Heb je een nieuw huis gekocht, is er een kleintje onderweg of heb je ontdekt dat je tuin eigenlijk helemaal niet zo kidsproof is? ID.nl to the rescue met tips hoe je jouw tuin wel kindvriendelijk maakt, zodat de tuin een plek wordt waar je met een gerust hart je kleintjes laat buitenspelen en je er zelf ook van geniet.

Een kindvriendelijke tuin draait niet alleen om plezier en veiligheid van je kinderen, het mag ook nog eens een leuke tuin voor jezelf zijn. Daarom ontdek je in dit artikel: Welke speelattributen een must zijn voor een kindvriendelijke tuin | Welke planten je beter niet in de tuin kunt planten en welke dan wel | Hoe je gevaren vermindert in de tuin | Hoe je de tuin het beste inricht.

Meer interessante artikelen over kinderen: Een tablet voor kinderen: zo kies je de beste uit

Deze speelattributen zijn een must voor een kindvriendelijke tuin

Met de technologie van tegenwoordig is het steeds moeilijker om kinderen nog te verleiden om buiten te spelen. Door van je tuin een heus speelparadijs te maken, is de kans groot dat ze er niet meer uit te slaan zijn. Denk wel aan de toekomst. Nu vindt je kind speelattributen nog leuk, na een paar jaar raken ze erop uitgekeken. Flexibele speeltoestellen zijn daarom een slimme keuze; je kunt ze daarna verkopen of er iets anders van maken.

Zandbak voor de kleintjes

Voor kinderen tot een jaar of 4 is een zandbak fantastisch om in te spelen. Je kunt een plastic schelp kopen, die ken je vast nog wel van vroeger. De deksel kun je met mooi weer ook gebruiken als klein zwembadje. Of je maakt zelf een zandbak van pallets. Heb je een kleine tuin? Maak de zandbak van hout op een kleine verhoging met een deksel waarop je kunt zitten. Zo creëer je een klein bankje waarop je kunt zitten als de kleine op bed ligt. De verhoging zorgt er ook voor dat het zand eerder droog is dan wanneer je ‘m op grondniveau maakt. Maak de zandbak maximaal 50 cm diep en doe er grofkorrelig speelzand in.

©jörn buchheim - stock.adobe.com

Speelhuisje in de tuin

Voor zowel kleine kinderen als wat grotere kinderen is een speelhuisje in de tuin leuk. Oudere kinderen zien het als een plekje waar ze even op zichzelf kunnen zijn en kleintjes vinden het ook geweldig. Zet er wat kindermeubels in, zoals een klein tafeltje, een stoel en wat speelgoed, dat ruimt ook meteen het huis een beetje op. Als je kinderen er te oud voor zijn geworden, bouw je het huisje makkelijk om naar een klein schuurtje of berging.

Kinderen vinden trouwens een boomhut ook erg leuk om even in terug te trekken en te spelen. Met een touwladder klimmen ze makkelijk de boomhut in en uit. Versier de hut met wat gezellige lampjes, zodat ze ook ’s avonds in de vakantie wat langer kunnen genieten van hun extra kamertje in de tuin.

Een speeltoestel met glijbaan, schommel en klimrek

Schommelen, van de glijbaan af en een klimrek; de afwisseling van een speeltoestel is natuurlijk superleuk. Met kleine kinderen moet je er wel bij blijven, of als meerdere kinderen gebruik maken van het speeltoestel. Je kunt deze elementen ook los in je tuin zetten, vooral handig als je een kleine tuin hebt. Denk aan een zelfgemaakte schommel van een oude autoband aan een stevige boomtak. Of maak voor oudere kinderen een klimmuur tegen het schuurtje in de tuin.

©Kaesler Media - stock.adobe.com

Kinderkeuken om zandtaartjes te maken

Buiten lekker kliederen met water en zand is voor kinderen geweldig. En voor jou ook: je houdt je huis lekker schoon en buiten kunnen ze denkbeeldige taarten, koekjes en andere gerechten bakken in de tuin. Met een echt werkend kraantje of geef ze gewoon een bak met water mee voor in het keukentje.

Springen op de trampoline

De meeste kinderen maak je blij met een trampoline in de tuin. Kies voor een trampoline die je ingraaft of eentje met een net eromheen, zodat je het risico op vervelende valpartijen verkleint. Trampolines heb je in allerlei soorten en maten, dus er is altijd wel eentje die past in jouw tuin. Als je een ingegraven zandbak hebt, maar je kinderen gebruiken ‘m niet, is dit een goed moment om de zandbak te verwijderen en er een trampoline te plaatsen.

©© Martin Novak - www.mnovakphoto.com

Planten om wel in de tuin te zetten

Er zijn planten die leuk zijn voor kinderen en planten die giftig zijn. Door in je tuin alleen kindervriendelijke planten neer te zetten, kun je samen veilig de natuur ontdekken. Planten prikkelen de zintuigen van kinderen en door zelf met ze in de tuin de planten te bekijken, worden ze nieuwsgierig naar de natuur. Eetbare planten zijn dan leuk om te planten. Je leert je kind welke planten hij of zij wel en niet kan eten. Denk aan de dropplant, Oost-Indische kers en de korenbloem.

Door planten te kiezen die insecten aantrekken, leert je kinderen op een jonge leeftijd al om niet bang te zijn voor insecten. Ga samen op ontdekking in de tuin om te zien welke insect wat doet in de natuur. Planten die insecten aantrekken, zijn de stokroos, de zonnehoed, de lavendel en de vlinderstruik. Ook leuk: maak een moestuin, zodat je kinderen zien hoe groente en fruit groeit.

©Irina Schmidt - stock.adobe.com

Planten om te vermijden

Wanneer je nog kleine kinderen hebt die alles in hun mond stoppen, is er een lijst van planten die je liever niet in de tuin zet. Door van deze planten te eten, kunnen ze erg ziek worden.

Verminder de gevaren in de tuin

Naast giftige planten liggen er meer gevaren op de loer in een tuin. Een vijver is voor kleine kinderen natuurlijk gevaarlijk. Haal de vijver uit de tuin (dit is een mooie plek voor een speelattribuut) of omhein de vijver goed, zodat je kind er niet in valt. Denk ook aan een goede omheining rondom de tuin, zodat ze niet achter een bal aan de drukke straat op rennen.

Zorg dat alle speelattributen in de schaduw staan of creëer schaduw door doeken of een tarp te spannen boven de speelattributen. Zo verminder je de kans op zonnebrand, al blijft goed smeren met zonnebrand ook een must. Onder de speelattributen leg je het liefst een zachte ondergrond neer, bijvoorbeeld rubbertegels of gras. Als je kind valt, valt hij of zij in ieder geval een stuk zachter dan op gewone tegels. Veel tegels worden ook heel heet in de zon, wat helemaal niet fijn is als je kinderen veel op blote voeten in de tuin spelen.

Verdeel je tuin in zones

Zelf wil je ook nog lekker genieten van je tuin. Verdeel de tuin daarom in verschillende zones. Zo heb je een speelzone voor de kids. Je kunt dit deel zelfs afschermen met een klein hekje, zo blijft alle speelgoed binnen dit deel. Door een speelzone te maken, is het makkelijker om toezicht te houden. Het maakt het ook veiliger als jij verderop in de tuin bezig bent met de barbecue. Zet in de volwassen zone een mooie loungeset, zodat je een boek kunt lezen terwijl je ondertussen ook een oogje in het zeil houdt. En maak een zone aan voor planten of een moestuin, zo geniet je van een mooie tuin die zowel voor jou als de kinderen leuk is.

Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Wie regelmatig reist of naar zijn werk pendelt, vertrouwt waarschijnlijk op Google Maps. Niet voor niets hebben veel mensen het navigatiesysteem van hun auto verruild voor deze gratis app. De app beschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

In Nederland is elektrisch rijden het voordeligst als je je auto thuis kunt opladen met eigen stroom, bijvoorbeeld van zonnepanelen. Maar dan moet je wel een eigen oprit hebben of van de gemeente toestemming krijgen om een laadkabel over de stoep te leggen. Uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat slechts een op de drie gemeenten dit toestaat.

Je auto voor de deur opladen met je eigen stekker kan op verschillende manieren: met een kabelmat, speciale kabelgoottegels of een laadarm die over de stoep hangt. De laatstgenoemde optie wordt alleen toegestaan in Haarlem en Zuidplas. Kabelgoottegels, waarbij de laadkabel verzonken ligt in de stoep, zijn het populairst - een kwart van de gemeenten experimenteert hiermee of heeft dit in het verleden gedaan. Het gebruik van een kabelmat is de meest toegankelijke oplossing, wat in 27 gemeenten (8 procent) is toegestaan.

Bron: Zonneplan

Vooral in de Randstad, Zeeland en Noord-Brabant zijn gemeenten flexibeler wat betreft het opladen over de stoep. In Drenthe, Groningen en Limburg is dit vrijwel nergens toegestaan, al hebben woningen daar vaker een eigen oprit.

Momenteel beschikt één op de twaalf Nederlandse huishoudens (8 procent) over een eigen laadpaal. Dit percentage is het hoogst in de gemeente Laren, waar bijna een derde van de huizen een laadvoorziening heeft. Ook in Rozendaal, Blaricum, Bloemendaal, Bergen en Oostzaan ligt dit percentage boven de 20 procent. Financiële middelen lijken een grotere rol te spelen bij het aanschaffen van een elektrische auto dan de fysieke ruimte voor een laadpaal.

"Het voordeel van thuis kunnen opladen ten opzichte van de openbare laadpaal is aanzienlijk," licht Zonneplan toe. Bij een gemiddeld jaarkilometrage van 18.200 kilometer en een verbruik van 187 Wattuur per kilometer betaal je aan een openbare laadpaal ongeveer 1530 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld tarief van 45 cent per kWh.

Thuisladen is merkbaar voordeliger. Met een vast of variabel contract komt het gemiddelde tarief momenteel op 28 cent per kWh, wat neerkomt op 952 euro per jaar. EV-rijders met een dynamisch contract betaalden bij Zonneplan de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 22 cent per kWh, wat resulteert in een jaarlijkse kostenpost van 748 euro. Bovendien hebben veel thuisladende elektrische rijders zonnepanelen, waardoor ze een groot deel van het jaar gratis kunnen laden.

Kosten

De mogelijkheden voor het opladen van een elektrische auto via de stoep zijn afhankelijk van het beleid van de gemeente waarin je woont. De kosten voor thuisladen variëren tussen de 748 en 952 euro per jaar, afhankelijk van je energiecontract, terwijl opladen aan een openbare laadpaal gemiddeld 1530 euro per jaar kost.