ID.nl logo
In RAW fotograferen zónder iPhone Pro: dat doe je zo!
Huis

In RAW fotograferen zónder iPhone Pro: dat doe je zo!

De dure iPhone Pro’s van Apple kunnen stuk voor stuk in ProRAW fotograferen. Voor meer serieuze fotograferen biedt dat ontegenzeggelijk voordelen. Wil je ook in RAW fotograferen met je iPhone, maar heb je geen Pro-toestel? Goed nieuws: er is een app waarmee je dit alsnog kunt realiseren!

📸 In dit artikel krijg je antwoord op de volgende vragen: Wat is RAW? | Hoe kun je met een gewone iPhone toch in RAW fotograferen? | Wat is de app Camera+? | Hoe kun je je RAW-foto's bewerken? | Hoe kun je ook met een gewone iPhone 48 megapixel-foto's maken? | Hoe zet je foto's over van Camera+ naar Filmrol?

Ook interessant: Verborgen functie op je iPhone: foto's en video's losknippen van de achtergrond!

Wat is RAW?

Eerst even een korte uitleg over het RAW-formaat. Normaal gesproken maak je via de standaard camera-app van je iPhone een foto. Die wordt vervolgens geoptimaliseerd qua kleur, helderheid enzovoort en daarna gecomprimeerd. Ga je die foto achteraf bewerken, dan werk je dus áltijd met een foto waar door compressie gegevens in verloren zijn gegaan. Schiet je in RAW-formaat (wat dus in de meer recente Pro-iPhone’s van Apple kan), dan wordt de informatie zoals opgepikt door de beeldsensor (nagenoeg) ongecomprimeerd bewaard. Dat heeft als nadeel dat je véél grotere bestanden krijgt, maar als groot voordeel dat je zelf veel meer kunt finetunen aan het beeld. Ineens blijkt er bijvoorbeeld in over- of onderbelichte delen in een foto nog verbazingwekkend veel detail verstopt – detail dat normaliter grotendeels verloren zou gaan door compressie. RAW-bestanden worden ook wel digitale negatieven genoemd. Een vergelijking die heel aardig klopt, want net als vroeger in de donkere kamer kun je uit een negatief met de juiste instellingen behoorlijk veel extra informatie halen .

📸 RAW-bestanden nemen veel ruimte in. Heeft je iPhone niet zo veel opslagruimte, wees dan selectief in wat je in RAW schiet. Zet deze bestanden ook geregeld over naar je laptop, externe harde schijf of NAS: zo houd je genoeg ruimte over op je telefoon.

Geen Pro iPhone, toch RAW: het kan met de app Camera+

Daar waar je bij de iPhone Pro’s vanuit de standaard foto-app in RAW kunt schieten, is dat bij de ‘gewone’ iPhones (en ook de wat oudere modellen) niet het geval. Apple heeft app-ontwikkelaars echter de mogelijkheid geboden om toch de RAW-informatie uit de beeldsensor te plukken. Inmiddels zijn er een paar zeer goede alternatieve camera-apps. Een daarvan is Camera+, uitgegroeid tot een volwassen en zeer veelzijdige app.

Om te beginnen laten we je zien hoe je in RAW fotografeert. Start de app; de eerste keer dat je dit doet, moet je onder meer toegang tot de camera en later ook de Filmrol geven. Schakel – indien dat nog niet het geval is – naar de camera-modus middels de cameraknop onder in beeld. Tik dan op de gele knop midden boven in beeld (daar staat normaliter AUTO). Je ziet nu een raster met knoppen. Tik op RAW en als je nu op de ontspanknop tikt, wordt je foto in RAW-formaat bewaard. Let op: de laatstgekozen optie blijft geactiveerd, óók als je de app afsluit en later weer start. Omdat RAW-foto’s nogal veel opslagruimte in beslag nemen is het handig om de AUTO-functie weer te selecteren en RAW slechts voor die ‘ultieme opnamen’ te gebruiken.

📸 Een RAW-foto ziet er op het eerste gezicht vaak minder ‘goed’ uit dan een foto uit de standaard camera-app. Logisch, want de standaard beeldbewerking van je iPhone is er niet op toegepast. Jij kunt zelf helemaal bepalen hoe het uiteindelijke beeld eruit komt te zien!

Rechtsonder in het knoppenblok vind je de RAW-knop.

RAW-foto bewerken

Om de RAW-foto te bewerken, tik je linksonder in beeld op de knop met het bloemetje. Je komt nu in de Lightbox, waar al je met Camera+ gemaakte opnamen bewaard worden. Bedenk daarbij dat geen van die foto’s nog op je standaard Filmrol staat! Tik op een geschoten RAW-afbeelding en dan op Edit. In de editor kun je desgewenst uit diverse scenes kiezen via de maan-zon-knop. Veel méér mogelijkheden biedt de knop met de regelaars. Hier kun je heel precies allerlei zaken finetunen. In onze voorbeeldfoto tikken we daarvoor eerst op Light. De voorgrond van ons plaatje is wat aan de donkere kant, dat is aanpasbaar door de schuifregelaar achter SHADOWS een eind naar rechts te zetten. Uiteindelijk ontstaat al snel een afbeelding die veel meer in balans is.

📸 RAW-fotografie komt erg goed van pas bij zonnige foto’s met veel contrasten en lichte en donkere partijen. Doordat je handmatig alles in balans brengt, blijft detail over de hele foto behouden.

In de Lightbox vind je al je met Camera+ gemaakte foto’s terug.

Spelen met kleur en licht

Omdat onze voorbeeldfoto best wat blauwig oogt, drukken we op Color en zetten we de schuifregelaar TEMPERATURE wat meer naar rechts voor een beetje opwarming. Verder is er noig een scala aan andere regelaars beschikbaar. Kijk bijvoorbeeld onder Detail eens naar DETAIL: met deze regelaar kun je een foto scherper en gedetailleerder laten ogen. Clarity tot slot biedt twee regelaars INTENSITY en VIBRANCY. De eerste zorgt voor ‘hardere’ contrasten en helderheid en de tweede voor diepere kleuren.

Als je tevreden bent, tik je op Done. Wil je de ‘ontwikkelde’ RAW-foto vervolgens op je reguliere Filmrol plaatsen, dan tik je op Save. De foto verdwijnt nu uit de Lightbox; je vindt hem voortaan terug in de Filmrol van je apparaat. Ook daar wordt zowel een gecomprimeerde als de RAW-versie in één bestand bewaard, zodat je er later nog eens aan kunt sleutelen. Als je deelt via bijvoorbeeld een mail, dan wordt altijd de gecomprimeerde (maar nu dus wel bewerkte) versie verstuurd, dat bespaart een hoop dataverkeer!

De RAW-editor biedt allerlei mogelijkheden om je foto’s helemaal mee af te regelen.

Zo maak je 48 megapixel-foto's met élke iPhone

Camera+ biedt ook nog een andere truc die momenteel alleen nog is weggelegd voor de iPhone 14 Pro en hoger: fotograferen in 48 megapixel-resolutie. Daarvoor gebruikt de app een heel slimme truc. Menselijke handen kunnen een camera nooit honderd procent onbeweeglijk stil houden. Door nu – relatief – kort achter elkaar snel een serie opnamen te maken, worden deze telkens een beetje verschoven afbeeldingen samengevoegd en opnieuw opgebouwd tot een 48 megapixel-afbeelding. Dat is vier keer zoveel als de standaard beeldsensor in de gemiddelde iPhone heeft te bieden. Houd er rekening mee dat je je camera dus op het onderwerp gericht moet houden tot alle losse foto’s gemaakt zijn. Deze truc is dus niet geschikt voor snel bewegende voorwerpen, maar wel voor bijvoorbeeld landschappen. Tip: je zou je iPhone ook op een klein statiefje kunnen zetten voor wat meer stabiliteit.

Om in 48 megapixel-formaat te schieten, tik je in de cameramodus van Camera+ op de knop midden boven in beeld; in het knoppenraster kies je vervolgens voor UltraRes. Da’s alles, vanaf nu schiet je in deze hoge resolutie. Niet vergeten na gebruik deze modus te vervangen door (liefst) AUTO, om te voorkomen dat je bij een volgende foto een snelle actie mist.

In de rode cirkel zie je de UltraRes-knop in Camera+.

Het resultaat

De resulterende 48 megapixel-foto biedt verrassend veel details. Eén op één vergelijken met een door een échte 48 megapixel-sensor gemaakte foto lukt echter niet. Door het combineren van beelden zie je soms toch wat beweging in bijvoorbeeld takken van bomen.

Bij heel ver inzoomen zie je wel degelijk verschillen tussen een ‘echte’ 48 megapixel-foto en de UltraRes-variant, maar in de meeste gevallen zal de app-versie gewoon voldoen.

Overige mogelijkheden van Camera+

Camera+ biedt nog veel meer mogelijkheden, waaronder fotograferen met lange (en zelf instelbare) sluitertijden, een actiemodus, macro-fotografie en meer. Je moet wellicht even wennen aan de vele opties die de app aan boord heeft. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen: het went snel en de gebruikersinterface zit dusdanig logisch in elkaar dat je je al snel kunt concentreren op je te fotograferen onderwerp. En dat is waar het toch om gaat.

▼ Volgende artikel
Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11
© lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com
Huis

Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11

Veel problemen in Windows 11 hebben te maken met de wifi-verbinding. En dat is behoorlijk irritant. Geen connectie, wegvallend internet of een tergend trage verbinding? Met dit stappenplan breng je alles weer op volle snelheid.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan werk je van simpel naar diepgaand. Je begint met snelle controles, zoals vliegtuigstand en een herstart van pc en router. Daarna ga je verder met probleemoplossers, een vers wifi-profiel en een volledige netwerkreset. Tot slot bekijk je driverproblemen, services die zijn gestopt en updates die roet in het eten gooien. Door de stappen in deze volgorde te volgen, spoor je de oorzaak gericht op en krijgt je verbinding weer de snelheid die je gewend bent.

Foutmeldingen als 'Geen internettoegang', 'Onbekend netwerk' of 'Beperkte toegang' kunnen je tot wanhoop drijven. Volg daarom dit stappenplan in de juiste volgorde.

Je gaat niet zomaar meteen je netwerk resetten als je niet eerst gecontroleerd hebt of je pc in vliegtuigmodus staat of dat het probleem eenvoudig verholpen zou zijn door de pc en de router te herstarten. Zie het als een plan van aanpak waarbij je het hoofd koel houdt. 

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Stap 1: Check de vliegtuigstand

Controleer eerst of de wifi werkt op een andere laptop, tablet of smartphone. Heeft ook dat toestel geen verbinding, dan ligt het probleem niet aan je computer. Werkt de wifi op andere apparaten wél, kijk dan of op je pc de vliegtuigmodus per ongeluk is ingeschakeld en of de wifi-adapter aan staat. De vliegtuigmodus schakelt alle draadloze communicatie uit, zoals bluetooth en wifi. Handig in een vliegtuig of om de batterij te sparen, maar uiteraard funest voor je internetverbinding. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak om te zien of de vliegtuigmodus actief is. In datzelfde menu kun je ook controleren of wifi is ingeschakeld.

Controleer of je niet per ongeluk de vliegtuigstand hebt geactiveerd.

Stap 2: Start pc en router opnieuw op

Vaak is de oplossing eenvoudiger dan je denkt: herstart zowel je pc als je router. Schakel eerst de computer uit. Haal daarna de stekker van de router uit het stopcontact en wacht dertig seconden. Sluit de router weer aan en zet hem aan. Zodra alle lampjes normaal branden, start je de computer opnieuw op.

©Antonioguillem - stock.adobe.com

Je kunt ook de resetknop van de wifi-router gebruiken.

Stap 3: Probleemoplossers

Windows heeft ingebouwde probleemoplossers die je helpen bij netwerkstoringen. Open de Instellingen met Windows-toets+I. Daar klik je op Systeem en daarna op Problemen oplossen. Klik op Andere probleemoplossers. In de groep Meest voorkomende zie je de probleemoplosser voor Netwerk en Internet. Klik op Uitvoeren. Er verschijnt een pagina met de melding 'Wij helpen u bij het maken van de verbinding.' De probleemoplosser zoekt naar de oorzaak en stelt een oplossing voor, zoals wifi inschakelen, vliegtuigmodus uitschakelen, de computer opnieuw opstarten of het opnieuw instellen van de netwerkadapter. Volg de aanbevolen stappen en laat de tool je begeleiden. Na het toepassen van de suggesties is de kans groot dat je pc weer verbinding maakt met het draadloze netwerk.

Windows heeft een ingebouwde set probleemoplossers.

Tips voor een sterker wifi-signaal

Plaats de wifi-router zo centraal mogelijk in huis en niet in de buurt van grote metalen voorwerpen die het signaal verstoren. Wanneer je het verbindingsprobleem volgens dit stappenplan aanpakt, ga je dichter bij de wifi-router zitten. Met een laptop is dat eenvoudig. Hiermee sluit je alvast problemen met de afstand uit. Hoe verder je van de router bent verwijderd, hoe zwakker de sterkte van het draadloze signaal, wat zich vertaalt in verbindingsproblemen. Hou de router ook uit de buurt van apparaten die interferentie veroorzaken. Het is bekend dat magnetrons, babyfoons, draadloze telefoons en draadloze speakers het wifi-signaal verstoren omdat ze dezelfde 2,4GHz-band gebruiken, waardoor het signaal trager of instabiel kan worden. Start de router regelmatig op om het geheugen te wissen en de prestaties te verbeteren.

©lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com

Wanneer je verbindingsproblemen aanpakt, plaats je de laptop zo dicht mogelijk bij de wifi-router.

Stap 4: Wifi herstellen met nieuwe netwerkverbinding

Een andere manier om een onbetrouwbare wifi-verbinding te herstellen is het netwerk verwijderen en daarna opnieuw toevoegen. Open met Windows-toets+Ide Instellingen en klik op Netwerk en internet. Selecteer Wifi en klik op Bekende netwerken beheren. Selecteer het draadloze netwerk dat het probleem veroorzaakt en klik op de knop Niet onthouden. Vervolgens gebruik je de knop Netwerk toevoegen. Je geeft het nieuwe netwerk een naam en je selecteert een beveiligingstype, bijvoorbeeld WPA2-Personal AES en je voert een wachtwoord in. Vink de optie Automatisch verbinden aan en doe hetzelfde met Verbinding maken, zelfs wanneer dit netwerk niet uitzendt. Klik tot slot op Opslaan. Door van een nieuw netwerk te vertrekken, wis je automatisch verouderde of beschadigde netwerkconfiguraties en maakt Windows een frisse verbinding met het wifi-netwerk.

Verwijder het oude netwerk en begin met een nieuw netwerk.

Stap 5: Netwerk resetten

De probleemoplosser heeft het al gesuggereerd: je kunt de netwerkresetfunctie gebruiken om de netwerkadapters te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit is een veelgebruikte oplossing voor de meeste draadloze problemen. Open de Instellingen en ga weer naar Netwerk en internet. Klik onderaan op de pagina op Geavanceerde instellingen om een overzicht van de netwerkadapters te zien. In het gedeelte Meer instellingen klik je op Netwerk opnieuw instellen. Op deze pagina gebruik je de knop Nu opnieuw instellen. Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en daarna opnieuw geïnstalleerd. Ook de instellingen van andere netwerkonderdelen worden teruggezet naar de standaardwaarden. Na afloop herstart je de pc. Let op: gebruik je VPN-software, dan moet je die opnieuw installeren. Ook moet je daarna handmatig opnieuw verbinding maken met het wifi-netwerk.

Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en opnieuw geïnstalleerd.

Nieuwe laptop nodig?

Bekijk nu de prijsdalers

Stap 6: Wifi-stuurprogramma verwijderen en opnieuw installeren

Een beschadigd, verouderd of incompatibel wifi-stuurprogramma kan de oorzaak zijn van de draadloze netwerkproblemen. Dit los je op door het stuurprogramma te verwijderen en opnieuw te installeren. Maak voordat je begint een herstelpunt aan (zie kader: Herstelpunt). Mocht er iets misgaan, dan kun je het systeem terugzetten naar een eerdere staat. Typ in het zoekveld van de taakbalk Apparaatbeheer en open het programma. Dubbelklik op Netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op het wifi-stuurprogramma en selecteer in het contextmenu de opdracht Apparaat verwijderen. Bevestig deze opdracht in het pop-upvenster. Start de computer opnieuw. Windows zoekt automatisch naar de opgeslagen drivers op het systeem en zal die ook meteen installeren. Maak opnieuw verbinding met wifi en kijk of er verbinding is. Als het probleem verder aanhoudt, ga je voor de volgende stap.

Als je de wifi-netwerkadapter kent, kun je die verwijderen.

Wat is mijn wifi-netwerkadapter?

Meestal is het gemakkelijk om in Apparaatbeheer de wifi-netwerkadapter te vinden. Vouw Netwerkadapters uit en zoek naar een adapter met wireless of wifi in de naam, bijvoorbeeld: Intel(R) wifi 6 AX201 160MHz. Soms zie je geen naam die naar wifi of wireless verwijst. In dat geval gebruik je de opdrachtprompt om de juiste wifi-netwerkadapter te achterhalen. Druk op Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter. Daarna typ je het volgende commando in: netsh wlan show drivers. Vervolgens lees je de naam van de wifi-adapter en de fabrikant.

Hier is de wifi-chip Realtek RTL8822CE 802.11ac PCIe-adapter.

Herstelpunt

Met een herstelpunt kun je de computer terugzetten naar een vorige goed functionerende staat. Typ Herstelpunt als zoekterm naast de startknop. Je komt dan direct bij het tabblad Systeembeveiliging van Systeemeigenschappen. Selecteer de lokale systeemschijf in het overzicht en vervolgens klik je op de knop Configureren. Schakel in het volgende venster Systeemherstel in. Met de schuifregelaar onderaan bepaal je de hoeveelheid schijfruimte die voor de herstelpunten mag worden gebruikt. Bevestig met Toepassen en klik op OK. Terug in het vorige venster klik je op Maken. Windows vraagt welke naam je dit herstelpunt wilt geven zodat je dit later gemakkelijk kunt herkennen. Klik nog eens op de knop Maken. Je ontvangt een melding als het herstelpunt succesvol is aangemaakt. Wil je later terugkeren naar dit herstelpunt, dan open je weer Systeemeigenschappen / Systeembeveiliging. Daar gebruik je de knop Systeemherstel en dan krijg je een overzicht van de herstelpunten waarnaar je kunt terugkeren.

Je krijgt ook de datum en tijd te zien van het herstelpunt dat je kunt aanspreken.

Stap 7: Handmatig het nieuwste wifi-stuurprogramma

Heb je het wifi-stuurprogramma verwijderd en opnieuw geïnstalleerd, maar blijft het probleem bestaan? Dan kan het zijn dat Windows Apparaatbeheer niet de juiste driver heeft geïnstalleerd. Windows heeft een ingebouwde tool, Windows Update, die de drivers automatisch up-to-date moet houden, maar soms worden die driver-updates overgeslagen. Fabrikanten doen er vaak lang over om hun drivers aan Windows Update toe te voegen. En Windows Update zelf negeert soms driverupdates omdat het die als optioneel beschouwt, terwijl ze eigenlijk heel belangrijk zijn. In dat geval ga je bij de fabrikant op zoek en geef je het model van je pc in. Daarna bepaal je welke Windows-versie je hebt en of je computer 32- of 64-bits is. Ga door naar de downloadpagina van de fabrikant van het apparaat. Zoek het juiste stuurprogramma en download de driver. Soms zit de driver in een zip-bestand. Dat is een gecomprimeerd bestand, een archief dat je eerst moet uitpakken of ontzippen. In Windows doe je dat door met de rechtermuisknop op het zip-bestand te klikken en dan Alles uitpakken te selecteren. Daarna kun je het exe-bestand dubbelklikken en de instructies op het scherm volgen om het stuurprogramma te installeren. Als je computer geen internettoegang heeft, dan zoek je deze driver via een andere computer en je transporteert de exe-installer met een usb-stick om het daarna op de pc met het wifi-probleem te installeren.

Iedere fabrikant heeft zijn eigen supportpagina waar je de stuurprogramma's kunt downloaden.

⭐Consumenten testen: de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set

Op Review.nl testen gewone consumenten de meest uiteenlopende producten. zo hebben ze ook de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set thuis uitgebreid uitgeprobeerd. Benieuwd naar hun bevindingen? Dit is het oordeel van het Review.nl-testpanel over de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set.

Stap 8: Schakel de WLAN AutoConfig-service in

Het systeem bevat een hulpprogramma dat het beheer van draadloze verbindingen op de achtergrond voor zijn rekening neemt: WLAN AutoConfig-service. Als deze service actief is, selecteert deze dynamisch met welk draadloos netwerk de pc automatisch verbinding maakt. Bovendien configureert deze service de nodige instellingen op de draadloze netwerkadapter. Soms kan deze door een fout niet meer goed werken. Het is zelfs mogelijk dat het foutbericht 'Windows kan de WLAN AutoConfig-service niet starten' verschijnt wanneer je een draadloze verbinding met het internet probeert te maken. Om de service in te schakelen druk je op Windows-toets+R in om het venster Uitvoeren te openen. Typ hier services.msc en klik op OK. Nu krijg je een lange lijst van services te zien. Scrol naar beneden en selecteer WLAN AutoConfig. In het contextmenu selecteer je Eigenschappen. In het tabblad Algemeen selecteer je bij Opstarttype de optie Automatisch. Daarna klik je achtereenvolgens op Toepassen, Start en OK om de wijzigingen op te slaan. Nu moet je de pc opnieuw opstarten en opnieuw verbinding trachten te maken met het draadloze netwerk om te zien of het werkt.

Reset de WLAN AutoConfig-service.

Stap 9: Geef het ip-adres vrij en leeg de DNS-cache

Kun je wel een wifi-verbinding maken, maar heb je toch geen toegang tot het internet, dan kan dit probleem veroorzaakt worden door je ip-adres of het DNS (Domain Name System). Je kunt deze instellingen resetten, zodat Windows een nieuw ip-adres opvraagt en de DNS-cache leegt. Klik op de Windows-zoekbalk en typ cmd in het zoekvak. Als resultaat verschijnt de app Opdrachtprompt en daar selecteer je de optie Als administrator uitvoeren. Nu typ of plak je de volgende 5 opdrachten één na één in opdrachtprompt en na elke opdracht druk je op Enter:

netsh winsock reset
netsh int ip reset
ipconfig /release
ipconfig /renew
ipconfig /flushdns

Als je daarmee klaar bent, herstart je en verbind je de computer opnieuw met wifi.

In de opdrachtprompt kun je het ip-adres vrijgeven en de DNS leegmaken.

Stap 10: Update verwijderen

Is het wifi-probleem ontstaan nadat je een Windows-update hebt uitgevoerd, dan kun je de recente updates verwijderen om te kijken of daarmee het probleem opgelost is. Open de Instellingen en selecteer Windows Update in het linkertabblad. Dan kun je aan de rechterkant Geschiedenis van updates bekijken en in de lijst zie je telkens wanneer de installatie van de update is uitgevoerd. Onderaan bij Verwante instellingen vind je Installatie van updates ongedaan maken. Als je daarop klikt, zie je welke updates je ongedaan kunt maken. Selecteer de update die je wilt verwijderen en klik op Installatie ongedaan maken. Klik op Ja wanneer er een dialoogvenster verschijnt. Probeer opnieuw verbinding te maken met het draadloze netwerk en te internetten.

Selecteer de update die je wilt verwijderen.

Je hebt er wél wat geduld nodig

(Koffie uit deze mok helpt)
▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.