ID.nl logo
Zo stek je de planten in je tuin
© Nedopekin Yuriy | maryviolet - stock.adobe.com
Huis

Zo stek je de planten in je tuin

Door zelf planten uit de tuin te stekken, of vermeerderen, kun je gemakkelijk je lievelingsplanten uitbreiden. Door te stekken krijg je namelijk een identieke plant aan de moederplant. Meestal neem je meerdere stekjes, dus als ze aanslaan kun je ze ook weggeven. Leuk en persoonlijk cadeau!


Door planten te stekken vermeerder je ze. Je kweekt zelf eigenlijk ‘klonen’. In dit artikel lees je: Hoe je op verschillende manieren planten stekken kunt, bijvoorbeeld in water, aarde of door de wortels te stekken | Welke planten makkelijk te stekken zijn

Misschien ook interessant voor jou: Zo maak je een moestuin - met stappenplan!


Stekken is het vermeerderen van planten

Stekken is een methode om planten te vermeerderen, oftewel om nieuwe planten te kweken uit een bestaande plant. Het is een eenvoudige en voordelige manier om snel meer planten te krijgen zonder zaadjes te gebruiken.

Bij het stekken worden delen van een bestaande plant afgesneden, zoals takjes of bladeren, en in de grond of water geplaatst om wortels en nieuwe groei te ontwikkelen. Er zijn verschillende manieren om planten te stekken. Deze bespreken we hieronder. Niet iedere plant is geschikt voor elke methode. Sommige stekken kun je bijvoorbeeld het beste dieper in de aarde zetten (olijf) of in een hoek (dus niet verticaal) in de grond (vijg). Bestudeer dus even of jouw gekozen vorm van stekken geschikt is voor de plant die je hebt gekozen.

©Johnstocker - stock.adobe.com

Stekken in water

Bij deze methode worden de stekken in een glas of vaas met water geplaatst totdat er wortels groeien. Dit werkt goed voor planten zoals pijlkruid, klimop en monstera.

Het is een handige en eenvoudige manier om nieuwe planten te kweken, vooral als je nog niet zoveel ervaring hebt met stekken. Met een schone snoeischaar of mesje maak je stekjes van ongeveer vijf tot vijftien centimeter, afhankelijk van de plant. Je zet de stek in een vaasje, lege fles of bijvoorbeeld lege (en schone) jampot. Zorg ervoor dat je de onderste bladeren verwijdert voordat je de stekjes in het water zet. Zo heeft de stek alle energie tot zijn beschikking voor de wortels.

Sommige planten hebben wat extra bescherming nodig, dus als je twijfelt, kun je het uiteinde van je stekje in stekpoeder dopen om het te beschermen tegen bacteriën. En zorg dat je altijd meerdere stekjes tegelijk maakt. Zo weet je zeker dat je genoeg planten hebt, zelfs als er een paar sneuvelen.

Als je stekjes in het water staan, is het belangrijk om geduld te hebben. Het kan even duren voordat de wortels groeien. Het is ook belangrijk om regelmatig het water te verversen en de stekjes in de gaten te houden om te zien of ze stevig blijven. Niet alle stekjes groeien even snel, zelfs niet als ze van dezelfde plant komen.

Als je stekjes ongeveer drie tot vijf centimeter lange wortels hebben, kun je ze overpotten in de aarde. Zorg ervoor dat je de aarde in het begin goed vochtig houdt, zodat de overgang voor je plant niet al te groot is.

©Tylim Mocco

Direct stekken in aarde

Bij deze methode worden de stekken direct in de potgrond gestoken. In de meeste gevallen in een pot, maar in de volle grond kan ook. Dit werkt goed voor planten zoals salie, rozemarijn en lavendel.

Ook als je planten in aarde wilt stekken, is het belangrijk om te beginnen met een schone snoeischaar of schoon mesje. Zo voorkom je dat ziektes en bacteriën zich verspreiden naar andere planten. Zorg er daarnaast voor dat de lengte van je stekjes past bij je doel. Wil je je plant voller maken? Ga dan voor kleine stekjes. Wil je liever dat je plant meer hoogte krijgt? Dan kun je beter langere stekken nemen (ongeveer 15 cm).

Bij sommige planten, zoals vetplanten, kun je afgebroken bladeren eerst laten drogen voordat je ze op de aarde legt. Dit helpt de wond te genezen en voorkomt infecties. Zorg ervoor dat de aarde van je stekken in het begin goed vochtig is, maar plant stekken nooit met ‘natte voeten’.

Over het algemeen geldt dat je stekjes ongeveer een derde van hun lengte in de aarde steekt. Voor sommige planten kan het echter beter zijn om de stekjes iets dieper te planten, terwijl voor andere planten juist minder diep beter is.

Als je stekjes in potten plant, zorg er dan voor dat de pot groot genoeg is voor de stekken en vul deze met potgrond. Zet de potten op een lichte plek, maar vermijd direct zonlicht, vooral in de zomer. Als je stekjes in de volle grond plant, kies dan een plek met voldoende zonlicht en goed doorlatende grond.

In het begin is het belangrijk om de aarde van de stekjes vochtig te houden. Dit kun je doen door de aarde regelmatig licht te besproeien met water. Je kunt de stekjes afdekken met bijvoorbeeld een plastic zakje om de luchtvochtigheid hoog te houden en zo de overlevingskansen van de stekjes te vergroten. Zodra de stekjes wortels hebben gevormd en nieuwe blaadjes beginnen te groeien, kun je ze langzaam laten wennen aan drogere lucht en minder vaak water geven.

Tip: door een plantenspuit te gebruiken om water te geven, gebruik je niet snel te veel water. Je wilt namelijk niet dat de wortels onder water staan, want dan gaan ze rotten. Gebruik daarom potten met gaten aan de onderkant, zodat overtollig water weg kan lopen. Heb je die niet, vul de onderste laag van de pot dan met hydrokorrels, of doe scherven onderin de pot.


Stekken met de wortel van planten

Je kunt ook wortels stekken. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is eigenlijk super simpel.

Allereerst haal je de planten uit de pot en maak je voorzichtig de wortels los. Doe het voorzichtig, zodat je de wortels niet te veel beschadigt. Vervolgens knip je stukken van ongeveer 2 cm van de wortels, net na een 'knoop' of verdikking. Dat is een plek op de wortel waar nieuwe groei begint. Het is meestal een verdikking of een iets breder stuk van de wortel, en het ziet eruit als een soort bultje of knobbel op de wortel.

Dan vul je een pot met stekgrond, leg je de wortelstekken hier plat in en dek je ze af met een laagje grond van ongeveer een centimeter. Besprenkel de grond met water en dek de potten af met plastic of, als je dat hebt, kunnen ze in een kweekkasje.

Als de stekken een aantal blaadjes hebben, zijn ze klaar om overgepot te worden naar een eigen pot. Het kan even duren voordat er genoeg wortels zijn gegroeid, maar het resultaat is het wachten meer dan waard.

Andere manieren om planten te stekken

Er zijn nog andere methoden om te stekken, zoals het gebruik van kleine bakjes (eierdoos) en een enkel blad (bij vetplanten) en het stekken van bladeren op een bedje van vochtige aarde of papieren handdoekjes.

Ook zijn er planten die zelf al stekjes uitzaaien. Je ziet dat bij de pannenkoekplant en aloë vera. Deze hoef je alleen voorzichtig uit te graven of los te snijden en ze in een eigen pot te zetten.

Wanneer moet er een stolp of zak over je stekjes? Je kunt je stekken bedekken met bijvoorbeeld een plastic zakje, doorzichtige pot, plastic fles, stolp of kweekkasje om de luchtvochtigheid te verhogen en zo de kans op wortelvorming te vergroten. Verwijder het zakje of de pot wel regelmatig om te voorkomen dat er schimmelvorming ontstaat.

Deze planten kun jij ook stekken

Zowel kamerplanten, tuinplanten als kruiden kun je stekken. Het is makkelijker dan je denkt, eigenlijk heb je alleen een beetje geduld nodig. Deze planten en kruiden zijn heel makkelijk.

Ananasplant. Deze plant is makkelijk te stekken, en dat is maar goed ook. De plant sterft namelijk na het bloeien af. Je snijdt het bovenste gedeelte van de vrucht (met de bladeren) van de plant af. Je kunt dit ook doen met de top van een ananas die je opeet. Laat de top een aantal dagen laten drogen en zet ‘m in stekgrond of potgrond gemengd met zand. Eerst laten wortelen in water kan ook. Overigens krijgt de ananasplant vaak ook jonge plantjes in de pot, die je kunt afsteken.

Drakenklimop. Deze plant groeit snel, wat de beginnende stekker enorm aanmoedigt. Knip een tak met minstens een blad en een luchtwortel (het kleine zwarte puntje op de stengel) af en zet deze in een glas met water. Zorg dat de wortel onder water staat, maar het blad goed boven water uitsteekt. Als de wortels zo’n drie centimeter lang zijn, kun je de stek in de aarde zetten. Houd die de eerste tijd wel goed vochtig, om de overgang te maken.

Ook de gatenplant, beter bekend onder zijn Latijnse naam Monstera, groeit hard en is daarmee een fijne plant om te stekken. Soms is dat ook nodig, omdat deze plant best uit z’n pot kan groeien. Uit de Monstera groeien bruine luchtwortels. Hieronder kun je een tak afsnijden, die je vervolgens in water verder laat wortelen. Zodra de wortels gegroeid zijn, kan de nieuwe Monstera in een pot.

©Justyna - stock.adobe.com

De Sansevieria is ook makkelijk te stekken. Je snijdt een stuk stengel af van een paar centimeter en dit laat je enkele dagen drogen op een stuk keukenpapier. Kies een lichte plek, maar niet in directe zon. Als de stengel mooi droog is, kan de stek direct in de aarde. Geef regelmatig water. Kom niet in de verleiding om aan de stek te trekken om te zien of deze al geworteld is: dit duurt een aantal weken en je kunt hiermee de nieuwe worteltjes beschadigen.

Vijgcactus. De vijgcactus is nog zo’n plant waar stekken bijna niet mis kan gaan. Je knipt een schijf af, in het smalle gedeelte. Pas op de stekels, handschoenen zijn aan te raden. Laat de afgeknipte schijf eerst drogen en zet ‘m dan in een pot. Meng potgrond met zand of zet de stek in speciale cactusaarde. Je kunt bamboestokjes of grote satéprikkers aan de zijkanten zetten, voor stevigheid. Geef de cactus af en toe een klein beetje water.

Basilicum. Ook gemerkt dat basilicumplantjes uit de supermarkt meestal niet lang leven? Dat komt omdat er vaak meerdere plantjes in een potje staan. Je kunt de kluit delen, door deze door te scheuren. Zet de delen in verschillende potjes. Of dun de plant uit en zet de afgeknipte takken in water, om later lekkere gerechten mee op smaak te brengen.

©Jiri Hera

Salie. Knip een top af en verwijder de onderste bladeren. Kies een stek zonder bloemen: de bloemen nemen teveel energie, je wilt dat deze naar de nieuwe wortels gaat. Je kunt salie, net als de meeste kruiden, zowel in water laten wortelen als direct in de pot. Je kunt de pot dan wel het beste afdekken. Zet de stekken niet direct in de zon. Ga je je stekken na een poosje in de tuin planten? Laat de jonge planten dan eerst aan de zon ‘wennen’, door ze er even neer te zetten en dit langzaam steeds langer te maken. Salie kun je ook afleggen: je buigt een lange stengel naar de grond, waar je deze vastzet. Dat kan bijvoorbeeld met een tentharing. Na een tijdje krijgt de plant daar wortels. Je knipt de tak los en je hebt twee salieplanten.

Tips voor beginnende stekkers

De beste tip die we je kunnen geven: begin gewoon. Misschien mislukt het, maar zet in op verschillende soorten planten en kies verschillende manieren om te stekken. Op een gegeven moment lukt het, zeker met deze tips.

  • Kies potjes met gaten aan de onderkant. Zo kan overtollig water weglopen. De potjes waarin plantjes zitten die je bij een tuincentrum koopt kun je bijvoorbeeld goed gebruiken, of je kunt goede bloempotten kopen.

  • Je kunt meerdere stekken in een potje zetten. Gaan ze groeien, dan groeien de wortels waarschijnlijk ook. Je kunt ze dan overpotten in een eigen pot, of direct in de tuin. Doe dit niet net voor de winter, want vorst is voor jonge plantjes meestal niet goed.

  • Knip de stekken af bij een blad en verwijder de onderste bladeren. Zo gaat de energie naar het maken van wortels en niet naar bladeren. De ‘wond’ waar het blad weggeknipt is, is vaak de plek waar wortels uitgroeien.

  • Vetplanten en cactussen stek je direct in aarde, in elk geval niet in water. Daar doen deze succulenten het niet goed in.

  • Zorg voor een lichte plek, maar vermijd direct zonlicht. Zet de stekken bijvoorbeeld voor een raam op het noorden of oosten.

  • Geef de stekken niet te veel voeding in het begin. Ze hebben genoeg aan de voedingsstoffen die al in de aarde zitten.

  • Planten met houtachtige stengels, zoals lavendel, knip je af met een hieltje. Dat is een stukje van de grote stengel, waar de stek oorspronkelijk aan vast zat. Deze planten wortelen ook niet goed in water. Voor deze (en andere soorten) kun je stekpoeder gebruiken. Hierin zitten voedingsstoffen die wortelvorming bevorderen. Je kunt dit ook zelf maken, bijvoorbeeld door aspirine met water te vermengen. Honing en aloë vera houden schimmels tegen.

  • Het duurt soms wel 6 weken totdat je stek ‘aanslaat’. Geef dus niet te snel op.

  • Zodra je stekken de volle grond in gaan, is het vooral belangrijk dat ze voldoende water krijgen. Zorg dus voor een goede sproeier, of ga voor een automatisch bewateringssysteem.


Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11
© ID.nl
Huis

Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11

Iedereen gebruikt het gewone Startmenu van Windows 11. Je vindt er apps, instellingen, aanbevelingen en tegels. Overzichtelijk, maar je moet soms flink doorklikken voordat je eindelijk bent waar je zijn wilt. Kan dat niet handiger? Zeker: er bestaat ook een tweede Startmenu: een stuk eenvoudiger en vooral sneller. Waar je het vindt en hoe je het gebruikt, lees je in dit artikel.

Het verborgen tweede Startmenu van Windows 11

We geven toe: 'verborgen' is misschien iets te sterk uitgedrukt. Maar feit blijft dat de meeste mensen het nog niet zullen kennen, simpelweg omdat Microsoft zelf er nooit actief de aandacht op heeft gevestigd. Hoog tijd om dit superhandige Windows 11-onderdeel te leren kennen – én te gaan gebruiken!

Lees ook: Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Gewone Startmenu versus verborgen Startmenu

Het gewone Startmenu van Windows 11 is het startpunt voor de meeste gebruikers. Hier vind je je apps, recente bestanden, een zoekbalk en knoppen voor instellingen en afsluiten. Het menu is visueel ingericht, met tegels en iconen, en richt zich vooral op dagelijks gebruik.

©ID.nl

Het reguliere Startmenu is overzichtelijk, maar je moet nog wel doorklikken wanneer je op zoek bent naar Instellingen.

Het verborgen Startmenu ziet er heel anders uit. Geen tegels of visuele opsmuk, maar een compacte lijst met systeemfuncties. Denk aan apparaatbeheer, taakbeheer, netwerkverbindingen en terminal. Dit menu is vooral bedoeld voor wie snel iets wil aanpassen, controleren of oplossen.

Zo open je het verborgen Startmenu

De makkelijkste manier is simpelweg met de rechtermuisknop op de Startknop klikken (onderaan je scherm, links). Meteen verschijnt een menu met een lijst vol snelkoppelingen. Geen wachttijd, geen vertraging: het menu reageert direct.

Gebruik je liever het toetsenbord? Druk dan op Windows-toets + X. Deze sneltoets werkt overal in Windows, zelfs midden in een programma. Handig op een laptop, zeker als je geen muis bij de hand hebt.

Werk je op een touchscreen? Tik dan op de Startknop en houd die een paar seconden vast. Zodra Windows dit herkent als een 'lang tikken', verschijnt het menu automatisch.

Hoe je het ook opent, de inhoud is altijd gelijk. Het menu komt standaard naast de Startknop in beeld, dus je hoeft nooit te zoeken.

💡Door de Donkere Modus in te stellen (via Instellingen -> Persoonlijke instellingen -> Kleuren) krijgt het tweede Startmenu een donkere achtergrond. Dat zorgt ervoor dat het onderscheid met eventueel geopende programmavensters wat groter wordt.

Wat vind je in dit tweede Startmenu?

Alles wat je anders via Instellingen of het Configuratiescherm moet opzoeken, staat hier bij elkaar. In plaats van losse snelkoppelingen of visuele tegels, toont dit menu een strakke lijst.

Zo kom je met één klik bij Apparaatbeheer, Schijfbeheer, Taakbeheer, Netwerkinstellingen of PowerShell. Handig als je iets wilt aanpassen, controleren of snel een probleem moet oplossen.

Microsoft heeft de functies logisch gegroepeerd. De bovenste opties gaan over apps en energiebeheer, daaronder volgen tools voor systeembeheer en netwerkverbindingen. Verder naar beneden vind je opdrachten voor afsluiten of afmelden. Je herkent ze aan hun vertrouwde namen, wat zoeken overbodig maakt. Een voorbeeld: als je software wilt verwijderen, hoef je niet naar Instellingen > Apps > Geïnstalleerde apps. Je kiest gewoon 'Geïnstalleerde Apps' uit het menu en je bent er meteen.

©ID.nl

Via het tweede Startmenu heb je meteen toegang tot allerlei systeemtools waarvoor je anders zou moeten zoeken in Instellingen of in het Configuratiescherm.

Waarom het tweede Startmenu zo handig is

Hoewel de systeemtools die je via het tweede Startmenu kunt bereiken voor veel mensen Windows-onderdelen zijn die ze niet zo vaak zullen gebruiken, is het toch handig dt je ze direct 'onder de knop' hebt zitten. Stel: je hebt wifi-problemen. In plaats van drie keer klikken door Instellingen kun je direct 'Netwerkverbindingen' openen. Of je wilt zien of een usb-stick goed wordt herkend. Dan hoef je alleen maar te klikken op 'Apparaatbeheer'. Voor wie vaker met systeeminstellingen werkt, is dit menu eigenlijk helemaal onmisbaar. Je hoeft geen sneltoetsen te onthouden of eindeloos door menu's te klikken. Alles wat je vaak gebruikt zit binnen handbereik. En ook als je het niet dagelijks gebruikt, is het handig om te weten dat het er is. Het scheelt je hoe dan ook veel tijd en zoekwerk.

Ook fijn: het menu ziet er op elke Windows 11-pc hetzelfde uit. Of je nu thuis werkt, op kantoor zit of iemand anders helpt: je weet precies waar je moet zijn.

Dus?

Het verborgen Startmenu is een van de meest praktische onderdelen van Windows 11. Het geeft je directe toegang tot systeemfuncties en tools waarvoor je anders moet doorklikken en waar je naar moet zoeken. Het is geen vervanger van het gewone menu, maar een aanvulling voor wie meer uit z'n systeem wil halen. Of je nu snel iets wilt aanpassen, een probleem onderzoekt of gewoon minder wilt klikken: het tweede Startmenu maakt het net een stuk makkelijker!

⬇️Scrol omlaag en bekijk welke onderdelen je in het tweede Startmenu vindt en wat je ermee kunt


Menu-onderdeelFunctieWat je ermee kunt
Geïnstalleerde appsSoftware beherenProgramma's verwijderen of aanpassen
MobiliteitscentrumSnel toegang tot laptopinstellingenHelderheid, volume, batterijmodus, schermprojectie en presentatiemodus aanpassen
EnergiebeheerEnergie-instellingen beherenInstellen hoe je laptop omgaat met batterij, schermtijd, slaapstand en aan-uitknoppen
LogboekenSysteemlogboeken bekijkenBekijken van systeemgebeurtenissen, waarschuwingen en foutmeldingen
SysteemSysteeminformatie bekijkenSysteemtype, prestaties en apparaatdetails bekijken
ApparaatbeheerHardware beheren en drivers controlerenApparaten beheren, stuurprogramma's bijwerken en hardwareproblemen oplossen
NetwerkverbindingenNetwerkinstellingen aanpassenWifi- en ethernetinstellingen beheren of aanpassen
SchijfbeheerPartities en schijven beherenSchijven formatteren, partities aanmaken of volumes wijzigen
ComputerbeheerGeavanceerd systeembeheerToegang tot gebruikersbeheer, logboeken en taakplanning
TerminalOpdrachtregel openenPowerShell of opdrachtprompt openen voor systeembeheer
Terminal (Beheerder)Opdrachtregel openen als beheerderZelfde als Terminal, maar met beheerdersrechten
TaakbeheerProcessen en prestaties beherenTaken beëindigen, opstartprogramma's beheren en prestaties volgen
InstellingenSysteeminstellingen openenAlle standaard Windows-instellingen openen
VerkennerBestanden en mappen openenNavigeren door mappen en bestanden op je pc
ZoekenZoeken in apps, bestanden en instellingenZoeken naar programma's, documenten of instellingen
UitvoerenProgramma's of opdrachten handmatig startenSnel programma's starten via bestandsnaam of commando
Afsluiten of afmeldenSysteem afsluiten, opnieuw opstarten of afmeldenKeuzes voor slaapstand, afsluiten of opnieuw opstarten maken
BureaubladAlle vensters minimaliseren om bureaublad te tonenSnel terug naar het bureaublad zonder vensters te sluiten

Losse muis nodig?

(dat werkt soms net wat handiger)

▼ Volgende artikel
Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon
© Shi
Huis

Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon

Van buiten oogt hij misschien smetteloos, maar vanbinnen kan je wasdroger behoorlijk smerig zijn. Warmte, vocht en pluis vormen namelijk de perfecte broedplek voor bacteriën en schimmels. En dat ruik je. Bovendien werkt een vervuilde droger minder goed én verbruikt hij meer energie. Tijd om in actie te komen: met dit 8-stappenplan houd je jouw wasdroger schoon, fris en in topconditie!

In dit artikel lees je:

  • Waarom het belangrijk is om je wasdroger schoon te maken
  • Hoe vaak je dat idealiter moet doen
  • Een stappenplan om je wasdroger grondig schoon te maken
  • Handige schoonmaaktips voor specifieke onderdelen
  • Welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn
  • Antwoord op veelgestelde vragen over wasdroger schoonmaken

Ook interessant: 9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Een wasdroger draait op hoge temperaturen en heeft continu te maken met vocht. Ideale omstandigheden voor ongewenste gasten zoals schimmels en bacteriën. Tel daar opgehoopte pluisjes en resten wasmiddel bij op, en je snapt waarom je wasdroger soms muf ruikt of er langer over doet dan normaal. Regelmatig schoonmaken voorkomt vieze luchtjes, verlengt de levensduur én maakt je droger zuiniger.

Wanneer moet je de wasdroger schoonmaken?
Experts adviseren om je wasdroger om de 3 à 4 maanden grondig schoon te maken. Doe je dat niet, dan is eens per jaar zeker een must. Je zult merken dat je wasdroger na het schoonmaken weer werkt als nieuw. De meeste storingen worden trouwens ook verholpen met een goede schoonmaakbeurt.

Een schone droger in 8 simpele stappen

1. Stekker eruit

Voordat je iets doet, trek je de stekker uit het stopcontact. Veiligheid voorop!

2. Pluizenfilters legen

Open het klepje onderin en haal de filters eruit. Meestal zijn dat er twee: een pluizenfilter en een condensfilter. Spoel ze af onder de kraan en laat ze goed drogen voordat je ze terugplaatst.

3. Condensor schoonmaken

Achter een apart klepje aan de voor- of achterkant zit de condensor. Haal stof en pluis voorzichtig weg met een vochtige doek. Vergeet ook de randjes en het klepje zelf niet.

4. Afvoerslang controleren

Koppel de slang los (als jouw droger die heeft) en check of er geen verstopping in zit. Spoel hem goed door en maak de binnen- en buitenkant schoon. Zet hem daarna weer stevig terug.

5. Binnenkant afnemen

Gebruik een zachte, vochtige doek om de binnenzijde van de trommel schoon te maken. Voor hardnekkige vlekken kun je een beetje allesreiniger gebruiken. Vergeet ook de rubber rand niet.

6. Buiten schoon, net als binnen

Neem de buitenkant van de machine af met een vochtige doek. Gebruik wat allesreiniger voor de zijkanten en voorkant, maar houd het bedieningspaneel liever droog of gebruik een licht vochtige doek.

7. Deurtje open laten

Laat na het schoonmaken de deur een tijdje openstaan. Zo kan de binnenkant goed drogen en voorkom je dat er schimmel ontstaat.

8. Lege droogbeurt draaien

Tot slot: draai een heet droogprogramma zonder was erin. Hiermee droog je de laatste vochtresten en geef je eventuele bacteriën geen kans.

Belangrijk bij het schoonmaken:

  • Maak alle afneembare onderdelen regelmatig schoon, zoals filters en condenser.
  • Gebruik milde schoonmaakmiddelen en voorkom schurende materialen.
  • Droog alle onderdelen goed voordat je ze terugplaatst.
  • Voer na elke schoonmaakbeurt een lege droogcyclus uit.
  • Ventileer je wasdroger goed na gebruik en reiniging.

©Shi

Hoe vaak moeten onderdelen worden gereinigd?

Niet alle onderdelen hoeven even vaak gereinigd te worden. Dit schema geeft een indicatie:

  • Pluizenfilters: om de 1 à 2 maanden
  • Condensor: 2 à 4 keer per jaar
  • Afvoerslang: 2 à 4 keer per jaar
  • Binnenzijde trommel: 2 à 4 keer per jaar
  • Buitenzijde: indien nodig

Merk je toch geurtjes op of neemt de droogprestatie van je wasdroger af? Voer dan een extra schoonmaakbeurt uit.

Schoonmaaktips voor specifieke onderdelen

Voor sommige onderdelen van je wasdroger zijn speciale schoonmaaktips. We zetten ze voor je op een rijtje.

Condensorkit reinigen
Week de lamellen 15 minuten in een sopje van warm water en afwasmiddel.
Spoel met water en wrijf de lamellen schoon.
Spoel na met schoon water en laat goed drogen voordat je terugplaatst.
Wasmiddelbakje reinigen
Maak wekelijks het bakje leeg en spoel schoon.
Week jaarlijks in warm water met afwasmiddel. Wrijf daarna schoon met een borstel.
Spoel goed na en laat drogen voor je terugplaatst.
Deurrubber reinigen
Veeg maandelijks stof en pluis van het rubber af.
Reinig jaarlijks grondig met warm sopje en spons.
Spoel na en dep droog met zachte doek.

©detry26

Schoonmaakmiddelen: wat gebruik je wel (en liever niet)?

Voor het grondig reinigen van je droger zijn er speciale producten op de markt. Denk aan schoonmaakmiddelen die vet, kalk en vuil aanpakken zonder onderdelen aan te tasten. Let altijd goed op of het middel geschikt is voor jouw type droger.

Ook populair zijn reinigingstabletten of -strips die je in de trommel legt voordat je een schoonmaakprogramma start. Die lossen nare geurtjes en aanslag op, maar gebruik ze niet te vaak. Overmatig gebruik kan het rubber en de binnenkant aantasten.

Liever een natuurlijk alternatief? Meng dan 5 eetlepels citroenzuur met een liter warm water en giet het in de wasmiddellade. Laat vervolgens een heet programma draaien. Goed voor je droger én het milieu.

Veelgestelde vragen over drogers schoonmaken

Kan ik een stoomreiniger gebruiken?

Nee. De hitte en vocht van een stoomreiniger kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik altijd een microvezeldoekje met wat sop.

Wat te doen bij zwarte schimmel?

Reinig grondig de rubberen rand, filters en afvoerslang. Gebruik eventueel azijn als nabehandeling en draai daarna een heet programma. Herhaal dat regelmatig.

Waarom ruikt mijn schone was muf na het drogen?

Waarschijnlijk is je droger toe aan een schoonmaakbeurt. Begin bij het filter en de condensor en werk alles stap voor stap af. Vergeet ook de afvoerslang en het draaien van een heet leeg programma niet. Als dat allemaal niet helpt en de droger is al wat ouder, is het misschien tijd om uit te kijken naar een nieuw exemplaar.