ID.nl logo
Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet
© PXimport
Huis

Alles over Smart Queue Management (SQM) voor sneller internet

Je hebt net een download gestart of je hoort al klachten dat online gamen niet meer soepel loopt. Of je videogesprekken haperen als andere gebruikers gaan downloaden. Waarschijnlijk is de snelheid niet je echte probleem, maar is je router niet slim genoeg om al het verkeer tegelijkertijd in goede banen te leiden.Smart Queue Management (SMQ) is een van de oplossingen.

Wellicht is er toen we massaal thuis bleven en werken een probleem met je internetverbinding aan het licht gekomen waar je eerder nog geen last van had. Bovenstaande problemen worden veroorzaakt door iets wat bufferbloat genoemd wordt, een verstopping van de buffer in de router.

De meeste routers hebben één wachtrij voor pakketjes die verwerkt moeten worden, waardoor die wachtrij overbelast raakt als er bijvoorbeeld een grote download gestart wordt. Pakketjes voor kritieke applicaties als gamen of voip raken dan verstopt tussen de pakketjes voor het downloaden. Alle pakketjes worden simpelweg in de buffer gezet en verwerkt op basis van binnenkomt, een fifo-principe (first in first out).

Routers zijn al jaren voorzien van QoS (Quality of Service), een techniek die belooft dergelijke verstoppingsproblemen te voorkomen, maar in de praktijk blijkt dit vaak niet goed genoeg te werken. Dat begint al bij de configuratie, die meestal erg lastig is. Al snel ben je bezig een lijst te maken waarin je bepaald verkeer, bepaalde apparaten of applicaties prioriteit geeft ten opzichte van andere apparaten of applicaties.

Maar wat als je toepassing niet in die lijst staat? Of als alles belangrijk is? En je kunt jouw apparaat wel voor alles voorrang geven, maar dan gaan de andere netwerkgebruikers gegarandeerd klagen. In de praktijk wordt het instellen van QoS hierdoor al snel een heel ingewikkelde klus waar nooit een einde aan komt.

Het echte probleem blijft ook bij het toepassen van QoS uiteindelijk dat de router nog steeds met één wachtrij voor pakketjes werkt. QoS zorgt er alleen voor dat bepaalde pakketjes direct vooraan in de rij worden geplaatst. Natuurlijk zijn de QoS-instellingen wel het eerste waar je mee kunt experimenteren als je dat nog niet gedaan hebt. En als je weinig gebruikers of apparaten in je thuisnetwerk hebt, zou QoS je probleem wellicht op kunnen lossen.

©PXimport

Smart Queue Management

Er is gelukkig wel een oplossing voor bufferbloat bedacht in de vorm van Smart Queue Management (SQM), dat kun je beschouwen als een geavanceerde variant van QoS. Hierbij wordt de pakketjes niet in één wachtrij op een hoop gegooid, maar opgedeeld in meerdere wachtrijen. Iedere datastroom krijgt een eigen wachtrij. Vervolgens wordt aan iedere wachtrij om de beurt evenveel tijd toegekend voor de afwikkeling van de pakketjes. Zo krijgt iedere toepassing de kans om soepel door te lopen zonder dat één toepassing die veel pakketjes genereert de boel ophoudt.

Er wordt ook bijgehouden hoelang een pakketje in een wachtrij zit. Op het moment dat blijkt dat pakketjes te lang in een wachtrij zitten, worden ze simpelweg verwijderd. Dat lijkt een slecht idee, maar er moet iets vertraagd worden om te voorkomen dat een datastroom de complete buffer van een router vol laat lopen. En een datastroom die zoveel pakketjes genereert dat alles vol loopt, is doorgaans iets als een download waarbij het niet uitmaakt als die iets vertraagd wordt.

Bovenstaande beschrijving is grofweg hoe het eerste werkende SQM-algoritme FQ_CoDel (Fair Queuing with Controlled Delay) werkt. Dit wordt gecombineerd met HTB (Hierarchical Token Bucket) dat zorgt voor een snelheidsbegrenzing aangepast aan de internetsnelheid. Een snelheidsbegrenzer is nodig om te voorkomen dat de pakketjes vervolgens niet alsnog in de modem(router) in één wachtrij worden gebufferd en al het werk voor niks is.

FQ_CoDel is niet de enige vorm van SQM, zo is er in de vorm van CAKE (Common Applications Kept Enhanced) een doorontwikkeld algoritme. CAKE kan ook netwerkapparaten onderscheiden, iets wat handig is als één netwerkapparaat veel meer datastomen genereert dan andere netwerkapparaten. Ook kan CAKE tot op een bepaalde hoogte net wat meer prioriteit geven aan bijvoorbeeld voip-verkeer.

Uiteindelijk biedt iedere vorm van SQM een fikse verbetering ten opzichte een router zonder SQM. Wil je meer weten over bufferbloat en de werking van HTB/FQ_CoDel en CAKE? Kijk dan zeker eens op de website www.bufferbloat.net.

Testen op bufferbloat

Hoe kom je er achter of je echt bufferbloat gerelateerde problemen hebt? Mocht je jezelf herkennen in de eerder beschreven problemen, dan is de kans erg groot. Maar meten is natuurlijk weten en de DSLReports Speed Test die je vindt op www.dslreports.com/speedtest kan je daarbij helpen. Deze speedtest test niet alleen je maximaal haalbare snelheden, maar houdt ook de variatie in latency (de pingtijden) in de gaten. Een hoge variatie in of oplopende pingtijden vertaalt zich als bijvoorbeeld ‘lag’ (vertraging) in een online spel.

Je kunt de test het beste uitvoeren op een pc die bedraad is verbonden met je router. Om de test uit te voeren, selecteer wat voor soort verbinding je hebt (glasvezel, kabel of dsl). Vervolgens wordt de test uitgevoerd en krijg je een score voor bufferbloat en de kwaliteit van je lijn variërend van A+ voor een optimale verbinding tot F voor een dramatische verbinding.

Is de score voor bufferbloat slechter dan een B, dan heb je hoogstwaarschijnlijk last van bufferbloat. Het zou natuurlijk ook kunnen dat je last hebt van een misconfiguratie in het netwerk van je provider waar je geen invloed op hebt, maar die kans is veel kleiner. Onze eigen vdsl-internetverbinding (100/30 Mbit/s) scoort doorgaans een B of C.

©PXimport

Router met SQM

Nu weet je wat SQM is en je hebt het probleem vastgesteld. Er is dan alleen nog één probleem: vrijwel geen enkele consumentenrouter is voorzien van SQM. We weten dat de Netgear X4S (een gamingrouter) is voorzien van SQM gebaseerd op FQ_CoDel en wellicht is er nog een handjevol andere modellen. Dat betekent gelukkig niet dat er geen betaalbare opties zijn.

De eerste optie die we hebben gevonden is een Ubiquiti EdgeRouter die voorzien is van SQM gebaseerd op FQ_CoDel. De voor dit artikel gebruikte ER-X kost zo’n 50 euro en zou geschikt moeten zijn om SQM toe te passen op een internetsnelheid tot zo’n 125 Mbit/s. Is de ER-X niet krachtig genoeg, dan is er voor 180 euro de ER-4 die volgens gebruikers SQM zou moeten kunnen toepassen tot zo’n 350 Mbit/s.

©PXimport

Een groot verschil met consumentenrouters is dat een Ubiquiti EdgeRouter puur een router is, er is dus geen wifi ingebouwd. Een ander verschil is dat de router net zoals de meeste zakelijke oplossingen ontworpen is om te configureren met commando’s via een commandline-interface. Gelukkig is er wel een overzichtelijke webinterface en zolang je de router gebruikt in de standaardconfiguratie die de installatiewizard voor je instelt, werkt een EdgeRouter eigenlijk niet anders als een doorsnee (consumenten)router. Zo vind je de instellingen voor de dhcp-server gewoon in de webinterface en ook SQM schakel je via de webinterface in.

Een voordeel van de ER-X ten opzichte van de duurdere ER-4 is dat de ER-X voorzien is van een hardwareswitch. Hierdoor werkt de ER-X zoals je van een typische consumentenrouter gewend bent: één poort doet dienst als wan-aansluiting en de vier andere poorten zijn identieke lan-aansluitingen die fullspeed met elkaar communiceren. Op de krachtigere ER-4 configureer je één poort als lan-aansluiting en sluit je vervolgens altijd een losse switch aan.

De naamgeving die Ubiquiti aan de EdgeRouters geeft is nogal onnavolgbaar en grotendeels gebaseerd op het aantal poorten. De ER-X, ER-X-SFP en ER-10X bevatten dezelfde cpu en zijn dus even krachtig. Vervolgens bevatten ook de ER-4, ER-6P en ER-12 dezelfde cpu. De ER-12 is een variant van de ER-4 met een ingebouwde hardwareswitch. De ERLite-3 is duurder dan de ER-X, maar voor SQM-toepassingen langzamer.

©PXimport

Een andere optie is overigens een router voorzien van OpenWRT versie 18.06 of nieuwer die is voorzien van een SQM gebaseerd op CAKE. Omdat er allerlei routers zijn met OpenWRT-ondersteuning is het lastig om iets te zeggen over de maximale snelheden waarop SQM kan worden toegepast. Dat hangt puur van de processorkracht van de router af. Wij gebruiken voor dit artikel de relatief krachtige Linksys WRT3200ACM die volgens gebruikers SQM tot zo’n 400 Mbit/s moet kunnen toepassen.

Ook andere alternatieve firmware zoals DD-WRT of Merlin hebben de mogelijkheid tot SQM en ook een pakket als pfSense is geschikt voor SQM. Je sluit je eigen router met SQM aan op de (modem)router van je internetprovider door de (modem)router van je internetprovider in bridgemodus in te (laten) stellen of door je eigen router in de DMZ van de (modem)router te hangen.

SQM inschakelen op een EdgeRouter

Het instellen van SQM op de EdgeRouter is erg eenvoudig. Meet voordat je naar de instellingen gaat wat je download- en uploadsnelheid is, bijvoorbeeld met de eerder benoemde DSLReports Speed Test. Klik in het menu op QoS en zorgt dat het eerste tabblad Smart Queue open staat. Vul een zelfgekozen Policy name in, bijvoorbeeld Bufferbloat en selecteer bij WAN Interface de juiste netwerkpoort (waarschijnlijk eth0). Op het dashboard van de webinterface vind je eventueel welke poort er als wan-poort (internet) wordt gebruikt.

Vink vervolgens de optie Apply to upload traffic aan en vul je uploadsnelheid in Mbit/s in. Doe vervolgens hetzelfde voor de optie Apply to download traffic en vul je downloadsnelheid in Mbit/s in. Klik vervolgens op Apply. Je kunt eventueel via Show advanced options nog extra instellingen tonen, maar die zijn niet noodzakelijk.

De EdgeRouter stelt zelf een gelimiteerde snelheid in op basis van de door jou ingevoerde echte snelheden. Optioneel kun je proberen de instellingen nog wat tunen door snelheidstesten uit te voeren, terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid een procentpunt of vijf verlaagd om te zien of de latency in de DSLReports Speed Test nog lager en stabieler wordt. Je zoekt naar het punt met de hoogte snelheid en de laagste latency.

©PXimport

SQM inschakelen op een OpenWRT-router

Op OpenWRT is het instellen van SQM net iets lastiger, omdat de benodigde software niet standaard op de router is geïnstalleerd. Ook moet je eerst controleren of de ‘normale’ QoS-software geïnstalleerd is. Klik in het menu op System / Software en controleer of de packages qos-scripts en luci-app-qos geïnstalleerd zijn. Indien dat het geval is, klik dan op Remove om deze packages te verwijderen.

Klik vervolgens op Update Lists en klik het venster weg. Zoek vervolgens naar het package luci-app-sqm en klik op Install / Install. Klik het venster weg met Dismiss.

Vervolgens moet je het SQM-script activeren door in het menu te klikken op System / Startup. Zoek naar Initscript SQM en klik op Start. Controleer of de eerste knop op Enabled staat.

Je schakelt SQM in door in het menu te klikken op Network / SQM QoS. Vink op het tabblad Basic Settings de optie Enable this SQM instance aan. Selecteer bij Interface name je wan-poort. Doorgaans is dit eth0, maar op onze router eth1.2. Je kunt dit controleren door in het menu op Network / interfaces te klikken. Vervolgens moet je je download- en uploadsnelheid in Kbit/s invullen. Neem hiervoor een snelheid van 80 tot 95 procent van de gemeten snelheid, 90 procent is een mooi startpunt. De speedtest op www.speedtest.net kun je instellen op Kbit/s.

Open vervolgens het tabblad Queue Discipline en kies cake als Queueing Discipline. Kies vervolgens piece_of_cake.qos als Queue Setup Script. Open het tabblad Link Layer Adaptation en selecteer hier Ethernet als je een glasvezel- vdsl(2)- of kabelinternet-verbinding hebt. Heb je een dsl-verbinding die niet op basis van vdsl(2) is, kies dan ATM. Vervolgens verschijnt er een nieuw invulveld. Vul hier 34 in als je vdsl(2) gebruikt, 44 als je een oudere variant van dsl gebruikt, 22 als je kabelinternet gebruikt en 44 als je glasvezelinternet hebt. Klik vervolgens op Save & Apply waarna de router de instellingen toepast.

In tegenstelling tot bij de EdgeRouter geef je zelf al een lagere snelheid dan de daadwerkelijke snelheid op. Tunen is daarom interessanter dan bij een EdgeRouter. Je kunt snelheidstesten uitvoeren terwijl je de ingevoerde download- en uploadsnelheid steeds wat verhoogd tot dat de latency omhoog gaat. Verlaag de snelheid dan weer wat totdat je het punt met de hoogste snelheid en laagste latency bereikt hebt.

©PXimport

Beperkte snelheid

Het is je misschien al opgevallen dat we schreven dat je SQM afhankelijk van de gebruikte router kunt toepassen op internetsnelheden tot zo’n 400 Mbit/s. Wellicht vreemd, omdat er uiteraard veel snellere internetabonnementen bestaan en ook de goedkoopste routers voorzien zijn van gigabitpoorten die op zich prima werken in combinatie met de snelste internetabonnementen. Toch is dat maar het halve verhaal, want je router is vermoedelijk veel langzamer dan je denkt.

Veel routers maken namelijk gebruik van hardwareversnelling, ook wel hardware accelation, nat acceleration, hardware offloading, CTF (cut-through-forwarding) of Flow Accelerator genoemd. De precieze werking kan verschillen, maar in de basis wordt bij een ingeschakelde hardwareversnelling niet ieder pakketje geïnspecteerd om te beslissen wat er moet gebeuren. Een groot gedeelte van de pakketjes wordt na de inspectie van de eerste paar pakketjes afgehandeld door een gespecialiseerd gedeelte van de soc/cpu.

Voor het toepassen van QoS en SQM moeten de pakketjes echter allemaal (softwarematig) geïnspecteerd worden en dan gaat de normale processorsnelheid van de router tellen. Ook zonder SQM, maar met uitschakelde hardwarversnelling komen veel routers niet verder dan zo’n 400 Mbit/s. Wat je bij een snellere asynchrone verbinding zoals kabelinternet kunt proberen is SQM alleen toepassen op de upload.

Wil je SQM toepassen op een heel snelle internetverbinding, dan zul je aan de slag moeten met een zelfgemaakte router op basis van een relatief krachtige x86-processor in combinatie met software als pfSense.

©PXimport

Nadelen van SQM?

Het toepassen van Smart Queue Management heeft eigenlijk maar een nadeel: je maximaal haalbare snelheden worden zo’n 5 tot 15 procent lager. Dus vooral bij het downloaden van grote bestanden of het werken met cloudopslag zul je verschil merken. Ter illustratie: zonder SQM heeft onze internetverbinding een maximale down- en uploadsnelheid van zo’n 103,3 en 31,8 Mbit/s. Met een ingeschakelde SQM wordt dat maximaal 90,1 en 27,2 Mbit/s.

Uiteraard gaan we er voor die genoemde circa tien procent snelheidsverlaging er wel van uit dat de router de snelheid van je internetverbinding daadwerkelijk kan bijhouden, anders liggen de maximale snelheden met ingeschakelde SQM natuurlijk veel lager.

Resultaat

Waar we zonder het toepassen van een router met SQM in DSLReports Speed Test een bufferbloatscore van B of C haalden, is dat na het instellen van SQM een A+. Het toepassen van SQM zorgt dus ook meetbaar voor een soepeler werkende internetverbinding.

Heb je geen last van de in de inleiding omschreven problemen, dan hoef je niet meteen aan de slag met SQM. Maar heb je al een router met de mogelijkheid tot SQM, dan zouden we zeker aanraden hier mee te experimenteren. Zeker als je veelvuldig online games speelt, is SQM een waardevolle aanvulling. Heb je een relatief langzaam asynchroon internetabonnement (tot 100 Mbit/s) op basis van dsl of kabel, en last van de omschreven problemen, dan is het toepassen van SQM zonder al te hoge kosten mogelijk.

Lagere internetsnelheden hebben hier bovendien het meeste profijt van omdat de buffer sneller vol loopt. Voor de snelste gigabit-abbonementen is SQM doorgaans (nog) ongeschikt omdat het inschakelen van SQM betekent dat de hardwareversnelling van de router wordt uitgeschakeld. Op een snelle synchrone glasverbinding zul je echter veel minder snel last van bufferbloat hebben.

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.