E-bike kopen in 2022: wat zijn de 5 grote verschillen?
Je bent op zoek naar een e-bike, maar hebt nog geen idee welk type voor jou interessant is. Wil je ermee voor je plezier rijden, wil je vooral woon-werkverkeer of in de stad rijden? Wil je langere tochten kunnen maken of vooral kortere ritjes? Wat voor zithouding wil je op de fiets en wat voor uitbreidingen wil je? Dat zijn allemaal afwegingen die je moet maken voordat je de beste keuze voor jouw situatie kunt maken.
Om te bepalen welk type fiets voor jou het best is, moet je bedenken wat voor ritjes je gaat maken. De stadsfiets is – de naam zegt het al – geschikt voor in de stad, maar zeker in het geval van een e-bike kun je er ook prima toertochtjes op maken. Je zit lekker rechtop en dat fietst ontspannen, je kunt goed om je heen kijken en een gesprekje voeren. Door de houding is het stuur meer gebogen.
Een hybride fiets heeft een wat sportievere zit. Omdat het stuur ongeveer op dezelfde hoogte zit als het zadel zit je iets meer voorover. Bovendien is het stuur bij dit soort fietsen wat rechter van vorm. Rondkijken is vanwege de naar voren gebogen houding wel iets lastiger, maar je houdt langere ritten beter vol omdat je gewicht beter wordt verdeeld over je billen en je armen in plaats van alleen op je billen. Grote kans dat je minder snel zadelpijn krijgt op een fiets met een sportievere zit.
Dan de techniek van de fiets. E-bikes hebben natuurlijk accu's en motoren, en daar heb je meer dan genoeg keuze in. Wil je een voorwielmotor of een middenmotor, en wat voor fietsgedrag zoek je? Wil je meteen volle bak ondersteuning of juist dat de ondersteuning geleidelijk wordt opgebouwd? De meeste fietsen hebben een geveerde voorvork, maar wil je ook dat je zadel geveerd is? Daarnaast heb je nog de keuze voor een ketting of een aandrijfriem, schijfremmen of velgremmen, allerlei verschillende versnellingssystemen en uiteraard een veelheid aan soorten banden. Meer over dit soort details vind je in dit artikel.
De accu is een van de belangrijkste en meteen ook duurste onderdelen van je e-bike. De accu bepaalt hoever je met je fiets kunt komen voordat je weer moet opladen. Bedenk dus goed hoever je nu wilt kunnen fietsen en bouw een marge in. Hoe meer je je e-bike gaat gebruiken, hoe langer de ritjes worden die je waarschijnlijk wilt maken. Het fietst namelijk zo makkelijk en comfortabel.
Wat veel mensen niet weten, is dat de accu ook slijt. Dat slijtageproces wil je natuurlijk zo veel mogelijk beperken. Tips voor de keuze voor je accu en hoe je hem het beste kunt behandelen hebben we gevraagd aan Hannes van accuspecialist Heskon. Die kun je in deze video bekijken.
Een accu heb je in alle soorten en maten, en je ziet al snel termen als 400 Wh of 625 Wh, maar hoe ver kom je nu in de praktijk op een volle accu? Sommige fabrikanten geven wel een soort range aan, maar daar zit vaak een enorme spreiding in. Het hangt dan ook af van veel factoren. Hoe snel rijd je, hoe zwaar is je fiets en hoeveel weeg je zelf, hoeveel ondersteuning vraag je tijdens het fietsen en hoe hard trap je zelf mee? Om eens te testen hoe ver je nu écht komt, hebben we onze testfiets erbij gepakt en de accu helemaal volgeladen, om vervolgens net zo lang te gaan fietsen totdat de accu leeg was. Hoe ver ik ben gekomen, plus tips hoe je zoveel mogelijk range kunt halen, zie je in deze video.
Na zo'n vier tot zes jaar loopt het vermogen van een accu terug, en daarmee dus het aantal kilometers dat je op een volle accu kunt afleggen. Dat is voor de werking niet erg, want je kunt er gewoon mee blijven doorfietsen. Maar misschien voldoet die afgenomen range niet meer en ben je eigenlijk aan een nieuwe accu toe. Wat zijn dan je opties? Je kunt een nieuwe accu kopen; dat kost je zo'n 400-600 euro of misschien wel meer. Die prijs is vooral afhankelijk van de capaciteit van de accu. Een andere optie is om je accu te laten reviseren. En je raadt het al, ook daarover hebben we een video. Hierin zie je stap voor stap hoe de revisie van je accu in zijn werk gaat.
Het budget bepaalt voor een groot deel of je andere wensen haalbaar zijn en of je compromissen moet sluiten. Stadsfietsen zijn vaak het meest betaalbaar, sportieve fietsen zijn doorgaans wat duurder. Je hebt in principe al voor minder dan 1000 euro een e-bike, maar verwacht dan niet de sterkste motor, de beste remmen en de grootste accu.
De populairste fietsen zitten in de prijsklasse tussen de 2000 en 3500 euro, terwijl consumenten vorig jaar gemiddeld 2400 euro aan een e-bike besteedden. Maar je kunt het natuurlijk zo gek maken als je wilt: een sterkere motor, grotere accu, een stel goede schijfremmen, een stevig frame, goede vering, riemaandrijving, automatisch of zelf elektrisch schakelen – het zijn allemaal zaken die een fiets flink duurder maken. Ruim 5000 euro of zelfs richting de 10.000 euro is heel goed mogelijk als je maar opties blijft aanvinken.
Het is verstandig om ook de gebruikskosten in de gaten te houden, zoals verzekering, onderhoud en het opladen van je accu. Wat dat allemaal kost over een periode van vijf jaar en wat het verschil is tussen een stadsfiets en een wat duurdere fiets, hebben we in dit artikel voor je op een rijtje gezet. Ook hebben we gekeken naar het leasen van een e-bike en welke regelingen je via je werk kunt krijgen om iets eenvoudiger aan een fiets te komen.