ID.nl logo
Zo werkt de inhoudsopgave in Word
© Reshift Digital
Huis

Zo werkt de inhoudsopgave in Word

Word biedt uitgebreide mogelijkheden voor het maken van professionele documenten, compleet met inhoudsopgave en hoofdstukken. Het prettige is dat je hier zelf niet heel veel moeite voor hoeft te doen, omdat de inhoudsopgave in Word de meeste zaken voor je kan automatiseren.

Word kan veel taken voor je uit handen nemen, maar het kan niet toveren. Als je een goede inhoudsopgave wilt maken, is het daarom belangrijk dat je een aantal onderdelen in je document goed voorbereid en gestructureerd houdt. Alleen op die manier kun je een duidelijke inhoudsopgave en index maken. Het standaardsjabloon dat geopend wordt wanneer je in Word voor een nieuw, leeg document kiest, bevat de benodigde stijlen voor het maken van hoofdstukken. In deze basiscursus gaan we aan de slag met het maken van een inhoud en een index. Voor beide heb je een gestructureerd document nodig.

01 Stijlen gebruiken

Word bevat de stijlen Titel, Kop 1 en Kop 2, die allemaal gelinkt kunnen worden aan een hoofdstuk en dus ook in de inhoudsopgave opgenomen moeten worden. Belangrijk is wel dat je in je Word-document alvast een goede pagina-indeling hebt gemaakt en alle hoofdstukken die je wilt opnemen in de inhoudsopgave, klaar zijn. De inhoudsopgave is namelijk gerelateerd aan de fysieke pagina’s in je Word-document. Je moet er dus voor zorgen dat ieder hoofdstuk in je document op een afzonderlijke pagina staat. Als je een stuk tekst schrijft voor een hoofdstuk die de pagina niet helemaal vult, dan kun je een zogeheten pagina-einde invoeren door op de laatste regel aan het einde op de toetscombinatie Ctrl+Enter te drukken. Word springt vervolgens automatisch naar de volgende pagina in je document, waarna je een nieuw hoofdstuk kunt beginnen.

©PXimport

02 Inhoudsopgave maken

Zorg ervoor dat ieder nieuw hoofdstuk altijd een titel meekrijgt en dat deze de stijl Kop 1 meekrijgt. Op die manier kan Word namelijk veel makkelijker herkennen dat dit een nieuw hoofdstuk is, en hierdoor de inhoudsopgave beter genereren. Je voegt stijlen toe via het onderdeel Stijlen in het Lint, je kunt ook een zijpaneel openen met Alt+Ctrl+Shift+S.

Om een inhoudsopgave te maken, zorg je er eerst voor dat de cursor in je Word-document op de allereerste pagina staat. De inhoudsopgave wordt namelijk meteen geplaatst op de plek waar je in het document bent. Open nu in het Lint eerst het tabblad Verwijzingen. Aan de linkerzijde vind je een grote knop genaamd Inhoudsopgave. Zodra je op deze knop drukt, krijg je een aantal voorbeelden te zien. Maar omdat de manier waarop de inhoud wordt gemaakt afhankelijk is van persoonlijke voorkeur, kies je uit de lijst voor Aangepaste inhoudsopgave. Je hebt dan meer controle over het uiterlijk.

Bij een inhoudsopgave is het overzichtelijk wanneer de paginanummers mooi zijn uitgelijnd aan de rechterkant. Daarvoor zet je in het schermpje bij Paginanummers rechts uitlijnen een vinkje. De paginanummers verschijnen dan netjes aan de rechterkantlijn in je document. Wil je een extra lijn die loopt vanaf de titel van het hoofdstuk naar het paginanummer? Dan selecteer je het type lijn uit het veld Opvulteken. Je hebt hier de keuze uit een doorgetrokken lijn, stippellijntjes of losse streepjes.

©PXimport

03 Document met sub-onderwerpen

We hebben je laten zien hoe je een eenvoudige inhoudsopgave maakt, maar wat als je document uit verschillende sub-onderwerpen bestaat? Die wil je natuurlijk ook in je inhoudsopgave vermelden. Sub-onderwerpen geef je het beste aan met de stijl Kop 2 of Kop 3. Als je vanaf het begin af aan al een of meerdere sub-onderwerpen per hoofdstuk hebt gemaakt, dan worden deze in de inhoudsopgave automatisch toegevoegd.

Het gebeurt je vast weleens dat je toch nog extra onderwerpen wilt toevoegen, terwijl je de inhoud al gemaakt had. Moet je de inhoudsopgave dan weer helemaal opnieuw maken? Nee, gelukkig niet, want de inhoudsopgave in Word is een apart veld dat gekoppeld is aan de andere gegevens (in dit geval de titels en onderwerpen van je hoofdstuk) in je document. Dat het een apart veld is, zie je wanneer je met de muis ergens op een deel van je inhoudsopgave klikt, dan wordt de inhoudsopgave in zijn geheel geselecteerd en krijgt hij een grijze kleur.

©PXimport

04 Velden koppelen

Velden die gekoppeld zijn in Word kun je altijd bijwerken als de inhoud is veranderd, zo ook bij een inhoudsopgave. Stel dat je in het document bij het hoofdstuk ‘YouTube’ in ons voorbeeld nog een sub-onderwerp ‘Andere videokanalen’ wilt toevoegen. In dat geval typ je een nieuwe tekst die eerst begint met ‘1.1 Andere videokanalen’ in de stijl Kop 2 (of Kop 3, wat jij wilt). Is de toevoeging klaar, dan ga je naar de inhoudsopgave en klik je er eenmaal op om hem te selecteren. Klik er vervolgens met de rechtermuisknop op, en kies voor Veld bijwerken. Er komt de vraag of je alleen de paginanummers wilt bijwerken, of alles in z’n geheel. Kies altijd voor alles in zijn geheel, zo weet je zeker dat de wijzigingen goed worden doorgevoerd. Even later verschijnt je toegevoegde onderwerp ook in de inhoudsopgave.

©PXimport

Tip: Veld bijwerken

Als je extra onderwerpen toevoegt aan je document of andere veranderingen in de structuur of titels van je hoofdstukken aanbrengt, dan moet je altijd de functie Veld bijwerken bij de inhoudsopgave gebruiken. Dat scheelt je veel fouten! Als je namelijk handmatig in de inhoudsopgave zelf titels wijzigt, werkt dit bij grote documenten zeer onoverzichtelijk. Je moet dan immers zowel de oorspronkelijke titel van je hoofdstuk wijzigen als die in de inhoudsopgave zelf. Wijzig dus handmatig alleen de teksten in je document en niet in de inhoudsopgave: daarvoor gebruik je de optie Veld bijwerken.

©PXimport

05 Een index gebruiken

Een index is een overzicht of lijst van onderwerpen die in een document staan. Anders dan een inhoudsopgave kun je met een index een bepaald woord of onderwerp opzoeken om te zien waar dit begrip wordt behandeld in een artikel, boek of document.

Een index staat over het algemeen aan het einde van een document of artikel. Vooral wanneer je document is afgedrukt, is het handig dat je kunt opzoeken op welke pagina een bepaald onderwerp is behandeld. Het maken van een index gaat op een andere manier dan een inhoudsopgave. Ieder woord in je document dat je in je index wilt laten opnemen, moet je handmatig selecteren.

Het is vanzelfsprekend dat je niet ieder willekeurig woord opneemt in je index, maar alleen woorden (of een groep woorden) die belangrijk zijn, bijvoorbeeld op de plek dat er ergens extra uitleg over wordt gegeven.

Een index is ook handig wanneer een belangrijke alinea in een hoofdstuk extra aandacht vereist of als daar nuttige informatie in staat. In dat geval voeg je alleen de titel van de alinea toe aan je index. Word kent handige functies voor het maken van een index. We laten je zien hoe je te werk gaat met een aantal voorbeelden.

©PXimport

06 Woorden selecteren

Selecteer een of meer woorden die je aan een index wilt toevoegen. Dat doe je door voor het woord te gaan staan met de cursor en vervolgens met ingedrukte linkermuisknop naar rechts te slepen, tot het hele woord is geselecteerd.

Vervolgens open je op het Lint het tabblad Verwijzingen en kies je voor Item markeren. Er verschijnt nu een nieuw pop-upvenster genaamd Indexvermelding maken. Hierin zie je bij Hoofdgegevens het geselecteerde woord, in ons geval is dat ‘videotutorials’. Bij Opties geef je aan op welke manier moet worden verwezen naar het geselecteerde woord, waarbij de optie Huidige pagina het meest voor de hand liggend is. Pas eventueel de opmaak van de verwijzing nog aan door een vinkje te zetten bij Vet en/of Cursief. Het woord wordt na het drukken op de knop Markeren aan de index toegevoegd. Maak je geen zorgen, Word slaat alle gemarkeerde woorden op de achtergrond op, later ga je de daadwerkelijke index plaatsen. Eerst is het zaak dat je alle woorden die je in de index wilt opnemen, markeert.

©PXimport

07 Meerdere verwijzingen

Over het algemeen komen bepaalde woorden in een document meerdere keren voor. Bijvoorbeeld een receptenboek: de woorden zout, peper en suiker worden meerdere keren gebruikt in verschillende recepten. Moet je in dat geval overal dit woord opzoeken en handmatig toevoegen aan je index? Nee, gelukkig kan Word ook dit voor je automatiseren. Selecteer in je document het eerste woord dat je wilt markeren en waarvan je weet dat het meerdere keren in het document voorkomt. Bijvoorbeeld het woord ‘video’ in ons voorbeelddocument. Klik nu weer in het tabblad Verwijzingen in het Lint op de knop Item markeren. Volg dezelfde stappen als we in stap 6 deden, maar nu kies je in plaats van de knop Markeren voor de knop Alles markeren. Word markeert nu alle woorden ‘video’ uit je document en voegt ze toe aan de index. Het programma onthoudt hierbij ook automatisch alle paginanummers waarop dat woord voorkomt, bij het plaatsen van de uiteindelijke index zul je ze dus allemaal zien terugkomen.

Bij het aanmaken van indexen zie je op de plek van het woord dat is toegevoegd aan de index dat er een code omheen is gezet, bestaande uit een accolade {, de tekst XE en dan het woord tussen dubbele aanhalingstekens, gevolgd door weer een accolade }. Hiermee geeft Word aan dat het een speciaal veld in je document is. Pas deze tekens niet aan! Als je je bestand afdrukt, worden ze niet weergegeven. Zie je deze tekens niet staan, druk dan op Ctrl+*. Om deze weergave uit te schakelen gebruik je dezelfde toetscombinatie.

©PXimport

08 Index invoegen

Heb je alle woorden die je wilt opnemen nu geïndexeerd? Dan is het tijd om de daadwerkelijke index in te voegen in je document. Het makkelijkst om de index in je document in te voegen is om eerst helemaal naar het einde van je document te gaan (tip: gebruik de toetscombinatie Ctrl+End) en een nieuwe pagina in te voegen via de toetscombinatie Ctrl+Enter. Plaats op je nieuwe pagina vervolgens de cursor bovenaan. Ga in het Lint weer naar het tabblad Verwijzingen en klik op de knop Index invoegen.

Net als bij het maken van een inhoudsopgave kun je ook hier de opmaak van de index aanpassen, zoals de uitlijning en in hoeveel kolommen de index moet worden aangemaakt. Druk op de OK-knop om de index te plaatsen. Je ziet dat Word de index netjes in het aantal opgegeven kolommen plaatst en daarbij tevens de alfabetische volgorde aanhoudt.

©PXimport

09 Toevoegen aan index

Ook voor de index geldt dat je later nog meer woorden kunt toevoegen. Je selecteert de woorden die je wilt toevoegen en kiest weer voor de knop Item markeren bij het tabblad Verwijzingen. Als je nu klaar bent, ga je niet naar Index toevoegen, maar blader je weer naar de laatste pagina van het document waar je je index hebt ingevoegd.

Dubbelklik ergens in het midden van de index. Deze wordt – net als we eerder zagen bij de inhoudsopgave – grijs geselecteerd. Ook hier kun je nu met de rechtermuisknop klikken en vervolgens te kiezen voor Veld bijwerken. De zojuist toegevoegde woorden worden nu aan je index toegevoegd.

Handig daarbij is dat Word ook bij nieuw toegevoegde woorden de alfabetische volgorde van de index aanhoudt. Je hoeft dus niets te veranderen.

©PXimport

10 Bronvermelding

Als je een uitgebreid verslag of een scriptie moet maken, dan maak je voor het opzoeken van gegevens gebruik van externe bronnen, bijvoorbeeld Wikipedia of resultaten uit een onderzoek. Een van de vereisten bij het gebruik van bronnen is dat je de bronnen die je aanhaalt in je document, ook daadwerkelijk benoemt. Word kent een handige functie waarmee je eenvoudig je geraadpleegde bronnen in je document kunt vermelden.

Stel dat je in een document een onderzoek aanhaalt. Je vertelt bijvoorbeeld hoeveel mensen in Nederland elke dag met de trein reizen. De lezer van je document wil natuurlijk weten waar je die informatie vandaan hebt gehaald (en voor scholen en universiteiten is dat zelfs verplicht). In je document link je dan naar de informatie die je hebt gevonden.

APA-richtlijnen

Veel scholen en universiteiten verwachten dat de manier van het vermelden van bronnen in je documenten volgens een bepaalde standaard gebeurt. Dit zijn de zogeheten APA-richtlijnen. Deze richtlijnen zijn bedacht door de American Psychological Association, vandaar de afkorting APA. In Nederland werken veel universiteiten volgens deze richtlijnen, maar er zijn ook andere. In dit voorbeeld maken we gebruik van APA.

©PXimport

11 Bronnen invoeren

Als je werkt met een document waarin je ook bronnen vermeldt, moet je van tevoren goed voor jezelf bepalen welke bronnen je gebruikt. Je moet die zelf goed bijhouden, met als bijkomend voordeel dat je overzichtelijker werkt in je bestand.

De beste methode voor het beheren van de bronnen in je document, is om bij elke zin die verwijst naar een bron, deze bron direct te vermelden. Dat scheelt je achteraf veel uitzoekwerk (wat was de bron ook alweer van die uitspraak?). Onder het tabblad Verwijzingen vind je bij Citaten en bilbiografie speciale knoppen waarmee je de bronnen in je document eenvoudig kunt toevoegen. Om bij een stuk tekst een bron te vermelden, ga je naar het einde van die tekst, en klik je op Citaat invoegen. Er verschijnt een nieuw venster waarin je de informatie over de bron kunt opgeven.

Belangrijk zijn hier de volledige url, de organisatie die deze informatie biedt en eventueel een auteur, als die bekend is. Bij Type Bron, bovenaan, geef je aan wat voor soort bron je citeert: dat kan een tijdschrift zijn, een boek, film, andere documenten of een website. Als je een boek, tijdschrift of ander gedrukt medium citeert, dan vul je ook de pagina(’s) in. Druk je na het invullen van de gegevens op OK, dan zet Word achter de zin die verwijst naar de bron, de naam tussen haakjes.

©PXimport

12 Bronnen verwijzen

De bronnen staan nu achter de teksten, maar een lezer heeft daar in principe nog niet veel aan: de bronvermeldingen verwijzen immers nog nergens naar toe en ze worden verder ook niet genoemd in de voetnoten van het document.

We moeten die bronvermelding nog apart opnemen. Als je met je muis over een van de aangemaakte bronverwijzingen gaat, zie je dat het blok om de tekst grijs wordt. Hiermee wordt aangegeven dat het blok een apart veld is.

Ga naar het einde van je document en voeg weer een nieuwe pagina toe via Ctrl+Enter. Klik dan in het Lint onder Verwijzingen op de knop Bibliografie. Er verschijnt een lijst met sjablonen die je kunt gebruiken voor de opmaak van de bronvermeldingen. Wil je geen opmaak, dan kies je uit de lijst voor Bibliografie invoegen.

©PXimport

13 Andere stijl kiezen

Ben je niet tevreden met de huidige stijl van verwijzingen, dan kun je deze te allen tijde aanpassen. Klik gewoon op Stijl bij Verwijzingen en de verwijzingen worden direct doorgevoerd in je document. Werk je bijvoorbeeld liever met voetnoten, kies dan voor de stijl ISO 690 – Numerieke verwijzing. Iedere bronverwijzing in je document krijgt nu een cijfer (1, 2, 3 enzovoort) en de bronvermelding aan het einde van je document wordt dan ook op deze manier weergegeven.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Slimme tweestapsverificatie: zo werk je met fysieke beveiligingssleutels
Zekerheid & gemak

Slimme tweestapsverificatie: zo werk je met fysieke beveiligingssleutels

Inloggen met enkel een wachtwoord blijft riskant. Steeds vaker stappen diensten daarom over op tweestapsverificatie of op volledig wachtwoordloos inloggen. In combinatie met een fysieke beveiligingssleutel leveren beide een nog robuustere bescherming op. Hoe werkt dit precies en wat zijn enkele concrete mogelijkheden?

We hoeven je niet meer uit te leggen dat inloggen met alleen een wachtwoord niet veilig is, zeker niet als je hetzelfde eenvoudige wachtwoord bij meerdere diensten gebruikt. Een wachtwoordbeheerder als Bitwarden helpt je wel complexere en verschillende wachtwoorden te gebruiken, maar de zwakheden blijven: wachtwoorden kunnen via phishing worden onderschept, bij een datalek buitgemaakt of met brute-force achterhaald. Daarom winnen alternatieve loginmethodes aan populariteit. Denk aan tweestapsverificatie, waarbij je naast je wachtwoord nog een extra factor gebruikt, zoals een code of biometrie, en aan wachtwoordloos inloggen, een methode op basis van een cryptografisch sleutelpaar. Beide methoden verhogen de beveiliging, maar met een fysieke beveiligingssleutel kun je het nog veiliger maken.

Fysieke sleutel

Zo’n fysieke sleutel is een stukje hardware van doorgaans zo’n 4 cm lang en 2 cm breed, enkele mm dik en met een gewicht van circa 4 gram. Er bestaan ook wel kleinere sleutels in de vorm van een usb-c-dongel, die nauwelijks uitsteken uit de poort van een computer. Verderop bekijken we enkele concrete, uiteenlopende toepassingen, maar hoe werkt zo’n sleutel eigenlijk?

Wanneer je een sleutel voor het eerst koppelt aan een dienst of account, wordt er een cryptografisch sleutelpaar aangemaakt. De private sleutel blijft altijd veilig in een aparte chip van de beveiligingssleutel, terwijl de publieke sleutel naar de server van de betreffende dienst wordt doorgestuurd. Wanneer je vervolgens inlogt op de site, vraagt de server via je browser de sleutel om een cryptografische handtekening te zetten.

De meeste beveiligingssleutels wegen slechts een paar gram en kun je altijd meenemen.

Veiligheid

De sleutel checkt daarbij welke domeinnaam in de browser actief is, bijvoorbeeld account.google.com, en zet de handtekening alleen als dit overeenkomt met het domein waarvoor je de sleutel eerder hebt geregistreerd. Daardoor is het systeem nagenoeg phishing-bestendig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sms- of OTP-codes. Zo’n code kun je immers ook op een valse site intypen, waarna een aanvaller deze meteen kan doorsturen naar de echte site. Bij wachtwoorden, sms en OTP bestaan bovendien gedeelde geheimen, zoals codes of hashes, die bij een datalek gestolen kunnen worden, terwijl er bij een fysieke sleutel zelfs bij een serverdatalek niets bruikbaars te halen valt. Een smartphone kan bovendien malware bevatten of gestolen worden, waardoor een aanvaller toegang kan forceren; een fysieke sleutel daarentegen bewaart de geheime sleutel veilig in een niet-uitleesbare chip.

Een beveiligingssleutel vormt (vaak samen met een wachtwoord) een solide log-in.

Nadelen

Zo’n fysieke sleutel geldt dus als een van de veiligste methoden, al zijn er ook enkele praktische nadelen. Zo moet je de sleutel bij je hebben tijdens het inloggen en bij verlies of diefstal riskeer je buitengesloten te raken als je geen back-up hebt, bijvoorbeeld in de vorm van back-upcodes of een tweede, veilig bewaarde sleutel. Bovendien ondersteunen nog niet alle sites of diensten zo’n sleutel. Op onder meer www.kwikr.nl/f2sup en www.kwikr.nl/yubisup vind je wel lijsten met diensten die via een of ander protocol inloggen met een fysieke sleutel ondersteunen. Tot slot kost een sleutel ook wel iets: tussen de 30 en 80 euro, afhankelijk van de ondersteunde functies en standaarden.

Yubico laat je kiezen tussen onder meer protocol, apptype en sleuteltype.
Meerdere protocollen

Er zijn verschillende producenten van beveiligingssleutels, zoals Feitian, Nitrokey, SoloKeys en Yubico, elk met een divers aanbod. In dit artikel focussen we op de populaire multi-protocol YubiKey 5-serie, die de protocollen FIDO U2F, FIDO2/WebAuthn, OTP, OpenPGP en PIV smartcard ondersteunt (zie ook www.kwikr.nl/yubi5). Zonder ons in technische details te verliezen, gaan we kort in op deze protocollen.

FIDO U2F (Fast IDentity Online Universal 2nd Factor) gebruikt de sleutel als tweede factor naast je wachtwoord. Bij het inloggen raak je de sleutel aan en die bewijst cryptografisch dat jij aanwezig bent. FIDO2/WebAuthn is de algemeen geaccepteerde opvolger van U2F, waarbij je niet alleen een tweede factor kunt gebruiken, maar ook volledig wachtwoordloos inlogt via een uniek sleutelpaar (passkeys). Met OTP (One-Time Password) kan de sleutel een eenmalige code genereren, zoals bij een authenticator-app. Je tikt de sleutel aan en er verschijnt een unieke code die je als extra log-infactor inzet. Met OpenPGP (Pretty Good Privacy) kan de sleutel je private PGP-sleutels opslaan, zodat je bijvoorbeeld e-mails kunt versleutelen en ondertekenen. Met PIV smartcard (Personal Identity Verification) functioneert de sleutel als slimme chipkaart, zoals een bedrijfsbadge. Je gebruikt dit bijvoorbeeld voor digitale handtekeningen, inloggen op Windows-domeinen of VPN-verbindingen. 

Inloggen via 2FA

We weten nu hoe een sleutel eruitziet, hoe die werkt en waarom die zo veilig is. Dat volstaat om er zelf mee aan de slag te gaan, in verschillende scenario’s en met diverse protocollen. In dit artikel gebruiken we een YubiKey 5(C) NFC die ongeveer 65 euro kost, maar je kunt ook andere sleutels inzetten zolang ze de vereiste protocollen ondersteunen. Sleutels die enkel FIDO U2F en FIDO2 ondersteunen, zijn al verkrijgbaar vanaf 15 euro.

Laten we als voorbeeld starten met de sleutel als tweede factor bij een Facebook-account. Hiervoor volstaat een sleutel met FIDO U2F, al accepteren niet alle diensten U2F. Zo vereisen Apple en Microsoft in dit geval een FIDO2-sleutel.

Meld je aan bij je Facebook-account via https://accountscenter.facebook.com. Ga in Accountinstellingen naar Wachtwoord en beveiliging. Open Tweestapsverificatie en selecteer je Facebook-account. Na het invullen van een verificatiecode via mail kies je de gewenste methode. Klik op Beveiligingssleutels en bevestig met Doorgaan. Na de controle van de beveiligingscode klik je op Beveiligingssleutel registreren. Selecteer Beveiligingssleutel, druk op Volgende en OK. Plaats de sleutel, raak deze even aan en klik opnieuw op OK. Bevestig ten slotte met je wachtwoord zodat de sleutel als tweede factor wordt toegevoegd.

De beveiligingssleutel is zojuist als tweede factor bij Facebook (Meta) toegevoegd.

2FA in Bitwarden

Zolang je nog met wachtwoorden werkt, is een wachtwoordbeheerder sterk aan te raden. Een degelijke en gratis te gebruiken tool is Bitwarden. We gaan ervan uit dat je deze hebt gedownload en geïnstalleerd (via www.kwikr.nl/bwpers; beschikbaar voor Windows, macOS en Linux) en dat je een Bitwarden-account hebt aangemaakt. Handig is ook de Bitwarden-browserextensie, die automatisch invullen en opslaan van wachtwoorden in je browser veel eenvoudiger maakt, maar daar gaan we hier niet verder op in. We bekijken hier namelijk vooral het koppelen van je fysieke sleutel aan je Bitwarden-account.

Meld je aan op https://vault.bitwarden.com. Open Instellingen en kies Beveiliging. Ga naar het tabblad Tweestapsaanmelding en klik op Beheren bij FIDO2 WebAuthn. Vul je Bitwarden-hoofdwachtwoord in en voer bij Naam een korte beschrijving van de sleutel in. Plaats je sleutel (via usb of NFC) en klik op Sleutel lezen. Als de sleutel om een pincode vraagt, vul je die in en raak je de sleutel kort aan. Bevestig met OK en klik op Opslaan zodat de sleutel wordt toegevoegd. Op dezelfde manier kun je ook een andere sleutel als reserve koppelen (zie ook verderop ‘10 Voorzorgsmaatregelen’). Bij het inloggen, ook via de Bitwarden-app, moet je nu naast je wachtwoord ook je sleutel gebruiken.

Bitwarden vraagt naast je wachtwoord ook om je beveiligingssleutel.

Inloggen met passkey

Steeds meer diensten ondersteunen wachtwoordloze aanmeldingen via toegangssleutels, oftewel passkeys. Wil je hiervoor je fysieke sleutel gebruiken, dan moet deze FIDO2/WebAuthn ondersteunen, waarbij de private sleutel van het cryptografische sleutelpaar op de sleutel zelf wordt bewaard. Om in te loggen hoef je de sleutel enkel te plaatsen of via NFC op je smartphone te gebruiken, als dit wordt ondersteund, en daarna te bevestigen met pincode en aanraaksensor. Kortom, je sleutel wordt je loginmiddel. We tonen dit met een Google-account.

Log in via https://myaccount.google.com. Ga naar Beveiliging en klik bij Inloggen bij Google op Tweestapsverificatie. Klik indien nodig op Tweestapsverificatie aanzetten. Voeg desgewenst een telefoonnummer toe en klik bij Toegangssleutels en beveiligingssleutels op Beveiligingssleutel toevoegen. Klik vervolgens op + Toegangssleutel maken en kies Ander apparaat gebruiken. Selecteer in het pop-upvenster Beveiligingssleutel. Druk op Volgende en daarna tweemaal op OK. Plaats nu de sleutel en voer de pincode in, of maak een nieuwe aan als de sleutel nieuw of gereset is. Bevestig met OK en raak de sleutel kort aan. De sleutel staat nu in de lijst met toegangssleutels in je Google-account.

Wanneer je je daarna bij Google afmeldt en opnieuw aanmeldt, zul je merken dat je je wachtwoord – op ondersteunde browsers en platformen – niet meer hoeft in te geven en met de sleutel kunt aanmelden. Google acht deze methode namelijk veilig genoeg. Wil je dit toch niet, open dan opnieuw Beveiliging, klik bij Inloggen bij Google op Wachtwoord overslaan als dat mogelijk is en schakel deze optie uit. Je sleutel fungeert dan enkel nog als tweede factor, waarvoor in principe FIDO U2F volstaat.

De beveiligingssleutel is zojuist aan ons Google-account toegevoegd.

Passkey bij Microsoft

Bij veel diensten werkt het koppelen vergelijkbaar als bij Google. We tonen je wel kort hoe je een beveiligingssleutel inzet in een wachtwoordloze oplossing bij Microsoft, die hiervoor een wat eigenzinnige werkwijze en terminologie hanteert.

Meld je aan via https://account.microsoft.comen open Beveiliging. Klik op Beheren hoe ik me aanmeld en kies Een methode voor aanmelden of verifiëren kiezen. Selecteer Gezicht, vingerafdruk, pincode of beveiligingssleutel en kies Beveiligingssleutel. Druk op Volgende en daarna tweemaal op OK, plaats de sleutel, voer desgevraagd de pincode in en raak de sleutel aan. Klik opnieuw op OK, geef de sleutel een naam en bevestig met Volgende en OK. De sleutel verschijnt nu in de lijst bij Een wachtwoordcode gebruiken (waar je hem ook kunt hernoemen of verwijderen). Je kunt de sleutel vanaf nu als tweede inlogfactor inzetten, ook op andere apparaten.

Wil je de sleutel volledig wachtwoordloos gebruiken, dan verplicht Microsoft je eerst de Microsoft Authenticator-app te installeren en hier via de plusknop je Microsoft-account toe te voegen. Klik daarna op je accountpagina in de rubriek Beveiliging op Inschakelen bij Account zonder wachtwoord en druk op Volgende. In de Authenticator-app verschijnt nu een melding die je bevestigt met Goedkeuren, waarna op de website wordt gemeld dat je wachtwoord is verwijderd. Voortaan kun je ook zonder wachtwoord inloggen, met je beveiligingssleutel.

Het opzetten van een wachtwoordloze login via je beveiligingssleutel bij Microsoft is wat complexer.
Lokaal Windows-account

Het leek veelbelovend: open je in Windows de Instellingen en ga je naar Accounts / Aanmeldingsopties, dan zie je wellicht Beveiligingssleutel staan. Voor lokale of persoonlijke Microsoft-accounts werkt dit helaas niet. Dit blijkt enkel mogelijk bij zakelijke Active Directory- of Entra ID-accounts.

Heb je een compatibele Yubico-sleutel, zoals de YubiKey 5(C) NFC, dan kun je deze wel als tweede inlogfactor gebruiken voor een lokaal Windows-account. Hiervoor heb je de gratis tool Yubico Login for Windows nodig (www.kwikr.nl/yubilogin). Zorg wel dat je de gebruikersnaam en het wachtwoord van het lokale account kent. Installeer de tool en herstart Windows. Meld je daarna aan met je lokale account via de optie Yubico Login en start de app Login Configuration als administrator. Gemakshalve kun je Express configuration kiezen. Plaats de sleutel en volg de instructies (zie ook www.kwikr.nl/yubiwin). Bewaar de herstelcode zorgvuldig. Voor de gekozen gebruiker is voortaan naast gebruikersnaam en wachtwoord ook de beveiligingssleutel vereist.

Je kunt een YubiKey ook als tweede factor inzetten voor je Windows-login.

Inloggen met TOTP

Als je beveiligingssleutel ook OATH-TOTP ondersteunt (Initiative for Open AuTHentication - Time-based One-Time Password), kun je die gebruiken om een eenmalige code te genereren, net als met authenticator-apps van Google, Microsoft, Proton of Authy. Veel apps en diensten ondersteunen deze 2FA-methode.

We nemen Dropbox als voorbeeld. Meld je aan op www.dropbox.com, klik op je profielicoon rechtsboven, kies Instellingen en open het tabblad Beveiliging. Schakel Tweestapsverificatie in, selecteer Authenticatie-app en druk op Verzenden. Je ziet nu een QR-code en de bijbehorende geheime sleutel.

Download en installeer vervolgens de gratis app Yubico Authenticator (www.kwikr.nl/yubiauth). Start de app, plaats je beveiligingssleutel en open Accounts. Klik op Add account en kies Scan QR code als je een camera hebt, of voer de geheime code handmatig in bij Secret Key. Vul bij Issuer bijvoorbeeld Dropbox in en bij Account name het e-mailadres van je Dropbox-account. Bevestig met Save. In de app verschijnt een cijfercode die je op de Dropbox-site invult bij Bevestigingscode. Noteer de herstelcodes, bewaar ze goed en rond af met Voltooien.

Bij het aanmelden op Dropbox tik je eerst je wachtwoord in en daarna de actuele eenmalige code die je in Yubico Authenticator bij je Dropbox-account ziet.

Net als veel andere diensten ondersteunt ook Dropbox TOTP (op een beveiligingssleutel) als 2FA-methode.

Challenge/Response

Tot slot tonen we je nog de challenge-response-methode. Hierbij genereert een dienst of app een willekeurige wiskundige vraag (challenge) in de vorm van een bitreeks. Deze gaat naar je beveiligingssleutel, die de overeenkomstige cryptografische response berekent en terugstuurt. Als de codes overeenkomen, krijg je toegang. We lichten dit kort toe voor de gratis wachtwoordbeheerder KeePassXC (www.keepassxc.org; Windows, macOS, Linux) om een lokaal bewaarde wachtwoordkluis te openen.

Verschillende sleutels ondersteunen deze methode, waaronder de meeste YubiKeys. Download en installeer voor zo’n sleutel eerst de gratis YubiKey Manager (zie kader ‘Sleutelbeheer’). Start de app, ga naar Applications/OTP en klik op Configure bij een vrij slot. Kies Challenge-response, klik op Generate voor de geheime sleutel, zet eventueel een vinkje bij Require touch voor extra veiligheid en sluit af met Finish.

Open vervolgens KeePassXC en laad je database. Ga naar Database / Database beveiliging, kies Aanvullende bescherming toevoegen / Challenge-Response toevoegen, selecteer het juiste slot van je geplaatste sleutel en bevestig met OK. Voortaan is je wachtwoordkluis enkel toegankelijk met je wachtwoord en je beveiligingssleutel.

Je (lokale) wachtwoordkluis is voortaan alleen toegankelijk met je beveiligingssleutel.
Sleutelbeheer

Beschik je over een beveiligingssleutel, dan zul je vroeg of laat de beheertool van de producent nodig hebben. Als voorbeeld nemen we de YubiKey Manager (www.kwikr.nl/yuman), die je het best als administrator opstart. Hiermee kun je functies of interfaces uitschakelen (OTP, FIDO U2F, FIDO2, OpenPGP, PIV en OATH), een pincode instellen of resetten voor FIDO2 of PIV, statische wachtwoorden of OTP-slots programmeren en certificaten beheren in PIV-modus (smartcardfunctie).

In de beheertool kun je ook specifieke protocollen uitschakelen, mocht je dat willen (hier: YubiKey Manager).

Voorzorgsmaatregelen

In het artikel hebben we al, ook tussen de regels door, enkele tips gegeven om (veiligheids)problemen te vermijden. We sommen ze kort nog even op.

Zo registreer je best altijd twee fysieke sleutels bij elke dienst, zodat je bij verlies of diefstal via de back-upsleutel toegang behoudt. Bewaar deze op een veilige plaats en test af en toe of de sleutel nog werkt. Activeer daarnaast bij elke dienst een alternatieve 2FA- of noodmethode, zoals TOTP-toegang via een authenticator-app, en druk back-upcodes af die je veilig bewaart. Zo kun je ook zonder sleutel nog aanmelden, al is dit wat minder robuust. Tot slot, ook al beschermt een beveiligingssleutel je technisch goed tegen phishing, blijf alert. Krijg je bijvoorbeeld een onverwachte vraag om de PIN-code van je sleutel in te voeren, wees dan op je hoede.

Heel wat diensten voorzien in (eenmalige) back-upcodes (hier: Google).
▼ Volgende artikel
Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden
© Tefal
Huis

Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden

Tefal lanceert een compact model tosti-ijzer dat met allerlei extra platensets te gebruiken is voor allerlei gerechten: van panini's en wafels in allerlei vormen en maten tot aan donuts en madeleines. Is de Snack Collection echt zo veelzijdig? ID.nl ging ermee aan de slag.

Uitstekend
Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil bereiden. In de test leverde het apparaat goede resultaten met tosti’s en panini’s; de platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en vaatwasserbestendig. Met zijn kleine formaat, snoeropbergsysteem, 700 watt vermogen, maximale temperatuur van 230 graden en voorverwarm-indicator is het toestel praktisch, al is het grillvlak aan de krappe kant en is de temperatuur niet instelbaar. Per saldo is dit een ruimtebesparende keuze voor tostiliefhebbers die graag variëren.

Plus- en minpunten
  • Compact formaat en makkelijk opbergen
  • Goede grill-prestaties
  • Veel uitbreidingsmogelijkheden
  • Opwarmen duurt zo'n 4 minuten
  • Temperatuur niet instelbaar

Tafelgrills en tosti-apparaten zijn in bijna elk huishouden te vinden. Vaak gaat het om apparaten met een geribbelde grillplaat boven en onder, waar je je tosti tussen legt om die een paar minuten erna bruin en krokant uit te halen, met een lekker warme vulling. Het zijn eenvoudige apparaten die goed zijn in waarvoor ze ontwikkeld zijn. Meer dan je tosti erin maken kan vaak niet. Tefal komt nu met de compacte Snack Collection, een apparaat dat je koopt met twee bijgeleverde typen grillplaten en nog eens kunt uitbreiden door losse sets erbij te kopen.

©Saskia van Weert

Testexemplaar en meegeleverde platen

Ter review ontving de redactie een blauw testmodel, voorzien van twee grill/panini-platen (één boven, één onder in het apparaat) en twee platen om Brusselse wafels mee te maken. De Snack Collection is met zijn 28,5 centimeter breedte, 20,6 centimeter lengte en 34,5 centimeter hoogte een betrekkelijk klein apparaat dat makkelijk op te bergen is. Het snoer is aan de onderkant op te bergen, er zit een aan-uitknop aan de voorzijde, net als een vergrendeling om het ijzer op slot te zetten. Ook zit er een lampje aan de voorzijde dat groen oplicht als het apparaat is voorverwarmd. Hij heeft een vermogen van 700 watt en een maximale temperatuur van 230 graden. De temperatuur is niet handmatig in te stellen.

©Saskia van Weert

Inhoud van de doos en wisselen van platen

In de machine zit al een set grillplaten. Verder vind je in de doos twee verpakkingen die nog het meest doen denken aan videobandhoezen van vroeger. Ze zijn van harde kunststof en gaan wat lastig open. De ene doos is uiteraard leeg, want daar zaten de panini-platen in, maar we vinden er wel een receptenboekje in. In de andere doos zit de uitbreiding; in ons testexemplaar zijn dat de wafelplaten. De platen zijn los te halen uit de machine via een knopje boven en onder, en de platen kunnen er op maar één manier in vastklikken. Je kunt ze dus niet verkeerd bevestigen. Ze mogen in de vaatwasser; de machine zelf uiteraard niet.

©Saskia van Weert

Gebruik en bediening

Zoals wel vaker bij dit type apparaten is de werking enorm simpel. Je bevestigt de gewenste platen in de machine, doet de stekker in het stopcontact en zet hem aan. Dan wacht je tot het groene lampje aangaat, open je de machine, doe je je gerecht erin, sluit je alles weer netjes en wacht je tot je eten klaar is. Eet smakelijk!

©Saskia van Weert

Test: tosti's

De bijgeleverde grill/panini-plaat is net wat te klein voor een reguliere tosti van boterhammen uit de supermarkt; het korstje steekt net wat boven de plaat uit. Maar dat bleek voor het resultaat niet uit te maken: alle geteste tosti’s kwamen prima uit de Tefal. Opwarmen duurde wel wat lang, ongeveer 4 minuten.

Lees ook: Gezonde tosti’s om de hele middag op door te gaan

Brand je handen niet!

Gebruik een tang om je tosti's te serveren

Test: panini

De test met een panini had wat voeten in de aarde. De supermarkten in onze woonplaats verkochten geen panini-broodjes, maar een XL-shop in een andere plaats wel. Panini-broodjes zijn hoger dan normale afbakbroodjes en standaard voorzien van grillstrepen. Het deksel van de Snack Collection moest wel wat worden aangedrukt om de machine te kunnen sluiten met de vergrendeling, maar ook dat verliep verder prima.

Schoonmaken en opbergen 

De platen komen weer brandschoon uit de vaatwasser en klikken makkelijk vast in het apparaat. Door de betrekkelijk kleine afmetingen van dit keukenapparaat is het makkelijk op te bergen.

©Tefal

Uitbreidingssets (assortiment)

Dan de uitbreidingssets. Deze hebben we niet kunnen testen, maar zijn uiteraard te bekijken via de site van Tefal. Er is een aantal platen voor tosti’s in bijzondere vormen, zoals een schelpvorm of juist meteen als driehoek. Verder zijn er onder meer vormen voor bagels te verkrijgen. Tefal mikt duidelijk op een internationaal publiek, want er is ook een vorm voor madeleines (Franse zoete cakejes) verkrijgbaar.

Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil maken. In de test leverde het apparaat nette resultaten op: tosti's kwamen goed uit de grill en panini's lukten eveneens prima na het sluiten met de vergrendeling. De platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en kunnen in de vaatwasser. Dankzij het kleine formaat en het opbergsysteem voor het snoer is het toestel eenvoudig weg te zetten. Het apparaat heeft een vermogen van 700 watt, een maximale temperatuur van 230 graden en een indicatielampje dat aangeeft wanneer voorverwarmen is voltooid.

Aandachtspunten: het grillvlak is aan de krappe kant voor standaardboterhammen, de opwarmtijd ligt rond de 4 minuten en de temperatuur is niet handmatig regelbaar. De uitbreidingsmogelijkheden zijn groot (onder meer wafels, donuts, madeleines en bagels), maar deze extra platen zijn in deze test niet inhoudelijk beoordeeld.

Per saldo is de Snack Collection een praktisch en ruimtebesparend apparaat voor de liefhebbers van tosti's die ook graag eens experimenteren met andere bereidingen.