ID.nl logo
Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet
© PXimport
Huis

Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet

Je hebt net een download gestart of je hoort al klachten dat online gamen niet meer soepel loopt. Of je videogesprekken haperen als andere gebruikers gaan downloaden. Waarschijnlijk is de snelheid niet je echte probleem, maar is je router niet slim genoeg om al het verkeer tegelijkertijd in goede banen te leiden.Smart Queue Management (SMQ) is een van de oplossingen.

Wellicht is er toen we massaal thuis bleven en werken een probleem met je internetverbinding aan het licht gekomen waar je eerder nog geen last van had. Bovenstaande problemen worden veroorzaakt door iets wat bufferbloat genoemd wordt, een verstopping van de buffer in de router.

De meeste routers hebben één wachtrij voor pakketjes die verwerkt moeten worden, waardoor die wachtrij overbelast raakt als er bijvoorbeeld een grote download gestart wordt. Pakketjes voor kritieke applicaties als gamen of voip raken dan verstopt tussen de pakketjes voor het downloaden. Alle pakketjes worden simpelweg in de buffer gezet en verwerkt op basis van binnenkomt, een fifo-principe (first in first out).

Routers zijn al jaren voorzien van QoS (Quality of Service), een techniek die belooft dergelijke verstoppingsproblemen te voorkomen, maar in de praktijk blijkt dit vaak niet goed genoeg te werken. Dat begint al bij de configuratie, die meestal erg lastig is. Al snel ben je bezig een lijst te maken waarin je bepaald verkeer, bepaalde apparaten of applicaties prioriteit geeft ten opzichte van andere apparaten of applicaties.

Maar wat als je toepassing niet in die lijst staat? Of als alles belangrijk is? En je kunt jouw apparaat wel voor alles voorrang geven, maar dan gaan de andere netwerkgebruikers gegarandeerd klagen. In de praktijk wordt het instellen van QoS hierdoor al snel een heel ingewikkelde klus waar nooit een einde aan komt.

Het echte probleem blijft ook bij het toepassen van QoS uiteindelijk dat de router nog steeds met één wachtrij voor pakketjes werkt. QoS zorgt er alleen voor dat bepaalde pakketjes direct vooraan in de rij worden geplaatst. Natuurlijk zijn de QoS-instellingen wel het eerste waar je mee kunt experimenteren als je dat nog niet gedaan hebt. En als je weinig gebruikers of apparaten in je thuisnetwerk hebt, zou QoS je probleem wellicht op kunnen lossen.

©PXimport

Smart Queue Management

Er is gelukkig wel een oplossing voor bufferbloat bedacht in de vorm van Smart Queue Management (SQM), dat kun je beschouwen als een geavanceerde variant van QoS. Hierbij wordt de pakketjes niet in één wachtrij op een hoop gegooid, maar opgedeeld in meerdere wachtrijen. Iedere datastroom krijgt een eigen wachtrij. Vervolgens wordt aan iedere wachtrij om de beurt evenveel tijd toegekend voor de afwikkeling van de pakketjes. Zo krijgt iedere toepassing de kans om soepel door te lopen zonder dat één toepassing die veel pakketjes genereert de boel ophoudt.

Er wordt ook bijgehouden hoelang een pakketje in een wachtrij zit. Op het moment dat blijkt dat pakketjes te lang in een wachtrij zitten, worden ze simpelweg verwijderd. Dat lijkt een slecht idee, maar er moet iets vertraagd worden om te voorkomen dat een datastroom de complete buffer van een router vol laat lopen. En een datastroom die zoveel pakketjes genereert dat alles vol loopt, is doorgaans iets als een download waarbij het niet uitmaakt als die iets vertraagd wordt.

Bovenstaande beschrijving is grofweg hoe het eerste werkende SQM-algoritme FQ_CoDel (Fair Queuing with Controlled Delay) werkt. Dit wordt gecombineerd met HTB (Hierarchical Token Bucket) dat zorgt voor een snelheidsbegrenzing aangepast aan de internetsnelheid. Een snelheidsbegrenzer is nodig om te voorkomen dat de pakketjes vervolgens niet alsnog in de modem(router) in één wachtrij worden gebufferd en al het werk voor niks is.

FQ_CoDel is niet de enige vorm van SQM, zo is er in de vorm van CAKE (Common Applications Kept Enhanced) een doorontwikkeld algoritme. CAKE kan ook netwerkapparaten onderscheiden, iets wat handig is als één netwerkapparaat veel meer datastomen genereert dan andere netwerkapparaten. Ook kan CAKE tot op een bepaalde hoogte net wat meer prioriteit geven aan bijvoorbeeld voip-verkeer.

Uiteindelijk biedt iedere vorm van SQM een fikse verbetering ten opzichte een router zonder SQM. Wil je meer weten over bufferbloat en de werking van HTB/FQ_CoDel en CAKE? Kijk dan zeker eens op de website www.bufferbloat.net.

Testen op bufferbloat

Hoe kom je er achter of je echt bufferbloat gerelateerde problemen hebt? Mocht je jezelf herkennen in de eerder beschreven problemen, dan is de kans erg groot. Maar meten is natuurlijk weten en de DSLReports Speed Test die je vindt op www.dslreports.com/speedtest kan je daarbij helpen. Deze speedtest test niet alleen je maximaal haalbare snelheden, maar houdt ook de variatie in latency (de pingtijden) in de gaten. Een hoge variatie in of oplopende pingtijden vertaalt zich als bijvoorbeeld ‘lag’ (vertraging) in een online spel.

Je kunt de test het beste uitvoeren op een pc die bedraad is verbonden met je router. Om de test uit te voeren, selecteer wat voor soort verbinding je hebt (glasvezel, kabel of dsl). Vervolgens wordt de test uitgevoerd en krijg je een score voor bufferbloat en de kwaliteit van je lijn variërend van A+ voor een optimale verbinding tot F voor een dramatische verbinding.

Is de score voor bufferbloat slechter dan een B, dan heb je hoogstwaarschijnlijk last van bufferbloat. Het zou natuurlijk ook kunnen dat je last hebt van een misconfiguratie in het netwerk van je provider waar je geen invloed op hebt, maar die kans is veel kleiner. Onze eigen vdsl-internetverbinding (100/30 Mbit/s) scoort doorgaans een B of C.

©PXimport

Router met SQM

Nu weet je wat SQM is en je hebt het probleem vastgesteld. Er is dan alleen nog één probleem: vrijwel geen enkele consumentenrouter is voorzien van SQM. We weten dat de Netgear X4S (een gamingrouter) is voorzien van SQM gebaseerd op FQ_CoDel en wellicht is er nog een handjevol andere modellen. Dat betekent gelukkig niet dat er geen betaalbare opties zijn.

De eerste optie die we hebben gevonden is een Ubiquiti EdgeRouter die voorzien is van SQM gebaseerd op FQ_CoDel. De voor dit artikel gebruikte ER-X kost zo’n 50 euro en zou geschikt moeten zijn om SQM toe te passen op een internetsnelheid tot zo’n 125 Mbit/s. Is de ER-X niet krachtig genoeg, dan is er voor 180 euro de ER-4 die volgens gebruikers SQM zou moeten kunnen toepassen tot zo’n 350 Mbit/s.

©PXimport

Een groot verschil met consumentenrouters is dat een Ubiquiti EdgeRouter puur een router is, er is dus geen wifi ingebouwd. Een ander verschil is dat de router net zoals de meeste zakelijke oplossingen ontworpen is om te configureren met commando’s via een commandline-interface. Gelukkig is er wel een overzichtelijke webinterface en zolang je de router gebruikt in de standaardconfiguratie die de installatiewizard voor je instelt, werkt een EdgeRouter eigenlijk niet anders als een doorsnee (consumenten)router. Zo vind je de instellingen voor de dhcp-server gewoon in de webinterface en ook SQM schakel je via de webinterface in.

Een voordeel van de ER-X ten opzichte van de duurdere ER-4 is dat de ER-X voorzien is van een hardwareswitch. Hierdoor werkt de ER-X zoals je van een typische consumentenrouter gewend bent: één poort doet dienst als wan-aansluiting en de vier andere poorten zijn identieke lan-aansluitingen die fullspeed met elkaar communiceren. Op de krachtigere ER-4 configureer je één poort als lan-aansluiting en sluit je vervolgens altijd een losse switch aan.

De naamgeving die Ubiquiti aan de EdgeRouters geeft is nogal onnavolgbaar en grotendeels gebaseerd op het aantal poorten. De ER-X, ER-X-SFP en ER-10X bevatten dezelfde cpu en zijn dus even krachtig. Vervolgens bevatten ook de ER-4, ER-6P en ER-12 dezelfde cpu. De ER-12 is een variant van de ER-4 met een ingebouwde hardwareswitch. De ERLite-3 is duurder dan de ER-X, maar voor SQM-toepassingen langzamer.

©PXimport

Een andere optie is overigens een router voorzien van OpenWRT versie 18.06 of nieuwer die is voorzien van een SQM gebaseerd op CAKE. Omdat er allerlei routers zijn met OpenWRT-ondersteuning is het lastig om iets te zeggen over de maximale snelheden waarop SQM kan worden toegepast. Dat hangt puur van de processorkracht van de router af. Wij gebruiken voor dit artikel de relatief krachtige Linksys WRT3200ACM die volgens gebruikers SQM tot zo’n 400 Mbit/s moet kunnen toepassen.

Ook andere alternatieve firmware zoals DD-WRT of Merlin hebben de mogelijkheid tot SQM en ook een pakket als pfSense is geschikt voor SQM. Je sluit je eigen router met SQM aan op de (modem)router van je internetprovider door de (modem)router van je internetprovider in bridgemodus in te (laten) stellen of door je eigen router in de DMZ van de (modem)router te hangen.

SQM inschakelen op een EdgeRouter

Het instellen van SQM op de EdgeRouter is erg eenvoudig. Meet voordat je naar de instellingen gaat wat je download- en uploadsnelheid is, bijvoorbeeld met de eerder benoemde DSLReports Speed Test. Klik in het menu op QoS en zorgt dat het eerste tabblad Smart Queue open staat. Vul een zelfgekozen Policy name in, bijvoorbeeld Bufferbloat en selecteer bij WAN Interface de juiste netwerkpoort (waarschijnlijk eth0). Op het dashboard van de webinterface vind je eventueel welke poort er als wan-poort (internet) wordt gebruikt.

Vink vervolgens de optie Apply to upload traffic aan en vul je uploadsnelheid in Mbit/s in. Doe vervolgens hetzelfde voor de optie Apply to download traffic en vul je downloadsnelheid in Mbit/s in. Klik vervolgens op Apply. Je kunt eventueel via Show advanced options nog extra instellingen tonen, maar die zijn niet noodzakelijk.

De EdgeRouter stelt zelf een gelimiteerde snelheid in op basis van de door jou ingevoerde echte snelheden. Optioneel kun je proberen de instellingen nog wat tunen door snelheidstesten uit te voeren, terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid een procentpunt of vijf verlaagd om te zien of de latency in de DSLReports Speed Test nog lager en stabieler wordt. Je zoekt naar het punt met de hoogte snelheid en de laagste latency.

©PXimport

SQM inschakelen op een OpenWRT-router

Op OpenWRT is het instellen van SQM net iets lastiger, omdat de benodigde software niet standaard op de router is geïnstalleerd. Ook moet je eerst controleren of de ‘normale’ QoS-software geïnstalleerd is. Klik in het menu op System / Software en controleer of de packages qos-scripts en luci-app-qos geïnstalleerd zijn. Indien dat het geval is, klik dan op Remove om deze packages te verwijderen.

Klik vervolgens op Update Lists en klik het venster weg. Zoek vervolgens naar het package luci-app-sqm en klik op Install / Install. Klik het venster weg met Dismiss.

Vervolgens moet je het SQM-script activeren door in het menu te klikken op System / Startup. Zoek naar Initscript SQM en klik op Start. Controleer of de eerste knop op Enabled staat.

Je schakelt SQM in door in het menu te klikken op Network / SQM QoS. Vink op het tabblad Basic Settings de optie Enable this SQM instance aan. Selecteer bij Interface name je wan-poort. Doorgaans is dit eth0, maar op onze router eth1.2. Je kunt dit controleren door in het menu op Network / interfaces te klikken. Vervolgens moet je je download- en uploadsnelheid in Kbit/s invullen. Neem hiervoor een snelheid van 80 tot 95 procent van de gemeten snelheid, 90 procent is een mooi startpunt. De speedtest op www.speedtest.net kun je instellen op Kbit/s.

Open vervolgens het tabblad Queue Discipline en kies cake als Queueing Discipline. Kies vervolgens piece_of_cake.qos als Queue Setup Script. Open het tabblad Link Layer Adaptation en selecteer hier Ethernet als je een glasvezel- vdsl(2)- of kabelinternet-verbinding hebt. Heb je een dsl-verbinding die niet op basis van vdsl(2) is, kies dan ATM. Vervolgens verschijnt er een nieuw invulveld. Vul hier 34 in als je vdsl(2) gebruikt, 44 als je een oudere variant van dsl gebruikt, 22 als je kabelinternet gebruikt en 44 als je glasvezelinternet hebt. Klik vervolgens op Save & Apply waarna de router de instellingen toepast.

In tegenstelling tot bij de EdgeRouter geef je zelf al een lagere snelheid dan de daadwerkelijke snelheid op. Tunen is daarom interessanter dan bij een EdgeRouter. Je kunt snelheidstesten uitvoeren terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid steeds wat verhoogd tot dat de latency omhoog gaat. Verlaag de snelheid dan weer wat totdat je het punt met de hoogste snelheid en laagste latency bereikt hebt.

©PXimport

Beperkte snelheid

Het is je misschien al opgevallen dat we schreven dat je SQM afhankelijk van de gebruikte router kunt toepassen op internetsnelheden tot zo’n 400 Mbit/s. Wellicht vreemd, omdat er uiteraard veel snellere internetabonnementen bestaan en ook de goedkoopste routers voorzien zijn van gigabitpoorten die op zich prima werken in combinatie met de snelste internetabonnementen. Toch is dat maar het halve verhaal, want je router is vermoedelijk veel langzamer dan je denkt.

Veel routers maken namelijk gebruik van hardwareversnelling, ook wel hardware accelation, nat acceleration, hardware offloading, CTF (cut-through-forwarding) of Flow Accelerator genoemd. De precieze werking kan verschillen, maar in de basis wordt bij een ingeschakelde hardwareversnelling niet ieder pakketje geïnspecteerd om te beslissen wat er moet gebeuren. Een groot gedeelte van de pakketjes wordt na de inspectie van de eerste paar pakketjes afgehandeld door een gespecialiseerd gedeelte van de soc/cpu.

Voor het toepassen van QoS en SQM moeten de pakketjes echter allemaal (softwarematig) geïnspecteerd worden en dan gaat de normale processorsnelheid van de router tellen. Ook zonder SQM, maar met uitschakelde hardwarversnelling komen veel routers niet verder dan zo’n 400 Mbit/s. Wat je bij een snellere asynchrone verbinding zoals kabelinternet kunt proberen is SQM alleen toepassen op de upload.

Wil je SQM toepassen op een heel snelle internetverbinding, dan zul je aan de slag moeten met een zelfgemaakte router op basis van een relatief krachtige x86-processor in combinatie met software als pfSense.

©PXimport

Nadelen van SQM?

Het toepassen van Smart Queue Management heeft eigenlijk maar een nadeel: je maximaal haalbare snelheden worden zo’n 5 tot 15 procent lager. Dus vooral bij het downloaden van grote bestanden of het werken met cloudopslag zul je verschil merken. Ter illustratie: zonder SQM heeft onze internetverbinding een maximale down- en uploadsnelheid van zo’n 103,3 en 31,8 Mbit/s. Met een ingeschakelde SQM wordt dat maximaal 90,1 en 27,2 Mbit/s.

Uiteraard gaan we er voor die genoemde circa tien procent snelheidsverlaging er wel van uit dat de router de snelheid van je internetverbinding daadwerkelijk kan bijhouden, anders liggen de maximale snelheden met ingeschakelde SQM natuurlijk veel lager.

Resultaat

Waar we zonder het toepassen van een router met SQM in DSLReports Speed Test een bufferbloatscore van B of C haalden, is dat na het instellen van SQM een A+. Het toepassen van SQM zorgt dus ook meetbaar voor een soepeler werkende internetverbinding.

Heb je geen last van de in de inleiding omschreven problemen, dan hoef je niet meteen aan de slag met SQM. Maar heb je al een router met de mogelijkheid tot SQM, dan zouden we zeker aanraden hier mee te experimenteren. Zeker als je veelvuldig online games speelt, is SQM een waardevolle aanvulling. Heb je een relatief langzaam asynchroon internetabonnement (tot 100 Mbit/s) op basis van dsl of kabel, en last van de omschreven problemen, dan is het toepassen van SQM zonder al te hoge kosten mogelijk.

Lagere internetsnelheden hebben hier bovendien het meeste profijt van omdat de buffer sneller vol loopt. Voor de snelste gigabit-abbonementen is SQM doorgaans (nog) ongeschikt omdat het inschakelen van SQM betekent dat de hardwareversnelling van de router wordt uitgeschakeld. Op een snelle synchrone glasverbinding zul je echter veel minder snel last van bufferbloat hebben.

▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.