ID.nl logo
10 vergeten besturingssystemen
© CIDimport
Huis

10 vergeten besturingssystemen

Jonge IT’ers van nu zullen van de meeste van deze besturingssystemen nooit gehoord hebben. Dat is jammer, want ze zijn belangrijk geweest voor de tegenwoordige platforms waarop pc's en mobieltjes draaien.

1. CP/M

Het 8 bit besturingssysteem CP/M (Control Program for Microcomputers) wordt beschouwd als eerste commerciële besturingssysteem ter wereld en zette in 1973 een revolutie in pc-land in gang. Net als bij latere opvolgers als MS-DOS moesten in de command line (opdrachtregel) commando’s worden getypt die het besturingssysteem vervolgens uitvoerde. Het systeem zorgde er onder andere voor dat ontwikkelaars veel meer mogelijkheden kregen. WordStar en dBase draaiden er bijvoorbeeld zonder enige aanpassing mee op 8080-, 8088- en 8086-computers.

CP/M werd ontwikkeld door Gary Kindall, een bij Intel werkzaam genie die het systeem voor de 8080 microprocessor van het bedrijf ontwikkelde. CP/M draaide eind jaren 70 en in het begin van de jaren 80 op de meeste compacte zakelijke en thuiscomputers (toentertijd noemden we dat nog geen pc’s). In 1981 betaalde Microsoft het bedrijf Seattle Software Works 10.000 dollar voor een ongeautoriseerde kloon van CP/M die het later aan IBM licenseerde om te gebruiken op de eerste IBM PC als PC-DOS dat later uit zou groeien tot het veel populairdere MS-DOS. CP/M draaide in zijn hoogtijdagen op 3000 verschillende computers.

2. OS/2

In augustus van het jaar 1985 tekende Microsoft een deal met IBM om samen een geavanceerd besturingssysteem met de naam OS/2 te gaan ontwikkelen als opvolger van DOS. Het uiteindelijke systeem werd echter nooit zo populair als MS DOS (of later Windows). Sterker nog, OS/2 werd hét twistpunt tussen Microsoft en IBM.

Dit kwam doordat Microsoft de meeste ontwikkelcapaciteit toekende aan Windows en Windows NT. OS/2 raakte bij Microsoft op het tweede plan verzeild. Later stapte Microsoft volledig uit de ontwikkeling van OS/2. IBM bracht in december 2001 de laatste IBM-versie van OS/2 uit en weigerde ondanks verschillende smeekbedes het systeem als open-source uit te geven.. Nu wordt het besturingssysteem up-to-date gehouden door Serenity Systems International en heet het eComStation.

OS/2 was in veel opzichten de voorloper van Windows NT (en dus ook van het latere XP en Server). Het systeem blonk uit in stabiliteit en introduceerde features die pas later in Microsoft-besturingssystemen gebracht worden, zoals een 32-bit architectuur, een virtuele machine voor DOS, multitasking en een gebruiksinterface die gedreven werd door objecten in plaats van vaste onderdelen.

Toch werd OS/2 geen succes vooral vanwege het gebrek aan applicaties (software verscheen eerst voor Windows en dan pas voor OS/2) en omdat IBM het niet zag zitten alle mogelijke hardware te ondersteunen, iets dat Microsoft met DOS en Windows wel probeerde te doen. Ook het feit dat OS/2 geen onderscheid kon maken tussen individuele gebruikers of typen gebruikers (bijvoorbeeld de gast- of beheerdersrol) in een tijd dat netwerken steeds belangrijker werden nekte de adoptie van het platform.

3. Symbian

Symbian (ontstaan in 1998) was ooit het populairste besturingssysteem voor mobiele high-end toestellen in de tijd dat nog niemand van de iPhone had gehoord. In zijn topjaren werd het OS geflankeerd door Windows Mobile, BlackBerry en allerhande op Java-gebaseerde besturingssystemen. Met name tussen 2008 en 2010 verruilden consumenten hun oude mobieltje van Nokia voor een nieuwer Symbian-model met browser en internetverbinding.

Symbian stond dus twee jaar aan de top, maar de komst van de iPhone en Android-toestellen maakten daar een einde aan. Analisten zagen de dramatische val van Symbian niet aankomen. Zelfs in 2010 verwachtte IDC nog dat Symbian in 2014 marktleidend zou zijn. Even later explodeerde de groei van Android met populaire toestellen als de HTC Desire en de eerste Samsung Galaxy S.

Symbian ligt op dit moment aan de beademing en dreigt te sterven. Hoewel er geen nieuwe toestellen meer verschijnen, kunnen gebruikers nog wel ondersteuning tegemoetzien. Nokia bracht de doorontwikkeling onder bij Accenture die tot 2016 verder blijft gaan met de ondersteuning. De Nokia 808 PureView is het laatste ‘vlaggenschip’ dat met Symbian is uitgerust.

4. BeOS

Toen Apple halverwege de jaren '90 op sterven na dood leek, besloot ex-Apple bestuurder Jean-Louis Gasseé van Be Incorporated de gok te wagen met een pc op een geheel nieuw platform. Van 1990 tot 1995 hadden 12 ingenieurs van Apple, NeXT (Steve Jobs' bedrijf) en Sun aan de BeBox en het besturingsysteem BeOS gewerkt: een investering van ruim 9 miljoen dollar en die bijvoorbeeld het 64-bit bestandssysteem BFS opleverde.

Deze krachtsinspanning resulteerde in een machine met twee PowerPC CPU's op 66MHz op een besturingssysteem dat volgens de makers de concurrentie aan zou kunnen gaan met Mac OS en Windows. De machines waren gericht op de zakelijke markt en in het bijzonder op developers. Toch werd het een grote mislukking. In de twee jaar dat de machine verkocht werd, verwisselden slechts 2000 exemplaren van eigenaar.

BeOS bestaat nog steeds, maar lijdt een marginaal bestaan sinds eigenaar Palm door HP overgenomen werd. Wat van BeOS over is, is terug te vinden in het gratis open-source OS Haiku, waarvan in november de laatste alpha-versie verscheen.

5. DR-DOS

In de jaren 80 ontwikkelden een aantal eigenzinnige ontwikkelaars een eigen Microsoft-variant voor het marktleidende MS-DOS. Gary Kindall, eerder verantwoordelijk voor CP/M, startte met Digital Research een bedrijf om het opkomende MS-DOS het vuur aan de schenen te leggen. Helaas bleek CP/M-86 niet het alternatief waar pc-gebruikers op zaten te wachten, dus besloot hij in de vorm van DR-DOS een kloon uit te brengen die DOS voorzag van functionaliteit waaraan Microsoft niet zou kunnen tippen.

DR-DOS bracht aanvullende tools voor de command-line, bood ondersteuning voor grote FAT16 harde schijven en voegde bijvoorbeeld wachtwoordbescherming aan de kernel van het systeem toe waardoor het de belangrijkste concurrent voor Microsoft werd. Later werden ook zaken als geavanceerd geheugenbeheer, schijfcompressie een taakbeheerder en ‘undelete’ aan het arsenaal toegevoegd. Desondanks werd DR-DOS nooit de belangrijkste speler en verkocht Digital Research in 1991 de broncode aan Novell die de ontwikkeling voortzette onder de naam Novell DOS en PalmDOS, een besturingssysteem voor handheld palmtoppc’s.

6. Novell Netware

Begin jaren tachtig besloot de Amerikaanse netwerkspecialist Novell om een besturingssysteem voor Novell netwerkservers te ontwikkelen waar computers draaiende op CP/M en DOS gebruik van konden maken als alternatief voor mainframes en minicomputersystemen. Enkele jaren later werd het systeem ook voor IBM PC compatible hardware vrijgegeven waardoor ook andere fabrikanten servers konden met Netware leveren.

Voor de komst van Windows NT/Windows Server was Netware een belangrijke speler in serverland en introduceerde het functionaliteit als de Netware Directory Services (NDS), een gedeelde directory zoals die tegenwoordig nog door Microsoft als Active Directory wordt gebruikt.

De grootste fouten van Novell (en aanleiding voor de ondergang van Netware) waren dat het besturingssysteem te lang heeft vertrouwd op een DOS-omgeving om het systeem te beheren, dit terwijl beheerders verlangden naar een grafische GUI-oplossing. Ook bleef Netware vasthouden aan Novells eigen IPX/SPX netwerkprotocol, terwijl het open TCP/IP de standaard voor het internet werd. Hosters kozen daarom niet voor Netware-servers, maar voor Windows-, Unix- en Linux-alternatieven. Tegenwoordig leeft Netware verder als Linux-gebaseerd besturingssysteem onder de vlag Open Enterprise Server.

7. NeXTStep

Nadat Steve Jobs Apple in 1985 noodgedwongen had verlaten, begon hij met het bedrijf NeXT, waar een heel nieuw platform werd opgebouwd rond een Unix-achtig OS met de naam NeXTSTEP. NeXT produceerde van 1988 tot 1993 een hele computerlijn (tegenwoordig allemaal verzamelobjecten), waarna de hardware werd losgelaten en het bedrijf zich volledig op software ging concentreren.

In 1994 kwam Canon, dat zelf een aandeel in NeXT had, met een eigen NeXTSTEP 486-machine: de object.station 41. Helaas bleek het NeXTSTEP OS niet populair genoeg; de object.station verkocht niet best. Maar vergis je niet: alle moderne Macs draaien op OS X, wat weer gebaseerd is op NeXTSTEP, waardoor het eigenlijk gewoon volle neefjes zijn van dit moedige Canon-initiatief.

8. GEOS

Twee jaar na het verschijnen van Apples grafische besturingssysteem Mac OS kwam Berkeley Softworks (wat later bekend werd als GeoWorks) in 1986 met een 8-bit kloon voor de 1 Mhz Commodore 64 thuiscomputer: GEOS.

Net als Mac OS bood GEOS een tekstverwerker, een rekenmachine en een tekenprogramma. Pakketten als een DTP-applicatie en spreadsheet waren afzonderlijk verkrijgbaar. Commodore was zo onder de indruk van het programma dat het GEOS standaard ging meeleveren met de goedkope C64C-machine.

In 1990 bracht GeoWorks met PC/GEOS (ook bekend als GeoWorks Ensemble) een 16-bit besturingssysteem voor XT en AT pc’s uit dat weliswaar DOS als onderliggende laag vereiste, maar wel een complete grafische interface kende waarop gebruikers programma’s konden installeren. GEOS bleef eind jaren ’90 besturingssystemen voor goedkope instapcomputers leveren in de vorm van NewDeal Office en Breadbox Ensemble.

9. AmigaOS

Tegenwoordig is multitasking de normaalste zaak van de wereld, maar bijna dertig jaar geleden werd het beschouwd als de heilige graal. Doordat Windows op DOS was gefundeerd, kon je daarmee alleen maar dromen van multitasken. Mac OS en de eerste OS/2-versie konden wel programma’s naast elkaar uitvoeren, maar de taken zaten elkaar daarbij hopeloos in de weg. Terwijl andere besturingssystemen gefrustreerd met multitasking knoeiden, wist Amiga de onderliggende problemen te omzeilen. Dit OS zat zó geavanceerd in elkaar dat de grote IT-bedrijven meer dan tien jaar nodig hadden om hun achterstand in te lopen. De multithread-multitasking capaciteiten van AmigaOS werden vooral gebruikt voor zware grafische toepassingen in de media-industrie. Des te opmerkelijker dus dat het OS ook onder een breder publiek op populariteit kon rekenen, waaronder veel gamers.

Het duurde nog tot eind jaren ’90 voordat Windows NT, OS/2 en het Mac OS multitasking ondersteunden, en in tegenstelling tot AmigaOS hadden deze systemen daar een behoorlijk zware hardwareconfiguratie voor nodig.

Helaas waren de makers van het AmigaOS beter in het bedenken van krachtige technologie dan in het bewaken van hun banksaldo. Sinds 1994 werd het bedrijf erachter verschillende malen failliet verklaard en overgenomen door andere bedrijven, zoals Commodore en Gateway. De ontwikkeling van AmigaOS 4 werd weliswaar doorgezet voor de PowerPC en deze versie kwam in 2006 zelfs op de markt, maar er heeft jarenlang juridische touwtrekkerij plaatsgevonden over wie het besturingssysteem nu eigenlijk mag voeren. Het Belgische Hyperion Entertainment claimt de boel juridisch gezien in handen te hebben en levert er nog steeds software voor.

10. WebOS

Het destijds compleet nieuwe, op Linux gebaseerde WebOS en de eerste smartphone daarmee, moesten in januari 2009 mobiele fabrikant Palm redden. De verkoop van zijn oude producten zat al geruime tijd in een neergaande spiraal en de vooruitzichten waren slecht. WebOS beloofde een smartphonesysteem met apps, multitasking en hechte integratie met e-mail en clouddiensten.

Toch werd het geen succes en werden toestellen op basis van het besturingssysteem nauwelijks verkocht. Hoe heeft dit zo mis kunnen gaan?

Ten eerste is Palm zijn tijd ver vooruit geweest door in 2008 al te kiezen voor html als app-platform voor zijn nieuwe mobiele besturingssysteem. Naderhand is echter gebleken dat Palm zijn tijd hiermee té ver vooruit was. HTML zelf was nog niet zo krachtig als het nu is met de mogelijkheden die HTML5 biedt. Bovendien waren HTML-ontwikkelaars ook nog niet gericht op 'echte' apps, die lokaal op een apparaat draaien.

"We waren simpelweg niet in staat om zo'n ambitieus en baanbrekend ontwerp uit te voeren", vertelde voormalig software-topman Paul Mercer van Palm aan The New York Times. Hij overzag het interface-ontwerp van WebOS en huurde belangrijke ontwikkelaars in voor het nieuwe besturingssysteem. "Misschien dat het nooit uitgevoerd kon worden omdat de technologie er nog niet was", zegt hij achteraf.

Die ex-topman geeft ook aan dat het moeilijk was om in 2009 programmeurs te vinden die een goed begrip hadden van browser-engine WebKit. Dat was namelijk niet alleen de basis voor Palms nieuwe platform, maar ook voor de Safari-browser in Apple's iOS en voor de webbrowser in Google's Android. Die twee techreuzen hadden het m eeste toptalent op dit gebied al weggekaapt, legt Mercer uit.

WebOS was tot voor kort in handen van HP. Dat bedrijf stopte medio 2011 met de ontwikkeling van het mobiel platform, dat een erfenis was van de overname van Palm. HP besloot het te implementeren als OS voor zijn TouchPad-tablets, iets wat uitdraaide op een grote deceptie. HP besloot vervolgens webOS vrij te geven aan de open source-gemeenschap. In februari van dit jaar besloot elektronicafabrikant LG het noodlijdende besturingssysteem over te nemen om het te kunnen integreren in zijn lijn Smart TV’s.

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.

▼ Volgende artikel
Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort
© Wesley Akkerman
Huis

Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort

De Denon AH-C500W-oortjes beloven vanwege de open pasvorm comfort en omgevingsbewustzijn. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een pasvorm die niet echt aansluit op de gehoorgang.

Oké
Conclusie

De Denon AH-C500W probeert met een open ontwerp een omgevingsbewuste luisterervaring te bieden, maar schiet op meerdere vlakken tekort. De pasvorm is onstabiel, de aanraakbediening irritant en het geluid – met name de bas – valt tegen. Daardoor voelt dit model vooral aan als een ongelukkig compromis.

Plus- en minpunten
  • Heel licht ontwerp
  • Heldere sound
  • Equalizer binnen de app
  • Blijven niet goed zitten
  • Audio mist duidelijke baslaag
  • Karige app

Het ontwerp van de Denon AH-C500W is volgens de fabrikant gericht op comfort; daarvoor heeft de fabrikant een zogenaamde 'open pasvorm' in het leven geroepen die niet diep in je gehoorgang zit. Hierdoor voelen de oordopjes licht aan en kun je ze lang zonder enige irritatie dragen. Bovendien blijf je goed in verbinding met je omgeving, omdat er geen ruisonderdrukking is en de dopjes zelf niets tegenhouden. Dat zijn allemaal mooie manieren van omdenken. De AH-C500W-dopjes hebben dan ook geen rubber tips die in je oren gaan en de boel afsluiten, maar vallen bij bewegingen daardoor ook makkelijk uit je oren.

De oordopjes beschikken over moderne technologie zoals bluetooth 5.3 met multipoint-connectiviteit, waardoor je met twee apparaten tegelijk kunt verbinden. De totale batterijduur bedraagt 24 uur, inclusief de oplaadcase. Dankzij de IPX4-classificatie zijn ze bestand tegen zweet en spatwater, maar gezien de vorm zijn ze niet echt geschikt voor sporters. De bediening verloopt via gevoelige aanraakoppervlakken op de oordopjes of via de gratis app. Verder hebben ze microfoons met beamforming voor heldere telefoongesprekken.

©Wesley Akkerman

Gladde oortjes

Aan de functionaliteit ligt het dus zeker niet. Denon zet daarmee in op een breed publiek. We vinden het alleen jammer dat de oortjes geen rubber tips hebben, want die helpen vaak bij het blijven zitten in de gehoorgang. We realiseren ons dat dit een persoonlijke voorkeur is; er zijn immers nog steeds mensen die liever gladde oordopjes hebben dan rubber of siliconen oortips die je dieper in je oor moet duwen. Maar als je lang haar hebt, je veel met je hoofd beweegt of de oordopjes met de hand (en niet via de app) bedient, is de kans groot dat je ze verplaatst of dat ze uit je oren vallen.

We vinden de bediening op de oortjes sowieso behoorlijk gevoelig, maar gelukkig kun je die uitschakelen via de gratis Denon Headphones-app. Dat hebben wij dan ook gedaan. We hebben ze regelmatig beter in onze oren moeten draaien, omdat ze niet bleven zitten, en hebben daardoor regelmatig onbedoeld functies geactiveerd. Bovendien beschikt de app over een vijfpunts equalizer. Heel handig, want daarmee verbeter je het geluid daadwerkelijk. Helaas kun je je eigen instellingen niet opslaan; als je terug wilt naar oude settings, dan moet je die handmatig invoeren.

©Wesley Akkerman

Het open karakter

Omdat de Denon AH-C500W een open karakter heeft, zijn ze lastig te vergelijken met oordopjes die wel beschikken over enige afsluiting. Maar dat is dan ook precies de bedoeling. Het is maar net wat je van een setje oortjes verlangt. En eerlijk is eerlijk: ze zijn zo licht dat je ze bijna niet voelt zitten. Door dit karakter klinkt de muziek heel helder, terwijl je ondertussen alles nog meekrijgt vanuit je omgeving. In het openbaar vervoer is dat een nachtmerrie, maar we denken niet dat Denon verwacht dat je ze overal gebruikt.

Verder is ons duidelijk dat de Denon AH-C500W flink wat kracht mist. Zonder equalizerinstellingen vallen de lagere tonen helemaal weg, waardoor je voornamelijk naar de vocalen en hogere segmenten luistert. Met de traditionele glimlachinstellingen van de equalizer (zie de screenshots verderop) trek je het middensegment verder weg van de audioweergave, maar geef je wel een flinke boost aan het onderste deel. Daardoor klinkt de muziek al wat aangenamer. Maar oordopjes met een betere afsluiting zullen in dit geval altijd beter klinken dan de AH-C500W.

©Wesley Akkerman

Open of gesloten?

Je zou de Denon AH-C500W daardoor beter kunnen vergelijken met oordopjes die je meer boven je gehoorgang plaatst – denk aan de Openfit 2+ van Shokz. Daar klinkt de soundstage daadwerkelijk warm, vol en gedetailleerd, en daar kunnen we de Denon-oortjes niet altijd op betrappen. Helemaal eerlijk is de vergelijking trouwens niet, omdat het producten uit twee technisch verschillende groepen zijn. Maar in onze beleving legt dit setje het af tegen oortjes met afsluiting en écht open oordoppen. Het is het net niet, zogezegd.

Daar speelt het ontwerp ook een grote rol in. De Denon AH-C500W's blijven minder goed zitten dan open modellen die je met een haakje om je oren bevestigt. Je bent ze bovendien voortdurend aan het bijdraaien om maar een goede pasvorm te vinden. Wellicht ligt dat deels aan de oren van ondergetekende, maar dat is nu eenmaal wel de ervaring. Ze doen bovendien sterk denken aan de AIrPods. En daardoor hebben we ook het idee dat Denon meer het Apple-publiek wil aanspreken. Een onbegonnen zaak, aangezien die mensen meestal al voorzien zijn.

©Wesley Akkerman

Denon AH-C500W kopen?

De Denon AH-C500W wil zichzelf met zijn open ontwerp neerzetten als een alternatieve keuze voor wie omgevingsbewust wil blijven. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een onrustige pasvorm, waardoor de oordopjes bij de minste beweging al dreigen uit te vallen. Deze constante noodzaak tot bijstellen leidt tot frustratie, mede door de overgevoelige aanraakbediening. Gelukkig kun je die via de app uitschakelen, maar dat verandert verder niets aan het idee dat ze niet echt lekker zitten.

Ook op audiogebied overtuigen de oortjes niet helemaal. Het open karakter levert een helder geluid op, maar de basweergave is ondermaats en vereist flinke aanpassingen via de equalizer, waarvan je de instellingen frustrerend genoeg niet kunt opslaan. De AH-C500W's vallen hierdoor in een lastig niemandsland: ze missen de geluidsisolatie en krachtige bas van afgesloten oordopjes en de stabiele pasvorm van échte open-ear modellen met oorhaken. Uiteindelijk voelen de oordopjes aan als een compromis dat op de belangrijkste vlakken helaas tekortschiet.