

Gebrek aan menselijke interventie

Hoefsloot vermoedt dat de negatieve bijdrage van algoritmes aan de toeslagenaffaire verklaard kan worden door blind vertrouwen: “Vermoedelijk hebben algoritmes een negatieve bijdrage geleverd aan de toeslagenaffaire omdat er wordt aangenomen dat algoritmes geen fouten kunnen maken. Maar het is en blijft belangrijk om kritisch te blijven op de uitkomsten van de algoritmes en die dubbel te checken. Een persoon moet verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het algoritme en moet in staat zijn om de werking en de uitkomsten van het algoritme te auditen. Het algoritme mag niet als de enige bron van waarheid worden gebruikt. Alleen op deze manier kunnen met algoritmes tijdsintensieve taken nog steeds goed geautomatiseerd worden, maar wordt de beslissende kracht weggenomen.”

Het schrijnende bij de toeslagenaffaire lijkt dat de algoritmes hun vooraf bepaalde werk naar behoren uitvoerde, maar menselijke interventie ontbrak. Ook dit is een patroon dat we bij de algoritmes maar al te vaak terugzien. Als het algoritme van Facebook of Instagram de plank misslaat en je ongepaste posts laat zien, dan gaan meldingen daarover vrijwel altijd door een geautomatiseerd proces. Er komt zeer zelden een menselijk oordeel aan te pas.

YouTube, waarbij de algoritmes je al snel op een spoor van misinformatie en complottheorieën zetten omdat mensen statistisch gezien hier sneller voor kiezen en langer blijven kijken, maakt het je ook onmogelijk een mens op de hoogte te brengen van misstanden. Wanneer een video veel dislikes krijgt, wordt hij minder snel getoond in de aanbevolen video’s of minder vaak automatisch afgespeeld. Wordt een video gerapporteerd als misleidend of op een andere manier ongepast, dan is het in de meeste gevallen ook een wiskundige formule die bepaalt wanneer een video op zwart gezet wordt.

Oneerlijke algoritmes

Helaas is de toeslagenaffaire niet het enige voorbeeld van hoe op overheidsniveau algoritmes oneerlijk zijn toegepast. Hoefsloot wijst op nog twee voorbeelden. Ten eerste het Compas-algoritme dat in de VS wordt gebruikt om recidive te voorspellen, en bevooroordeeld is ten aanzien van mensen met een zwarte huidskleur of van Latino-afkomst. Ook werd in de zomer van 2020 een algoritme in het VK gebruikt dat eindscores van middelbare scholieren moest voorspellen, omdat de scholieren vanwege de coronapandemie geen eindtentamens konden maken. Het algoritme baseerde de score op de historische data van zowel de scholieren zelf als de scholieren die in de afgelopen jaren op diezelfde school hadden gezeten. Maar aangezien scholen een afspiegeling zijn van een bepaalde wijk, en wijken vaak te maken hebben met segregatie, kregen uitmuntende scholieren uit lagere inkomenswijken erg lage scores. Hoefsloot: “Dit is ook een goed voorbeeld van hoe algoritmes diversiteit in de weg kunnen zitten. Dit soort algoritmes zijn alleen op zoek naar de mensen die het beste binnen het ideaalplaatje passen. Vaak worden kenmerken waarop mensen gediscrimineerd kunnen worden (zoals etniciteit, inkomen, geslacht), meegenomen in dat ideaalplaatje.”

Uitbesteden

Waarom er zo weinig mensenwerk aan te pas komt, laat zich raden. Geautomatiseerde processen zijn, vooral in een digitale wereld enorm efficiënt. Techreuzen als Google en Facebook moeten hun aandeelhouders tevreden houden. Het aanstellen van veel mankracht om inhoud te controleren, of tijdlijnen en zoekresultaten zonder algoritmes uit te voeren, doen de beurskoersen geen goed.

Daarbij is het ook belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het advertentiebedrijven zijn. De algoritmes zorgen ervoor dat onze aandacht zo vaak mogelijk wordt getrokken en zo lang mogelijk wordt vastgehouden door advertenties en overige inhoud optimaal te personaliseren. De samenstelling van de content en het welzijn van de kijkers is daarbij van ondergeschikt belang.

Zijn algoritmes neutraal?

Ondanks dat we algoritmes omschrijven als een stappenplan, wiskundig of een formule, bestrijdt Hoefsloot dat het iets neutraals is. “Er kunnen waarden (goed of slecht) in algoritmes gebouwd worden. Wel is het belangrijk om te onthouden dat die waarden ook een essentieel deel zijn van de algoritmes. Je kunt geen stappenplan maken zonder beslissingen te maken over welke stappen goed en welke stappen fout zijn. Die beslissingen zijn gebaseerd op waarden.” Algoritmes zouden alleen een neutrale en eerlijke rol kunnen spelen als ze slechts ingezet worden voor complexe berekeningen, waarbij het eindresultaat gebruikt wordt als advies en niet als beslissing. Hoefsloot: “Algoritmes kunnen op verschillende manieren bevooroordeeld zijn. Een voorbeeld daarvan is de training data bias. Algoritmes worden getraind op training data. Als die training data geen representatieve afspiegeling zijn van de maatschappij, dan kan het algoritme bijvoorbeeld beter worden in het herkennen van mensen met een bepaalde huidskleur. In het geval van de gezichtsherkenning zijn die algoritmes bijvoorbeeld getraind met foto’s van voornamelijk witte mannen en in iets mindere mate witte vrouwen. Vandaar dat het algoritme beter is in het herkennen van witte mannen, en veel minder goed in het herkennen van mensen met een andere huidskleur of geslacht.”

Dystopische algoritmes

De eerder genoemde voorbeelden van de toeslagenaffaire, gestuurde zoekresultaten en social media zijn algoritmes die ons dagelijks leven beïnvloeden. Maar het kan nog veel verder gaan, zoals het dystopische sociaal kredietsysteem waar China aan werkt. Hierbij krijgt iedere burger een score op basis van gedrag, en die score bepaalt of je mag reizen, geld mag lenen bij een bank of zelfs waar je mag wonen. Deze score wordt bepaald door algoritmes gebaseerd op arbitraire waardes en geautomatiseerde systemen, die bijvoorbeeld op basis van gezichtsherkenning jou een boete (en een negatieve aantekening) geven wanneer je door een rood stoplicht wandelt. Het geeft aan hoe algoritmes kunnen ingrijpen op de samenleving als ethische waarden volledig uit de code verdwijnen.

Tevens is er een megalomane technische infrastructuur voor nodig, waar China hard aan werkt. Hierbij kwam Huawei eind 2019 nog in een negatief daglicht te staan, omdat het voor de Chinese overheid een algoritme ontwikkelde voor straatcamera’s die Oeigoeren uit mensenmassa’s kan pikken. Bij herkenning worden overheden onmiddellijk op de hoogte gesteld van zijn of haar aanwezigheid. Zo lijkt in het geval van China dat algoritmes zelfs aan de basis staan van mensenrechtenschendingen, en wellicht (deels) bijdragen aan wat sommige landen al bestempelen als de Oeigoerse genocide.

Geen ontkomen aan

Het voorbeeld van China laat een extreme kant zien van het gebruik van algoritmes, maar ook ons dagelijks leven wordt er dus door beïnvloed. Hoe kun je je er tegen wapenen? Hoe krijg je een internet en dienstverlening die zo neutraal mogelijk ingericht is?

Het antwoord is tamelijk deprimerend. Je kunt zoekdiensten als StartPage en DuckDuckGo gebruiken, die wat gebruikersvriendelijkere algoritmes lijken te gebruiken, maar als zoekmachine nog altijd tekortschieten. En hoe het zit met de zoektechnologie van deze alternatieven die jouw resultaten weergeeft? Dat blijft gissen.

De enige manier om onder de dubieuze algoritmes van Facebook, Instagram en YouTube uit te komen is door de diensten links te laten liggen. Onder een overheid uitkomen die algoritmes oneerlijk toepast? Dat is misschien wel een nóg onrealistischere uitdaging.

De verantwoordelijkheid ligt bij de programmeurs en eigenaren (bedrijven en overheden) achter de algoritmes. Als mensen eindverantwoordelijk worden gemaakt voor de uitkomst van de stappenplannen en algoritmes worden getraind op een representatieve afspiegeling van de maatschappij, kunnen eerste stappen gezet worden.

Hoefsloot vult concluderend aan: “Daarnaast is het belangrijk dat de subjecten van de algoritmes zich ervan bewust zijn dat er een beslissing over hen wordt genomen op basis van een algoritme en moeten die beslissingen uitgelegd kunnen worden. De subjecten moeten het systeem kunnen aanvechten, net als bij een menselijke beslissing.”

©PXimport

Meer over algoritmes

Wil je meer te weten komen over hoe algoritmes ons leven beïnvloeden? Netflix biedt de documentaire ‘Coded Bias’ aan, die naast het blootleggen van gebreken in gezichtsherkenning op basis van huidskleur en ras, meer misstanden aan de kaak stelt. De serie Black Mirror (aflevering ‘Nosedive’) laat zien hoe een sociaal kredietsysteem in de Westerse wereld er mogelijk uit zou zien. Het boek Algoritmes aan de macht (Hannah Fry) legt de uitdagingen van een geautomatiseerd bestaan bloot. Tevens raadt Hoefsloot de boeken ‘Weapons of Math Destruction’ van Cathy O’ Neil en ‘Het internet is stuk’ van Marleen Stikker (internetpionier en tevens oprichter van Waag) aan.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.