ID.nl logo
Hoe duurzaam is jouw smartphone inmiddels?
© Perig Morisse
Huis

Hoe duurzaam is jouw smartphone inmiddels?

Smartphonemerken benadrukken graag dat hun nieuwe toestellen steeds duurzamer zijn. Maar wat houdt dat in? En verduurzaamt de smartphone-industrie op eigen initiatief of doen ze dat vooral onder druk van overheden? We zetten de trends op een rijtje aan de hand van vier merken: Samsung, Apple, Nokia en het Nederlandse Fairphone.

In dit artikel lees je welke stappen er de afgelopen jaren gezet zijn op het gebied van duurzaamheid bij smartphones, welke wetgeving de Europese Unie ontwikkelt om verduurzaming aan te jagen en hoe een kleine Nederlandse speler vooroploopt.

Lees ook: Wat is het beste moment om je smartphone te vervangen?

Steeds meer mensen doen hun best om duurzamer te leven. Ze letten beter op de herkomst van hun supermarktproducten, pakken vaker de trein of elektrische auto in plaats van het vliegtuig en wekken een deel van hun eigen stroom op met zonnepanelen op het dak. Maar de smartphone, hoe duurzaam is die?

Mens en milieu

Hoe duurzaam een smartphone is, begint al bij de herkomst van de grondstoffen die nodig zijn voor de productie van de accu, de behuizing en andere onderdelen. Houdt de fabrikant verborgen uit welke mijnen de gebruikte grondstoffen komen, of meldt de fabrikant dat in een transparantierapport, en is er ter plekke toezicht op het voorkomen van kinderarbeid en onnodige milieuschade?

Merken als Fairphone en Apple lopen op dit vlak voorop. Apple laat – net als veel andere bekende merken – wel een steek vallen op het gebied van het welzijn van de duizenden fabrieksarbeiders die in verschillende Aziatische landen dag in, dag uit iPhones in elkaar zetten. Het bedrijf betaalt die medewerkers een karig loon, om de winstmarges op de iPhones zo hoog mogelijk te houden. Fairphone is een van de weinige merken die inzichtelijk maakt hoe het zijn fabrieksarbeiders behandelt en betaalt ze een normaal salaris.

Een ander duurzaamheidsvraagstuk is de keuze van smartphonefabrikanten voor gerecyclede onderdelen; die zijn doorgaans iets duurder, maar verkleinen wel de milieu-impact van een nieuw toestel. Merken als Samsung, Apple, Nokia en Fairphone gebruiken steeds meer gerecycled plastic, aluminium en andere duurzamere materialen om onderdelen te produceren voor hun telefoons. De kantoren en fabrieken van deze merken draaien ook gedeeltelijk of volledig op duurzaam opgewekte energie. Sommige merken, zoals Apple, hebben leveranciers ook gevraagd om zich te committeren tot het gebruiken van duurzame energie. Toch lopen de ambities uiteen. Apple bijvoorbeeld wil in 2030 volledig klimaatneutraal zijn, waar Samsung hier nog twintig jaar langer voor uittrekt.

In de praktijk

Samsung, Apple, Nokia en Fairphone hebben de afgelopen jaren ook andere duurzame stappen gezet. Zo zijn de verkoopdoosjes van hun toestellen kleiner geworden, waardoor er meer in een container en vrachtwagen passen. Niet-essentiële opvulmaterialen zijn hiervoor weggelaten. Ook plastic zakjes en stickers zijn uitgefaseerd, een zet waar Sony overigens mee vooropliep. En de fabrikanten leveren hun toestellen tegenwoordig ook zonder oplaadadapters, dus alleen met een usb-kabel. Dat scheelt de productie van tientallen miljoenen adapters per jaar en gebeurt met de gedachte dat vrijwel iedereen al één of meerdere adapters heeft. Hetzelfde geldt voor het meeleveren van bedrade oordopjes.

Het weglaten van de adapter en andere accessoires scheelt de fabrikant natuurlijk ook productiekosten. En dat geldt eveneens voor het verkleinen van de verkoopverpakkingen, want hoe meer doosjes er in een container passen, hoe minder containers de fabrikant hoeft te huren. Van die lagere productiekosten merk je als consument echter niets, want door de inflatie hebben merken de adviesprijzen van hun smartphones niet verlaagd.

Er zijn overigens ook merken die nog wél een oplaadadapter bij hun smartphones in de doos stoppen. Dat doen ze uit een servicegedachte, maar vaak ook omdat hun toestellen die speciale adapter vereisen om de razendsnelle oplaadsnelheid uit de marketingcampagne te realiseren. Xiaomi, Oppo, Motorola en OnePlus zijn enkele bekende merken die veel van hun toestellen nog met een oplaadadapter leveren.

©Mile Atanasov

De oplaadadapter is uit veel smartphoneverpakkingen verdwenen.

Repareren

Ooit waren vrijwel alle smartphones voorzien van een kunststof behuizing, waarvan je de achterkant zo losklikte en de accu met je vingers losdrukte. Ook onderdelen als het scherm waren eenvoudig te vervangen. In de loop der tijd zijn smartphones steeds fraaier, dunner en completer geworden, maar tegelijk werd het steeds moeilijker om zelf dingen aan de smartphone te repareren of te vervangen; dat werd een klus voor officiële reparateurs.

Gelukkig zet de industrie tegenwoordig weer stappen om reparatie van smartphones te vereenvoudigen, zowel voor kleinere reparateurs als voor hobbyisten. Motorola, HMD Global (Nokia) en Google werken samen met de onafhankelijke internationale firma iFixit, dat reparatiehandleidingen (inclusief video’s) onderdelen en gereedschappen verkoopt om je smartphone te repareren.

Samsung is afgelopen zomer ook een samenwerking met iFixit aangegaan. Je kunt eenvoudig onderdelen kopen om bijvoorbeeld de glazen achterkant of accu van je Galaxy S20-, S21-, S22- of S23-telefoon te vervangen. Ook onderdelen als de luidspreker, aan-uitknop, usb-c-poort en volumeknoppen zijn via deze weg zelf of door een handige kennis te vervangen.

Apple biedt ook een eigen zelfreparatiedienst aan. Zo kun je de handleiding, onderdelen en gereedschappen kopen om onder meer het scherm of de accu van een iPhone 12-model of nieuwer te vervangen.

Deze onderdelen heb je nodig om het scherm van de Google Pixel 6 te vervangen (foto: iFixit).

Usb-c voor iedereen Fabrikanten zeggen duurzaamheid heel belangrijk te vinden, maar maken die beloften lang niet altijd waar. Een concreet voorbeeld is de oplaadaansluiting van gadgets. Sommige merken gebruikten de afgelopen jaren usb-c op midrange en dure smartphones, en het oudere micro-usb op budgettelefoons. Dan heb je dus twee kabels nodig voor hetzelfde type product, zonder dat hier een goede reden voor is. Of zelfs drie kabels als iemand bij jou thuis een iPhone gebruikt. Die was namelijk voorzien van Apples eigen lightning-poort, die exclusief op iPhones te vinden was.

De Europese Unie heeft hier een eind aan gemaakt door in 2022 een wet aan te nemen die fabrikanten verplicht om vanaf de herfst van 2024 usb-c te gebruiken op smartphones, tablets en camera’s. Let wel: het gaat alleen om apparaten die vanaf dat moment uitkomen. Apple protesteerde hevig omdat de wet het einde betekent van de lightning-poort, maar verloor. En dus zijn – vooruitlopend op de wet – alle vier de recent uitgebrachte iPhone 15-modellen voorzien van usb-c in plaats van lightning. Andere merken die nog vasthouden aan micro-usb of exotische oplaadpoorten volgen dit najaar. Als consument heb je op termijn dus genoeg aan één kabel.

©charnsitr

Apple voorziet de iPhone 15-serie van een usb-c-poort (links) in plaats van een lightning-aansluiting.

Samsung

Samsung behoort tot de grootste smartphoneverkopers ter wereld en heeft dus veel invloed op het verduurzamen van de industrie. Als Samsung een beslissing neemt en die pakt goed uit, dan kan de concurrentie druk voelen om te volgen.

Een voorbeeld daarvan is de beslissing van Samsung om de Galaxy-smartphones zo te ontwerpen dat ze makkelijker te repareren zijn. Zo eenvoudig als tien jaar geleden – toen je een accu met je vingers zo uit de telefoon haalde – is het zeker niet, maar Samsung geeft nu wel via handleidingen aan hoe je onderdelen als de glazen achterkant en vastgemaakte accu kunt vervangen bij een defect. De fabrikant stelt ook reserve-onderdelen beschikbaar, zodat het voor een externe reparateur of iemand die een beetje handig is, eenvoudiger wordt om reparaties uit te voeren.

Een kapot Galaxy-toestel hoeft zo dus niet meer verplicht op de post naar een reparatiecentrum van een Samsung-partner. Die reparatiecentra hebben een slecht imago omdat gebruikers hun toestel vaak een week kwijt zijn – en zelf een vervangend exemplaar moeten regelen – en ze hoge kosten rekenen voor reparaties die niet onder de garantie vallen.

Moderne Samsung-telefoons kun je zelf repareren (foto: Samsung).

Zelf je smartphone repareren?

Met deze reparatiesetjes moet het je lukken

Apple

Ook Apple is een reus op de smartphonemarkt, dus de invloed van de iPhone-maker reikt ver. Dat blijkt ook regelmatig op duurzaamheidsvlak, zowel positief als negatief.

Misschien herinner je je de iPhone 7 uit 2016 nog, de eerste bekende smartphone die de 3,5mm-hoofdtelefoonpoort schrapte? Volgens Apple ‘een gedurfde beslissing’, maar dat geloofden maar weinig omdat het bedrijf tegelijkertijd zijn eerste generatie draadloze AirPods-oordopjes introduceerde. Veel merken volgden met het schrappen van de audiopoort om de verkoop van hun bluetooth-oordopjes aan te jagen. Niet duurzaam, want de batterijtjes in die oordopjes zijn na een paar jaar versleten en ze vervangen is vaak niet mogelijk. Dergelijke oordopjes belanden daarom vaak bij het elektronisch afval.

Gelukkig zet Apple ook veel goede stappen. Het bedrijf draait bijvoorbeeld op hernieuwbare energie, gebruikt veel gerecyclede materialen in zijn iPhones en andere producten, en deelt transparantierapporten over zijn duurzaamheidsambities en impact op het milieu.

Apple besteedt in marketinguitingen graag aandacht aan het duurzame karakter van de iPhones.

Nokia

Nokia was vroeger een grote telefoonfabrikant, maar heeft anno 2024 nog maar weinig marktaandeel over op de smartphonemarkt. Het Finse bedrijf HMD Global, dat een licentievergoeding betaalt om de Nokia-merknaam te mogen gebruiken, ziet in duurzaamheid een kans om de verkopen aan te jagen. De onderneming verkoopt steeds meer nieuwe smartphones met een behuizing van (deels) gerecyclede materialen. Het bedrijf zet op zijn website ook per model uiteen welke grondstoffen er in het toestel zitten. Op zich doen meer smartphonefabrikanten dit inmiddels, maar wat HMD Global extra doet, is vijf jaar fabrieksgarantie geven op een selectie van zijn toestellen. Dat wekt vertrouwen in een duurzame gebruikstijd.

De Nokia G22 en G42 5G zijn verder zo ontworpen dat je zelf onderdelen kunt vervangen, of dit kunt uitbesteden aan een lokale reparateur. Reserve-onderdelen en handleidingen vind je bij Nokia zelf, dat hiervoor samenwerkt met het eerdergenoemde iFixit. Kopers van een Nokia-telefoon kunnen HMD Global zelfs verzoeken om samen met Ecologi bomen te planten. Inmiddels zijn er meer dan 160.000 bomen geplant, meldt de fabrikant. En heb je een smartphone, tablet of elektronische accessoire die ligt te verstoffen in de kast? Dan kun je het apparaat online aanmelden en kosteloos opsturen naar HMD Global, dat het apparaat belooft te recyclen.

Waar HMD Global nog wel stappen in kan zetten, is het updatebeleid. Duurzame smartphones als de Nokia X30 5G en G22 krijgen slechts drie jaar updates, waar veel andere merken vijf jaar of langer updates garanderen. Die toestellen zijn dus langer veilig te gebruiken.

Sommige nieuwe Nokia-telefoons kun je zelf repareren.

Refurbished

Als je je gebruikte smartphone niet wil of niet meer kunt repareren, ligt het kopen van een nieuw model voor de hand. Maar je kunt natuurlijk ook een refurbished model kopen. Refurbished wil zeggen: een gebruikte telefoon die door de fabrikant gecontroleerd is en waarin indien nodig onderdelen zijn vervangen, zodat het toestel weer functioneert als nieuw. Op een refurbished toestel zit ook een paar maanden tot een paar jaar garantie. Grote verschillen dus met een tweedehands toestel dat je via Marktplaats koopt, waar je hoogstens fabrieksgarantie krijgt, en dan alleen als het toestel nog geen twee jaar oud is.

Steeds meer merken bieden refurbished smartphones aan. Fairphone en Apple zijn enkele voorbeelden. Refurbished toestellen van deze en andere merken kun je ook kopen bij derde partijen. Let hierbij goed op de betrouwbaarheid van de aanbieder.

Op de Apple-website kun je refurbished iPhones kopen.

Fairphone

De fabrikant die het meest inzet op duurzaamheid is het Nederlandse Fairphone. Deze smartphonemaker bracht zijn eerste telefoon uit in 2012 en is een zelfstandig bedrijf dat zich hard maakt voor elektronica met zo min mogelijk impact op het milieu. De nieuwe gadget moet bovendien met zoveel mogelijk respect voor arbeiders gefabriceerd worden én door de consument zelf te repareren zijn. Je kunt onderdelen als het scherm, de usb-c-poort en camera vervangen met behulp van een Philips-schroevendraaier en reserveonderdelen die te koop zijn bij de fabrikant.

Fairphone publiceert ook jaarlijks een uitgebreid rapport over zijn bedrijfsvoering en voortgang op het gebied van duurzaamheid. De bevindingen in het rapport zijn door iedereen te controleren, waardoor het merk transparant is over zijn doen en laten.

Je kunt belangrijke onderdelen van de Fairphone 5 zelf repareren (foto: Fairphone).

Meest duurzame smartphone De meest duurzame smartphone die je op dit moment kunt kopen, is de Fairphone 5. Deze telefoon kost 699 euro en is dus niet goedkoop. Dat komt niet per se door de technische specificaties – die zijn prima maar niet bijzonder in dit prijssegment – maar door de aanvullende kosten om tot een duurzame gadget te komen. Denk aan de meerprijs die Fairphone betaalt voor de duurzamere winning van grondstoffen, normale salarissen voor mijnwerkers en fabrieksarbeiders, en onderzoek en technische aanpassingen om tot een makkelijk repareerbare telefoon te komen.

Daarnaast reserveert het bedrijf ook geld om ontwikkelaars flink wat jaren updates te laten ontwikkelen voor de smartphone. Waar sommige merken het zich makkelijk (en goedkoper) maken door een toestel twee of drie jaar updates geven, garandeert Fairphone acht jaar updates voor de Fairphone 5. De fabrikant mikt zelfs op tien jaar.

Benieuwd naar de Fairphone 5? Lees de review Fairphone 5 is voorbeeld voor de smartphone-industrie

De Fairphone 5 is de meest duurzame smartphone van dit moment.

Conclusie

Veel bekende fabrikanten zetten stappen om hun smartphones duurzamer te maken. Die ontwikkeling valt te prijzen, maar komt niet altijd voort uit ideologie. Sommige duurzame keuzes, bijvoorbeeld het verkleinen van de verkoopverpakking en het weglaten van accessoires, schelen de fabrikant ook geld. Dan is er ook nog druk van buiten, bijvoorbeeld van de EU, die merken dwingt tot duurzamere keuzes, bijvoorbeeld door een usb-c-oplaadpoort en betere repareerbaarheid te eisen. We constateren dat sommige merken op dit vlak al experimenteren om kennis op te doen om op tijd aan de nieuwe regelgeving te voldoen.

Het enige merk dat écht en al jarenlang op eigen initiatief zo duurzaam mogelijke smartphones maakt, is het Nederlandse Fairphone. Voor velen misschien nog een onbekende speler, maar wel een die de moeite waard is om beter te leren kennen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!