Wat brengt tech ons in de toekomst?
Sommige lezers herinneren zich ongetwijfeld nog een leven zonder smartphones, zonder snel internet, zonder streamingdiensten en zonder sociale media. Terug in de tijd kijken is leuk, maar vooruitkijken is misschien nog wel leuker. Hoe ziet ons digitale leven er over een kwart eeuw uit, en welke ontwikkelingen kunnen we de komende decennia verwachten?
Hoe zal onze toekomst er over enkele decennia uitzien? In dit artikel lees je alles over de ontwikkelingen die nu gaande zijn en die in de (nabije) toekomst ons leven zullen beheersen:
- Metaverse
- Kunstmatige intelligentie
- Energie
- Zelfrijdende auto's
Ook lezen: Nieuwe AI-wet van Europese Unie moet jou beter gaan beschermen
Tot aan de jaren '00 zat de wereld midden in de internethype en leken de bomen tot in de hemel te groeien. Met de eeuwwisseling knapte de internetzeepbel. Dat datzelfde internet een kwart eeuw later de basis zou vormen voor praktisch alles wat er in de wereld gebeurt, hadden weinigen kunnen bevroeden. Toch zijn er al begin deze eeuw signalen dat dingen in rap tempo veranderen. Sociale media brengen mensen bij elkaar, er worden betere zoekmachines en online encyclopedieën gebouwd en smartphones vinden massaal hun weg naar onze broekzak.
Dat er in tweeënhalf decennium veel is gebeurd, is evident. En de ontwikkelingen staan niet stil. Daarom proberen we ons voor te stellen hoe het digitale leven er over nog eens tweeënhalf decennium uit zal zien. Zit er nog een smartphone in onze broekzak, bestaat het internet nog, leven we in een metaverse, en hoe slim wordt kunstmatige intelligentie? Een blik in de glazen bol.
Smartphones
Smartphones zijn misschien wel het schoolvoorbeeld van technologische verandering. De eerste mobiele telefoons die slim werden genoemd, kwamen van IBM en Nokia; daarna ging het hard, met BlackBerry, camerasmartphones en uiteindelijk de bekende iPhones en Galaxy’s.
Het is misschien lastig voor te stellen dat we over vijfentwintig jaar geen smartphone meer bij ons dragen, maar zo vreemd is die voorspelling ook weer niet. Ontwikkelingen die de smartphone kunnen verdringen, zijn al langer gaande. Het kan goed zijn dat de smartphone over een jaar of tien niets meer is dan een glazen plaatje met sensoren. Nog wat verderop in de tijd zou het mogelijk moeten zijn een soortgelijk apparaat in je onderarm te laten plaatsen, zodat je hem letterlijk altijd bij je hebt. En wellicht is het tegen die tijd zelfs mogelijk om een virtuele smartphone voor je gezicht te laten projecteren, zodat je helemaal geen hardware meer nodig hebt.
©sitthiphong
VR, AR, en de Metaverse
Ook op het gebied van augmented reality mogen we de komende jaren grote vooruitgang verwachten. Pokémon Go was natuurlijk ontzettend leuk, maar het plaatsen van virtuele objecten in de echte wereld heeft nu al serieuze impact op bijvoorbeeld de medische wetenschap en het onderwijs, en die impact zal alleen maar groter worden.
Virtual reality, waarbij de echte wereld volledig wordt ingeruild voor een computergegenereerde, is al langer de heilige graal van de technologie. Een samenleving zoals die in de dystopische film Ready Player One, waarbij de mensheid vrijwel volledig in een virtuele wereld leeft, lijkt nog wat te hoog gegrepen, en misschien is dat maar beter ook, maar de verregaande plannen van Facebook-oprichter Mark Zuckerberg om een Metaverse te bouwen waarin we een geheel digitaal leven kunnen leiden, zijn absoluut een realistisch scenario.
©Gorodenkoff Productions OU
Kwantumcomputer
De meest sciencefictionachtige ontwikkeling is ongetwijfeld die van de kwantumcomputer. Chipfabrikanten en computerbouwers proberen de wereld van kwantumdeeltjes zoveel mogelijk buiten de deur te houden, omdat de natuurkrachten die daar werken niet goed samengaan met onze huidige chips. Bij kwantumcomputers gebeurt juist het tegenovergestelde.
Het beginsel van superpositie, het principe dat een kwantumdeeltje niet alleen een één of een nul, maar ook alles er tussenin kan zijn, maakt dat een kwantumprocessor in theorie berekeningen tot wel honderd biljoen keer sneller kan uitvoeren dan een traditionele computer. De toepassingen zijn op dit moment nog vooral hypothetisch, en dat we over vijfentwintig jaar allemaal met een miljarden malen snellere computer werken, is niet erg waarschijnlijk, maar dat we de wetten van de kwantummechanica gaan aanwenden om in onze chips te gebruiken, is zeer voorstelbaar.
Domotica
Nu al is vrijwel ieder elektrisch apparaat op de een of andere manier met het internet verbonden, en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Interessant is in hoeverre de bekende ecosystemen met elkaar gaan samenwerken, en of er nog grote spelers bijkomen. Consumenten zijn er niet bij gebaat als bepaalde producten alleen maar werken binnen bepaalde systemen.
En dan is er nog de vraag of we over vijfentwintig jaar nog wel wíllen dat elk apparaat slimmer wordt. Een grootschalige hackaanval waarbij via een achterdeurtje in een espressomachine een compleet thuisnetwerk kan worden binnengedrongen, is niet ondenkbaar. Toch lijkt onze honger naar comfort en gemak het voorlopig nog te winnen van onze terughoudendheid.
Kunstmatige intelligentie
Als je het hebt over technologie in de toekomst, ontkom je natuurlijk niet aan artificiële intelligentie (AI). De eerste schaakcomputer eind 18e eeuw was dan wel gewoon een goocheltruc (een kleine topschaker in een kastje onder een tafel, maar daarna zijn computers wel degelijk slimmer geworden dan mensen. De vraag of AI op termijn kan slagen voor de turingtest, waarbij het voor een mens niet meer mogelijk is te bepalen of er met een ander mens of een computer gecommuniceerd wordt, is er een die wetenschappers verdeelt.
Dat we de komende decennia tegen problemen aanlopen als het in Hollywood graag gebruikte scenario van een computer die zich tegen de mensheid keert, lijkt niet heel realistisch. Een AI die zo slim is dat moeilijke wiskundige problemen kunnen worden opgelost, medische gegevens foutloos kunnen worden geanalyseerd en enorme hoeveelheden belangrijke data kunnen worden verwerkt, is dat zeker wel.
Video
Nog een ontwikkeling die al even aan de gang is: de overgang van geschreven tekst naar video. Nog niet al te lang geleden haalden we onze informatie vooral uit lappen tekst. Sociale media als Instagram en Snapchat richtten zich nog voornamelijk op statisch beeldmateriaal, terwijl YouTube en TikTok al meer uitgaan van bewegend beeld, mogelijk gemaakt door de groeiende capaciteit van opslagmedia, betere beeldschermen en sneller internet.
Geschreven tekst zal niet snel verdwijnen. Het gaat nog lang duren voor algoritmen zo uitgebreid zijn dat ze de inhoud van een video, compleet met interpretatie van de beelden zelf, volledig kunnen uitpluizen. Toch zegt het genoeg dat zoekmachines hun resultaten gretig opfleuren met videomateriaal, dat websites met veel bewegend beeld hoger worden gewaardeerd, en dat oudere socialemedia-diensten als Facebook het immens populaire TikTok proberen te kopiëren.
Een leven waarin video niet alleen op smartphones en internet, maar overal op straat een grote rol gaat spelen, is simpel voor te stellen. Voor videomakers breken in elk geval gouden tijden aan – als die er al niet zijn.
©Kaspars Grinvalds
Energie
Elektrische apparaten verbruiken stroom, en dat is in een wereld die verwikkeld is in een moeizame energietransitie een niet te onderschatten factor. Al die computers, laptops, smartphones, televisies en slimme apparaten die we iedere dag gebruiken, hebben ervoor gezorgd dat het energieverbruik in de wereld de laatste decennia enorm is gestegen, en dat gaat voorlopig nog wel even door. Dat we voor een groot deel van die energie nog steeds afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, is iets waar de technologiesector goed over na moet denken.
Er gloort wel licht aan de horizon. Het besef dat de aarde onze huidige manier van leven niet bij kan benen, is groeiende. Steeds meer technologische producten worden gefabriceerd door gebruik te maken van schonere vormen van energie. Batterijen en accu’s worden zuiniger, net als de vele schermen die we in en rond het huis gebruiken. Genoeg is het echter nog lang niet. Productieprocessen zijn nog veel te afhankelijk van fossiele brandstoffen, en windmolen- en zonne-energieparken worden niet snel genoeg bijgebouwd. Niet alleen voor de technologiesector, maar voor ons allemaal is het te hopen dat die situatie over vijfentwintig jaar drastisch is veranderd.
Medische wetenschap
Als er één sector is die de komende jaren nog afhankelijker gaat worden van technologie, is het wel de medische. Patiëntendossiers zijn in het Westen al grotendeels gedigitaliseerd, maar dat is nog lang niet overal ter wereld het geval. Medische apparaten worden steeds beter in het uitlezen en analyseren van gegevens, waardoor levens kunnen worden gered. En ga er maar vanuit dat dit alles nog in de kinderschoenen staat.
Krachtige AI kan vele malen meer data verwerken dan een mens, en kan daardoor ziektebeelden en virusuitbraken beter onderzoeken dan wie dan ook. Een van de meest tot de verbeelding sprekende toekomstbeelden is dat van een slimme chip in ons lichaam, waarmee vitale functies kunnen worden bijgehouden.
Machines kunnen zo worden geprogrammeerd dat ze met uiterste precisie operaties kunnen uitvoeren. Dokters, verpleegkundigen en chirurgen zullen nooit volledig worden vervangen, maar dat je huisarts over vijfentwintig jaar een berichtje krijgt als je bloeddruk te hoog is of als je onverhoopt je been breekt, is zeer voorstelbaar.
©Gorodenkoff Productions OU
Zelfrijdende auto’s
Weinig technologie spreekt zo tot de verbeelding als de zelfrijdende auto. Automakers dromen er al jaren van, en de ontwikkelingen gaan snel. Veel moderne auto’s die op dit moment uit fabrieken rollen, kunnen al grotendeels zelfstandig opereren en YouTube staat vol met video’s waarin racewagens autonoom over het circuit scheuren. Zelfrijdende auto’s verhogen niet alleen het rijcomfort, maar veroorzaken ook beduidend minder ongevallen dan wij emotionele, snel afgeleide mensen.
Het is niet de vraag of het technisch mogelijk is om over een kwart eeuw volledig zelfstandig rijdende auto’s op de weg te hebben. De techniek is er voor een groot deel nu al, de gegevens rond veiligheid spreken boekdelen en de tijdwinst die de vergrote efficiëntie kan opleveren, is enorm. De echte vraag luidt: gaan we de regels en wetten doorvoeren die het mogelijk maken ons wagenpark autonoom te maken? Dat is nog niet zo evident, waarover in het kader meer.
Kunnen of willen? Als we filosoferen over de toekomst, hebben we het vooral over technologische mogelijkheden. Kunnen we chips maken die klein genoeg zijn om in een glasplaatje te passen? Kunnen we programma’s schrijven die nadien van zichzelf leren?
Maar het gaat niet altijd om kunnen. De wereld waarin we over vijfentwintig jaar leven, is voor een groot deel afhankelijk van de beslissingen die we de komende jaren nemen. Misschien kun je in 2048 een bril op je hoofd zetten waarmee je in een mum van tijd op vakantie naar Aruba kunt, maar willen we ons leven op zo’n manier digitaliseren? Willen we dat AI zo slim wordt dat deze in theorie in staat is op eigen houtje te beslissen dat de regels waarmee hij is geprogrammeerd niet opgevolgd hoeven te worden? Willen we nog meer stroom verbruiken, zelfs als dat ten koste gaat van de leefbaarheid van de planeet? Een deel van die beslissingen kunnen we niet voor ons uit (blijven) schuiven. Tot welke uitkomsten dat leidt, bepaalt mede hoe onze wereld er halverwege deze eeuw uitziet.
Niets staat vast
Vijfentwintig jaar is een eeuwigheid, helemaal als het gaat om technologie. Niemand had een kwart eeuw geleden kunnen voorspellen hoe we vandaag de dag gebruikmaken van het internet, onze smartphone en slimme elektronische apparatuur. Toch zijn er wel wat zaken die we de komende vijfentwintig jaar naar alle waarschijnlijkheid gaan meemaken. Technologie die in ons lichaam wordt geplaatst, voor de lol of om onze gezondheid in de gaten te houden, komt eraan. Computers en andere apparaten worden sneller, (video)beelden krijgen een steeds hogere kwaliteit, AI wordt slimmer.
Maar niets is zeker, en zelfs dat niet. De komende vijfentwintig jaar worden er ongetwijfeld technologieën ontwikkeld waarmee apparaten kunnen worden gebouwd die we ons nu nog niet eens kunnen voorstellen. De vraag is vooral hoe ver we willen gaan? Hoe denken we over AI die zelf beslissingen neemt, hoe graag willen we in een virtuele wereld leven?
De wetenschap dendert door, zoveel is zeker, maar de vragen over het nut en de baten van steeds ingrijpendere technologische ontwikkelingen moeten we de komende jaren toch echt zelf beantwoorden.
©Gorodenkoff Productions OU