ID.nl logo
Composteren kun je leren: de beginnersgids voor compost
© larisikstefania - stock.adobe.com
Huis

Composteren kun je leren: de beginnersgids voor compost

Onder de grond in de tuin zijn er allerlei diertjes. Je ziet ze niet allemaal met het blote oog, maar ze zijn erg belangrijk in je tuin. Ze zetten namelijk afgestorven planten om tot stoffen voor je andere planten in de tuin om te groeien. Wanneer de aarde van je tuin te weinig plantmateriaal of compost heeft, eten deze diertjes levende planten op. Daarom is het belangrijk om je tuin te voorzien van een rijke laag compost. Compost (humus) kun je zelf maken, door een composthoop te maken in je tuin.


Na het lezen van dit artikel weet je: Hoe je een compostbak maakt | Wat er op de composthoop mag en wat niet | Hoe lang het duurt voordat de hoop composteert | Wat een composthoop nodig heeft | Slimme tips en tricks voor jouw composthoop

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig


Hoe maak je een compostbak?

Een compostbak moet een open constructie zijn, waar de lucht aan alle kanten van de hoop erbij kan. Door voldoende zuurstof rot de composthoop niet. Maak je compostbak niet te dicht bij het terras, maar liever in een hoekje van de tuin waar halfschaduw is, zodat de composthoop ook in de zomer een beetje vochtig blijft. Zorg ook dat er beschutting is, zoals een boom. Een beetje water dat in de compostbak valt is niet erg, maar door te veel water ontstaat er zuurstofgebrek in de composthoop. Je kunt een kant-en-klare compostbak kopen, of er eentje zelf maken. Een compostbak maak je van gaas, pallets of van een oude vuilnisbak. De compostbak moet minimaal 1,5 meter breed, lang en hoog zijn.

➡️ Een compostbak maken van gaas

Voor het maken van een compostbak van gaas heb je tuinpalen, gaas en binddraad nodig. Qua gereedschap houd je een spade, kniptang en voorhamer bij de hand. Je slaat eerst de palen in de grond op de vier hoeken waar je de compostbak wilt. Vervolgens maak je gleuven aan de achterkant en zijkanten van 15 centimeter diep tussen de palen. Het gaas maak je met binddraad vast rondom de palen, waarbij je de onderkant van het gaas in de gleuven laat vallen. Je hebt de keuze om de voorkant van de compostbak open te laten of af te sluiten met gaas.

➡️ Een compostbak maken van oude pallets

Heb je nog ergens oude pallets liggen? Maak daar dan een compostbak van. Je hebt vier pallets nodig die even hoog zijn, 2 scharnieren, houtschroeven, een grendel met oogje en 4 hoekijzers. Met een schroefboormachine schroef je de pallets met hoekijzers aan elkaar om de zijkanten en achterkant te maken. Zet aan elke onder- en bovenkant een hoekijzer vast. De laatste pallet bevestig je aan de voorkant met scharnieren en een grendel, zodat de compostbak een deur heeft die je open en dicht doet.

©airborne77 - stock.adobe.com

➡️ Een compostbak maken van een oude vuilnisbak

Van een oude vuilnisbak kun je makkelijk een kleinere compostbak maken, voor op het balkon bijvoorbeeld. Je hebt alleen nog een boor nodig om in de vuilnisbak veel gaten te boren in de zijkanten en de onderkant. Zet de vuilnisbak op een verhoging, waardoor er ook zuurstof bij de onderkant van de bak komt.

Wat je wel en niet op de composthoop mag gooien

Je mag niet alles wat je normaal gesproken in de gft-bak gooit op de composthoop gooien. Hieronder vind je een handig schema wat je wel en niet op de composthoop mag gooien. Zorg dat de hoop gevarieerd is, door zowel vochtige als droge materialen erop te gooien. Net als slappe en stevige, grove en fijne materialen. Een goede balans tussen koolstofrijke materialen, zoals snoeihout, bladeren, zaagsel en stro en stikstofrijke materialen, zoals gras, tuinafval en mest is belangrijk.

✅ Dit mag wel op de composthoop❌ Dit mag niet op de composthoop
Aardappelschillen (met mate)Botten
Bagger uit de vijver of een plastic regengootBagger uit een zinken regengoot of de sloot
Bladeren (meng het wel goed met de rest van de hoop)Brood
Fruitresten en schillen (met mate)Verwarmde (gekookt, gebakken) etensresten
Coniferen, dennennaalden en hulstblad (meng het wel goed met de rest van de hoop)Broodbeleg
Pindadoppen, noten en pittenHoutskool
EierschalenKaas (ook niet de korsten)
Fijngemalen hout en takkenPapier
Gras (meng het wel goed met de rest van de hoop)De stofzuigerzak (ook niet de inhoud)
As van hout (wel goed mengen met de rest van de hoop)Resten en as van sigaretten
Koffiedik, koffiefilters en theebladerenTheezakjes en koffiepads
Duiven- konijnenpoep of ander poep van kleine plantenetersMensen-, katten- en hondenpoep
Groenteschillen, het loof of de stronken (ongekookt)Vet
Onkruid (met mate)Zieke planten
Stro en zaagsel (met mate)Kattenbakkorrels
Organische plantenpotten van kokosvezels of olifantsgrasWol
Verlepte bloemen en kamerplanten (met mate)Graten van vis
Tuinaarde (met mate)Watten
Potgrond (met mate)Oude lappen
Turfmolm (met mate)Composteerbare kunststof
Zand (met mate)Vlees
KeukenpapierGraszoden

Zo lang duurt het om compost te maken

Begin het liefst in de lente al met het maken van een composthoop. In de lente werken wormen en andere beestjes efficiënter dan in de winter. Wanneer je de composthoop maakt in de lente, heb je na een half jaar compost. Schep de hoop ieder jaar goed om en verspreid in het voorjaar de compost over de grond. Begin je pas in de herfst met je composthoop? Reken er dan op dat de hoop pas na een jaar geschikt is als humus voor je tuin.

Dit heeft een composthoop nodig

Een composthoop heeft ten eerste variatie nodig. Als je er vaak een bepaald soort afval op gooit, composteert de hoop minder goed. Daarnaast is de temperatuur ook erg belangrijk. Vanbinnen moet de composthoop 60 °C zijn. Hierdoor ontstaan er geen schadelijke ziektekiemen in je composthoop. Te warm is ook weer niet goed, omdat dan bepaalde bestanddelen sterven. Wil je het composteerproces versnellen? Leg dan wat kant-en-klare humus onderop de composthoop. Hierdoor verspreid je de benodigde bestanddelen sneller.

Het is ook belangrijk dat je een juiste mix krijgt aan droge en vochtige lagen. Breng daarom als bodem eerst een laag van 20 centimeter aan van gras, verwelkte bloemen, klein houtafval, stro, houtwol en plantenkluiten met wat aarde. Leg er nu een laagje van 5 centimeter op van kant-en-klare humus of tuinaarde. En nu kun je beginnen met het weggooien van materialen die je op de composthoop mag gooien. Werk hierbij in lagen van organisch afval en groen afval, kleine takken en stro. Qua vochtigheid moet de composthoop vanbinnen aanvoelen als een uitgeknepen spons.

©larisikstefania - stock.adobe.com

Meer tips & tricks

  • Maak geen composthoop op stenen, beton, asfalt of folie, tenzij je een kant-en-klaar systeem hebt gekocht.
  • Meng elke drie maanden de lagen van de composthoop door elkaar. Hierdoor ventileert de hoop.
  • Van rijpe compost kun je zelf mest maken. Doe een schep compost in een emmer met water, meng alles goed door en wacht tot het zware materiaal naar de bodem van de emmer zinkt. De vloeistof verspreid je met een gieter over de planten.
  • Maak de compostbak niet te dicht bij de tuin of het huis van de buren (of je eigen huis of terras); de hoop gaat namelijk ruiken.
  • Compost kan zó heet worden dat het vlam vat. Dit voorkom je door niet te veel gras en hooi op de hoop te doen.
  • In de zomer kan de hoop te droog worden. Geef de hoop dan met een gieter zo nu en dan een scheutje water.
  • Doe geen compost op planten die een zure grond nodig hebben, zoals de rododendron en azalea.
  • Meng 50% compost met 50% tuinaarde om plantenbakken te voorzien van compost.
  • Breng bij sierstruiken een laag van 3 centimeter compost aan en meng deze laag met de tuinaarde.

▼ Volgende artikel
Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten
© Muhammad - stock.adobe.com
Huis

Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten

Je kunt natuurlijk voor je bedrijf of hobby een Gmail- of Outlook-e-mailadres gebruiken, en je blog of website bijvoorbeeld op Google Sites hosten, maar echt professioneel oogt dit niet. Waarom niet je eigen domeinnaam registreren, eventueel met webruimte en mailboxen? Voor de prijs hoef je het niet echt te laten.

In dit artikel laten we zien hoe je een eigen domeinnaam registreert en beheert:

  • Kies de juiste registrar en vergelijk prijzen en extra opties
  • Registreer je domeinnaam en configureer nameservers en DNS-instellingen
  • Koppel je domein aan een website en stel een professioneel e-mailadres in
  • Beheer en verleng je domeinnaam om te voorkomen dat deze verloopt
  • Verhuis je domein naar een andere provider als dat nodig is

Lees ook: WordPress voor groentjes: zet jouw website in één dag online

Veel bedrijven hebben een eigen domeinnaam voor hun website, maar ook voor thuisgebruikers kan dit zeker voordelen bieden. Voor persoonlijke blogs, portfolio’s, hobbyprojecten of familiefotoalbums geeft een eigen domein een kort, makkelijk te onthouden webadres, zonder advertenties van hostingplatforms. Daarnaast kan een domeinnaam met relevante zoekwoorden helpen om beter vindbaar te zijn via zoekmachines.

Een eigen domeinnaam zorgt bovendien voor een stabiel website-adres, zelfs wanneer een hostingplatform verandert of sluit. Dit geldt tevens voor je e-mailadres (dat eindigt op @jedomeinnaam.nl), dat ongewijzigd blijft als je van provider wisselt. Bovendien krijg je vaak toegang tot geavanceerde e-mailopties als SPF, DKIM en DMARC, die spam verminderen en de betrouwbaarheid van e-mail verhogen.

De nadelen van een eigen domeinnaam beperken zich tot extra kosten – afhankelijk van opties en pakketten vaak hooguit enkele tientjes per jaar – en onderhoud, zoals verlenging van de domeinregistratie en aanpassing van de zogeheten DNS-instellingen. Maar zoals ook uit dit artikel zal blijken: doorgaans verloopt dit grotendeels automatisch.

1 Registry versus registrar

Het beheer van centrale databases voor domeinen ligt bij verschillende organisaties, de zogeheten registry’s. Zo beheert SIDN de .nl-domeinen, DNS Belgium de .be-domeinen, EURid de .eu-domeinen, PIR de .org-domeinen en Verisign de .com-domeinen. Als eindgebruiker hoef je je hier niet direct zorgen om te maken. Immers, voor een domeinregistratie richt je je tot een tussenpartij, een zogeheten registrar, die je aanvraag correct bij de betreffende registry indient en hiervoor de nodige vergoedingen betaalt.

Er zijn heel wat registrars beschikbaar. In Nederland kun je bijvoorbeeld terecht bij Mijndomein.nl, Strato, TransIP, Versio en Yourhosting. In België zijn onder meer Combell en Nomeo bekende opties.

Je kunt registrars ook vinden door naar de website van een registry te gaan, zoals www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be. Voer de gewenste (vrije) domeinnaam in en klik op Registreer direct of Vind een registrar. Bij SIDN kun je nog filteren op functies als DNSSEC, IPv6 en .nl Control (een domeinvergrendeling of transferlock, waarbij je nadrukkelijk toestemming moet geven voor belangrijke domeinwijzigingen: zie paragraaf 3 ‘Domeinregistratie’).

Je kunt ook registrars vinden via de website van een registry (hier: SIDN).

Lees meer in dit artikel: Website maken: .com, .nl of toch iets anders?  

2 Registrar kiezen

Het is verstandig om registrars te vergelijken voordat je een keuze maakt. Kijk eerst of de partij de domeinextensie aanbiedt die je wilt en let ook op de kosten. Let niet alleen op de prijs van het eerste jaar, maar ook op de kosten voor de jaren erna, aangezien veel registrars introductiekortingen geven en de prijzen daarna stijgen. Controleer ook welke extra functies, zoals webruimte, e-mail of DNSSEC al in de prijs zijn inbegrepen.

Kijk ook welk platform beschikbaar is voor het beheren van DNS-instellingen en domeinen en hoe ver de automatisering gaat. Let daarnaast op de bereikbaarheid en kwaliteit van de klantenservice: is er bijvoorbeeld gratis ondersteuning via chat, e-mail en/of telefoon?

Veel registrars bieden bovendien aanvullende diensten, zoals webhosting, e-mailhosting, SSL-certificaten en websitebouwers, vaak als kant-en-klare pakketten. Dit kan handig zijn als je een complete oplossing zoekt.

In dit artikel bekijken we de procedure bij registrar Nomeo. De procedures voor de registratie – en trouwens ook de transfer (zie ook paragraaf 5 en 6) – van een domeinnaam zijn hier zeer gebruiksvriendelijk, maar verder is onze keuze van deze registrar vrij willekeurig. Hoe dan ook, dit geeft je een goed beeld van hoe een en ander verloopt, zonder dat we daarbij al te diep op specifieke details en functies ingaan.

Een domeinregistratie zonder meer kost nauwelijks iets (het eerste jaar) – maar lees wel de contractvoorwaarden erop na.

3 Domeinregistratie

Ga naar de website van de gekozen registrar, zoals www.nomeo.com. Voer de gewenste domeinnaam in (in ons voorbeeld registratiedemo.nl) en klik op Domein zoeken. Als de naam beschikbaar is, kun je verdergaan. Andere beschikbare domeinextensies, zoals .be, .eu en .com, worden ook weergegeven, waarbij prijzen per extensie kunnen variëren. Bevestig de selectie met +Toevoegen naast de domeinnaam en klik op Verder. Vul de klantgegevens in, kies de betaalwijze en accepteer de algemene voorwaarden. Klik nogmaals op Verder; na de betaling verschijnt in het online dashboard onder Overzicht de knop Actieve domeinnamen, met de vervaldatum (meestal 1 jaar), status (Actief) en links naar DNS-records, zoals SOA, A, AAAA, CNAME, MX en TXT.

In de beheermodule bij je domeinnaam kun je op het tabblad Admin opties beheren, zoals het in- of uitschakelen van Automatische vernieuwing en het instellen van een Registrar Lock om ongeautoriseerde transfers te voorkomen. Bij Contacten pas je de informatie aan die zichtbaar kan zijn bij een WHOIS-zoekopdracht (hoewel dit vooral bij particuliere domeinnaamhouders meestal erg beperkt blijft). Controleer dit door bijvoorbeeld op www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be je nieuwe domeinnaam te zoeken en op Toon (mij de) gegevens te klikken.

Het dashboard bij registrar Nomeo met het domeinoverzicht.

DNS-verspreiding

De aanvraag voor je domeinnaam door de registrar bij de juiste registry is doorgaans een kwestie van minuten, maar de eigenlijke DNS-activatie duurt meestal langer. Reken op circa een tot zes uur voor .nl- en .be-domeinen. Tijdens dit proces verwerken de DNS-servers (Domain Name System) wereldwijd de nodige informatie over je domeinregistratie. Je kunt dit zelf ook snel testen door via de Opdrachtprompt commando’s als ping <domeinnaam> en nslookup <domeinnaam> uit te voeren. Meteen na de registratie zal dit nog geen (goed) resultaat opleveren, maar enkele uren later hopelijk wel.

Snelle controle of de DNS-instellingen al actief zijn (boven: na een kwartier; onder: na een uur).

4 Website en e-mail

Hoewel het maken van een website en het aanmaken van een mailbox niet standaard bij een domeinregistratie horen, bieden veel registrars deze opties aan. Soms is dat gratis in een basisversie, soms tegen betaling. Hier tonen we kort hoe je dit instelt bij Nomeo. Bij je domeinnaamregistratie krijg je hier gratis een responsieve website met drie pagina’s (‘nanosite’ genoemd) en een e-mailpostvak.

Open je dashboard en klik op je domeinnaam. In het domeinvenster ga je naar het tabblad Web en zet je de schakelknop Webbuilder aan. Klik daarna op Website koppelen. Onderaan lees je dat hiervoor automatisch ook een SSL-certificaat wordt aangevraagd via de gratis dienst Let’s Encrypt (dit kan tot een uur duren). Klik niet op Upgrade, tenzij je een uitgebreidere website wenst (standaard 60 euro per jaar).

Klik vervolgens op Ontwerp website en, indien nodig, op de bijbehorende link. Hier kies je een gratis sjabloon en kun je deze via allerlei drag-and-drop modules verder aanpassen. Controleer je ontwerp door op Voorbeeld te klikken en zet je site online met Publiceren wanneer alles naar wens is. Houd er rekening mee dat het even kan duren voor je site zichtbaar is.

Ga vervolgens in het domeinvenster naar het tabblad Mail. Klik bij Nomeo Mailbox – 1 gratis mailbox op Nieuwe toevoegen. Stel je e-mailadres in (<naam>@domeinnaam), vul een ‘Display name’ en wachtwoord in, en klik op Bewaar. De gegevens van je (web)mailserver verschijnen nu, zodat je vrijwel meteen aan de slag kunt. Normaliter wordt nu ook de optie Domeinnaam koppelen geactiveerd, waardoor ook de MX-records naar de Nomeo-spamfilters verwijzen (zie ook paragraaf 7 ‘DNS-records’) en de verificatieprotocollen SPF en DKIM worden ingesteld.

Een gratis (erg beperkte) site is wel zo handig. Je kunt deze later nog altijd verder uitbouwen.

Ook interessant: Maak je eigen webshop met Shopify

5 Transfercode

Het komt soms voor dat je een eerder geregistreerd domein wilt overzetten naar een andere partij, bijvoorbeeld vanwege stopzetting van de registrar, hogere kosten of beperkte ondersteuning. Een domeintransfer is meestal eenvoudig en vereist afhankelijk van de registrar doorgaans weinig moeite.

Allereerst heb je een zogeheten transfercode nodig, ook bekend als verhuiscode, Auth(info)-code of EPP-code (Extensible Provisioning Protocol). Voor .be-domeinen kun je deze code via de registry verkrijgen door naar www.dnsbelgium.be/nl te gaan, het tabblad Transfercode aanvragen te openen, je domeinnaam in te geven en op Stuur transfercode te klikken. Voor Nederlandse domeinen doe je dit doorgaans via de registrar waar je domein nu is ondergebracht.

Bij aanvragen via de registry kunnen twee problemen optreden. Als er een transferlock bij je huidige registrar is ingesteld (zie tip 3 ‘Domeinregistratie’), moet je deze eerst deactiveren. Daarnaast kan het zijn dat het e-mailadres dat origineel aan de domeinregistratie was gekoppeld, niet langer bestaat. In dit geval neem je contact op met je huidige registrar, waar je mogelijk eerst je identiteit moet bewijzen, bijvoorbeeld door een identificatiebewijs op te sturen.

Meestal kun je de transfercode ook direct via het dashboard van je huidige registrar opvragen. Bij Nomeo open je bijvoorbeeld het venster van je domeinnaam, ga je naar het tabblad Admin en klik je bij Administratieve data op Transfercode ophalen (let erop dat Registrar Lock is uitgeschakeld). Noteer de code zorgvuldig, want deze kan hoofdlettergevoelig zijn.

Voor een domeinverhuizing naar een andere registrar heb je een transfercode nodig.

Verhuizen?

Met deze dekens maak je een zachte landing

6 Domeintransfer

Ga naar je nieuwe registrar en log in op je account. We gebruiken Nomeo als voorbeeld, maar de procedure bij andere registrars is vergelijkbaar. Open je Overzicht en klik op het groene plusknopje naast Actieve domeinnamen. Voer de domeinnaam in die je wilt overzetten en klik op Zoeken. Je ziet de melding <domeinnaam> is al geregistreerd. Klik vervolgens op Verhuis naar Nomeo (de jaarlijkse kosten, afhankelijk van de domeinextensie, zijn circa 10 euro).

In het pop-upvenster klik je op Geavanceerd en vul je de transfercode in. Vermoedelijk wil je de nameservers van de nieuwe registrar gebruiken en dan laat je deze optie gewoon ingeschakeld. Klik op de domeinnaam die je hebt ingevoerd. Na een tijdje verschijnen de nameservers zoals die door de nieuwe registrar zullen worden ingesteld. Controleer of bijvoorbeeld ook de nameservers van je eventuele mailprovider worden meegenomen. Bij twijfel neem je het best eerst contact op met de nieuwe registrar. Als alles correct blijkt, bevestig je met Verhuizen en voltooi je de betaling in de winkelwagen.

Het domein krijgt nu de status In verwerking in je overzicht, maar na enkele minuten verandert dit naar Actief. De eigenlijke DNS-propagatie kan wel een paar uur duren. Eventueel kun je bij je nieuwe registrar ook een website en mailbox koppelen, afhankelijk van je abonnement.

Je controleert best eerst de DNS-records voor een rimpelloze domeintransfer.

7 Nameservers

In veel gevallen zorgt de registrar ervoor dat alle instellingen direct juist worden overgenomen, ook bij een transfer van een andere registrar. Dit proces, waarbij de bestaande instellingen worden behouden zodat e-mail, website en andere diensten zonder onderbreking blijven werken, heet een DNS-handoff. Hierdoor is je domein (na enige tijd) soepel bereikbaar.

Nameservers regelen deze instellingen, en vaak gebruik je hiervoor de deze van de registrar (bij Nomeo bijvoorbeeld kun je ook andere nameservers instellen via het tabblad Nameservers in het domeinvenster).

Deze nameservers beheren de DNS-records, die de nodige informatie bevatten om diensten zoals je website en e-mail met de juiste servers te verbinden. Wanneer iemand bijvoorbeeld registratiedemo.nl bezoekt, wordt er eerst contact gemaakt met de nameservers die zijn ingesteld voor dat domein. Deze versturen vervolgens de benodigde DNS-records, zodat de bezoeker op de juiste website terechtkomt. DNS-records worden opgeslagen in een database of in zogeheten zonebestanden op de nameserver.

Er kan altijd iets misgaan bij het instellen of overzetten van DNS-records. Of je wilt later een wijziging doorvoeren (zoals het toevoegen van een subdomein). Bij Nomeo bijvoorbeeld bereik je de DNS Records via het gelijknamige tabblad in het domeinvenster. In het kader ‘DNS-records’ lichten we de belangrijkste DNS-records toe.

Meestal zul je de nameservers van de registrar willen gebruiken.

DNS-records

Een DNS-registratie bestaat uit verschillende soorten DNS-records, elk met een specifieke functie. We geven een overzicht van de meest voorkomende:

  • SOA-record (Start Of Authority): bevat administratieve gegevens over de zone, zoals de primaire nameserver, de TTL-waarde (meestal 3600 seconden cacheduur) en contactinformatie
  • A-record (Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv4-adres
  • AAAA-record (IPv6 Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv6-adres
  • CNAME-record (Canonical NAME): creëert een alias voor een domein, zodat meerdere domeinnamen naar dezelfde server kunnen verwijzen
  • MX-record (Mail eXchange): specificeert de mailservers voor een domein
  • TXT-record (TeXT): slaat tekstinformatie op, veelal voor verificatiedoeleinden, zoals SPF- en DKIM-instellingen voor e-mail.

Een greep uit de mogelijke DNS-records.

▼ Volgende artikel
Wassen, drogen en bewaren: zo houd je wollen kleding mooi
© Tanya Rozhnovskaya
Huis

Wassen, drogen en bewaren: zo houd je wollen kleding mooi

Wollen kleding is lekker zacht, warm en tijdloos. Maar het heeft wel speciale zorg nodig om er mooi uit te blijven zien. Of het nu gaat om een trui, een hemd of jas: met de juiste wasmethode blijven je kledingstukken langer mooi.

Dit artikel in het kort: 🐏 Wol was je het beste met de hand 🐑 In de wasmachine mag, maar dan wel op een wolwasprogramma 🐏 Drogen in de droger is een no-go 🐑 Pas op voor motten in je kledingkast

Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

Met de hand of in de wasmachine?

Het beste is om wollen kledingstukken met de hand te wassen. De wasmachine kan ervoor zorgen dat er de wol gaat pluizen of krullen. Dit geldt vooral als je een te hoge temperatuur gebruikt om te wassen. Wol wassen met de hand doe je zo:

1: Vul je badkuip, gootsteen of een emmertje met lauwwarm water en voeg er een wasmiddel aan toe dat geschikt is voor delicate materialen.
2: Keer het kledingstuk binnenstebuiten en dompel het in het water. Laat het kledingstuk niet te lang in het water liggen.
3: Haal het kledingstuk uit het water en spoel het wasmiddel eruit.

©ReaLiia

Heb je geen tijd of zin in een handwasje? Selecteer dan een wolwasprogramma op je wasmachine. De nieuwste machines hebben zo'n programma. Was het kledingstuk niet warmer dan 30 °C. En laat de machine maar kort centrifugeren, op maximaal 400 toeren per minuut. Ook bij een wasje met de wasmachine geldt dat je een wasmiddel speciaal voor wol of delicate stoffen gebruikt.

Wollen kleding drogen

Na het wassen is de wollen kleding nog flink nat, of je het nu met de hand of met de machine hebt gewassen. Wring de kledingstukken niet uit en gebruik ook geen kledinghanger om het kledingstuk aan te laten drogen. Zorg dat je een plek hebt waar je de wollen kledingstukken kunt neerleggen. Je hangt de kleding dus niet op een rek om te drogen. Om extra water te absorberen uit de wol, leg je het kledingstuk eerst op een schone, droge handdoek. De handdoek rol je op en je drukt er zachtjes op om het water uit het kledingstuk te duwen. Vervolgens leg je het kledingstuk op een andere schone handdoek om het te laten drogen.

Zitten er vlekken in de wollen kleding? Verwijder deze direct met water, zonder te hoeven wassen. Is de vlek al ingetrokken? Gebruik dan ossengalzeep voordat je het kledingstuk wast.

Wol strijken

De wol kan ondanks je beste zorgen wat zijn gaan krullen. Om de originele vorm van je kledingstuk weer terug te krijgen, strijk je het. Doe dit wel met zorg. Zet het strijkijzer niet te warm en gebruik stoom. Of kijk of je strijkijzer een speciale instelling voor wol heeft.

Wol netjes opbergen in je kledingkast

Wassen, drogen, strijken en klaar? Nee, ook het opbergen van je wollen kleding moet je met zorg doen. Je bewaart deze kledingstukken het beste in een bak van plastic die je kunt afsluiten. Motten zijn namelijk gek op wol. Deze insecten leggen hun eitjes het liefst op dierlijke vezels. Jouw wollen kledingstuk kan zomaar dus een fijn nestje worden voor de mot. Heb je geen plastic bak om de kleding in te bewaren? Check dan regelmatig je kast om te kijken of er geen motten in zitten.

©Tatiana Foxy

Veelgemaakte fouten bij wollen kleding

❗ Je hoeft je wollen kleding niet zo vaak te wassen als gewone kleding. Wol is zelfreinigend. Dus wanneer je jouw wollen trui wilt opfrissen, kun je hem ook buiten ophangen.

❗ Doe je wasmachine niet te vol met wollen items. Wol slurpt water. Wanneer je de trommel niet te vol doet, komt het kledingstuk minder nat uit de machine.

❗ Was wol niet te koud of te heet. Koud water laat de vezels krimpen, net als te heet water. Met 30 °C zit je altijd veilig.

❗ Heb geen haast met het drogen van je wollen kleding. Het mag echt niet in de droger, tenzij je wilt dat je trui krimpt tot een croptop.

Toch een gekrompen wollen truitje? Stop de trui in een emmer met lauw water en doe hier babyshampoo bij. Laat het vervolgens weer op de goede manier drogen. Je leest er meer over in ons stappenplan Trui gekrompen in de was? Zo kun je hem mogelijk redden.