ID.nl logo
Zelf een smartphone-app bouwen: Met welke tools doe je dat?
© Reshift Digital
Huis

Zelf een smartphone-app bouwen: Met welke tools doe je dat?

Stel, je hebt een fantastisch idee voor een app. Het bestaat nog niet, dus je wil zelf deze smartphone-app bouwen. Maar dat heb je nog nooit gedaan. Waar begin je dan mee? In dit artikel sommen we op welke app-soorten er bestaan en welke ontwikkeltools er voor handen zijn.

We zijn de hype weliswaar een beetje voorbij, maar het blijft voor velen een droom om een eigen app te maken. De potentie is enorm: vrijwel iedereen loopt met een smartphone rond. Mondiaal gaat het weliswaar om ‘slechts’ 45 procent van de wereldbevolking, maar in vrijwel alle meer ontwikkelde landen ligt dat percentage boven de 85 procent. 

Nederland blijkt zelfs koploper: meer dan 93 procent is hier in het bezit van een smartphone. Op de gemiddelde smartphone zijn 60 tot 90 apps geïnstalleerd. Verdient jouw app een plekje op al die toestellen? En op welke manieren kun je die app dan bouwen?

We behandelen de apps per soort, want er bestaan verschillende. Daarna gaan we ook nog even in op andere aandachtspunten, zoals de uitdagingen van Android en iOS-compatibiliteit.

Native app

Een app die specifiek is ontwikkeld voor een bepaald mobiel besturingssysteem noemen we een native app. Ze worden meestal gemaakt met de ontwikkelomgeving en programmeertaal die bij het platform hoort. Bij Android is de ontwikkelomgeving veelal Android Studio en de programmeertaal Kotlin of Java. Bij iOS heet de voornaamste ontwikkelomgeving Xcode en de programmeertaal doorgaans Swift of Objective-C.

Je moet de ontwikkelomgeving én programmeertaal leren kennen, net als de ins en outs van het platform. Dat is best een uitdaging. Maar een native app kan wel álle mogelijkheden benutten en werkt vaak sneller, vloeiender en intuïtiever dan op andere manieren gebouwde apps. De integratie met andere apps is eveneens beter. Je merkt aan alles dat zo’n app specifiek voor het platform is gemaakt. Toch hoef je niet altijd zo’n native app te ontwikkelen. Soms heb je genoeg aan bijvoorbeeld een webapp of hybride app.

Webapp

Met webtechnologieën als html, css en JavaScript kun je websites maken die er op elk apparaat goed uitzien. Ze worden responsief genoemd omdat ze zich aan de scherm- of venstergrootte van het apparaat aanpassen. Je kunt nog een stapje verder gaan en een mooie app-achtige gebruikersinterface maken. Bibliotheken of frameworks voor JavaScript kunnen je daarbij helpen. Het resultaat noemen we een webapp.

Een goed voorbeeld is Facebook: de gebruikersinterface van de website voelt in veel opzichten aan als een app. Het bouwen van een webapp is interessant als je ervaring hebt met webdesign. Wel blijft het resultaat altijd ‘gewoon’ een website die de gebruiker moet openen in de browser en niet een installeerbare app. Al kan er wel een mooi icoontje voor worden gemaakt voor op het beginscherm.

©PXimport

Hybride app

Een hybride app is in de basis een webapp, maar dan in het jasje van een app, geschikt voor zowel Android als iOS. Je kunt de app distribueren via de betreffende appstores. Een hybride app is eenvoudig voor meerdere platforms uit te brengen, ook wel cross-platform genoemd. 

Er zijn speciale frameworks voor het maken van hybride apps. De populairste zijn Ionic en React Native. Verder heb je bijvoorbeeld PhoneGab en Cordova. Vooral React Native is in opkomst. Het is een mooie optie als je veel ervaring hebt met JavaScript, waar het sterk op leunt. De apps die je hiermee bouwt zijn bijna niet te onderscheiden van native apps, maar kennen ook hun beperkingen. Zo kun je vaak niet alle hardware van de smartphone gebruiken.

App maken voor Android of iOS?

In de markt voor smartphones heerst al sinds jaar en dag een strijd tussen smartphones met Android en de iPhone van Apple – zonder duidelijke winnaar. Beide platforms bieden een eigen ontwikkelomgeving en gebruiken een andere programmeertaal. Wil je een native app maken, dan moet je dus kiezen voor welk platform je die (in eerste instantie) gaat maken. 

Een belangrijk verschil vanuit ontwikkelaarsoogpunt is dat je bij Android rekening moet houden met een enorme verscheidenheid aan fabrikanten en toestellen, met bijvoorbeeld uiteenlopende schermafmetingen en -verhoudingen of technische mogelijkheden. Daarnaast zijn er heel veel versies van Android in omloop. Fabrikanten zijn nooit heel trouw geweest met het uitbrengen van updates. 

Ook Apple heeft inmiddels een hele rits iPhones geproduceerd in verschillende soorten en maten waar je rekening mee moet houden, maar het aantal is veel beperkter, net als de onderlinge verschillen tussen de apparaten. Bovendien draait op het gros van – niet al te oude – apparaten gewoon de laatste iOS-versie. Dat maakt het als ontwikkelaar makkelijker om nieuwe functies te benutten.

©PXimport

Google en Apple hebben elk een eigen gratis ontwikkelomgeving voor het maken van apps. Voor Android is dat Android Studio, beschikbaar voor Windows, macOS, Linux en Chrome OS. Apple stelt Xcode beschikbaar om apps voor iOS te maken. Deze software kun je alleen op macOS installeren. Je kunt die beperking eventueel omzeilen door een virtuele machine met macOS te gebruiken binnen je eigen besturingssysteem, zoals Windows. Dat kan bijvoorbeeld met de gratis Virtual Box-software van Oracle. Het druist wel tegen de licentievoorwaarden van Apple in.

Een ander alternatief – het ‘nabouwen’ van een Mac (ook wel Hackintosh genoemd) – is ook een optie, maar is evenmin een officiële methode en door hardware-beveiligingen steeds lastiger. Wil je voor dit platform gaan ontwikkelen, dan ontkom je er bijna niet aan een Mac, MacBook of eventueel een losse Mac mini aan te schaffen.

Cross-platform app ontwikkelen

Je zult er veel tijd en moeite in moeten steken om een app voor een bepaald platform te maken. En wil je de app dan ook nog voor het andere platform uitbrengen, dan krijg je opnieuw met een vergelijkbare leercurve te maken. Het zogeheten cross-platform ontwikkelen is een manier om dat te voorkomen.

Een bekend voorbeeld is Xamarin, waarin je met de programmeertaal C# werkt. Heb je ervaring met het maken van websites? Dan kun je zoals eerder aangehaald ook een hybride app overwegen met bijvoorbeeld React Native. Ook dan kun je het resultaat distribueren via appstores. Voor bovenstaande opties geldt echter dat je niet altijd alle mogelijkheden van het smartphoneplatform kunt benutten. 

een nadeel is dat cross-platform-ontwikkelomgevingen meestal minder gebruiksvriendelijk zijn. Ook is het soms lastiger om de app te optimaliseren en om specifieke hardware- of software-eigenschappen van een platform te benutten.

Je inspanningen worden dus zeker beloond als je je in Android óf iOS en in de toegepaste ontwikkelomgeving en programmeertaal verdiept. Je hoeft je daarbij zeker niet tot apps voor smartphones te beperken. Zonder al te veel moeite kun je dezelfde app geschikt maken voor tablets, zolang je hier rekening mee houdt bij het bouwen van de gebruikersinterface. En met smartphones en tablets houdt het nog lang niet op...

©PXimport

Apps voor smartwatch, tv en meer

Zowel Android als iOS wordt breed ingezet. Zo wordt Android bijvoorbeeld in de vorm van Android TV als besturingssysteem in diverse smart-tv’s en losse mediaspelers gebruikt. Ook bestaan er smartwatches met Wear OS, wat in feite een aangepaste editie van Android is. Ook op deze platforms kunnen apps geheel zelfstandig draaien. En al deze apps kun je met Android Studio maken.

Voor Apple geldt bovenstaande ook. Zo kun je met dezelfde Xcode-ontwikkelomgeving apps maken voor Apple TV (dat tvOS gebruikt), voor Apple Watch (met watchOS) en ook voor macOS, het desktopbesturingssysteem. Natuurlijk komt alle hardware wel weer met zijn eigen uitdagingen, zodra je daar een app voor gaat maken. Maar je kunt eenvoudiger instappen. Niet alleen de ontwikkelomgeving en programmeertaal zijn dezelfde, ook de stappen voor het bouwen van de app hebben veel gemeenschappelijk. In no-time heb je er dus een nieuwe doelgroep bij.

 Nu heb je een aardig idee van alle mogelijkheden die er voor je liggen, zodat je jouw app-idee werkelijkheid kan maken. Vinden we 'm straks terug in de downloadwinkels van Google en Apple?

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Met de feestdagen voor de deur kijken we dit keer naar 5.1-surroundsets voor de woonkamer. Want wat is er nou leuker om je favoriete film of serie te kijken met supergoed geluid? Of bij het gamen? Voor minder dan 300 euro welteverstaan.

Een 5.1 speakerset is een geluidssysteem dat is opgebouwd uit zes verschillende luidsprekers. Het cijfer 5 staat voor de satellietluidsprekers: een middenkanaal voor spraak, twee speakers voorin (links en rechts) en twee speakers die je achter je plaatst. De .1 verwijst naar de subwoofer, die specifiek de lage bastonen voor zijn rekening neemt. Doordat deze luidsprekers rondom de luisterpositie worden geplaatst, komt het geluid vanuit verschillende richtingen op je af. Dit creëert een ruimtelijk effect waardoor je bij het kijken van films en series of het spelen van games wordt omringd door geluid.

Logitech Z906

Deze set is ontworpen om meerdere audiobronnen tegelijkertijd te kunnen verwerken. Je sluit tot zes apparaten aan, zoals een televisie, gameconsole of computer, via de beschikbare digitale optische, digitale coaxiale of analoge ingangen. De set beschikt over een bedieningsconsole die je stapelt bij je apparatuur en een draadloze afstandsbediening voor bediening vanaf de bank. Het systeem levert een continu vermogen van 500 watt en is THX-gecertificeerd, wat betekent dat het voldoet aan specifieke prestatie-eisen voor bioscoopgeluid. De decodering ondersteunt Dolby Digital en DTS-soundtracks. Naast de subwoofer krijg je vier satellietluidsprekers en een middenkanaal die je flexibel kunt plaatsen.

RMS of uitgangsvermogen?

Bij het vergelijken van specificaties kom je vaak de termen RMS en totaal uitgangsvermogen tegen, en het is slim om vooral op die eerste te letten. RMS staat voor het continue vermogen en geeft eerlijk weer wat de speakers constant kunnen leveren zonder dat het geluid vervormt. Je kunt het zien als de basissnelheid die een hardloper een uur lang volhoudt, terwijl het totaal uitgangsvermogen of piekvermogen slechts een korte sprint van enkele seconden is. Fabrikanten zetten dat hogere piekvermogen vaak groot op de doos als marketingmiddel, maar als je wilt weten hoe krachtig de set echt is tijdens een hele film, concert, serie of game, geeft de RMS-waarde je het meest betrouwbare beeld.

Sony HT-S40R

Bij dit systeem worden de achterste luidsprekers aangestuurd door een draadloze versterker, waardoor er geen kabels van de soundbar voorin de kamer naar achteren hoeven te lopen. De soundbar zelf beschikt over drie kanalen en werkt samen met de subwoofer en de twee achterspeakers voor de 5.1-weergave. Het totale uitgangsvermogen bedraagt 600 watt. Voor de connectiviteit maak je gebruik van HDMI ARC, een optische ingang of een analoge aansluiting. Daarnaast is er Bluetooth 5.0 aanwezig voor het streamen van audio vanaf mobiele apparaten. De soundbar kan aan de muur worden bevestigd of voor de televisie worden geplaatst.

Trust GXT 658 Tytan

Dit geluidssysteem is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor games en in combinatie met een pc of gameconsole, waarbij de houten subwoofer het middelpunt vormt. De basweergave is gesynchroniseerd met geïntegreerde LED-verlichting die reageert op het ritme van het geluid. Het systeem schakelt automatisch naar een stand-by modus wanneer het niet in gebruik is. De set wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee je onder andere de bas en het volume regelt. De kabels voor de achterste luidsprekers hebben een lengte van 8 meter, wat plaatsing in grotere ruimtes mogelijk maakt zonder verlengsnoeren. Het piekvermogen ligt op 180 watt.

Hisense AX5100G

Dit audiosysteem ondersteunt Dolby Atmos-technologie voor een ruimtelijke geluidsweergave. De set bestaat uit een soundbar, een losse subwoofer en twee achterluidsprekers. Met een totaal vermogen van 340 watt worden de verschillende frequenties verdeeld over de speakers. Je hebt de beschikking over diverse equalizer-modi, waaronder instellingen voor nieuws, film en games. Aansluiten op de televisie gaat via HDMI eARC, maar er zijn ook opties voor USB en een optische kabel. De achterspeakers plaats je achter de luisterpositie om het surround-effect van de 5.1-opstelling te completeren.

Sony HT-S20R

Je installeert dit systeem met een soundbar, subwoofer en twee bedrade achterspeakers. De soundbar verzorgt de linker-, rechter- en middenkanalen, terwijl de externe subwoofer de lage tonen voor zijn rekening neemt. Het systeem heeft een totaal vermogen van 400 watt en ondersteunt Dolby Digital. Via de USB-poort speel je audiobestanden direct af van een geheugenstick. Voor de verbinding met de televisie gebruik je HDMI ARC, maar als je televisie dit niet ondersteunt, zijn er optische en analoge ingangen beschikbaar. De set beschikt over diverse geluidsmodi die je met een knop op de afstandsbediening selecteert.

▼ Volgende artikel
AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers
© AGON by AOC | KateStudio/Shutterstock
Huis

AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers

AOC brengt met de Gaming 25G4KUR een monitor op de markt die volledig is afgestemd op competitieve gamers. Het 24,5-inch scherm haalt een verversingssnelheid tot 420 Hz en biedt snelle reactietijden, Adaptive-Sync en ergonomische instelmogelijkheden.

Supersnel beeld voor competitieve spelers

De AOC Gaming 25G4KUR (adviesprijs 259 euro) is bedoeld voor wie elke milliseconde telt. Dankzij een overklokte verversingssnelheid van 420 Hz (400 Hz standaard) en een responstijd tot 0,3 milliseconde reageert het scherm vrijwel direct op elke actie. Dat maakt hem geschikt voor snelle shooters, esports-toernooien en spelers die vloeiende bewegingen en minimale vertraging willen.

Het 24,5-inch formaat is populair onder professionele esports-spelers, omdat het speelveld overzichtelijk blijft zonder dat de ogen veel hoeven te bewegen. De Full HD-resolutie zorgt ervoor dat hoge framerates haalbaar zijn, zelfs met een middenklasse grafische kaart.

©AGON by AOC

Heldere kleuren en vloeiende beelden

De 25G4KUR gebruikt een Fast IPS-paneel met brede kijkhoeken en een kleurdekking van 121 procent sRGB. Het scherm is compatibel met NVIDIA G-SYNC. Adaptive-Sync, zorgt ervoor dat beelden vloeiend blijven zonder haperingen of tearing. DisplayHDR 400 biedt bovendien een iets hoger contrast en betere helderheid dan standaard SDR-monitoren.

Ontworpen voor urenlang gamen

AOC rust de monitor uit met functies die lange gamesessies comfortabeler moeten maken. De flicker-free achtergrondverlichting en blauwlichtreductie verminderen vermoeide ogen, terwijl de ergonomische standaard in hoogte verstelbaar is en kantel-, draai- en rotatiefuncties heeft. Via AOC's G-Menu-software kunnen spelers profielen aanmaken, instellingen aanpassen en de Low Input Lag-modus activeren.

MiniLED-monitor in januari

In januari 2026 brengt AOC nog een nieuw model uit: de Gaming U27G4XM. Deze 27-inch 4K-monitor gebruikt MiniLED-technologie met 1152 local dimming-zones en heeft een DisplayHDR 1000-certificering. Dankzij de hoge helderheid (1200 nits) en het diepe contrast biedt hij beeldkwaliteit die dicht in de buurt komt van OLED, maar zonder risico op inbranden. De U27G4XM krijgt een adviesprijs van 449 euro.