ID.nl logo
Zo stek je de planten in je tuin
© maryviolet - stock.adobe.com
Huis

Zo stek je de planten in je tuin

Door zelf planten uit de tuin te stekken, of vermeerderen, kun je gemakkelijk je lievelingsplanten uitbreiden. Door te stekken krijg je namelijk een identieke plant aan de moederplant. Meestal neem je meerdere stekjes, dus als ze aanslaan kun je ze ook weggeven. Leuk en persoonlijk cadeau!


Door planten te stekken vermeerder je ze. Je kweekt zelf eigenlijk ‘klonen’. In dit artikel lees je: Hoe je op verschillende manieren planten stekken kunt, bijvoorbeeld in water, aarde of door de wortels te stekken | Welke planten makkelijk te stekken zijn

Misschien ook interessant voor jou: Zo maak je een moestuin - met stappenplan!


Stekken is het vermeerderen van planten

Stekken is een methode om planten te vermeerderen, oftewel om nieuwe planten te kweken uit een bestaande plant. Het is een eenvoudige en voordelige manier om snel meer planten te krijgen zonder zaadjes te gebruiken.

Bij het stekken worden delen van een bestaande plant afgesneden, zoals takjes of bladeren, en in de grond of water geplaatst om wortels en nieuwe groei te ontwikkelen. Er zijn verschillende manieren om planten te stekken. Deze bespreken we hieronder. Niet iedere plant is geschikt voor elke methode. Sommige stekken kun je bijvoorbeeld het beste dieper in de aarde zetten (olijf) of in een hoek (dus niet verticaal) in de grond (vijg). Bestudeer dus even of jouw gekozen vorm van stekken geschikt is voor de plant die je hebt gekozen.

©Johnstocker - stock.adobe.com

Stekken in water

Bij deze methode worden de stekken in een glas of vaas met water geplaatst totdat er wortels groeien. Dit werkt goed voor planten zoals pijlkruid, klimop en monstera.

Het is een handige en eenvoudige manier om nieuwe planten te kweken, vooral als je nog niet zoveel ervaring hebt met stekken. Met een schone snoeischaar of mesje maak je stekjes van ongeveer vijf tot vijftien centimeter, afhankelijk van de plant. Je zet de stek in een vaasje, lege fles of bijvoorbeeld lege (en schone) jampot. Zorg ervoor dat je de onderste bladeren verwijdert voordat je de stekjes in het water zet. Zo heeft de stek alle energie tot zijn beschikking voor de wortels.

Sommige planten hebben wat extra bescherming nodig, dus als je twijfelt, kun je het uiteinde van je stekje in stekpoeder dopen om het te beschermen tegen bacteriën. En zorg dat je altijd meerdere stekjes tegelijk maakt. Zo weet je zeker dat je genoeg planten hebt, zelfs als er een paar sneuvelen.

Als je stekjes in het water staan, is het belangrijk om geduld te hebben. Het kan even duren voordat de wortels groeien. Het is ook belangrijk om regelmatig het water te verversen en de stekjes in de gaten te houden om te zien of ze stevig blijven. Niet alle stekjes groeien even snel, zelfs niet als ze van dezelfde plant komen.

Als je stekjes ongeveer drie tot vijf centimeter lange wortels hebben, kun je ze overpotten in de aarde. Zorg ervoor dat je de aarde in het begin goed vochtig houdt, zodat de overgang voor je plant niet al te groot is.

©Tylim Mocco

Direct stekken in aarde

Bij deze methode worden de stekken direct in de potgrond gestoken. In de meeste gevallen in een pot, maar in de volle grond kan ook. Dit werkt goed voor planten zoals salie, rozemarijn en lavendel.

Ook als je planten in aarde wilt stekken, is het belangrijk om te beginnen met een schone snoeischaar of schoon mesje. Zo voorkom je dat ziektes en bacteriën zich verspreiden naar andere planten. Zorg er daarnaast voor dat de lengte van je stekjes past bij je doel. Wil je je plant voller maken? Ga dan voor kleine stekjes. Wil je liever dat je plant meer hoogte krijgt? Dan kun je beter langere stekken nemen (ongeveer 15 cm).

Bij sommige planten, zoals vetplanten, kun je afgebroken bladeren eerst laten drogen voordat je ze op de aarde legt. Dit helpt de wond te genezen en voorkomt infecties. Zorg ervoor dat de aarde van je stekken in het begin goed vochtig is, maar plant stekken nooit met ‘natte voeten’.

Over het algemeen geldt dat je stekjes ongeveer een derde van hun lengte in de aarde steekt. Voor sommige planten kan het echter beter zijn om de stekjes iets dieper te planten, terwijl voor andere planten juist minder diep beter is.

Als je stekjes in potten plant, zorg er dan voor dat de pot groot genoeg is voor de stekken en vul deze met potgrond. Zet de potten op een lichte plek, maar vermijd direct zonlicht, vooral in de zomer. Als je stekjes in de volle grond plant, kies dan een plek met voldoende zonlicht en goed doorlatende grond.

In het begin is het belangrijk om de aarde van de stekjes vochtig te houden. Dit kun je doen door de aarde regelmatig licht te besproeien met water. Je kunt de stekjes afdekken met bijvoorbeeld een plastic zakje om de luchtvochtigheid hoog te houden en zo de overlevingskansen van de stekjes te vergroten. Zodra de stekjes wortels hebben gevormd en nieuwe blaadjes beginnen te groeien, kun je ze langzaam laten wennen aan drogere lucht en minder vaak water geven.

Tip: door een plantenspuit te gebruiken om water te geven, gebruik je niet snel te veel water. Je wilt namelijk niet dat de wortels onder water staan, want dan gaan ze rotten. Gebruik daarom potten met gaten aan de onderkant, zodat overtollig water weg kan lopen. Heb je die niet, vul de onderste laag van de pot dan met hydrokorrels, of doe scherven onderin de pot.


Stekken met de wortel van planten

Je kunt ook wortels stekken. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is eigenlijk super simpel.

Allereerst haal je de planten uit de pot en maak je voorzichtig de wortels los. Doe het voorzichtig, zodat je de wortels niet te veel beschadigt. Vervolgens knip je stukken van ongeveer 2 cm van de wortels, net na een 'knoop' of verdikking. Dat is een plek op de wortel waar nieuwe groei begint. Het is meestal een verdikking of een iets breder stuk van de wortel, en het ziet eruit als een soort bultje of knobbel op de wortel.

Dan vul je een pot met stekgrond, leg je de wortelstekken hier plat in en dek je ze af met een laagje grond van ongeveer een centimeter. Besprenkel de grond met water en dek de potten af met plastic of, als je dat hebt, kunnen ze in een kweekkasje.

Als de stekken een aantal blaadjes hebben, zijn ze klaar om overgepot te worden naar een eigen pot. Het kan even duren voordat er genoeg wortels zijn gegroeid, maar het resultaat is het wachten meer dan waard.

Andere manieren om planten te stekken

Er zijn nog andere methoden om te stekken, zoals het gebruik van kleine bakjes (eierdoos) en een enkel blad (bij vetplanten) en het stekken van bladeren op een bedje van vochtige aarde of papieren handdoekjes.

Ook zijn er planten die zelf al stekjes uitzaaien. Je ziet dat bij de pannenkoekplant en aloë vera. Deze hoef je alleen voorzichtig uit te graven of los te snijden en ze in een eigen pot te zetten.

Wanneer moet er een stolp of zak over je stekjes? Je kunt je stekken bedekken met bijvoorbeeld een plastic zakje, doorzichtige pot, plastic fles, stolp of kweekkasje om de luchtvochtigheid te verhogen en zo de kans op wortelvorming te vergroten. Verwijder het zakje of de pot wel regelmatig om te voorkomen dat er schimmelvorming ontstaat.

Deze planten kun jij ook stekken

Zowel kamerplanten, tuinplanten als kruiden kun je stekken. Het is makkelijker dan je denkt, eigenlijk heb je alleen een beetje geduld nodig. Deze planten en kruiden zijn heel makkelijk.

Ananasplant. Deze plant is makkelijk te stekken, en dat is maar goed ook. De plant sterft namelijk na het bloeien af. Je snijdt het bovenste gedeelte van de vrucht (met de bladeren) van de plant af. Je kunt dit ook doen met de top van een ananas die je opeet. Laat de top een aantal dagen laten drogen en zet ‘m in stekgrond of potgrond gemengd met zand. Eerst laten wortelen in water kan ook. Overigens krijgt de ananasplant vaak ook jonge plantjes in de pot, die je kunt afsteken.

Drakenklimop. Deze plant groeit snel, wat de beginnende stekker enorm aanmoedigt. Knip een tak met minstens een blad en een luchtwortel (het kleine zwarte puntje op de stengel) af en zet deze in een glas met water. Zorg dat de wortel onder water staat, maar het blad goed boven water uitsteekt. Als de wortels zo’n drie centimeter lang zijn, kun je de stek in de aarde zetten. Houd die de eerste tijd wel goed vochtig, om de overgang te maken.

Ook de gatenplant, beter bekend onder zijn Latijnse naam Monstera, groeit hard en is daarmee een fijne plant om te stekken. Soms is dat ook nodig, omdat deze plant best uit z’n pot kan groeien. Uit de Monstera groeien bruine luchtwortels. Hieronder kun je een tak afsnijden, die je vervolgens in water verder laat wortelen. Zodra de wortels gegroeid zijn, kan de nieuwe Monstera in een pot.

©Justyna - stock.adobe.com

De Sansevieria is ook makkelijk te stekken. Je snijdt een stuk stengel af van een paar centimeter en dit laat je enkele dagen drogen op een stuk keukenpapier. Kies een lichte plek, maar niet in directe zon. Als de stengel mooi droog is, kan de stek direct in de aarde. Geef regelmatig water. Kom niet in de verleiding om aan de stek te trekken om te zien of deze al geworteld is: dit duurt een aantal weken en je kunt hiermee de nieuwe worteltjes beschadigen.

Vijgcactus. De vijgcactus is nog zo’n plant waar stekken bijna niet mis kan gaan. Je knipt een schijf af, in het smalle gedeelte. Pas op de stekels, handschoenen zijn aan te raden. Laat de afgeknipte schijf eerst drogen en zet ‘m dan in een pot. Meng potgrond met zand of zet de stek in speciale cactusaarde. Je kunt bamboestokjes of grote satéprikkers aan de zijkanten zetten, voor stevigheid. Geef de cactus af en toe een klein beetje water.

Basilicum. Ook gemerkt dat basilicumplantjes uit de supermarkt meestal niet lang leven? Dat komt omdat er vaak meerdere plantjes in een potje staan. Je kunt de kluit delen, door deze door te scheuren. Zet de delen in verschillende potjes. Of dun de plant uit en zet de afgeknipte takken in water, om later lekkere gerechten mee op smaak te brengen.

©Jiri Hera

Salie. Knip een top af en verwijder de onderste bladeren. Kies een stek zonder bloemen: de bloemen nemen teveel energie, je wilt dat deze naar de nieuwe wortels gaat. Je kunt salie, net als de meeste kruiden, zowel in water laten wortelen als direct in de pot. Je kunt de pot dan wel het beste afdekken. Zet de stekken niet direct in de zon. Ga je je stekken na een poosje in de tuin planten? Laat de jonge planten dan eerst aan de zon ‘wennen’, door ze er even neer te zetten en dit langzaam steeds langer te maken. Salie kun je ook afleggen: je buigt een lange stengel naar de grond, waar je deze vastzet. Dat kan bijvoorbeeld met een tentharing. Na een tijdje krijgt de plant daar wortels. Je knipt de tak los en je hebt twee salieplanten.

Tips voor beginnende stekkers

De beste tip die we je kunnen geven: begin gewoon. Misschien mislukt het, maar zet in op verschillende soorten planten en kies verschillende manieren om te stekken. Op een gegeven moment lukt het, zeker met deze tips.

  • Kies potjes met gaten aan de onderkant. Zo kan overtollig water weglopen. De potjes waarin plantjes zitten die je bij een tuincentrum koopt kun je bijvoorbeeld goed gebruiken, of je kunt goede bloempotten kopen.

  • Je kunt meerdere stekken in een potje zetten. Gaan ze groeien, dan groeien de wortels waarschijnlijk ook. Je kunt ze dan overpotten in een eigen pot, of direct in de tuin. Doe dit niet net voor de winter, want vorst is voor jonge plantjes meestal niet goed.

  • Knip de stekken af bij een blad en verwijder de onderste bladeren. Zo gaat de energie naar het maken van wortels en niet naar bladeren. De ‘wond’ waar het blad weggeknipt is, is vaak de plek waar wortels uitgroeien.

  • Vetplanten en cactussen stek je direct in aarde, in elk geval niet in water. Daar doen deze succulenten het niet goed in.

  • Zorg voor een lichte plek, maar vermijd direct zonlicht. Zet de stekken bijvoorbeeld voor een raam op het noorden of oosten.

  • Geef de stekken niet te veel voeding in het begin. Ze hebben genoeg aan de voedingsstoffen die al in de aarde zitten.

  • Planten met houtachtige stengels, zoals lavendel, knip je af met een hieltje. Dat is een stukje van de grote stengel, waar de stek oorspronkelijk aan vast zat. Deze planten wortelen ook niet goed in water. Voor deze (en andere soorten) kun je stekpoeder gebruiken. Hierin zitten voedingsstoffen die wortelvorming bevorderen. Je kunt dit ook zelf maken, bijvoorbeeld door aspirine met water te vermengen. Honing en aloë vera houden schimmels tegen.

  • Het duurt soms wel 6 weken totdat je stek ‘aanslaat’. Geef dus niet te snel op.

  • Zodra je stekken de volle grond in gaan, is het vooral belangrijk dat ze voldoende water krijgen. Zorg dus voor een goede sproeier, of ga voor een automatisch bewateringssysteem.


Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Stappenplan: je wasmachine verhuizen
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Stappenplan: je wasmachine verhuizen

Een wasmachine verhuizen doe je niet zomaar. Het apparaat is zwaar en kwetsbaar, en bij verkeerd transport kan er snel iets stukgaan. Met een goede voorbereiding en door het volgen van de juiste stappen voorkom je problemen en staat je wasmachine straks veilig in het nieuwe huis. Een kind kan de ...uhm was doen!

Stappenplan wasmachine verhuizen

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen Stap 2: Transportbouten terugplaatsen Stap 3: Wasmachine goed verpakken Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Ook interessant: 5 tips voor het inrichten van de ideale wasruimte

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen

Open deur, maar: begin met het uitschakelen van de wasmachine. Trek de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Wacht daarna even zodat de druk in de slang afneemt. Koppel de toevoerslang los en vang eventueel lekwater op in een emmer of teiltje. Haal ook de afvoerslang uit de afvoer en laat het restwater eruit lopen. In sommige machines blijft er nog water achter in de pomp of het filter. Open daarom het klepje aan de voorkant en draai het filter los. Laat het water rustig weglopen in een teiltje. Zorg dat je een dweil bij de hand houdt.

Stap 2: Transportbouten terugplaatsen

Bij de levering van een nieuwe wasmachine worden de transportbouten vaak meegeleverd, bijvoorbeeld in een apart zakje of bevestigd aan de achterkant. Zoek ze op voordat je gaat verhuizen. Deze bouten zorgen ervoor dat de trommel tijdens het vervoer niet kan bewegen. Door ze terug te plaatsen voorkom je schade aan de lagers en vering. Steek de bouten in de aangegeven openingen aan de achterkant en draai ze stevig vast.

©Kabardins photo - stock.adobe.com

Wat als je geen transportbouten meer hebt?

De transportbouten zijn speciaal ontworpen om de trommel stevig op zijn plek te houden. Zonder deze bouten loop je meer risico dat er iets kapot gaat aan het binnenwerk, zeker als de machine schuin komt te staan of hard wordt neergezet. Heb je ze niet meer? Dan kun je de trommel van binnenuit blokkeren met opgerolde handdoeken of een zachte deken. Zo voorkom je dat hij te veel beweegt tijdens transport. Wat je ook kunt doen is tijdig bij de winkel of fabrikant navragen of er ook losse transportbouten te koop zijn.

Stap 3: Wasmachine goed verpakken

Wikkel de wasmachine in dekens of bubbeltjesplastic. Daarmee voorkom je krassen op de behuizing en schade aan muren of deuropeningen tijdens het tillen. Plak snoeren en slangen vast met tape of bind ze op een andere manier aan de achterkant vast, zodat ze niet gaan bungelen of ergens achter blijven haken. Het deurtje hoeft niet op slot, maar zorg dat het niet opengaat tijdens het tillen of rijden. Afplakken met een stukje ducttape is vaak al genoeg.

Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen

Een wasmachine kan makkelijk 60 tot 80 kilo wegen. Ga je 'm tillen, doe dat dan met z'n tweeën. Gebruik bij voorkeur een steekwagen of meubelroller. Zorg dat je je rug recht houdt, til vanuit je benen en stem goed af met degene die meehelpt. Zet de machine niet scheef op een trap of helling, want dan kan de trommel alsnog verschuiven. Lukt tillen met twee personen niet, dan kun je vaak een steekwagen of transportkar huren bij een bouwmarkt of verhuurbedrijf.

Van boven naar beneden zonder lift

Staat je wasmachine op zolder of woon je in een appartementencomplex zonder lift? Dan is het handig om vooraf wat extra hulpmiddelen te regelen. Een stevige steekwagen met brede wielen helpt al veel. Er bestaan ook elektrische trappenkarren waarmee je de wasmachine makkelijk naar beneden kunt rijden — handig, maar die huur je meestal alleen via een professioneel verhuisbedrijf. Kun je de wasmachine niet via het trappenhuis vervoeren, dan is een verhuislift vanaf het balkon soms een oplossing. Die kun je huren via een bedrijf dat gespecialiseerd is in verhuisliften. Informeer daar tijdig, want soms heb je een vergunning nodig als de lift op de stoep komt te staan.

Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren

Zet de wasmachine rechtop in de bus of aanhanger, bij voorkeur tegen een wand. Leg er geen zware dozen of meubels bovenop. Zet de machine goed vast met spanbanden, zodat hij onderweg niet gaat schuiven of kantelen. Rijd rustig over drempels, neem bochten niet te scherp en rem niet te abrupt.

Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Op de nieuwe plek pak je de wasmachine voorzichtig uit. Laat de machine een paar uur tot een dag rusten voordat je hem aansluit, vooral als hij gekanteld heeft gelegen. Haal de transportbouten eruit en bewaar ze voor een volgende keer. Sluit de watertoevoer en -afvoer weer aan, controleer op lekkage en steek de stekker in het stopcontact. Start eventueel eerst een spoelprogramma zonder was om te controleren of alles naar behoren werkt.

©Leonid Iastremskyi

▼ Volgende artikel
Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer

De L40 Ultra AE richt zich op gebruikers die goede prestaties willen, zonder overbodige extra's. Voor een adviesprijs van 699 euro haal je een model met krachtige zuigkracht en slimme dweiltechniek in huis. Niet alles zit erin wat de 'duurdere broer' wel biedt, vooral qua zijborstel en bereik, maar in veel praktijksituaties is dat geen dealbreaker.

Uitstekend
Conclusie

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Meegeleverde borstel voor haren snijden
  • Weinig onderhoud
  • Goede navigatie
  • Uitschuifbare dweilpad
  • 200 tot 400 euro goedkoper dan L40 Ultra
  • Scherp geprijsd
  • Geen extra dweilpads
  • Kan strepen achterlaten
  • Basis vergt toch nog wat onderhoud
  • Stembediening niet in het Nederlands

In vergelijking met de voorganger, de Dreame L40 Ultra, kost de Dreame L40 Ultra AE 400 euro minder bij de introductie. Dat betekent niet dat er heel veel dingen op achteruit gegaan zijn. Sterker nog: sommige aspecten zijn juist verbeterd. Zo is de zuigkracht – wat ons betreft de belangrijkste eigenschap – sterk verbeterd. Daar waar de L40 Ultra 11.000 PA heeft, beschikt de AE-variant over 19.000 PA.  Bovendien wordt ook dit nieuwe model weer geleverd met twee borstels: de optilbare rubberen varianten en de zogenaamde TriCut Brush 3.0. Ook zit er wederom een borsteltje bij waarmee je snel haren verwijdert uit de robot.

Wanneer je de specificaties van beide modellen naast elkaar legt, is het goed kijken om de verschillen te zien. We noteren een iets grotere stofbak bij de AE (395 vs. 300 ml), maar het belangrijkste verschil zit hem echter de zijborstel. De L40 Ultra heeft een variant die naar buiten kan bewegen en daardoor veel beter hoeken en plinten meeneemt. De L40 Ultra AE moet het doen met een normale zijborstel, zonder uitschuifbare arm. Mogelijk missen er daardoor ook nog wat sensoren die hoeken 'zien'. Dit zou het prijsverschil tussen beide modellen kunnen verklaren.

©Wesley Akkerman

Een groot gemis?

Of zo'n uitschuifbare zijborstel echt een groot gemis is, hangt af van je situatie. Heb je veel hoeken in huis, wil je dat de plinten altijd schoon zijn of staat er weinig langs de muren? Dan kunnen we het ons voorstellen dat je het liefst voor de L40 Ultra of zelfs de X50 Ultra gaat (die nog een tweede zijborstel heeft). Maar als je huis vol staat met meubels en de robot toch al niet echt bij de muren of hoeken kan komen, dan zit daar geen meerwaarde in. In dat geval kun je dus gemakkelijk honderden euro's besparen.

In ons huis verschilt het: op sommige plekken staan wat meer meubels, maar op andere plekken rijdt de Dreame L40 Ultra AE soepel langs de muren, hoeken en plinten. Langs de muren gaat het allemaal prima; na het stofzuigen komen we geen viezigheid meer tegen. In de hoeken is dat nu een ander verhaal, omdat de robot gewoonweg die reikwijdte niet heeft. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Gezien de prijs en de overige functionaliteit tillen we hier minder zwaar aan. Want de rest gaat gewoon heel goed.

Capabele robotstofzuiger

Dat kan haast ook niet anders, omdat je in de basis nog steeds een zeer goed presterende robotstofzuiger in huis haalt. Als het op dweilen aankomt, regelt de Dreame L40 Ultra AE eigenlijk alles zelf. Het basisstation is voorzien van aparte tanks voor schoon en vuil water en een reservoir voor zeep. De robot bepaalt zelf de ideale mix van water en schoonmaakmiddel en navigeert dankzij de LiDAR-camera feilloos door de kamer. Het systeem houdt rekening met tapijt door de twee roterende dweilpads tijdig op te tillen. Stel je in de app in dat hij tegelijk moet stofzuigen en dweilen, dan tilt hij de pads onderweg op. Kies je ervoor dat hij eerst stofzuigt en daarna dweilt, dan laat hij de pads op de basis staan en blijft je vloerkleed gegarandeerd droog. Verder kun je ook niet-dweilen-zones aanmaken, waardoor de dweilpads dus nooit in aanraking hoeven te komen met het kleed. De L40 Ultra AE heeft gelukkig tapijtdetectie, waardoor je niet hoeft te gissen waar het kleed zich bevindt op de digitale kaart.

De kracht van de dweilprestaties zit hem in de details. Zo kan één van de twee roterende dweilpads naar buiten bewegen en strak langs plinten poetsen. Ondanks deze slimme functies is het resultaat niet altijd vlekkeloos. Een bekend nadeel zijn de dweilstrepen die soms zichtbaar blijven op de vloer. Ook vraagt het geautomatiseerde basisstation om regelmatig onderhoud om fris te blijven en moet je er rekening mee houden dat er geen reserveset dweilpads in de doos zit. Dit zijn kritiekpunten waar de voorgangers van dit model ook 'last' van hebben.

©Wesley Akkerman

Dreame L40 Ultra AE kopen?

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Voor de adviesprijs van 699 euro haal je nog steeds een zeer krachtige hulp in huis. De zuigkracht is namelijk verhoogd naar 19.000 PA en samen met de TriCut-borstel zorgt dat ervoor dat er bijna geen stof en haren meer op de grond liggen. Gecombineerd met de nog steeds uitstekende en zelfstandige dweilfunctie, levert de L40 AE derhalve betrouwbare prestaties af. Met dit product brengt Dreame een behoorlijk scherp geprijsde en capabele robotstofzuiger op de markt die waarschijnlijk zal aansluiten bij de behoeften van een grote doelgroep.