ID.nl logo
Cups, bonen of toch maar een filtermachine?
© Leszek Czerwonka
Huis

Cups, bonen of toch maar een filtermachine?

Koffiezetten kan tegenwoordig op meer manieren dan ooit. En zelfs in traditioneel filterland Nederland is er een schare aan gebruikers die is overgestapt naar (of experimenteert met) andere manieren om koffie te zetten.

In Nederland dronken we tot een decennia of twee, drie geleden eigenlijk vooral en alleen filterkoffie. Gewoon via een traditioneel koffiezetapparaat waar heet water op gemalen koffie in een filterzakje druppelde. Het resulterende vocht werd opgevangen in een glazen kan die op een warmhoudplaat heet werd gehouden. Werkte (en werkt nog steeds) prima. Het leverde een karakteristieke ‘gefilterde’ koffiesmaak op. Bovendien was (en is) het voordeel van een filtermachine dat je in één klap een volle kan zet die goed is voor bijvoorbeeld tien kopjes koffie. Ideaal voor thuis op een avondje met vrienden, maar zeker zo goed tijdens vergaderingen. Eventueel een wolkje melk erin, wat suiker en klaar. Gemakskoffie pur sang dus. Maar is het ook de béste koffie? Dat is natuurlijk een riskante vraag, want vooral ook afhankelijk van je eigen smaak.

Espresso, zuidelijk temperament

Feit is dat Nederlanders over de grenzen richting zuiden – maar zeker ook steeds meer in restaurants – in aanraking kwamen met verrassend anders smakende koffie. Espresso en koffiespecialiteiten gebaseerd op espresso werden al snel geliefd. Kon je thuis ook doen, maar de benodigde espressomachines waren dun gezaaid en (dus) duur. Tegenwoordig is espresso een van de meest gedronken koffiesoorten en zodoende is er een scala aan espressomachines verkrijgbaar. En een flink deel van de eenvoudigste exemplaren is goed betaalbaar. Waar bijvoorbeeld op wordt bezuinigd, is een koffiemaler. In plaats daarvan kun je ook alweer heel lang kant-en-klaar gemalen espressokoffie van klinkende namen als Lavazza en andere merken kopen. In theorie betekent dit dat je nu ook thuis koffie van restaurantkwaliteit kunt maken. Daarbij geldt overigens wel dat de goedkoopste espressoapparaten vaak wat onder de maat presteren en een drank produceren die – qua smaak – het midden houdt tussen filterkoffie en espresso.

©Photographer: George Dolgikh

Malen of niet?

Om echt goede espresso te maken, kies je het best een espressomachine met een geïntegreerde bonenmaler. Ook belangrijk is dat voldoende druk wordt opgebouwd om de typische espressosmaak en het typerende schuimlaagje te realiseren. Dergelijke machines zijn meestal beduidend duurder, maar je hebt er uiteindelijk meer smaakplezier van. Zeker als je een echte espressoliefhebber bent. Nadeel van zowel espressomachines die bonen als gemalen koffie gebruiken: als de verpakking van de koffie is geopend, moet je die binnen niet al te lange tijd gebruiken om smaakverlies tegen te gaan. En niet iedereen – denk ook aan singles bijvoorbeeld – drinkt genoeg koffie om dat klusje te klaren. Het resultaat is dat de eerste helft van het pak koffie beter smaakt dan de resterende helft.

Overigens kun je ook altijd kiezen voor een losse bonenmaler, die je tegenwoordig in alle soorten en maten hebt.

©Nik Merkulov

Cups voor het ultieme gemak

Dat zagen fabrikanten ook, en al snel was de capsulemachine geboren. De bekendste is ongetwijfeld Nespresso. Het idee is simpel: plaats een capsule in de machine, druk op een knop, wacht even en je hebt een prima kop espresso. Echte espressofanaten proeven toch nog verschil tussen ‘echte’ espresso en Nespresso, maar alle waar naar z’n geld natuurlijk. In de capsule zit precies genoeg voor één kop espresso (of een Lungo, als dat op de capsule vermeld staat). Groot voordeel is dat je een scala aan verschillende smaken kunt kopen en die al naar je gemoed kunt kiezen. Nadeel is dat capsulekoffie verhoudingsgewijs duurder is, maar als je een meer bescheiden koffiedrinker bent zul je daar onder de streep niet zo heel veel van merken. In dat geval wegen de voordelen ruimschoots op tegen de nadelen.

©ManuPadilla - stock.adobe.com

Foto: ManuPadilla - stock.adobe.com

Meer dan Nespresso alleen

Zoals gezegd is Nespresso het bekendste merk, maar inmiddels leveren een hele hoop andere fabrikanten koffiecapsules die compatibel zijn met de Nespresso-machines. Inclusief bijvoorbeeld een bedrijf als Starbucks, mocht je de smaak daarvan waarderen. Verder heeft bijvoorbeeld het Duitse Chibo een eigen capsulemachine, die vanwege de anders gevormde capsules niet compatibel is met Nespresso. Deze koffie heeft bovendien een wat meer ‘Duitse’ smaak, voor de liefhebbers daarvan. En dan is er ons eigen Philips met z’n Senseo natuurlijk, in samenwerking met Douwe Egberts, dat de bijbehorende pads produceert. Dit systeem werkt net iets anders en levert een koffiedrank op die het midden houdt tussen espresso en filterkoffie. Ook daarvoor worden inmiddels door andere koffiemerken pads gemaakt, waaronder huismerken van supermarkten. Op die manier kun je vaak flink geld besparen, al moet je wel even gaan speuren om dan ‘jouw’ smaak te vinden.

Kiezen maar!

Wat is beter? Tja, zoals gezegd is dat vooral een kwestie van smaak, gekoppeld aan gebruiksbehoeften. Capsules zijn ideaal voor de meer bescheiden koffiedrinker die gewoon af en toe een goede kop espresso wil. De echte espressomachine is voor de koffieconnaisseurs, waarbij geldt dat de duurdere machines meestal betere kwaliteit leveren. Maar het wordt dan wel een beduidend duurdere hobby. En filterkoffie? Ach, die zal altijd wel populair blijven. Gewoon, omdat het lekker makkelijk is op feestjes, tijdens die vergaderingen of meetings.

Nog een opmerking tot slot: er is een nadeel aan het gebruik van cups, met name de plastic exemplaren. Die belanden namelijk allemaal op de afvalberg, wat niet bepaald milieuvriendelijk is. Aluminium cups zijn al een heel stuk beter, want die kun je meestal afgeven bij winkel of koerier om te laten recyclen.

Op zoek naar de ideale koffiemachine?

Bij Bol.com ga je sowieso slagen!
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.