ID.nl logo
Review: First look Ninja Creami – Inspirerend, lollig maar prijzig
© Saskia van Weert
Huis

Review: First look Ninja Creami – Inspirerend, lollig maar prijzig

Zin in een ijsje? Met de Ninja Creami maak je (met wat voorbereidingstijd) binnen een paar minuten thuis zelf roomijs in alle denkbare smaken, net als mikshakes, slushies en allerlei andere koude dranken. Het apparaat is een hit op social media. Is het echt zo’n alleskunner?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Creami is een gebruiksvriendelijk apparaat dat uitnodigt tot experimenteren. In de praktijk werkt alles makkelijker dan je op basis van de handleiding zou denken. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden om ijs en ijsdranken precies naar je eigen smaak te maken. De bekers zijn voldoende groot voor het hele gezin. De machine maakt een hoop lawaai, maar dat is niet ondraaglijk en bovendien maar voor korte tijd. Als nadelen zijn de omvang van het apparaat te noemen: hij is zo'n 43 centimeter hoog en weegt bijna 6,7 kilo. Met zijn prijs van rond de 250 euro is het bovendien geen goedkoop apparaat, maar wel heel aantrekkelijk voor ijsliefhebbers en milkshakefanaten. Daarnaast is hij ook erg handig als je op een zomerse avond spontaan zin hebt in een frozen margherita. Het gehele proces van ijs maken wordt een leuke activiteit voor jong en oud.

Plus- en minpunten
  • Gebruiksvriendelijk
  • Veel mogelijkheden voor ijs en dranken
  • Makkelijke bediening
  • Zet aan tot experimenteren
  • Onderdelen kunnen in de vaatwasser
  • Groot, zwaar en log apparaat
  • Maakt een hoop lawaai
  • Duur

De Ninja Creami is in de VS al langer op de markt en ook aan deze kant van de oceaan komt de bekendheid langzaam op gang. Op TikTok zijn de 'creators' er razend enthousiast over en is het de nieuwste hype in de keuken.

In de basis is het een apparaat dat eruitziet als een blender: er zijn verschillende mengkommen en een scherp mesje dat van boven naar beneden kan ronddraaien in de bijgeleverde mengbekers. Er zitten acht eenknopsprogramma's op voor verschillende toepassingen, zoals ijs, light-ijs, frozen yoghurt, milkshake, slushie enzovoort.

De bekendste toepassing is die voor het maken van ijs. Dat werkt zo: je maakt een mengsel van (plantaardige) zuivel, suiker en smaakmakers. Dat zet je 24 uur lang in een van de bijgeleverde mengbekers in de vriezer. Daarna bevestig je de mengbeker in het apparaat, kies je een programma en binnen een paar minuten heb je een beker vol zelfgemaakt ijs. Is de structuur niet naar wens, dan kun je via de optie Respin het mes nog eens laten draaien. En een leuke optie: voeg aan het eind stukjes koek, chocola of wat dan ook toe en je krijgt ijs met lekkere stukjes erin.

De Creami wordt geleverd in een enorme doos waarin alle onderdelen zorgvuldig zitten verpakt met beschermend papier eromheen (geen plastic!). Wij testen de Deluxe-uitvoering, waar drie mengbekers en allerlei instructieboekjes bij zitten.

Lees ook: IJs maken met ijsmachines: deze zijn er en zo werken ze!

©Saskia van Weert

Uitpakken!

Waar keukenapparaten tegenwoordig vaker zonder dan met handleiding worden geleverd, hoef je je daar bij de Ninja Creami geen zorgen over te maken. Er zit een snelstartgids bij (een soort flyer met een basisrecept), een standaard handleiding en een mooi kleurig boekje met nog eens uitleg over de machine en allerlei voorbeeldrecepten. Op de site van Ninja (en online) zijn nog veel meer recepten te vinden.

Het is fijn dat de uitleg zo uitvoerig is, want de machine ziet er op het eerste gezicht wat intimiderend uit, maar zo veel informatie kan zaken ook onnodig compliceren. De machine werkt betrekkelijk intuïtief, dus men moet het ook niet moeilijker maken dan nodig.

©Saskia van Weert

Eerste poging: ijs, yoghurt en sorbet

We besluiten drie verschillende soorten bereiding uit te proberen. De eerste dag gaan twee recepten de vriezer in: vanille-ijs naar het voorbeeldrecept en standaard Griekse yoghurt met aardbeiensmaak van de super met wat extra suiker. IJsmengsels zijn vaak wat zoeter dan je zou verwachten, omdat eenmaal bevroren de smaak wat afvlakt.

Ik houd de hoeveelheden aan die het receptenboekje aangeeft, wat neerkomt op rond de 500 ml aan mengsel van melk, room en mascarpone (recept geeft roomkaas aan, maar mascarpone werkt net zo goed). De derde beker van dit experiment krijgt alles wat nodig is voor een ananassorbet: de inhoud van een groot blik ananasstukjes en een kleintje. Alles gaat de vriezer in en kan na 24 uur worden ge’creami’t, zoals dat heet.

Deze fase is heel snel en makkelijk: alles afmeten of wegen, even mengen, de beker in, deksel erop en rechtop invriezen. In het begin is het natuurlijk even zoeken naar de beste verhoudingen tussen ingrediënten, maar dat is typisch iets waarvan je al snel de slag te pakken hebt.

Ook interessant: Geen ijsmachine, toch zelf ijs maken? Natuurlijk kan dat!

©Saskia van Weert

Sorbet: mengsel uit de vriezer (links) en na het sorbet-programma.

Programma's selecteren

Na 24 uur in de vriezer is het tijd voor de eerste keer ijs maken in de Ninja Creami Deluxe. De volgorde staat duidelijk uitgelegd in de boekjes en wijst zichzelf: buitenkom losmaken, beker erin plaatsen zonder grijze deksel, zwarte deksel met draaiend mes erop klikken, het geheel in de Creami schuiven en door naar rechts te draaien de kom omhoog in het motorgedeelte klikken. Dat is even kracht zetten, maar een klikgeluid geeft aan wanneer de kom goed zit.

Het programma kiezen is eenvoudig: je kiest eerst voor Full, Top (bovenste helft van de beker mengen) of Bottom (onderste helft). Daarna gebruik je de draaiknop voor het gewenste programma en druk je die in om het programma te starten. In een venstertje staat het aantal minuten van het programma vermeld: dat telt af tot 0.

©Saskia van Weert

En dan: LAWAAI!

De Creami is minder geschikt voor mensen met gevoelige oren, want de machine maakt een enorm kabaal (zie de video hieronder). Logisch ook, want het mesje draait op topsnelheid door een blok ijs heen, en dat hoor je. Ik vergelijk het met het geluid van een vliegtuigmotor. Hard, maar doet geen pijn aan de oren. En bovendien duurt het maar een paar minuten.

Via de zijkant van de mengbeker kun je het mesje van boven naar beneden zien gaan en daarna weer terug. Zodra de machine klaar is, kan de beker eruit en is het tijd om je creatie te bewonderen.

Watch on YouTube

Respin-programma

Voor alle drie de probeersels was het nodig om het Respin-programma te gebruiken. Na het eerste programma was de structuur van het ijs wat poederig. Dat is echter geen probleem en wordt ook in de handleiding genoemd. Het kortere Respin-programma laat het mesje nog eens door het mengsel gaan, waardoor de structuur aanzienlijk verbetert.

Zou je op het eerste gezicht misschien denken dat je blender dit soort dingen ook nog wel kan, dan ga je voorbij aan de functie die alle deuren voor experimenteren openzet: de Mix-in. Met deze functie kun je na het eerste programma nog stukjes koek, chocolade, snoepjes of fruit toevoegen. De Creami mengt deze dan zorgvuldig door je creatie heen. Ik deed 45 gram chocodrops door het vanille-ijs en de Ninja maakte er stracciatella van.

De smaak: is het lekker? Het tweekoppige kleuter-testpanel viel uitgehongerd aan op de schaaltjes met vanille-ijs, dat meteen werd goedgekeurd. Ook de frozen yoghurt op basis van kant-en-klare aardbeienyoghurt uit de supermarkt viel later bij een volwassen publiek in goede aarde, net als de ananassorbet die ondanks het beperkte aantal ingrediënten romig van structuur en smaak was.

Leermomenten

De basis van het ijsmaken met de Creami staat als een huis: vul de beker met wat je maar lekker vindt in de juiste verhoudingen, zet het in de vriezer en maak er een vers toetje of tussendoortje van. In de eerste testweek kwam er ook een aandachtspuntje naar voren: het bewaren van je ijscreaties.

De bekers waarin je ijs maakt, zijn vrij groot: zo’n 600 ml aan inhoud. Ik wilde graag veel verschillende soorten ijs(dranken) maken en schepte de frozen yoghurt over in een diepvriesbakje dat terug de vriezer in ging. Een dag later was het mengsel stijf bevroren en niet zo lekker smeuïg meer als uit de Ninja. In het boekje staat weliswaar dat je na de eerste dag nogmaals het programma moet uitvoeren bij volgende eet-sessies om de structuur weer goed te krijgen, maar dat was me even ontgaan.

Als je iemand bent die graag meerdere smaken tegelijk maakt of graag de keuze hebt uit meerdere soorten ijs, is het dus raadzaam om voor voldoende mengbekers (los te koop) te zorgen. Mijn mengbekers waren al met andere smaken aan het invriezen, dus zat er niks anders op dan de frozen yoghurt dan maar écht frozen al hakkend met een lepel op te eten. Evengoed lekker, maar niet helemaal de bedoeling.

De porties vanuit de standaardrecepten zijn (Amerikaans) royaal, dus zeker voor kleinere huishoudens is het goed dit punt in gedachten te houden.

Conclusie van de eerste week

De Ninja Creami is een gebruiksvriendelijk apparaat dat uitnodigt tot experimenteren. In de praktijk werkt alles makkelijker dan je op basis van de handleiding zou denken. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden om ijs en ijsdranken precies naar jouw smaak te maken. De bekers zijn voldoende groot voor het hele gezin. De machine maakt een hoop lawaai, maar dat is niet ondraaglijk en bovendien maar voor korte tijd.

Als nadelen zijn de omvang van het apparaat te noemen: hij is zo'n 43 centimeter hoog en weegt bijna 6,7 kilo. Met zijn prijs van rond de 250 euro is het bovendien geen goedkoop apparaat, maar wel heel aantrekkelijk voor ijsliefhebbers en milkshakefanaten. Daarnaast is hij ook erg handig als je op een zomerse avond spontaan zin hebt in een frozen margherita.

Het gehele proces van ijs maken wordt een leuke activiteit voor jong en oud.


Hoe meer, hoe beter!

Thuis altijd ijs op voorraad met deze set reserve-bekers
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.