ID.nl logo
Benzineprijzen stijgen snel: 7 tips om te besparen op je brandstofverbruik
© auremar
Mobiliteit

Benzineprijzen stijgen snel: 7 tips om te besparen op je brandstofverbruik

Begin van dit jaar was je gemiddeld nog 2,05 euro kwijt aan een liter benzine. Maar inmiddels – we schrijven eind maart 2024 – is de benzineprijs flink gestegen en betaal je gemiddeld 2,20 euro per liter. En het einde is nog niet in zicht. Wat kun je doen om zoveel mogelijk kilometers uit je liter vloeibaar goud te halen?

Natuurlijk, je kunt de auto laten staan en gaan gaan lopen, fietsen of met het openbaar vervoer. Of besluiten om over te stappen op elektrisch rijden. Maar dat is nou eenmaal niet voor iedereen een optie. Ontkom je niet aan het gebruik van je benzine-auto? In dit artikel hebben we 7 tips voor je verzameld waarmee je zoveel mogelijk kilometers uit een liter benzine krijgt. Tank uit je winst!

Lees ook: Een elektrische auto opladen, wat kost dat?

Stijgende prijzen
Tot voor tweeënhalf jaar geleden kwam de benzineprijs nooit boven de twee euro uit. Inmiddels is ónder de twee euro eerder uitzondering dan regel. UnitedConsumers houdt de actuele prijzen van brandstof bij (de gemiddelde landelijke adviesprijs – de daadwerkelijke prijs aan de pomp kan hiervan afwijken). En hoewel we nog niet op de recordhoogte zitten van juni 2022 (toen de adviesprijs voor één liter Euro95 ruim 2,50 euro was) stijgen de prijzen (toch al fors dankzij de accijns die er op brandstof wordt gerekend) de laatste maand weer sterk. Volgens UnitedConsumers wordt de stijging veroorzaakt doordat de olie duurder is geworden, een gevolg van de aanhoudende onrust in de wereld, met name in Oekraïne en Gaza. Dit heeft veel invloed op de handelsprijzen van olie. Paul van Selms, brandstofexpert bij UnitedConsumers: “Ook zie je dat Rusland veel olie zelf verstookt en dat enkele raffinaderijen in de Verenigde Staten zijn stilgelegd. Hierdoor is er minder aanbod en stijgt de olieprijs.” Van Selms verwacht dat benzine op korte termijn niet goedkoper wordt dan 2 euro per liter.

⛽ Tip 1: Rustig en consistent rijden

Brandstofbesparing begint met een rustige en constante rijstijl. Onnodig optrekken en remmen kost veel extra brandstof. Rijd daarom zo min mogelijk met schokkerige bewegingen. Trek rustig op bij groen licht en schakel bij een gunstig toerental over naar de volgende versnelling. Op tweebaanswegen is het zinloos om steeds van rijstrook te wisselen om andere auto's in te halen vlak voor een stoplicht. De meest efficiënte snelheid ligt tussen 70-90 km/u. Probeer die snelheid zo constant mogelijk aan te houden. Anticipeer op het verkeer voor je en laat vroeg het gas los als auto's voor je gaan remmen. Zo voorkom je onnodig optrekken en remmen. Met een kalme, vooruitziende rijstijl bespaar je aanzienlijk op brandstof en rem je andere weggebruikers minder vaak onnodig af.

©Michael de Groot | misign ontwerp 2020

Heb je cruisecontrol? Dan gebruik je die uiteraard ook voor de langere stukken snelweg, maar beter niet wanneer je een caravan of ander soort aanhanger achter je auto hebt. De motor moet dan juist harder werken om een constante snelheid aan te houden, en zeker in heuvelachtige gebieden loopt het brandstofverbruik dan flink op.

⛽ Tip 2: Pak die wind

Het consistent op snelheid houden van je auto draagt ook bij aan vermindering van je brandstofverbruik. Ga op een snelweg niet constant inhalen, maar blijf zoveel mogelijk rechts rijden. Heb je geen haast? Rijd dan achter een vrachtwagen. Officieel mogen ze maximaal 80 km/u, maar ze rijden vaak zo rond de 85 à 90 km/u. Door de hoogte van de vrachtwagen ondervind je minder last van tegenwind en profiteer je van de slipstream die wordt gegenereerd, waardoor je zonder extra verbruik als het ware wordt meegetrokken. Let wel op een veilige afstand van 20 tot 30 meter, zodat je goed kunt anticiperen en de vrachtwagenchauffeur jou in zijn spiegels ziet.

Met de caravan op pad? In de meeste Europese landen geldt hier op de snelweg een snelheidslimiet van 100km/h voor (in Nederland: 90km/h voor caravans onder de 3.500 kilo), maar pak gerust een lagere snelheid door ook met deze combinatie achter een vrachtwagen te rijden. Door de hoogte van de trailer zal ook je caravan veel minder weerstand ondervinden en dat is alleen maar goed voor het verbruik.

©Rudmer Zwerver

Rijden achter een vrachtwagen levert altijd wat brandstofbesparing op.

⛽ Tip 3: Auto-onderhoud

Het onderhouden van je auto is niet alleen belangrijk voor je veiligheid, maar kan ook een grote impact hebben op je brandstofverbruik. Door ervoor te zorgen dat je auto regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden, blijft deze zo efficiënt mogelijk werken. Een belangrijk onderdeel van goed auto-onderhoud is het controleren van de bandenspanning. Een te lage spanning zorgt voor een hogere rolweerstand. Oftewel: hoe lager de bandenspanning, des te sneller sta je stil als je je gaspedaal loslaat. Een exacte berekening van hoe hoog de bandenspanning moet zijn voor de ideale 'vrije rol' is er niet, dat hangt helemaal af van je auto, de belading en het type banden. Wel kunnen we stellen dat een te lage bandenspanning kan zorgen tot wel 3 procent meer brandstofverbruik. De meest ideale bandenspanning voor jouw auto en de belading vind je vrijwel altijd op de binnenkant van de deurpost, zonneklep of de binnenkant van de benzinedop.

©AJ Venter

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

⛽ Tip 4: Extra (digitale) hulpmiddelen

Met de opkomst van slimme technologie zijn er allerlei apps en gadgets beschikbaar die je kunnen helpen om je brandstofverbruik te monitoren en te verminderen. Deze tools kunnen bijvoorbeeld je rijgedrag analyseren en je tips geven over hoe je brandstof kunt besparen. Ze kunnen je ook helpen bij het plannen van de meest brandstofefficiënte routes voor je reizen. Google Maps bijvoorbeeld kan aan de hand van het door jou opgegeven brandstoftype van je auto de meest efficiënte route voor je uitstippelen.

Google Maps kan voor jou de meest efficiënte route uitkiezen op basis van het door jou opgeven type brandstof dat je auto gebruikt.

⛽ Tip 5: Airco uit

Toegegeven: als het warm is, is er niets zo fijn als rijden in een auto met een lekker gekoeld interieur. Maar dat hoeft natuurlijk niet de airco te zijn: iedere auto heeft ook nog gewoon een 'ouderwets' ventilatiesysteem. De koude lucht die hier uitkomt kan misschien niet tippen aan de airco, maar daar staat tegenover dat de airco wel kan zorgen tot een toename van zo'n 10 procent in het brandstofverbruik! Ja, je leest het goed: 10 procent. Met de huidige benzineprijzen hebben we het dan niet over een paar centen ... Dus koel zoveel mogelijk met de ventilator en gebruik de airco alleen om het interieur even snel koeler te krijgen bij het begin van een reis.

©Proxima Studio

Gebruik de airco zo min mogelijk en koel het interieur in plaats daarvan met de gewone ventilator. Duurt langer, maar bespaart ook brandstof.

⛽ Tip 6: Ritten combineren

Het is natuurlijk niet altijd goed te plannen, maar als je meerdere ritten combineert tot één langere rit bespaar je ook brandstof. Waarom? Iedere keer dat je je auto vanaf een koude start gebruikt, kost dat telkens weer extra brandstof. Een koude motor verbrandt meer diesel of benzine om op temperatuur te komen. Vroeger was daar de choke voor, maar nu gaat de extra brandstoftoevoer automatisch naar de motor. Hoe minder vaak je de auto dus hoeft te starten, des te minder brandstof verbruik je. Combineer die rit naar de supermarkt met een ritje naar de stort, of ga op één dag op bezoek bij meerdere vrienden of familieleden.

⛽ Tip 7: Skiboxen, gewicht en dakkoffers

Tot slot: is je (ski)vakantie voorbij? Haal dan dakkoffers en skiboxen van het dak van je auto, want hoe minder extra's je hebt, des te minder weerstand de auto heeft en des te lager je brandstofverbruik. Dat geldt natuurlijk ook voor het gewicht: rijd niet rond met onnodig veel spullen in de achterbak.

©Sergey Novikov/serrnovik

Handig zo'n skibox, hoe gestroomlijnd ook, maar als je hem niet gebruikt, haal je hem het best gewoon van de auto.

En rijden maar...

Een exact bedrag dat je per week, maand of jaar bespaart door zuiniger te rijden kunnen we niet voor je berekenen. Maar door deze eenvoudige tips te volgen bespaar je op z'n minst iets, al is het maar het milieu. Houd in ieder geval ook de actuele brandstofprijzen in de gaten. Heb je zelf nog een leuke besparingstip? Mail ons dan op redactie[at]id.nl. Fijne reis!

🚘Wil je een laadpaal thuis laten plaatsen? Vraag de vrijblijvende offerte aan!

Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips