ID.nl logo
Wat brengt tech ons in de toekomst?
© Limitless Visions - stock.adobe.com
Huis

Wat brengt tech ons in de toekomst?

Sommige lezers herinneren zich ongetwijfeld nog een leven zonder smartphones, zonder snel internet, zonder streamingdiensten en zonder sociale media. Terug in de tijd kijken is leuk, maar vooruitkijken is misschien nog wel leuker. Hoe ziet ons digitale leven er over een kwart eeuw uit, en welke ontwikkelingen kunnen we de komende decennia verwachten?

Hoe zal onze toekomst er over enkele decennia uitzien? In dit artikel lees je alles over de ontwikkelingen die nu gaande zijn en die in de (nabije) toekomst ons leven zullen beheersen:

  • Metaverse
  • Kunstmatige intelligentie
  • Energie
  • Zelfrijdende auto's

Ook lezen: Nieuwe AI-wet van Europese Unie moet jou beter gaan beschermen

Tot aan de jaren '00 zat de wereld midden in de internethype en leken de bomen tot in de hemel te groeien. Met de eeuwwisseling knapte de internetzeepbel. Dat datzelfde internet een kwart eeuw later de basis zou vormen voor praktisch alles wat er in de wereld gebeurt, hadden weinigen kunnen bevroeden. Toch zijn er al begin deze eeuw signalen dat dingen in rap tempo veranderen. Sociale media brengen mensen bij elkaar, er worden betere zoekmachines en online encyclopedieën gebouwd en smartphones vinden massaal hun weg naar onze broekzak.

Dat er in tweeënhalf decennium veel is gebeurd, is evident. En de ontwikkelingen staan niet stil. Daarom proberen we ons voor te stellen hoe het digitale leven er over nog eens tweeënhalf decennium uit zal zien. Zit er nog een smartphone in onze broekzak, bestaat het internet nog, leven we in een metaverse, en hoe slim wordt kunstmatige intelligentie? Een blik in de glazen bol.

Smartphones

Smartphones zijn misschien wel het schoolvoorbeeld van technologische verandering. De eerste mobiele telefoons die slim werden genoemd, kwamen van IBM en Nokia; daarna ging het hard, met BlackBerry, camerasmartphones en uiteindelijk de bekende iPhones en Galaxy’s.

Het is misschien lastig voor te stellen dat we over vijfentwintig jaar geen smartphone meer bij ons dragen, maar zo vreemd is die voorspelling ook weer niet. Ontwikkelingen die de smartphone kunnen verdringen, zijn al langer gaande. Het kan goed zijn dat de smartphone over een jaar of tien niets meer is dan een glazen plaatje met sensoren. Nog wat verderop in de tijd zou het mogelijk moeten zijn een soortgelijk apparaat in je onderarm te laten plaatsen, zodat je hem letterlijk altijd bij je hebt. En wellicht is het tegen die tijd zelfs mogelijk om een virtuele smartphone voor je gezicht te laten projecteren, zodat je helemaal geen hardware meer nodig hebt.

©sitthiphong

Heb je straks een iPhone 39 in je broekzak? Misschien, maar hij ziet er in elk geval anders uit.

VR, AR, en de Metaverse

Ook op het gebied van augmented reality mogen we de komende jaren grote vooruitgang verwachten. Pokémon Go was natuurlijk ontzettend leuk, maar het plaatsen van virtuele objecten in de echte wereld heeft nu al serieuze impact op bijvoorbeeld de medische wetenschap en het onderwijs, en die impact zal alleen maar groter worden.

Virtual reality, waarbij de echte wereld volledig wordt ingeruild voor een computergegenereerde, is al langer de heilige graal van de technologie. Een samenleving zoals die in de dystopische film Ready Player One, waarbij de mensheid vrijwel volledig in een virtuele wereld leeft, lijkt nog wat te hoog gegrepen, en misschien is dat maar beter ook, maar de verregaande plannen van Facebook-oprichter Mark Zuckerberg om een Metaverse te bouwen waarin we een geheel digitaal leven kunnen leiden, zijn absoluut een realistisch scenario.

©Gorodenkoff Productions OU

Augmented reality is een ideale toevoeging aan het standaard lespakket.

Kwantumcomputer

De meest sciencefictionachtige ontwikkeling is ongetwijfeld die van de kwantumcomputer. Chipfabrikanten en computerbouwers proberen de wereld van kwantumdeeltjes zoveel mogelijk buiten de deur te houden, omdat de natuurkrachten die daar werken niet goed samengaan met onze huidige chips. Bij kwantumcomputers gebeurt juist het tegenovergestelde.

Het beginsel van superpositie, het principe dat een kwantumdeeltje niet alleen een één of een nul, maar ook alles er tussenin kan zijn, maakt dat een kwantumprocessor in theorie berekeningen tot wel honderd biljoen keer sneller kan uitvoeren dan een traditionele computer. De toepassingen zijn op dit moment nog vooral hypothetisch, en dat we over vijfentwintig jaar allemaal met een miljarden malen snellere computer werken, is niet erg waarschijnlijk, maar dat we de wetten van de kwantummechanica gaan aanwenden om in onze chips te gebruiken, is zeer voorstelbaar.

©ZinetroN - stock.adobe.com

Kan het allerkleinste de allergrootste veranderingen teweegbrengen?

Domotica

Nu al is vrijwel ieder elektrisch apparaat op de een of andere manier met het internet verbonden, en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Interessant is in hoeverre de bekende ecosystemen met elkaar gaan samenwerken, en of er nog grote spelers bijkomen. Consumenten zijn er niet bij gebaat als bepaalde producten alleen maar werken binnen bepaalde systemen.

En dan is er nog de vraag of we over vijfentwintig jaar nog wel wíllen dat elk apparaat slimmer wordt. Een grootschalige hackaanval waarbij via een achterdeurtje in een espressomachine een compleet thuisnetwerk kan worden binnengedrongen, is niet ondenkbaar. Toch lijkt onze honger naar comfort en gemak het voorlopig nog te winnen van onze terughoudendheid.

©Stanisic Vladimir

Veel huizen zijn nu al behoorlijk slim, en ze worden alleen maar slimmer.

Kunstmatige intelligentie

Als je het hebt over technologie in de toekomst, ontkom je natuurlijk niet aan artificiële intelligentie (AI). De eerste schaakcomputer eind 18e eeuw was dan wel gewoon een goocheltruc (een kleine topschaker in een kastje onder een tafel, maar daarna zijn computers wel degelijk slimmer geworden dan mensen. De vraag of AI op termijn kan slagen voor de turingtest, waarbij het voor een mens niet meer mogelijk is te bepalen of er met een ander mens of een computer gecommuniceerd wordt, is er een die wetenschappers verdeelt.

Dat we de komende decennia tegen problemen aanlopen als het in Hollywood graag gebruikte scenario van een computer die zich tegen de mensheid keert, lijkt niet heel realistisch. Een AI die zo slim is dat moeilijke wiskundige problemen kunnen worden opgelost, medische gegevens foutloos kunnen worden geanalyseerd en enorme hoeveelheden belangrijke data kunnen worden verwerkt, is dat zeker wel.

©ipopba - stock.adobe.com

Hoever zijn we bereid met kunstmatige intelligentie te gaan?

Video

Nog een ontwikkeling die al even aan de gang is: de overgang van geschreven tekst naar video. Nog niet al te lang geleden haalden we onze informatie vooral uit lappen tekst. Sociale media als Instagram en Snapchat richtten zich nog voornamelijk op statisch beeldmateriaal, terwijl YouTube en TikTok al meer uitgaan van bewegend beeld, mogelijk gemaakt door de groeiende capaciteit van opslagmedia, betere beeldschermen en sneller internet.

Geschreven tekst zal niet snel verdwijnen. Het gaat nog lang duren voor algoritmen zo uitgebreid zijn dat ze de inhoud van een video, compleet met interpretatie van de beelden zelf, volledig kunnen uitpluizen. Toch zegt het genoeg dat zoekmachines hun resultaten gretig opfleuren met videomateriaal, dat websites met veel bewegend beeld hoger worden gewaardeerd, en dat oudere socialemedia-diensten als Facebook het immens populaire TikTok proberen te kopiëren.

Een leven waarin video niet alleen op smartphones en internet, maar overal op straat een grote rol gaat spelen, is simpel voor te stellen. Voor videomakers breken in elk geval gouden tijden aan – als die er al niet zijn.

©Kaspars Grinvalds

Misschien geen TikTok meer over vijfentwintig jaar, maar ongetwijfeld veel video.

Energie

Elektrische apparaten verbruiken stroom, en dat is in een wereld die verwikkeld is in een moeizame energietransitie een niet te onderschatten factor. Al die computers, laptops, smartphones, televisies en slimme apparaten die we iedere dag gebruiken, hebben ervoor gezorgd dat het energieverbruik in de wereld de laatste decennia enorm is gestegen, en dat gaat voorlopig nog wel even door. Dat we voor een groot deel van die energie nog steeds afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, is iets waar de technologiesector goed over na moet denken.

Er gloort wel licht aan de horizon. Het besef dat de aarde onze huidige manier van leven niet bij kan benen, is groeiende. Steeds meer technologische producten worden gefabriceerd door gebruik te maken van schonere vormen van energie. Batterijen en accu’s worden zuiniger, net als de vele schermen die we in en rond het huis gebruiken. Genoeg is het echter nog lang niet. Productieprocessen zijn nog veel te afhankelijk van fossiele brandstoffen, en windmolen- en zonne-energieparken worden niet snel genoeg bijgebouwd. Niet alleen voor de technologiesector, maar voor ons allemaal is het te hopen dat die situatie over vijfentwintig jaar drastisch is veranderd.

©vencav - stock.adobe.com

De energietransitie heeft technologie nodig, maar andersom is dat ook het geval.

Medische wetenschap

Als er één sector is die de komende jaren nog afhankelijker gaat worden van technologie, is het wel de medische. Patiëntendossiers zijn in het Westen al grotendeels gedigitaliseerd, maar dat is nog lang niet overal ter wereld het geval. Medische apparaten worden steeds beter in het uitlezen en analyseren van gegevens, waardoor levens kunnen worden gered. En ga er maar vanuit dat dit alles nog in de kinderschoenen staat.

Krachtige AI kan vele malen meer data verwerken dan een mens, en kan daardoor ziektebeelden en virusuitbraken beter onderzoeken dan wie dan ook. Een van de meest tot de verbeelding sprekende toekomstbeelden is dat van een slimme chip in ons lichaam, waarmee vitale functies kunnen worden bijgehouden.

Machines kunnen zo worden geprogrammeerd dat ze met uiterste precisie operaties kunnen uitvoeren. Dokters, verpleegkundigen en chirurgen zullen nooit volledig worden vervangen, maar dat je huisarts over vijfentwintig jaar een berichtje krijgt als je bloeddruk te hoog is of als je onverhoopt je been breekt, is zeer voorstelbaar.

©Gorodenkoff Productions OU

Loop je over vijfentwintig jaar rond met een chip in je bloedbaan?

Zelfrijdende auto’s

Weinig technologie spreekt zo tot de verbeelding als de zelfrijdende auto. Automakers dromen er al jaren van, en de ontwikkelingen gaan snel. Veel moderne auto’s die op dit moment uit fabrieken rollen, kunnen al grotendeels zelfstandig opereren en YouTube staat vol met video’s waarin racewagens autonoom over het circuit scheuren. Zelfrijdende auto’s verhogen niet alleen het rijcomfort, maar veroorzaken ook beduidend minder ongevallen dan wij emotionele, snel afgeleide mensen.

Het is niet de vraag of het technisch mogelijk is om over een kwart eeuw volledig zelfstandig rijdende auto’s op de weg te hebben. De techniek is er voor een groot deel nu al, de gegevens rond veiligheid spreken boekdelen en de tijdwinst die de vergrote efficiëntie kan opleveren, is enorm. De echte vraag luidt: gaan we de regels en wetten doorvoeren die het mogelijk maken ons wagenpark autonoom te maken? Dat is nog niet zo evident, waarover in het kader meer.

©Blue Planet Studio - stock.adobe.com

Zit er in 2048 nog een stuur in je nieuwe auto?

Kunnen of willen? Als we filosoferen over de toekomst, hebben we het vooral over technologische mogelijkheden. Kunnen we chips maken die klein genoeg zijn om in een glasplaatje te passen? Kunnen we programma’s schrijven die nadien van zichzelf leren?

Maar het gaat niet altijd om kunnen. De wereld waarin we over vijfentwintig jaar leven, is voor een groot deel afhankelijk van de beslissingen die we de komende jaren nemen. Misschien kun je in 2048 een bril op je hoofd zetten waarmee je in een mum van tijd op vakantie naar Aruba kunt, maar willen we ons leven op zo’n manier digitaliseren? Willen we dat AI zo slim wordt dat deze in theorie in staat is op eigen houtje te beslissen dat de regels waarmee hij is geprogrammeerd niet opgevolgd hoeven te worden? Willen we nog meer stroom verbruiken, zelfs als dat ten koste gaat van de leefbaarheid van de planeet? Een deel van die beslissingen kunnen we niet voor ons uit (blijven) schuiven. Tot welke uitkomsten dat leidt, bepaalt mede hoe onze wereld er halverwege deze eeuw uitziet.

©DIgilife - stock.adobe.com

Je kunt in 2048 ongetwijfeld virtueel op vakantie, maar wil je dat wel?

Niets staat vast

Vijfentwintig jaar is een eeuwigheid, helemaal als het gaat om technologie. Niemand had een kwart eeuw geleden kunnen voorspellen hoe we vandaag de dag gebruikmaken van het internet, onze smartphone en slimme elektronische apparatuur. Toch zijn er wel wat zaken die we de komende vijfentwintig jaar naar alle waarschijnlijkheid gaan meemaken. Technologie die in ons lichaam wordt geplaatst, voor de lol of om onze gezondheid in de gaten te houden, komt eraan. Computers en andere apparaten worden sneller, (video)beelden krijgen een steeds hogere kwaliteit, AI wordt slimmer.

Maar niets is zeker, en zelfs dat niet. De komende vijfentwintig jaar worden er ongetwijfeld technologieën ontwikkeld waarmee apparaten kunnen worden gebouwd die we ons nu nog niet eens kunnen voorstellen. De vraag is vooral hoe ver we willen gaan? Hoe denken we over AI die zelf beslissingen neemt, hoe graag willen we in een virtuele wereld leven?

De wetenschap dendert door, zoveel is zeker, maar de vragen over het nut en de baten van steeds ingrijpendere technologische ontwikkelingen moeten we de komende jaren toch echt zelf beantwoorden.

©Gorodenkoff Productions OU

Hoe dan ook: over vijfentwintig jaar ziet ons leven er heel anders uit.

▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends
© Philips
Huis

Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends

Philips breidt zijn reeks halfautomatische koffiemachines uit met de Baristina Plus Stainless Steel. Het nieuwe model heeft een behuizing van roestvrij staal en een extra zetoptie voor iced coffee. Daarmee speelt het merk in op de groeiende populariteit van koude koffiedranken, ook buiten de zomer.

De Baristina Plus Stainless Steel is het nieuwste model binnen de Baristina-reeks. De machine heeft een volledig metalen ontwerp met houten accenten en voelt daardoor stevig aan. Volgens Philips draagt de constructie bij aan een langere levensduur en doet het ontwerp denken aan professionele espressomachines.

Net als eerdere modellen werkt de Baristina met versgemalen bonen, automatische dosering en een pompdruk van 16 bar. Nieuw is de mogelijkheid om iced coffee te zetten. Daarbij wordt de koffie eerst warm gebrouwen voor een volle smaak, waarna de doorstroom vertraagt om het drankje geleidelijk te koelen zonder dat de crema verdwijnt. De gebruiker hoeft alleen een glas met ijs te vullen, de iced coffee-optie te kiezen en te swipen om te beginnen.

©Philips

De Baristina Plus Stainless Steel is bovendien ontwikkeld met aandacht voor duurzaamheid. Omdat de machine werkt met verse bonen, ontstaat er geen afval van capsules of pads. Het apparaat gebruikt per kopje precies de benodigde hoeveelheid water en energie en is opgebouwd uit vervangbare onderdelen, wat de levensduur verlengt.

Hoe Nederland zijn koffie drinkt

Uit onderzoek dat Philips rond International Coffee Day liet uitvoeren, blijkt dat koffie voor ruim de helft van de Nederlanders onderdeel is van het ochtendritueel. Een kwart van de Nederlanders drinkt zijn eerste kop tussen zeven en acht uur ’s ochtends; bijna één op de vijf zelfs nog eerder. Voor veel mensen is dat eerste kopje onmisbaar: 62 procent wil liever geen gesprek aangaan vóór de eerste slok, terwijl de helft zich direct energieker voelt na het drinken.

Cappuccino blijft met 28 procent de populairste variant, maar iced coffee wint snel terrein. Koffie is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van inspiratie. Veel Nederlanders experimenteren met nieuwe smaken en texturen. Naast iced coffee moet je dan bijvoorbeeld denken aan varianten met opgeschuimde melk of een vleugje chocolade.

▼ Volgende artikel
☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding
© yossarian6 - stock.adobe.com
Gezond leven

☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding

Kijk naar buiten en het is meteen duidelijk: de herfst is begonnen. Moet jij ook op de fiets door de regen? Je houdt het droog met goede regenkleding. Van poncho tot pak: zo valt je fietstocht niet in het water!

Dit artikel in het kort:

🌧️ Waar gebruik jij je fiets voor? (want dat maakt uit)
🌧️ Verschillende soorten regenkleding
🌧️ Waterdichtheid, ademend vermogen, gebruikt materiaal en maat
🌧️ De invloed van het seizoen
🌧️ Bekende merken

Lees ook: Je regenjas wassen én waterdicht houden: natuurlijk kan dat!

Waar gebruik jij je fiets voor?

Welke regenkleding het best bij je past, hangt af van hoe je fietst. Leg je vaak flinke afstanden af, dan telt vooral comfort. Kies dan voor ademende materialen die soepel meebewegen en niet knellen. Gebruik je je (elektrische) fiets vooral voor het woon-werkverkeer of om naar school te gaan, dan is gemak belangrijker: regenkleding die je snel kunt aantrekken en weer uitdoen is dan ideaal.

Verschillende soorten regenkleding

Daarna kun je kijken welk type regenkleding het best bij je past. Een compleet regenpak met jas en broek is handig als je vaak fietst en goed beschermd wilt zijn. Toch vinden veel mensen vooral het aantrekken van de broek onhandig. In dat geval is een losse regenjas of een regenponcho een praktischer optie. Houd er wel rekening mee dat je benen dan bij stevige regen sneller nat worden. Misschien zijn regenchaps wat voor jou: hiermee bedek je alleen de voorkant van je bovenbenen. Ook slim: alvast nadenken over regenschoenen. Wanneer je echt een hekel hebt aan natte voeten, zijn overschoenen een welkome aanvulling op je regenoutfit!

Traditioneel regenpak

De klassieker onder de regenkleding is natuurlijk het regenpak. Dat bestaat uit een jas en een broek en is meestal gemaakt van waterdicht materiaal zoals PVC of nylon. Het voordeel is dat je praktisch helemaal bedekt bent, van je nek tot je enkels. Het nadeel? Vooral goedkope regenpakken kunnen wat minder ademend zijn, waardoor je bezweet kunt aankomen.

Losse regenjas

Een losse regenjas is handig wanneer je al een waterdichte broek hebt (of natuurlijk wanneer je het niet erg vindt als je benen natregenen). Regenjassen zijn vaak stijlvoller en kunnen bij slecht weer ook als gewone jas gedragen worden (iets wat je met een traditioneel regenpak niet zo snel zult doen). Let op details: getapete naden en een hoge kraag zorgen dat je beter beschermd bent tegen de regen.

Regencape/regenponcho

Hoef je maar een kort stukje te fietsen? Dan is een regencape of - poncho ideaal: gewoon een kwestie van omslaan of over je hoofd aantrekken. Met een cape of poncho heb je veel bewegingsvrijheid, maar bij harde wind kunnen ze een beetje onhandig zijn. Er zijn ook regencapes die bijvoorbeeld elastieken aan de mouwen hebben die je aan het stuur kunt vastmaken, of een extra koord om je middel waardoor de cape minder wappert en klappert in de wind.

Regenoverschoenen

Niets zo vervelend als helemaal droog blijven dankzij een goed regenpak, maar aankomen met doorweekte schoenen. Regenoverschoenen zijn dé oplossing. Ze zijn gemaakt van waterdicht materiaal en je schuift ze makkelijk over je normale schoenen heen.

TypeVoordelenNadelen
RegenpakVolledig beschermdMinder ademend
RegenjasStijlvol, veelzijdigBenen blijven onbedekt
Cape/ponchoMakkelijk aan-/uitdoen Windgevoelig
OverschoenenDroge voetenExtra aankoop

©iuricazac - stock.adobe.com

Waar moet je op letten bij het kiezen van regenkleding?

➜ Waterdichtheid

Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste om op te letten! Om te weten hoe goed een regenjas je droog kan houden, kijk je naar de waterkolomwaarde op het etiket. Hoe hoger de waarde, hoe beter de waterdichtheid. Een waarde van 10.000 mm of meer is uitstekend. In de tabel hieronder zie je hoe goed verschillende waterkolomwaarden je beschermen.

➜ Ademend vermogen

Je wilt droog blijven, maar je wilt ook dat je eigen zweet niet blijft hangen in je regenpak. Materialen zoals Gore-Tex zijn waterdicht maar toch ademend.

➜ Materiaal

Het materiaal is ook iets om rekening mee te houden. Polyester is licht en ademend maar minder duurzaam. PVC is zwaarder maar gaat langer mee. Kies wat bij jou en je fietsgedrag past.

➜ Prijs-kwaliteitverhouding

Goedkoop is vaak duurkoop, vooral als je dagelijks fietst. Investeer in kwalitatief goede regenkleding die jaren meegaat.

De juiste maat kiezen

Bij het kiezen van de juiste maat is het belangrijk om rekening te houden met de kleding die je eronder draagt. Pas verschillende maten en draag de kleding die je normaal tijdens het fietsen draagt. Bepaal of je genoeg bewegingsvrijheid overhoudt. Een regenjas die zó strak om je armen zit dat je niet goed meer richting kunt aangeven, dat moet je natuurlijk niet willen.

Tabel: waterdichtheid

Waterdichtheid van regenkleding wordt gemeten in millimeters waterkolom (mm). Dit geeft aan hoe hoog een kolom water kan zijn voordat deze door de stof heen dringt. Voor regenkleding voor de fiets is minimaal 5.000 tot 10.000 mm aan te raden.

Aantal mm:Waterdichtheid:Beschermt tegen:
0 - 1.500SpatwaterdichtLichte regen en spatten
1.500 - 5.000WaterdichtMatige tot zware regen
5.000 - 10.000WaterdichtBijna alle regen, wel wat vochtdoorslag mogelijk
10.000 - 20.000Hoogwaardig waterdichtZware stortbuien
20.000+Extreem waterdichtExtreme omstandigheden

➜ Zomer of winter?

Wat voor regenkleding je kiest, hangt ook af van het seizoen en van wat je allemaal op de fiets doet.

Zomer

In de zomer is lichte, ademende kleding het prettigst. Ga voor materialen die waterdicht én ventilerend zijn, zoals Gore-Tex. Dat houdt regen buiten maar laat vocht van binnen ontsnappen. Zo blijf je droog van de regen én raak je overtollige warmte kwijt tijdens het fietsen. Ideaal dus voor warme, wisselvallige dagen waarop je actief bent.

Winter

In de winter draait het juist om warmte. Een regenjas met thermische voering houdt je niet alleen droog, maar ook behaaglijk. Veel modellen hebben een uitneembare voering, zodat je dezelfde jas ook in het voor- en najaar kunt dragen. Houd wel rekening met een hogere prijs, maar daar krijg je meer comfort en veelzijdigheid voor terug.

Testen voor gebruik

Wil je zeker weten dat je droog overkomt? Het klinkt gek, maar spuit jezelf nat met een tuinslang om te testen hoe waterdicht de kleding echt is. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Welk merk fietskleding moet je kiezen?

In Nederland zijn er verschillende bekende merken die regenkleding van hoge kwaliteit aanbieden. Dit zijn enkele van de meest populaire:

1: Agu

Dit Nederlandse merk is vooral bekend onder fietsers en biedt een breed scala aan regenkleding, van jassen tot broeken en overschoenen.

2: Rains

Dit Deense merk is ook populair in Nederland en staat bekend om zijn minimalistische en stijlvolle regenjassen.

3: Mac in a Sac

Dit merk biedt lichtgewicht en opvouwbare regenkleding die gemakkelijk op te bergen is.

4: Vaude

Dit Duitse merk is populair onder outdoorliefhebbers en biedt duurzame en milieuvriendelijke regenkleding.

5: Columbia

Dit Amerikaanse merk is ook in Nederland verkrijgbaar en biedt een breed scala aan regenkleding, vaak gemaakt van hun gepatenteerde Omni-Tech-materiaal dat zowel waterdicht als ademend is.

©Martin - stock.adobe.com

✅ Checklist regenkleding kopen

☐ Bepaal je behoeften: dagelijks gebruik, lange ritten, woon-werkverkeer.
☐ Kies het type regenkleding: regenpak, losse jas, cape/poncho, overschoenen.
☐ Controleer de waterdichtheid: zoek naar de waterkolomwaarde.
☐ Let op het ademend vermogen: materialen zoals Gore-Tex zijn ideaal.
☐ denk om het seizoen: licht en ademend voor de zomer, geïsoleerd voor de winter.
☐ Check de prijs-kwaliteitverhouding: goedkoop is niet altijd beter.
☐ Pas verschillende maten: houd rekening met de kleding die je eronder draagt.
☐ Test de kleding indien mogelijk: gebruik een tuinslang of lees online reviews.
☐ Lees het waslabel: sommige kledingstukken hebben speciale zorg nodig.
☐ Overweeg extra's: zoals reflecterende strips voor veiligheid.